Operation Manual

Probeer het volgende:
a Klik op:
Windows Vista: Configuratiescherm Netwerk en internet Netwerkcentrum
Windows XP en eerder: Start Instellingen of Configuratiescherm Netwerkverbinding
b Selecteer de juiste verbinding in het overzicht.
Opmerking: als de computer is verbonden met het toegangspunt (router) via een Ethernet-kabel, mag de
naam van de verbinding niet het woord 'draadloos' bevatten.
c Klik met de rechtermuisknop op de verbinding en kies Herstellen.
Voer het hulpprogramma voor draadloze installatie opnieuw uit
Als de draadloze instellingen zijn gewijzigd, moet u het hulpprogramma opnieuw uitvoeren. Er zijn de volgende
oorzaken waardoor de instellingen kunnen zijn gewijzigd: u hebt handmatig de WEP- of WPA-sleutels, het kanaal,
of andere netwerkinstellingen gewijzigd, of het draadloze toegangspunt (draadloze route) is teruggezet naar de
standaardfabrieksinstellingen.
Opmerkingen:
Als u de netwerkinstellingen wijzigt, moet u deze op alle netwerkapparaten wijzigen voordat u de instellingen
wijzigt voor het draadloze toegangspunt (draadloze router).
Als u de instellingen voor het draadloze netwerk hebt gewijzigd op het draadloze toegangspunt (draadloze
router), moet u de instellingen wijzigen op alle andere netwerkapparaten voordat u deze kunt zien op het netwerk.
1 Klik op:
Windows Vista: .
Windows XP en eerder: Start.
2 Klik op Start Programma's of Alle programma's Lexmark 6500 Series.
3 Klik op Draadloze configuratie.
Opmerking: als onderdeel van de configuratieprocedure wordt u mogelijk gevraagd om de printer opnieuw aan
te sluiten op de computer met de installatiekabel.
4 Volg de aanwijzingen op het scherm.
Wi-Fi-aanduiding brandt oranje
Dit zijn mogelijke oplossingen. Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Controleer de kabel
Controleer of de installatiekabel niet is aangesloten op de printer.
Configureer de optionele interne, draadloze afdrukserver
Opmerking: deze oplossing is niet van toepassing op printers waarin de interne, draadloze afdrukserver in de fabriek
is geïnstalleerd.
Zie 'Optionele interne, draadloze afdrukserver configureren' in het hoofdstuk 'Printer instellen' als u de optionele
interne draadloze afdrukserver hebt aangeschaft nadat de printer al was geconfigureerd.
Controleer de netwerknaam
Uw netwerk mag niet dezelfde naam hebben als een ander netwerk bij u in de buurt. Als u en uw buurman
bijvoorbeeld de standaardnetwerknaam van de fabrikant gebruiken, kan de printer verbinding maken met het
netwerk van uw buurman.
153