X651de, X652de, X654de, X656de, X656dte, X658d, X658de, X658dme, X658dfe, X658dte, X658dtme, X658dtfe Gebruikershandleiding Juli 2008 www.lexmark.com Lexmark en Lexmark met het diamantlogo zijn gedeponeerde handelsmerken van Lexmark International, Inc. in de Verenigde Staten en/of andere landen. Andere handelsmerken zijn eigendom van hun respectieve houders. © 2008 Lexmark International, Inc. Alle rechten voorbehouden.
Inhoudsopgave Veiligheidsinformatie......................................................................13 Algemene informatie.......................................................................15 Informatie zoeken over de printer................................................................................................................................15 Printerconfiguraties...............................................................................................................................
Een RJ11-adapter gebruiken ...................................................................................................................................................... 63 De printer rechtstreeks op een telefoonwandcontactdoos aansluiten (Duitsland)............................................... 66 Aansluiten op een telefoon.........................................................................................................................................................
Transparanten maken ................................................................................................................................................................... 97 Kopiëren op briefhoofdpapier ................................................................................................................................................... 98 Kopieerinstellingen aanpassen...................................................................................................................
E-mailinstellingen aanpassen.......................................................................................................................................113 Een onderwerp en berichtinformatie aan de e-mail toevoegen.................................................................................113 Het bestandstype wijzigen voor verzending......................................................................................................................113 Een e-mail annuleren..................
Faxkwaliteit verbeteren..................................................................................................................................................124 Faxen in een wachtrij zetten en doorsturen...........................................................................................................125 Faxen in wachtrij ........................................................................................................................................................................
Afdrukken........................................................................................137 Een document afdrukken...............................................................................................................................................137 Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal....................................................................................................................137 Tips voor het gebruik van briefhoofdpapier...........................................
Configuratie U-lader, menu ......................................................................................................................................................164 Envelopbescherming ..................................................................................................................................................................164 Substitute Size (Ander formaat), menu ............................................................................................................
Printerberichten.............................................................................252 Lijst met statusberichten en foutmeldingen..........................................................................................................252 De printer onderhouden...............................................................271 De buitenkant van de printer reinigen......................................................................................................................
Problemen oplossen......................................................................286 Eenvoudige printerproblemen oplossen.................................................................................................................286 Display op het bedieningspaneel van de printer is leeg of er worden alleen ruitjes weergegeven.................................................................................................................................................................
Geheugenkaart..............................................................................................................................................................................301 Problemen met de papierinvoer oplossen..............................................................................................................301 Papier loopt regelmatig vast ...........................................................................................................................................
Veiligheidsinformatie Sluit het netsnoer aan op een geaard stopcontact dat zich dicht in de buurt van het product bevindt en dat gemakkelijk bereikbaar is. Plaats dit product niet in de buurt van water of in vochtige omgevingen. LET OP—KANS OP LETSEL: Dit product maakt gebruik van een laser. het toepassen van bedieningswijzen, aanpassingsmethoden of procedures anders dan in deze publicatie worden beschreven, kan blootstelling aan gevaarlijke straling tot gevolg hebben.
Dit product is samen met specifieke onderdelen van de fabrikant ontwikkeld, getest en goedgekeurd volgens strikte, wereldwijd geldende veiligheidsnormen. De veiligheidsvoorzieningen van bepaalde onderdelen zijn niet altijd duidelijk zichtbaar. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor het gebruik van andere, vervangende onderdelen. LET OP—KANS OP LETSEL: U moet het netsnoer niet draaien, vastbinden, afknellen of zware objecten op het snoer plaatsen.
Algemene informatie Informatie zoeken over de printer Installatie-informatie Beschrijving Locatie De Installatie-informatie bevat aanwijzingen voor het U kunt de Installatie-informatie vinden in de door of op de instellen van de printer. Volg de aanwijzingen voor website van Lexmark op www.lexmark.com. lokaal, netwerk of draadloos afhankelijk van wat u wilt. Help Beschrijving Locatie In de Help vindt u aanwijzingen voor het gebruik van de Klik in een programma van Lexmark op Help, Tips software.
Beschrijving Locatie (Noord-Amerika) Locatie (rest van de wereld) Ondersteuning via e-mail Bezoek onze website op: Ondersteuning per e-mail verschilt per www.lexmark.com voor informatie over land of regio en is in sommige gevallen wellicht niet beschikbaar. ondersteuning per e-mail. Bezoek onze website op 1 Klik op SUPPORT. www.lexmark.com. Selecteer een land 2 Klik op Technical Support. of regio en selecteer een koppeleing 3 Selecteer uw printertype. voor klantenondersteuning.
Een locatie voor de printer selecteren Zorg ervoor dat er voldoende ruimte is om de laden, kleppen en deuren te openen wanneer u een locatie voor de printer kiest. Als u van plan bent opties te installeren, dient u hier ook voldoende ruimte voor vrij te houden. Het volgende is belangrijk: • Zorg ervoor dat de luchtcirculatie in de ruimte voldoet aan de meest recente aanpassingen aan de ASHRAE 62standaard. • Plaats de printer op een vlakke, stevige en stabiele ondergrond.
• Documenten scannen en deze naar een computer, een e-mailadres, een flashstation of een FTP-bestemming verzenden. • documenten scannen en deze naar een andere printer verzenden (PDF's gaan via een FTP-server). Informatie over de ADF en de glasplaat Glasplaat A Automatische documentinvoer (ADF) Gebruik de ADF (automatische documentinvoer) voor documenten met meerdere pagina's.
• Kopieer boeken met een dikte van maximaal 25,3 mm. Informatie over het bedieningspaneel van de printer 1 2 1 4 GHI 7 PQRS * 2 ABC 5 JKL 8 3 DEF 6 MNO 9 TUV WXYZ 0 # 3 4 5 8 Onderdeel 7 6 Beschrijving 1 Display Scan-, kopieer-, fax- en afdrukopties en de status- en foutberichten bekijken. 2 Toetsenblok Hiermee voert u getallen of symbolen in op de display.
Onderdeel 4 Back (Achter) Beschrijving Druk in het menu Kopiëren op om het meest rechtse cijfer van de waarde voor het aantal te kopiëren exemplaren te verwijderen. De standaardwaarde 1 wordt weergegeven als het hele getal wordt verwijderd door meerdere keren op te drukken. om het meest rechtse cijfer van een getal Druk in de faxbestemmingslijst op drukken om de snelkoppeling volledig te handmatig te verwijderen. U kunt ook op drukken om de verwijderen.
1 2 8 Ready Touch any button to begin. 7 6 5 4 3 Onderdeel van display Beschrijving 1 Kopiëren Hiermee opent u de kopieermenu's. Opmerking: In het beginscherm kunt u de kopieermenu's ook openen door op een nummer op het toetsenblok te drukken. 2 E-mailen Hiermee opent u de e-mailmenu's. 3 Menu's Hiermee opent u de menu's.Deze menu's zijn alleen beschikbaar als de printer in de stand Gereed staat. 4 FTP Opent de FTP-menu's (File Transfer Protocol).
Andere knoppen die op het beginscherm kunnen worden weergegeven: Onderdeel van display Functie Faxen in wachtrij vrijgeven Als deze knop wordt weergegeven, zijn er faxen in de wachtrij met een eerder ingestelde geplande wachttijd. Raak deze knop aan om de lijst met faxen in de wachtrij weer te geven.
Voorbeeld van aanraakscherm Knop Functie Beginscherm Hiermee keert u terug naar het beginscherm. Omlaag bladeren Hiermee geeft u een vervolgkeuzelijst weer. Aflopend naar links bladeren Hiermee kunt u in aflopende volgorde naar een andere waarde bladeren. Oplopend naar rechts bladeren Hiermee kunt u in oplopende volgorde naar een andere waarde bladeren. Pijl naar links Hiermee kunt u naar links bladeren. Pijl naar rechts Hiermee kunt u naar rechts bladeren.
Knop Functie Back (Achter) Hiermee navigeert u naar het vorige scherm Andere knoppen op het aanraakscherm Knop Functie Pijl-omlaag Hiermee bladert u omlaag naar het volgende scherm. Pijl-omhoog Hiermee bladert u omhoog naar het volgende scherm. Niet-geselecteerd keuzerondje Dit is een niet-geselecteerd keuzerondje. Het keuzerondje is grijs om aan te geven dat het niet-geselecteerd is. Geselecteerd keuzerondje Dit is een geselecteerd keuzerondje.
Knop Functie Doorgaan Raak deze knop aan wanneer u nog meer wijzigingen voor een taak wilt uitvoeren of nadat u een papierstoring hebt verholpen. Annuleren • Hiermee annuleert u een actie of een selectie. • U kunt met deze knop ook een scherm annuleren en naar het vorige scherm terugkeren. Selecteren Hiermee selecteert u een menu of menu-item. Functies Functie Beschrijving Menupad: Boven in elk menuscherm wordt een pad weergegeven.
Extra installatieopties voor de printer Interne opties installeren LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Als u toegang wilt verkrijgen tot de systeemkaart of optionele hardware of geheugenkaarten wilt installeren nadat u de printer gebruiksklaar hebt gemaakt, moet u eerst de printer uitzetten en de stekker van het netsnoer uit het stopcontact halen. Als u andere apparaten hebt aangesloten op de printer, moet u deze ook uitzetten en alle kabels losmaken die zijn aangesloten op de printer.
Klep van systeemkaart openen voor installatie van interne opties LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Als u toegang wilt verkrijgen tot de systeemkaart of optionele hardware of geheugenkaarten wilt installeren nadat u de printer gebruiksklaar hebt gemaakt, moet u eerst de printer uitzetten en de stekker van het netsnoer uit het stopcontact halen. Als u andere apparaten hebt aangesloten op de printer, moet u deze ook uitzetten en alle kabels losmaken die zijn aangesloten op de printer.
3 Verwijder de klep van de systeemkaart. 4 Onderstaande illustratie geeft aan waar de juiste connector te vinden is. Let op—Kans op beschadiging: De elektrische componenten van de systeemkaart raken bij statische elektriciteit gemakkelijk beschadigd. Raak daarom eerst een metalen voorwerp aan voordat u de elektrische componenten of aansluitingen van de systeemkaart aanraakt.
Geheugenkaart installeren LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Als u toegang wilt verkrijgen tot de systeemkaart of optionele hardware of geheugenkaarten wilt installeren nadat u de printer gebruiksklaar hebt gemaakt, moet u eerst de printer uitzetten en de stekker van het netsnoer uit het stopcontact halen. Als u andere apparaten hebt aangesloten op de printer, moet u deze ook uitzetten en alle kabels losmaken die zijn aangesloten op de printer.
4 Breng de uitsparingen op de geheugenkaart op één lijn met de ribbels op de connector. 1 2 1 Uitsparingen 2 Ribbels 5 Duw de geheugenkaart recht in de connector tot de kaart vastklikt. 6 Plaats de afdekking van de systeemkaart terug en sluit de klep van de systeemkaart.
Een flashgeheugenkaart of firmwarekaart installeren De systeemkaart heeft twee connectoren voor een optionele flashgeheugenkaart of firmwarekaart. Slechts één van elk kan worden geïnstalleerd, maar de connectoren zijn uitwisselbaar.
4 Druk de kaart stevig op zijn plaats. Opmerkingen: • De connector van de kaart moet over de gehele lengte in aanraking zijn met de systeemkaart. • Let erop dat de aansluitpunten niet beschadigd raken. 5 Plaats de afdekking van de systeemkaart terug en sluit de klep van de systeemkaart.
Een Internal Solutions Port installeren De systeemkaart ondersteunt één optionele Lexmark Internal Solutions Port (ISP). Installeer een ISP voor extra aansluitingsopties. Opmerking: Hiervoor hebt u een kruiskopschroevendraaier nr. 2 nodig.
a Koppel de interfacekabel van de vaste schijf van de printer los van de systeemkaart, maar laat de kabel op de vaste schijf van de printer aangesloten. Als u de kabel wilt loskoppelen, knijpt u op de peddel aan de plug van de interfacekabel om de vergrendeling te openen alvorens de kabel eruit te trekken. b Verwijder de schroeven waarmee de vaste schijf van de printer is vastgezet. c Verwijder de vaste schijf van de printer door deze naar boven te tillen zodat de uitsteeksels loskomen.
d Verwijder de duimschroeven waarmee de montagebeugel van de vaste schijf van de printer op die schijf is bevestigd en verwijder dan die beugel. Zet de vaste schijf van de printer opzij. 4 Verwijder de metalen klep van de ISP-opening.
5 Lijn de stukken van het plastic T-stuk uit met de openingen in de systeemkaart en druk het T-stuk dan naar beneden tot het vastklikt. Controleer of elk stuk van het T-stuk volledig is vastgeklikt en of het T-stuk stevig op de systeemkaart is bevestigd. 6 Installeer de ISP op het plastic T-stuk. Houd de ISP schuin boven het plastic T-stuk en laat de ISP dan zodanig zakken dat alle overhangende connectors door de ISP-opening in de systeemkaartbehuizing kunnen worden geleid.
7 Laat de ISP tot op het plastic T-stuk zakken tot de ISP zich tussen de geleiders van het plastic T-stuk bevindt. 8 Plaats de lange duimschroef en draai deze rechtsom tot de ISP vastzit, maar draai de duimschroef nu nog niet stevig aan.
9 Bevestig de twee meegeleverde schroeven om de ISP-montagebeugel op de systeemkaartbehuizing vast te maken. 10 Draai de lange duimschroef stevig aan. Opmerking: Draai de duimschroef niet te hard aan. 11 Steek de plug van de ISP-interfacekabel in de connector van de systeemkaart. Opmerking: De pluggen en connectors zijn kleurgecodeerd. 12 Als al eerder een vaste schijf van de printer is geïnstalleerd, bevestig dan de vaste schijf van de printer op de ISP.
13 Plaats de afdekking van de systeemkaart terug en sluit de klep van de systeemkaart. 2 1 3 Vaste schijf van printer installeren De optionele vaste schijf van de printer kan met of zonder een Lexmark Internal Solutions Port (ISP) worden geïnstalleerd. Opmerking: Voor deze taak hebt u een kruiskopschroevendraaier nr. 2 en een schroevendraaier met platte kop nodig.
3 Kijk waar de juiste connector zich op de systeemkaart bevindt. Opmerking: Als momenteel een optionele ISP is geïnstalleerd, dan moet de vaste schijf van de printer op de ISP worden geïnstalleerd. U installeert de vaste schijf van een printer als volgt op de ISP: a Draai de schroeven los met de schroevendraaier met platte kop. Verwijder de duimschroeven waarmee de montagebeugel van de vaste schijf van de printer op die schijf is bevestigd en verwijder daarna de beugel.
b Lijn de uitsteeksels van de vaste schijf van de printer uit met de openingen in de ISP en druk deze dan naar beneden op de vaste schijf van de printer tot de uitsteeksels stevig op hun plaats zitten. c Steek de plug van de interfacekabel van de vaste schijf van de printer in de connector van de ISP. Opmerking: De pluggen en connectors zijn kleurgecodeerd.
U installeert een vaste schijf van de printer als volgt rechtstreeks op de systeemkaart: a Lijn de uitsteeksels van de vaste schijf van de printer uit met de openingen in de systeemkaart en druk deze dan naar beneden op de vaste schijf van de printer tot de uitsteeksels stevig op hun plaats zitten. b Bevestig de twee meegeleverde schroeven om de montagebeugel van de printer van de harde schijf vast te zetten.
4 Plaats de afdekking van de systeemkaart terug en sluit de klep van de systeemkaart. 2 1 3 Faxkaart installeren Opmerking: Hiervoor hebt u een kruiskopschroevendraaier nr. 2 nodig. LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Als u toegang wilt verkrijgen tot de systeemkaart of optionele hardware of geheugenkaarten wilt installeren nadat u de printer gebruiksklaar hebt gemaakt, moet u eerst de printer uitzetten en de stekker van het netsnoer uit het stopcontact halen.
3 Verwijder de metalen klep van de faxkaartopening. 2 1 4 Plaats de faxkaart in de opening en bevestig de montagebeugel van de faxkaart met de twee meegeleverde schroeven.
5 Steek de plug van de faxkaartinterfacekabel in de connector van de systeemkaart. 6 Plaats de afdekking van de systeemkaart terug en sluit de klep van de systeemkaart.
Kabels aansluiten Sluit de printer aan op de computer met een USB-kabel of een ethernetkabel. Zorg dat het volgende overeenkomt: • Zorg dat het USB-symbool op de kabel overeenkomt met het USB-symbool op de printer. • Kies de juiste Ethernet-kabel voor de Ethernet-poort.
Pagina met menu-instellingen afdrukken Druk een pagina met menu-instellingen af om de huidige menu-instellingen te bekijken en te controleren of de printeropties correct zijn geïnstalleerd. Opmerking: Als u nog geen wijzigingen hebt aangebracht in de instellingen van de menu-items, worden op de pagina met menu-instellingen alle standaardinstellingen weergegeven.
De printersoftware instellen Printersoftware installeren Een printerstuurprogramma is software die zorgt voor de communicatie tussen de computer en de printer. De printersoftware wordt geïnstalleerd tijdens de eerste printerinstallatie. Gebruik de volgende aanwijzingen als u de software wilt installeren na de printerinstallatie: Windows 1 Sluit alle geopende softwareprogramma's. 2 Plaats de cd Software en documentatie in de computer. 3 Klik in het hoofddialoogvenster op Install (Installeren).
Windows XP a Klik op Start. b Klik op Printers and Faxes (Printers en faxapparaten). Windows 2000 a Klik op Start. b Klik op Settings (Instellingen) Printers. 2 Selecteer de printer. 3 Klik met de rechtermuisknop op de printer en selecteer vervolgens Eigenschappen. 4 Klik op het tabblad Install Options (Opties installeren). 5 Voeg onder Available Options (Beschikbare optie) eventuele geïnstalleerde hardwareopties toe. 6 Klik op Apply (Toepassen). Macintosh In Mac OS X versie 10.
• Kanaal (voor ad-hocnetwerken): het kanaal wordt standaard ingesteld op automatisch voor infrastructuurnetwerken. Voor sommige ad-hocnetwerken is de instelling automatisch ook vereist. Raadpleeg de systeembeheerder als u niet zeker bent over het kanaal dat u moet selecteren. • Beveiligingsmethode: er zijn drie opties voor de beveiligingsmethode: – WEP-sleutel Als uw netwerk meerdere WEP-sleutels gebruikt, kunt u er maximaal vier opgegeven in de daarvoor bestemde plaatsen.
1 Sluit het netsnoer aan en schakel de printer in. 1 2 Zorg ervoor dat de printer en computer zijn ingeschakeld en dat het bericht Gereed wordt weergegeven. Sluit de USB-kabels pas aan als dit op het scherm wordt aangegeven. 2 Plaats de cd Software en documentatie in de computer. 3 Klik op Install (Installeren). 4 Klik op Agree (Akkoord). 5 Klik op Suggested (Aanbevolen). 6 Klik op Wireless Network Attach (Aangesloten op draadloos netwerk).
7 Sluit de kabels aan in de onderstaande volgorde: a Sluit tijdelijk een USB-kabel aan tussen de computer op het draadloze netwerk en de printer. Opmerking: nadat u de printer hebt geconfigureerd, wordt in de software aangegeven dat u de tijdelijke USB-kabel kunt losmaken, waarna u draadloos kunt afdrukken. b Als de printer beschikt over een faxfunctie, sluit u de telefoonkabel aan. 8 Volg de aanwijzingen op het scherm om de software-installatie te voltooien.
3 Sluit het netsnoer aan en schakel de printer in. 1 2 Printerinformatie invoeren 1 Open de opties voor AirPort. In Mac OS X versie 10.5 a Klik op System Preferences (Systeemvoorkeuren) in het Apple-menu. b Klik op Network (Netwerk). c Klik op AirPort. Mac OS X 10.4 en eerder a Kies Applications (Programma's) in het menu Ga. b Dubbelklik op Internet Connect (Internetverbinding). c Klik in de werkbalk op AirPort.
3 Selecteer het type beveiliging dat voor het draadloze netwerk wordt gebruikt. 4 Voer de beveiligingsgegevens in waarmee de printer kan worden toegevoegd aan het draadloze netwerk. 5 Klik op Submit (Verzenden). 6 Open de toepassing AirPort op de computer: In Mac OS X versie 10.5 a Klik op System Preferences (Systeemvoorkeuren) in het Apple-menu. b Klik op Network (Netwerk). c Klik op AirPort. Mac OS X 10.4 en eerder a Kies Applications (Programma's) in het menu Ga.
In Mac OS X versie 10.4 1 Kies Applications (Programma's) in het menu Ga. 2 Dubbelklik op Utilities (Hulpprogramma's). 3 Dubbelklik op Printer Setup Utility (Printerconfiguratie) of Print Center (Afdrukbeheer). 4 Kies Add (Voeg toe) in de printerlijst. 5 Selecteer de printer uit de lijst. 6 Klik op Add (Voeg toe). b Voor afdrukken via AppleTalk: In Mac OS X versie 10.5 1 Klik op System Preferences (Systeemvoorkeuren) in het Apple-menu. 2 Klik op Print & Fax (Afdrukken en faxen). 3 Klik op +.
Windows Vista a Klik op . b Typ bij Start > Zoeken D:\setup.exe in. Hierbij staat D voor de letter van uw cd- of dvd-station. Windows XP en eerder a Klik op Start. b Klik op Run (Uitvoeren). c Typ D:\setup.exe, waarbij D de letter van uw cd- of dvd-station is. 2 Klik op Install Printer and Software (Printer en software installeren). 3 Klik op Agree (Akkoord) om de licentieovereenkomst te accepteren. 4 Selecteer Suggested (Aanbevolen) en klik vervolgens op Next (Volgende).
8 Voer het gebruikerswachtwoord in en klik vervolgens op OK. Alle benodigde software wordt op de computer geïnstalleerd. 9 Klik op Close (Sluiten) wanneer de installatie is voltooid. b Voeg de printer toe: • Voor afdrukken via IP: In Mac OS X versie 10.5 1 2 3 4 5 Klik op System Preferences (Systeemvoorkeuren) in het Apple-menu. Klik op Print & Fax (Afdrukken en faxen). Klik op +. Selecteer de printer uit de lijst. Klik op Add (Voeg toe). In Mac OS X versie 10.
Poortinstellingen wijzigen na het installeren van een nieuwe netwerk-ISP Wanneer een nieuwe netwerk-ISP (Internal Solutions Port) van Lexmark in de printer wordt geïnstalleerd, moeten de printerconfiguraties worden bijgewerkt op computers die toegang hebben tot de printer, omdat de printer een nieuw IP-adres krijgt toegewezen. Alle computers die toegang hebben tot de printer moeten met dit nieuwe IP-adres worden bijgewerkt om erop te kunnen afdrukken via het netwerk.
9 Typ het nieuwe IP-adres in het veld “Printer Name or IP Address” (Printernaam of IP-adres). U kunt het nieuwe IPadres vinden op de pagina met netwerkinstellingen die u in stap 1 hebt afgedrukt. 10 Klik op OK en daarna op Close (Sluiten). Macintosh 1 Druk een pagina met netwerkinstellingen af en noteer het nieuwe IP-adres. 2 Als u het IP-adres van de printer niet weet, drukt u een pagina met netwerkinstellingen af en zoekt u het adres in het TCP/IP-gedeelte.
g h i j Kies AppleTalk in het eerste pop-upmenu. Selecteer Local AppleTalk zone (Lokale AppleTalk-zone) in het tweede pop-upmenu. Selecteer de printer uit de lijst. Klik op Add (Voeg toe). Serieel afdrukken instellen Bij serieel afdrukken worden gegevens bit voor bit verzonden. Hoewel serieel afdrukken doorgaans trager is dan parallel afdrukken, is dit de voorkeursmethode als de afstand tussen printer en computer erg groot is, of als er geen verbinding met een betere doorvoersnelheid beschikbaar is.
k Breng de benodigde wijzigingen in de configuratie-instellingen aan in het venster Nieuwe poort toevoegen. Klik op Add Port (Poort toevoegen) om de poort toe te voegen. l Controleer of het selectievakje naast het geselecteerde printermodel is ingeschakeld. m Selecteer de overige extra software die u wilt installeren en klik op Next (Volgende). n Klik op Finish (Voltooien) om de installatie van de printersoftware af te ronden. 3 Stel de parameters in voor de COM-poort.
De printer configureren voor faxen Opmerking: Faxvoorzieningen zijn niet op alle printermodellen beschikbaar. Mogelijk zijn de volgende verbindingsmethoden niet van toepassing voor alle landen of regio's. LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Gebruik de faxfunctie niet tijdens onweer. Tijdens onweer moet u dit product niet installeren en geen elektrische verbindingen aanleggen, bijvoorbeeld voor de faxfunctie, of kabels en snoeren aansluiten, zoals een netsnoer of telefoonlijn.
Een RJ11-adapter gebruiken Land/regio • • • • • Verenigd Koninkrijk Ierland Finland Noorwegen Denemarken • • • • • Italië Zweden Nederland Frankrijk Portugal Als u de printer wilt aansluiten op een antwoordapparaat, telefoon of ander telecommunicatieapparaat, dient u de telefoonlijnadapter te gebruiken die in sommige landen of regio's bij de printer wordt geleverd. Opmerking: Als u DSL hebt, kunt u de printer niet aansluiten met een splitter omdat de faxfunctie dan mogelijk niet juist werkt.
Als uw telecommunicatieapparaat een Amerikaanse (RJ11-)telefoonlijn gebruikt, dient u de onderstaande stappen te volgen om het apparaat aan te sluiten: 1 Verwijder de plug uit de EXT-poort aan de achterzijde van de printer. Opmerking: Als de plug is verwijderd, werkt land- of regiospecifieke apparatuur die u als adapter op de printer hebt aangesloten niet correct. 2 Sluit uw telecommunicatieapparatuur direct aan op de EXT-poort aan de achterzijde van de printer.
Land/regio • • • • • • • • • • Verenigde Arabische Emiraten • Egypte • Bulgarije • Tsjechië • België • Australië • Zuid-Afrika • Saudi-Arabië Israël Hongarije Polen Roemenië Rusland Slovenië Spanje Turkije Griekenland U sluit als volgt een telefoon, antwoordapparaat of ander telecommunicatieapparaat op de printer aan: 1 Verwijder de plug uit de achterzijde van de printer. 2 Sluit uw telecommunicatieapparatuur direct aan op de EXT-poort aan de achterzijde van de printer.
Land/regio • Duitsland • Oostenrijk • Zwitserland Er is een plug geïnstalleerd in de EXT-poort van de printer. van de printer. Deze plug is noodzakelijk voor de correcte werking Opmerking: Verwijder de plug niet. Als u deze wel verwijdert, werkt mogelijk andere telecommunicatieapparatuur in uw huis (zoals telefoons of antwoordapparaten) niet.
3 Sluit het andere uiteinde van de telefoonkabel aan op de N-sleuf van een werkende telefoonwandcontactdoos. 4 Als u dezelfde telefoonlijn voor zowel de fax als de telefoon wilt gebruiken, sluit u een tweede telefoonlijn (niet meegeleverd) aan tussen de telefoon en de F-sleuf van een werkende telefoonwandcontactdoos.
Aansluiten op een telefoon Sluit een telefoon aan op de printer als u de faxlijn wilt gebruiken als een normale telefoonlijn. Installeer vervolgens de printer (waarbij het niet uitmaakt waar uw telefoon zich bevindt) om kopieën te maken of om faxen te verzenden en te ontvangen zonder gebruik van een computer. Opmerking: Welke installatiestappen u precies moet uitvoeren, is afhankelijk van het land of de regio.
Aansluiten op een antwoordapparaat Sluit een antwoordapparaat aan op de printer als u binnenkomende telefonische berichten en faxen wilt ontvangen. Opmerking: Welke installatiestappen u precies moet uitvoeren, is afhankelijk van het land of de regio.
5 Sluit een derde telefoonkabel aan op het antwoordapparaat en de EXT-poort van de printer. Aansluiten op een computer met een modem Sluit de printer aan op een computer met een modem als u faxen wilt verzenden vanuit de softwaretoepassing. Opmerking: Welke installatiestappen u precies moet uitvoeren, is afhankelijk van het land of de regio.
3 Haal de beschermstekker uit de EXT-poort van de printer. 4 Sluit een tweede telefoonkabel aan op de telefoon en de computermodem. 5 Sluit een derde telefoonkabel aan op de computermodem en de EXT-poort Extra installatieopties voor de printer 71 van de printer.
De naam en het nummer voor uitgaande faxen instellen Op de volgende wijze kunt u de toegewezen faxnaam en het faxnummer op uitgaande faxen afdrukken: 1 Typ het IP-adres van de printer in het adresveld van uw webbrowser. Opmerking: Als u het IP-adres van de printer niet weet, drukt u een netwerkconfiguratiepagina af en zoekt u het IP-adres op in het TCP/IP-gedeelte. 2 Klik op Settings (Instellingen). 3 Klik op Fax Settings (Faxinstellingen). 4 Klik op Analog Fax Setup (Analoge faxinstellingen).
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de laden voor 250, 500 en 2000 vel en de universeellader moet vullen. Hierin vindt u ook informatie over de papierafdrukstand, het instellen van de papiersoort en het papierformaat en het koppelen en ontkoppelen van laden. Papiersoort en papierformaat instellen De instelling Papierformaat wordt automatisch vastgesteld aan de hand van de positie van de papiergeleiders in de laden, behalve de universeellader.
5 Druk op de linker- of rechterpijl om de gewenste maateenheid te selecteren. 6 Druk op Portrait Width (Breedte Staand) of Portrait Height (Hoogte Staand). 7 Raak de pijlen aan om de gewenste breedte of hoogte te selecteren. 8 Raak Submit (Verzenden) aan om uw selectie op te slaan. Selectie verzenden... verschijnt, gevolgd door het menu Papier. 9 Druk op om terug te keren naar het beginscherm.
2 Druk de breedtegeleiders naar binnen, zoals in de afbeelding wordt aangegeven, en schuif de breedtegeleider naar de juiste positie voor het formaat papier dat u wilt plaatsen. 3 Ontgrendel de lengtegeleider en druk het lipje ervan naar binnen, zoals op de afbeelding wordt aangegeven, en schuif de geleider naar de juiste positie voor het formaat papier dat u plaatst. 2 1 3 Opmerkingen: • Stel de geleiders in op de juiste positie met behulp van de formaatindicatoren aan de onderkant van de lade.
Met optionele StapleSmart II-finisher ABC Zonder optionele StapleSmart II-finisher ABC Enkelzijdig afdrukken Enkelzijdig afdrukken ABC ABC Dubbelzijdig afdrukken (duplex) Dubbelzijdig afdrukken (duplex) Opmerking: De lijn voor de maximale hoeveelheid aan de zijkant van de lade geeft de maximumhoogte voor het geplaatste papier aan. Plaats niet te veel papier in de lade.
7 Plaats de lade terug. 8 Bij het plaatsen van een andere soort papier dan voorheen moet de instelling Papiersoort voor de lade via het bedieningspaneel worden gewijzigd. Lade voor 2000 vel vullen 1 Trek de lade naar buiten. 2 Trek de breedtegeleider omhoog en schuif deze naar de juiste positie voor het formaat papier dat u wilt plaatsen.
3 Ontgrendel de lengtegeleider. 4 Druk de ontgrendelingshendel van de lengtegeleider in om deze te verhogen, schuif de geleider naar de juiste positie voor het formaat papier dat u wilt plaatsen en vergrendel vervolgens de geleider.
5 Buig de vellen enkele malen heen en weer om de vellen los te maken. Waaier ze vervolgens uit. Vouw of kreuk het papier niet. Maak op een vlakke ondergrond de stapel recht. 6 Plaats het papier als volgt in de lade: • Plaats het papier met de afdrukzijde naar beneden als u enkelzijdig wilt afdrukken. • Plaats het papier met de afdrukzijde omhoog als u dubbelzijdig wilt afdrukken.
Zonder optionele StapleSmart II-finisher Met optionele StapleSmart II-finisher ABC ABC Dubbelzijdig afdrukken (duplex) Dubbelzijdig afdrukken (duplex) Opmerking: De lijn voor de maximale hoeveelheid aan de zijkant van de lade geeft de maximumhoogte voor het geplaatste papier aan. Plaats niet te veel papier in de lade. 7 Plaats de lade terug.
De universeellader vullen 1 Trek de klep van de universeellader naar beneden. 2 Trek het verlengstuk naar buiten totdat het volledig is uitgetrokken. 3 Schuif de breedtegeleider helemaal naar rechts.
4 Buig de vellen papier of speciaal afdrukmateriaal enkele malen om ze los te maken en waaier ze vervolgens uit. Vouw of kreuk het papier niet. Maak een rechte stapel op een vlakke ondergrond. Papier Enveloppen Transparanten* * Raak de afdrukzijde van transparanten niet aan. Zorg dat er geen krassen op komen. 5 Plaats het papier of speciale afdrukmateriaal in de universeellader.Schuif de stapel voorzichtig zo ver mogelijk in de universeellader.
Zonder optionele StapleSmart-finisher Met optionele StapleSmart-finisher ABC ABC Dubbelzijdig afdrukken (duplex) Dubbelzijdig afdrukken (duplex) Opmerkingen: • Laat de stapel niet boven de maximale stapelhoogte uitkomen door te veel papier onder de indicator te duwen. • Laad of sluit geen lade wanneer er een taak wordt afgedrukt. • Plaats nooit afdrukmateriaal van verschillende formaten en soorten tegelijk. • Plaats enveloppen met de klepzijde omhoog.
2 Kantel het envelopgewicht en beweeg het weer terug naar de printer. 3 Schuif de breedtegeleider naar rechts. 4 Zorg dat de enveloppen klaar zijn om te worden geplaatst. Buig de enveloppen enkele malen heen en weer om de vellen los te maken. Waaier ze vervolgens uit. Vouw of kreuk het papier niet. Maak op een vlakke ondergrond de stapel recht. 5 Plaats de stapel enveloppen met de klepzijde omlaag.
Opmerking: Laat de stapel niet boven de maximale stapelhoogte uitkomen door te veel papier onder de indicator te duwen. 6 Pas de breedtegeleider aan zodat deze licht tegen de rand van de stapel papier drukt. 7 Laat het envelopgewicht op de papierstapel zakken. 8 Stel via het bedieningspaneel van de printer het papierformaat en de papiersoort in. Laden koppelen en ontkoppelen Laden koppelen Het koppelen van laden is handig bij grote afdruktaken of bij het afdrukken van meerdere exemplaren.
Als u een lade wilt ontkoppelen, wijzig dan de volgende lade-instellingen, zodat deze niet overeenkomen met de instellingen van andere laden: • Paper Type (Papiersoort), zoals Plain Paper (Normaal papier), Letterhead (Briefhoofdpapier), Custom Type (Aangepast ) De papiersoort omschrijft de eigenschappen van het papier.
6 Klik op Verzenden. 7 Klik op Custom Types (Aangepaste soorten). Aangepaste soorten wordt weergegeven, gevolgd door de aangepaste naam. 8 Selecteer een instelling voor Paper Type (Papiersoort) uit de lijst naast de aangepaste naam. 9 Klik op Verzenden.
Richtlijnen voor papier en speciaal afdrukmateriaal Richtlijnen voor papier Als u het juiste papier of speciale afdrukmateriaal selecteert, vermindert het aantal afdrukproblemen. Voor optimale afdrukkwaliteit kunt u het beste eerst een proefafdruk maken op het papier of het speciale afdrukmateriaal dat u wilt gebruiken voordat u grote hoeveelheden hiervan aanschaft. Papierkenmerken De volgende papierkenmerken zijn van invloed op de afdrukkwaliteit en de betrouwbaarheid van de papierinvoer.
Vezelrichting Deze term heeft betrekking op de richting van de vezels in een vel papier. Vezels lopen ofwel in de lengterichting van het papier of in de breedterichting. Voor papier met een gewicht van 60-176 g/m2 met vezels in de lengterichting, wordt papier met de vezel in de lengterichting aanbevolen. Voor papiersoorten met een gewicht van meer dan 176 g/m2, wordt papier met vezels in de breedterichting aanbevolen.
Voorbedrukte formulieren en briefhoofdpapier kiezen Houd u aan de volgende richtlijnen als u voorbedrukte formulieren en briefhoofdpapier kiest: • Gebruik papier met de vezel in lengterichting voor papier van 60 tot 90 g/m2. • Gebruik alleen formulieren en briefhoofdpapier die zijn gelithografeerd of gegraveerd. • Gebruik geen papier met een ruw of grof gestructureerd oppervlak. Gebruik papier dat is bedrukt met hittebestendige inkt en dat geschikt is voor kopieerapparaten.
Papier bewaren Houd de volgende richtlijnen voor het bewaren van papier aan om een regelmatige afdrukkwaliteit te garanderen en te voorkomen dat er papierstoringen ontstaan. • U kunt het papier het beste bewaren in een omgeving met een temperatuur van 21 °C en een relatieve vochtigheid van 40%. De meeste fabrikanten van etiketten bevelen een omgeving aan met een temperatuur tussen 18 en 24 °C en een relatieve vochtigheid van 40% tot 60%.
Paper size (Papierformaat) Afmetingen Legal 216 x 356 mm (8,5 x 14 inch) Executive 184 x 267 mm (7,3 x 10,5 inch) X Oficio1 216 x 340 mm (8,5 x 13,4 inch) X Folio1 216 x 330 mm (8,5 x 13 inch) X Statement1 140 x 216 mm (5,5 x 8,5 inch) X X Universal3,4 138 x 210 mm (5,5 x 8,3 inch) tot 216 x 356 mm (8,5 x 14 inch) X X X X 70 x 127 mm (2,8 x 5 inch) tot 216 x 356 mm (8,5 x 14 inch) Laden voor 250 Optionele lade Universeelof 550 vel voor 2000 vel lader (standaard of optioneel) X 148
Paper size (Papierformaat) Afmetingen Laden voor 250 Optionele lade Universeelof 550 vel voor 2000 vel lader (standaard of optioneel) Duplexeenheid Andere envelop 98 x 162 mm (3,9 x 6,4 inch) tot 176 x 250 mm (6,9 x 9,8 inch) X X X 1 Dit formaat wordt alleen weergegeven in het menu Papierformaat als de papierbron de functie voor het automa- tisch vaststellen van het papierformaat niet ondersteunt of als deze functie is uitgeschakeld.
Papiersoort Laden voor 250 of 550 vel (standaard of optioneel) Optionele lade voor 2000 vel Universeellader Duplexeenheid Etiketten 1 • Papier • Vinyl Transparanten 1 Voor het afdrukken van etiketten is een speciale reiniger voor het verhittingsstation vereist waardoor dubbelzijdig afdrukken niet mogelijk is. De reiniger wordt geleverd bij de speciale cartridge voor etikettoepassingen.
Papiersoort Standaardlader Optionele uitvoer- 5 - Mailbox met 5 StapleSmart-finisher finisher (250 of 550 lader (550 vel) of laden (500 vel2) vel) Optionele stape1 (500 vel) leenheid met hoge capaciteit (1850 vel) Etiketten 3 X X X X • Papier • Vinyl Transparanten 1 Ondersteunt papiergewichten van 60-90 g/m2. 2 Maximaal 50 vellen per geniet pakket. 3 Voor het afdrukken van etiketten is een speciale reiniger voor het verhittingsstation vereist waardoor dubbelzijdig afdrukken niet mogelijk is.
Kopiëren Glasplaat A ADF Gebruik de ADF (automatische documentinvoer) voor documenten met meerdere pagina's. Gebruik de glasplaat voor één pagina, kleine voorwerpen (zoals briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften). Kopieën maken Snel kopiëren 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de automatische documentinvoer (ADF) of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
3 Raak Copy (Kopiëren) aan op het beginscherm of voer het aantal kopieën in met het toetsenblok. Het scherm Kopiëren wordt weergegeven. 4 Geef de gewenste kopieerinstellingen op. 5 Raak Copy It (Kopiëren) aan. Kopiëren via de glasplaat 1 Plaats het originele document met de bedrukte zijde naar beneden in de linkerbovenhoek van de glasplaat. 2 Raak Copy (Kopiëren) aan op het beginscherm of voer het aantal kopieën in met het toetsenblok. Het scherm Kopiëren wordt weergegeven.
5 Raak Copy to (Kopiëren naar) aan en raak vervolgens de lade met transparanten aan of raak Manual Feeder (Handmatige invoer) aan en plaats de transparanten in de universeellader. 6 Raak de gewenste grootte van de transparanten aan en daarna Continue (Doorgaan). 7 Raak de pijl omlaag aan tot Transparency (Transparanten) wordt weergegeven. 8 Raak Transparency (Transparanten) aan en daarna Continue (Doorgaan). 9 Raak Copy It (Kopiëren) aan.
Kopieën maken op papier uit een bepaalde lade Tijdens het kopieerproces kunt u de lade met het gewenste soort papier selecteren. Als zich in de universeellader bijvoorbeeld speciaal afdrukmateriaal bevindt waarop u kopieën wilt maken, gaat u als volgt te werk: 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de automatische documentinvoer (ADF) of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
Voorbeeld 2: kopiëren naar één formaat papier De printer heeft één papierlade. Deze is gevuld met papier van Letter-formaat. U wilt een document kopiëren dat bestaat uit pagina's van Letter-formaat en pagina's van Legal-formaat. 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de automatische documentinvoer (ADF) of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
4 Raak in het gebied Scale (Schalen) de pijlen aan om uw kopieën te vergroten of te verkleinen. Als u "Kopiëren naar" of "Kopiëren van" aanraakt nadat u Schalen handmatig hebt ingesteld, wordt de waarde weer ingesteld op Autom. 5 Raak Copy It (Kopiëren) aan. De kopieerkwaliteit aanpassen 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de automatische documentinvoer (ADF) of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
3 Raak Copy (Kopiëren) aan op het beginscherm. 4 Gebruik het toetsenblok om het aantal exemplaren in te voeren. 5 Raak Off (Uit) aan als u niet wilt dat uw kopieën worden gesorteerd. 6 Raak Copy It (Kopiëren) aan. Scheidingsvellen invoegen tussen exemplaren 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de automatische documentinvoer (ADF) of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
6 Raak Paper Saver (Papierbesparing) aan. 7 Selecteer de gewenste uitvoer. 8 Met de optie Print Page Borders (Paginaranden afdrukken) kunt u rondom elke pagina van het origineel een kader afdrukken. 9 Raak Done (Gereed) aan. 10 Raak Copy It (Kopiëren) aan. Een aangepaste taak maken (taak samenstellen) U gebruikt Aangepaste taak om één kopieertaak samen te stellen uit een of meerdere sets originelen. Elke set kan volgens verschillende taakparameters worden gescand.
Taakonderbreking Met de optie voor taakonderbreking onderbreekt u de huidige afdruktaak als u kopieën wilt maken. Opmerking: deze functie werkt uitsluitend als de instelling is ingeschakeld. 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de automatische documentinvoer (ADF) of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
3 Raak Copy (Kopiëren) aan op het beginscherm. 4 Raak Options (Opties) aan. 5 Raak Overlay aan. 6 Raak de knop aan met de overlay die u wilt gebruiken. 7 Raak Done (Gereed) aan. 8 Raak Copy It (Kopiëren) aan. Een kopieertaak annuleren Een kopieertaak annuleren terwijl het document zich in de ADI bevindt Als de ADI met het verwerken van een document begint, wordt het scanscherm weergegeven. U kunt de kopieertaak annuleren door op het aanraakscherm Taak annuleren aan te raken.
• Als u "Kopiëren van" op Automatische formaatdetectie instelt, bepaalt de scanner automatisch het formaat van het originele document. Kopiëren naar Met deze optie wordt een scherm geopend waarin u het formaat en de papiersoort kunt invoeren waarop de kopieën worden afgedrukt. • Raak de knop voor een papierformaat aan om dit te selecteren als instelling voor "Kopiëren naar". Het kopieerscherm wordt weergegeven met de nieuwe instelling.
Zijden (Duplex) Gebruik deze optie om instellingen voor dubbelzijdig afdrukken te selecteren. U kunt documenten op een of twee zijden afdrukken, dubbelzijdige (duplex) kopieën van dubbelzijdige originelen maken, dubbelzijdige kopieën van enkelzijdige originelen maken of enkelzijdige (simplex) kopieën van dubbelzijdige originelen maken. Sorteren Met deze optie houdt u de pagina's van een afdruktaak op volgorde als u meerdere exemplaren van het document afdrukt.
Koptekst/voettekst Deze optie schakelt Datum/tijd, Paginanummer, Bates-nummer of Aangepaste tekst in en drukt deze af op de aangegeven locatie in de koptekst of voettekst. Overlay Met deze optie maakt u een watermerk (of bericht) dat als overlay over de inhoud van uw document wordt afgedrukt. U kunt kiezen uit Dringend, Vertrouwelijk, Kopie en Concept, of u kunt een aangepast bericht invoeren in het veld Aangepaste tekst invoeren.
Vraag Wanneer moet ik de modus Tekst/foto gebruiken? Tip • Gebruik de modus Tekst/foto als het origineel uit een combinatie van tekst en afbeeldingen bestaat. • Deze modus is bij uitstek geschikt voor tijdschriftartikelen, zakelijke illustraties en folders. Wanneer moet ik de modus Afgedrukte afb. gebruiken? Gebruik de modus Afgedrukte afb. als u kopieën wilt maken van rasterfoto's, afbeeldingen zoals documenten die zijn afgedrukt met een laserprinter of pagina's die uit tijdschriften of kranten komen.
E-mailen Glasplaat A ADF Gebruik de ADF (automatische documentinvoer) voor documenten met meerdere pagina's. Gebruik de glasplaat voor één pagina, kleine voorwerpen (zoals briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften). U kunt de printer gebruiken om gescande documenten via e-mail naar één of meerdere ontvangers te verzenden. U kunt op drie manieren een e-mail verzenden vanaf de printer.
De e-mailinstellingen configureren 1 Typ het IP-adres van de printer in het adresveld van uw webbrowser. Opmerking: Als u het IP-adres van de printer niet weet, drukt u een netwerkconfiguratiepagina af en zoekt u het IP-adres op in het TCP/IP-gedeelte. 2 Klik op Settings (Instellingen). 3 Klik op E-mail/FTP Settings (E-mail-/FTP-instellingen). 4 Klik op E-mail Settings (E-mailinstellingen). 5 Voer de betreffende informatie in de velden in. 6 Klik op Submit (Verzenden).
Een document per e-mail verzenden E-mail verzenden met het aanraakscherm 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de automatische documentinvoer (ADF) of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Opmerking: Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine voorwerpen, transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADF. Gebruik in plaats daarvan de glasplaat.
6 Raak de naam aan die u aan het vak Aan: wilt toevoegen. Als u meerdere ontvangers wilt invoeren, drukt u op de optie voor volgend adres. Vervolgens kunt u de emailadressen of de snelkoppelingsnummers invoeren die u wilt toevoegen of in het adresboek zoeken. 7 Raak E-mailen aan.
6 Raak de knop aan die overeenkomt met het bestandstype dat u wilt verzenden. • PDF: hiermee wordt een bestand met meerdere pagina's gemaakt dat kan worden weergegeven met Adobe Reader. Adobe Reader wordt gratis aangeboden door Adobe en kan worden gedownload vanaf www.adobe.com. • Beveiligde PDF: hiermee wordt een gecodeerd PDF-bestand gemaakt. Zo wordt de inhoud van het bestand beveiligd tegen ongeautoriseerde toegang. • TIFF: hiermee worden een of meer bestanden gemaakt.
Afdrukstand Met deze optie kunt u de afdrukstand van het origineel (staand of liggend) doorgeven aan de printer en de instellingen voor Zijden en Inbinden aanpassen aan de afdrukstand van het origineel. Inbinden Geeft aan de printer door of het origineel aan de lange of de korte zijde is ingebonden. E-mailonderwerp Met deze optie kunt u een onderwerpregel toevoegen aan uw e-mail. U kunt maximaal 255 tekens invoeren.
• Foto: geeft aan dat de scanner extra aandacht moet besteden aan afbeeldingen en foto's. Met deze instelling duurt het scannen langer, maar worden alle dynamische tonen van het origineel zo goed mogelijk weergegeven. Hierdoor wordt de hoeveelheid opgeslagen gegevens groter. • Kleur: hier stelt u het scantype en de uitvoer van de e-mail in. Kleurendocumenten kunnen worden gescand en verzonden naar een e-mailadres.
Faxen Opmerking: Faxvoorzieningen zijn niet op alle printermodellen beschikbaar. Glasplaat A ADF Gebruik de ADF (automatische documentinvoer) voor documenten met meerdere pagina's. Gebruik de glasplaat voor één pagina, kleine voorwerpen (zoals briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften).
Een fax verzenden via de computer Door vanaf een computer te faxen kunt u elektronische documenten verzenden van achter uw bureau. Hierdoor hebt u de flexibiliteit om rechtstreeks vanuit softwareprogramma's documenten te faxen. Opmerking: U hebt het PostScript-stuurprogramma voor uw printer nodig om deze functie te kunnen uitvoeren. 1 Klik in het softwareprogramma op File (Bestand) Print (Afdrukken). 2 Selecteer in het afdrukvenster de printer en klik op Properties (Eigenschappen).
Een snelkoppeling voor een faxbestemming maken met het aanraakscherm 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de automatische documentinvoer (ADF) of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Opmerking: Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine voorwerpen, transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADF. Gebruik in plaats daarvan de glasplaat.
Het adresboek gebruiken Opmerking: Als de adresboekfunctie niet is ingeschakeld, moet u contact opnemen met uw systeembeheerder. 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de automatische documentinvoer (ADF) of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Opmerking: Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine voorwerpen, transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADF. Gebruik in plaats daarvan de glasplaat.
Een fax lichter of donkerder maken 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de automatische documentinvoer (ADF) of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Opmerking: Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine voorwerpen, transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADF. Gebruik in plaats daarvan de glasplaat.
3 Klik op Reports (Rapporten). 4 Klik op Fax Job Log (Faxtaaklog) of op Fax Call Log (Kieslog faxnummers). Ongewenste faxen blokkeren 1 Typ het IP-adres van de printer in het adresveld van uw webbrowser. Opmerking: Als u het IP-adres van de printer niet weet, drukt u een netwerkconfiguratiepagina af en zoekt u het IP-adres op in het TCP/IP-gedeelte. 2 Klik op Settings (Instellingen). 3 Klik op Fax Settings (Faxinstellingen). 4 Klik op Analog Fax Setup (Analoge faxinstellingen).
Informatie over faxopties Origineel Met deze optie opent u een scherm waarin u het formaat kunt invoeren van de documenten die u wilt faxen. • Raak de knop voor een papierformaat aan om dit te selecteren als de instelling voor Origineel formaat. Het faxscherm wordt weergegeven met de nieuwe instelling. • Als u Origineel instelt op Combinatie Letter/Legal, kunt u een origineel document scannen dat verschillende papierformaten bevat.
Geavanceerde opties Door deze knop aan te raken opent u een scherm waarin u de volgende instellingen kunt wijzigen: Uitgesteld verzenden, Geavanceerde beeldverwerking, Aangepaste taak, Transmissielog, Scanvoorbeeld, Rand wissen en Duplex geavanceerd. • Uitgesteld verzenden: hiermee kunt u een fax op een latere tijd of datum verzenden. Raak Delayed Send (Uitgesteld verzenden) aan wanneer de fax klaar is voor verzending. Voer vervolgens de tijd en datum van verzenden in en raak Done (Gereed) aan.
Faxen in een wachtrij zetten en doorsturen Faxen in wachtrij Met deze optie kunt u ontvangen faxen in de wachtrij zetten zodat ze niet worden afgedrukt totdat u daar toestemming voor geeft. U kunt faxen handmatig uit de wachtrij halen of op een geplande datum of tijd. 1 Typ het IP-adres van de printer in het adresveld van uw webbrowser. Opmerking: Als u het IP-adres van de printer niet weet, drukt u een netwerkconfiguratiepagina af en zoekt u het IP-adres op in het TCP/IP-gedeelte.
6 Selecteer in het menu “Doorsturen naaar” een van de volgende opties: • Fax (Faxen) • E-mail • FTP • LDSS • eSF 7 Klik in het vak Doorsturen naar snelkoppeling en voer het snelkoppelingsnummer in waar de fax naartoe moet worden doorgestuurd. Opmerking: Het snelkoppelingsnummer moet een geldig snelkoppelingsnummer zijn voor de instelling die is geselecteerd in het menu Doorsturen naar. 8 Klik op Submit (Verzenden).
Scannen naar een FTP-adres Glasplaat A ADF Gebruik de ADF (automatische documentinvoer) voor documenten met meerdere pagina's. Gebruik de glasplaat voor één pagina, kleine voorwerpen (zoals briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften). Met de scanner kunt u documenten rechtstreeks scannen naar een FTP-server (File Transfer Protocol). U kunt per keer slechts één FTP-adres naar de server verzenden.
Scannen naar een FTP-adres met behulp van een snelkoppelingsnummer 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de automatische documentinvoer (ADF) of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Opmerking: Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine voorwerpen, transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADF. Gebruik in plaats daarvan de glasplaat.
5 Voer de betreffende informatie in de velden in. 6 Voer een snelkoppelingsnummer in. Als u een nummer invoert dat al in gebruik is, wordt u gevraagd een ander nummer te kiezen. 7 Klik op Add (Voeg toe). Een FTP-snelkoppeling maken met het aanraakscherm 1 Raak FTP aan op het beginscherm. 2 Typ het adres van de FTP-site. 3 Raak Save as Shortcut (Opslaan als snelkoppeling) aan. 4 Voer een naam in voor de snelkoppeling.
Resolution (Resolutie) Met deze optie stelt u de uitvoerkwaliteit in van uw bestand. Door een hogere afbeeldingsresolutie wordt het bestand groter en duurt het langer om uw originele document te scannen. Als u het bestand wilt verkleinen, kunt u een lagere afbeeldingsresolutie instellen. Verzenden als Met deze optie stelt u de bestandsindeling in voor de gescande afbeelding (PDF, TIFF, JPEG of XPS). • PDF: hiermee wordt een bestand met meerdere pagina's gemaakt dat kan worden weergegeven met Adobe Reader.
– Schaduwdetail—klik op de pijltoetsen om de zichtbare details in schaduwen te verhogen of te verlagen. – Rand tot rand scannen—selecteer dit vakje om van rand tot rand te scannen. – Scherpte—klik op de pijltoetsen om de scherpte te verhogen of te verlagen. • Aangepaste taak (taak samenstellen): hiermee combineert u meerdere scantaken tot één enkele taak. • Transmissielog: hiermee drukt u de transmissielog of de transmissiefoutenlog af.
Scannen naar een computer of een flashstation Glasplaat A ADF Gebruik de ADF (automatische documentinvoer) voor documenten met meerdere pagina's. Gebruik de glasplaat voor één pagina, kleine voorwerpen (zoals briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften). Met de scanner kunt u documenten rechtstreeks naar een computer of een flashstation scannen.
Er is automatisch een snelkoppelingsnummer toegekend toen u op Indienen klikte. Als u klaar bent om uw documenten te scannen, kunt u dit snelkoppelingsnummer gebruiken. a Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de automatische documentinvoer (ADF) of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Opmerking: Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine voorwerpen, transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADF.
Als u de scaninstellingen wilt wijzigen, selecteert u Aangepast in het menu Snel instellen. Breng vervolgens de gewenste wijzigingen aan in de scaninstellingen. Bestandsindeling Met deze optie stelt u de bestandsindeling in voor de gescande afbeelding (PDF, JPEG, TIFF, SECURE PDF of XPS). • PDF: hiermee wordt een bestand met meerdere pagina's gemaakt dat kan worden weergegeven met Adobe Reader. Adobe Reader wordt gratis aangeboden door Adobe en kan worden gedownload vanaf www.adobe.com.
Zijden (Duplex) Deze optie geeft aan de printer door of het origineel eenzijdig (simplex) of dubbelzijdig (duplex) is bedrukt. De scanner weet nu wat er moet worden gescand om in het document te worden opgenomen. Intensiteit Met deze optie geeft u aan hoeveel lichter of donkerder het gescande document moet worden in vergelijking met het origineel. Resolution (Resolutie) Met deze optie stelt u de uitvoerkwaliteit in van uw bestand.
Vraag Tip Wanneer moet ik de modus Tekst/foto gebruiken? • Gebruik de modus Tekst/foto als het origineel uit een combinatie van tekst en afbeeldingen bestaat. • Deze modus is bij uitstek geschikt voor tijdschriftartikelen, zakelijke illustraties en folders. Wanneer moet ik de modus Foto gebruiken? De modus Foto moet worden gebruikt voor het scannen van foto's die zijn afgedrukt op een laserprinter of die uit een tijdschrift of krant komen.
Afdrukken Dit hoofdstuk bevat informatie over afdrukken, printerrapporten en het annuleren van taken. De keuze en de verwerking van papier en speciaal afdrukmateriaal kunnen de betrouwbaarheid van het afdrukken beïnvloeden. Raadpleeg “Papierstoringen voorkomen” op pagina 147 en “Papier bewaren” op pagina 91 voor meer informatie. Een document afdrukken 1 Plaats papier in een lade of de lader.
• Waaier de stapel uit voordat u het briefhoofdpapier plaatst, zodat de vellen niet aan elkaar blijven plakken. • Wanneer u wilt afdrukken op briefhoofdpapier, is het belangrijk de juiste afdrukstand in te stellen.
– gebogen hoeken hebben; – een ruwe, geplooide of gelaagde afwerking hebben; • Pas de breedtegeleider aan zodat deze overeenkomt met de breedte van de enveloppen. Opmerking: Een combinatie van hoge luchtvochtigheid (boven 60%) en hoge printertemperaturen kunnen de enveloppen kreuken of sluiten. Tips voor het afdrukken op etiketten Maak eerst enkele proefafdrukken voordat u grote hoeveelheden etiketten aanschaft. Opmerkingen: • Etiketten van papier, dual web-papier, polyester en vinyl worden ondersteund.
Tips voor het afdrukken op karton Karton is een zwaar, eenlaags speciaal afdrukmateriaal. Veel variabele kenmerken ervan, zoals vochtgehalte, dikte en structuur, kunnen de afdrukkwaliteit aanzienlijk beïnvloeden. Maak eerst enkele proefafdrukken voordat u grote hoeveelheden karton aanschaft. Let bij het afdrukken op karton op het volgende: • • • • U kunt karton invoeren vanuit een lade voor 250 vel, een lade voor 550 vel of de universeellader. Zorg ervoor dat de Papiersoort Karton is.
Soort taak Beschrijving Repeat (Herhaald) Als u een herhaalde afdruktaak naar de printer stuurt, worden alle door u opgegeven exemplaren afgedrukt en wordt de afdruktaak in het printergeheugen opgeslagen, zodat u later nog meer exemplaren kunt afdrukken. U kunt exemplaren blijven afdrukken zolang de afdruktaak zich in het printergeheugen bevindt.
Vertrouwelijke taken en andere taken in de wachtrij afdrukken vanaf een Macintosh-computer Opmerking: Vertrouwelijke en gecontroleerde afdruktaken worden automatisch verwijderd uit het geheugen nadat ze zijn afgedrukt. Herhaalde en gereserveerde taken blijven in de printer bewaard totdat u ze verwijdert. 1 Open het gewenste bestand en kies File (Archief) > Print (Druk af). Klik zo nodig op een driehoekje om meer opties weer te geven.
Afdrukken vanaf een flashstation Op het bedieningspaneel van de printer bevindt zich een USB-poort. Sluit een flashstation aan om de ondersteunde bestandstypen af te drukken. Tot de ondersteunde bestandstypen behoren: .pdf, .gif, .jpeg, .jpg, .bmp, .png, .tiff, .tif, .pcx, and .dcx. Er zijn veel flashstations getest en goedgekeurd voor gebruik met de printer. Ga naar de website van Lexmark op www.lexmark.com voor meer informatie.
3 Raak het document aan dat u wilt afdrukken. Opmerking: Mappen die zich op het flashstation bevinden, worden als mappen weergegeven. Een bestandsnaam wordt gevolgd door een extensie, zoals bijv. .jpg. 4 Raak de pijltoetsen aan als u het aantal af te drukken exemplaren wilt verhogen. 5 Raak Print (Afdrukken) aan. Opmerking: Koppel het flashstation niet van de USB-poort los voordat het document volledig is afgedrukt.
Een afdruktaak annuleren Afdruktaak annuleren via het bedieningspaneel van de printer 1 Raak Cancel Jobs (Taken annuleren) aan op het aanraakscherm of druk op op het toetsenblok. 2 Raak de taak aan die u wilt annuleren. 3 Raak Delete Selected Jobs (Geselecteerde taken verwijderen) aan. Een afdruktaak annuleren vanaf de computer U kunt als volgt een afdruktaak annuleren: Windows Windows Vista: 1 Klik op . 2 Klik op Control Panel (Configuratiescherm).
3 Selecteer in het printervenster de taak die u wilt annuleren. 4 Klik op het pictogram Verwijder in de balk met pictogrammen bovenin het venster. In Mac OS X 10.4 en eerder: 1 Kies Applications (Programma's) in het menu Ga. 2 Dubbelklik op Utilities (Hulpprogramma's) en dubbelklik vervolgens op Print Center (Afdrukbeheer) of Printer Setup Utility (Printerconfiguratie). 3 Dubbelklik op het printerpictogram. 4 Selecteer in het printervenster de taak die u wilt annuleren.
Storingen verhelpen Papierstoringsberichten verschijnen op de display van het bedieningspaneel en geven de plaats aan waar de papierstoring in de printer is opgetreden. Als er meerdere storingen zijn opgetreden, wordt het aantal vastgelopen pagina's aangegeven. Papierstoringen voorkomen De volgende tips kunnen papierstoringen helpen voorkomen: Aanbevelingen voor papierladen • Zorg ervoor dat het papier vlak in de lade is geplaatst. • Verwijder geen laden terwijl de printer bezig is met afdrukken.
– een ruwe, kreukelige of gedraaide afwerking hebben; – aan elkaar kleven of beschadigd zijn. Informatie over storingsnummers en -locaties Als er een storing optreedt, toont de printer een bericht waarin de locatie van de storing wordt weergegeven. Open alle kleppen en verwijder de laden zodat u bij de locaties kunt waar het afdrukmateriaal is vastgelopen. U kunt de papierstoring alleen oplossen door al het vastgelopen papier in de papierbaan te verwijderen.
3 Druk de ontgrendelingshendel in en open de voorklep van de printer. 3 4 Til de tonercartridge uit de printer. Let op—Kans op beschadiging: raak de fotoconductortrommel aan de onderkant van de cartridge niet aan. Gebruik de handgreep om de cartridge vast te houden.
5 Zet de tonercartridge opzij. Let op—Kans op beschadiging: stel de cartridge niet te lang bloot aan licht. Let op—Kans op beschadiging: Het vastgelopen papier is mogelijk bedekt met onverwerkte toner die vlekken op uw kleding en huid kan maken. 6 Verwijder het vastgelopen papier. LET OP—HEET OPPERVLAK: De binnenkant van de printer kan heet zijn. Om letsel te voorkomen, moet u een heet oppervlak eerst laten afkoelen voordat u het aanraakt.
230-239: papierstoringen 1 Raak Status/Supplies aan om de locatie van de storing vast te stellen. 2 Trek de standaardlade naar buiten. 3 Trek de onderste achterklep omlaag. 4 Druk het lipje omlaag. 5 Verwijder het vastgelopen papier. 6 Sluit de onderste achterklep. 7 Plaats de standaardlade terug. 8 Raak Continue (Doorgaan) aan.
240-249: papierstoringen 1 Raak Status/Supplies aan om de locatie van de storing vast te stellen. 2 Trek de standaardlade naar buiten. 3 Verwijder vastgelopen papier en sluit de lade. 4 Raak Doorgaan aan. 5 Als het storingsbericht niet verdwijnt, trekt u de optionele laden naar buiten. 6 Verwijder het vastgelopen papier en sluit de laden. 7 Raak Doorgaan aan.
250 Papier vast 1 Raak Status/Supplies aan om de locatie van de storing vast te stellen. 2 Verwijder het papier uit de universeellader. 3 Buig de vellen papier enkele malen om deze los te maken. Waaier de vellen vervolgens uit. Vouw of kreuk het papier niet. Maak op een vlakke ondergrond de stapel recht. 4 Plaats het papier in de universeellader. 5 Schuif de papiergeleider naar de binnenkant van de lade totdat de geleider licht tegen de rand van het papier drukt. 6 Raak Continue (Doorgaan) aan.
260 papier vast Raak Status/Supplies om de plaats van de storing te identificeren. Bij de invoer van enveloppen in de enveloppenlader wordt telkens de onderste envelop ingevoerd. De onderste envelop is in dit geval dus vastgelopen. 1 Til het envelopgewicht omhoog. 2 Verwijder alle enveloppen. 3 Als de vastgelopen envelop in de printer is gevoerd en niet naar buiten kan worden getrokken, til dan de enveloppenlader omhoog en uit de printer en plaats de lader opzij. 4 Verwijder de envelop uit de printer.
4 Sluit de klep van de StapleSmart-finisher. 5 Raak Doorgaan aan. 283 Nietjes vast 1 Raak Status/Supplies aan om de locatie van de storing vast te stellen. 2 Open de klep van het nietapparaat door op de ontgrendelingshendel te drukken. 3 Trek de vergrendeling van de nietjeshouder omlaag en trek de houder uit de printer.
4 Til de nietbescherming aan het metalen nokje omhoog en verwijder eventuele losse nietjes. 5 Sluit de nietbescherming. 6 Druk de nietbescherming omlaag totdat deze vastklikt .
7 Druk de nietjeshouder stevig in het nietapparaat totdat de houder vastklikt . 8 Sluit de klep van het nietapparaat. 290–294: papierstoringen 1 Verwijder alle originele documenten uit de ADF. 2 Open de klep van de ADF en verwijder vastgelopen papier. 3 Sluit de ADI-klep. 4 Open de klep van de scanner en verwijder vastgelopen pagina's.
5 Open de ADF aan de onderzijde en verwijder het vastgelopen papier. 1 2 6 Sluit de onderste ADF-deur en de scannerklep. 7 Raak Taak opnieuw starten aan.
Printermenu's Menuoverzicht Er zijn verschillende menu's beschikbaar waarmee u eenvoudig printerinstellingen kunt aanpassen. Raak het beginscherm als u de menu's weer wilt geven.
Menu Papier Default Source (Standaardbron), menu Menu-item Beschrijving Hiermee stelt u de standaardpapierbron in voor alle afdruktaken. Standaardbron Lade Opmerkingen: U-lader • "Lade 1 (standaardlade)" is de standaardinstelling. Enveloppenlader Handm. invoer papier • Alleen een geïnstalleerde papierbron wordt als menu-instelling weergegeven. • Een door een afdruktaak geselecteerde papierbron heeft voorrang op de instelling Handm. invoer env. Standaardbron voor de duur van de afdruktaak.
Menu-item Beschrijving Soort lade Normaal papier Karton Transparanten Kringlooppapier Etiketten Vinyletiketten Bankpost Briefhoofdpapier Voorbedrukt papier Gekleurd papier Licht papier Zwaar papier Papier ruw/katoen Aangepast Hiermee wordt de papiersoort in elke lade opgegeven. Formaat U-lader A4 A5 A6 JIS B5 Letter Legal Executive Oficio Folio Statement Universal 7 3/4-envelop 9-envelop 10-envelop DL-envelop Overige enveloppen Hiermee wordt het papierformaat in de universeellader opgegeven.
Menu-item Beschrijving Soort U-lader Normaal papier Karton Transparanten Kringlooppapier Etiketten Vinyletiketten Bankpost Envelop Ruwe envelop Briefhoofdpapier Voorbedrukt papier Gekleurd papier Licht papier Zwaar papier Papier ruw/katoen Aangepast Hiermee wordt de papiersoort in de universeellader opgegeven. Env.lader formaat 7 3/4-envelop 9-envelop 10-envelop DL-envelop Overige enveloppen Hiermee geeft u het formaat op van de enveloppen in de enveloppenlader. Env.
Menu-item Beschrijving Papierformaat handm. invoer A4 A5 A6 JIS B5 Letter Legal Executive Oficio Folio Statement Universal Hiermee wordt het papierformaat opgegeven dat u handmatig plaatst. Papiersoort handm. invoer Normaal papier Karton Transparanten Kringlooppapier Etiketten Vinyletiketten Bankpost Briefhoofdpapier Voorbedrukt papier Gekleurd papier Licht papier Zwaar papier Papier ruw/katoen Aangepast Hiermee wordt de papiersoort opgegeven die u handmatig plaatst.
Configuratie U-lader, menu Menu-item Beschrijving Universeellader configureren Hiermee bepaalt u wanneer de printer papier selecteert dat in de universeellader is geplaatst. Cassette Handmatig Opmerkingen: Eerste • "Cassette" is de standaardinstelling. • Met de instelling Cassette configureert u de universeellader als automatische papierbron. • Als Handmatig is geselecteerd, kan de universeellader alleen worden gebruikt voor afdruktaken met handmatige invoer.
Menu Papierstructuur Menu-item Beschrijving Structuur normaal Glad Normaal Ruw Hiermee wordt de relatieve structuur aangegeven van het papier dat in een specifieke lade is geplaatst. Structuur karton Glad Normaal Ruw Hiermee wordt de relatieve structuur aangegeven van het karton dat in een specifieke lade is geplaatst. Structuur transparant Glad Normaal Ruw Hiermee wordt de relatieve structuur aangegeven van de transparanten die in een specifieke lade zijn geplaatst Struct. kringl.pap.
Menu-item Beschrijving Structuur briefhoofd Glad Normaal Ruw Hiermee wordt de relatieve structuur aangegeven van het papier dat in een specifieke lade is geplaatst. Structuur voorbedrukt Glad Normaal Ruw Hiermee wordt de relatieve structuur aangegeven van het papier dat in een specifieke lade is geplaatst. Struct gekleurd Glad Normaal Ruw Hiermee wordt de relatieve structuur aangegeven van het papier dat in een specifieke lade is geplaatst.
Menu-item Beschrijving Gewicht transparanten Geeft het relatieve gewicht aan van het papier dat in een specifieke lade is geplaatst. Licht Opmerking: "Normaal" is de standaardinstelling. Normaal Zwaar Gewicht kringl.pap. Licht Normaal Zwaar Geeft het relatieve gewicht aan van het kringlooppapier dat in een specifieke lade is geplaatst. Gewicht etiketten Licht Normaal Zwaar Geeft het relatieve gewicht aan van de etiketten die in een specifieke lade zijn geplaatst.
Menu-item Beschrijving Gewicht licht Licht Geeft het relatieve gewicht aan van het papier dat in een specifieke lade is geplaatst. Gewicht zwaar Zwaar Geeft het relatieve gewicht aan van het papier dat in een specifieke lade is geplaatst. Gewicht ruw Licht Normaal Zwaar Geeft het relatieve gewicht aan van het papier dat in een specifieke lade is geplaatst. Aangepast Licht Normaal Zwaar Geeft het relatieve gewicht aan van de aangepaste papiersoort die in een specifieke lade is geplaatst.
Menu-item Beschrijving Briefhoofdpap. laden Dubbelzijdig Uit Hiermee bepaalt u of alle afdruktaken met "Briefhoofdpapier" als papiersoort dubbelzijdig worden afgedrukt. Voorbedrukt plaatsen Dubbelzijdig Uit Hiermee bepaalt u of alle afdruktaken met "Voorbedrukt papier" als papiersoort dubbelzijdig worden afgedrukt. Gekleurd laden Dubbelzijdig Uit Hiermee bepaalt u of alle afdruktaken met "Gekleurd" als papiersoort dubbelzijdig worden afgedrukt.
Menu Aangepast Menu-item Beschrijving Aangepast Papier Karton Transparanten Etiketten Vinyletiketten Envelop Hiermee koppelt u een papiersoort of een speciale materiaalsoort aan een standaardnaam, zoals Aangepast of een aangepaste naam die door een gebruiker is gemaakt via de Embedded Web Server of via MarkVision Professional. Opmerkingen: • "Papier" is de standaardinstelling.
Menu Aangepaste scanformaten Menu-item Omschrijving Aangepast scanformaat Naam scangrootte Breedte 3–14.17 inches (76–360 mm) Hoogte 3–14.17 inches (76–360 mm) Afdrukstand Liggend Staand 2 scans per zijde Uit Aan Kracht ADF-grijprol Standaardinstellingen gebruiker 30% 40% 50% 60% 70% 80% Hiermee geeft u een aangepaste naam voor het scanformaat en de opties op. Deze naam vervangt de naam Aangepast scanformaat in de printermenu's.
Menu-item Beschrijving Staand breedte Hiermee stelt u de staande breedte in. 3–14 inch Opmerkingen: 76–360 mm • Als de ingestelde waarde groter is dan de maximale breedte, gebruikt de printer de maximaal toegestane breedte. • 8,5 inch is de standaardinstelling in de Verenigde Staten. Inches kunnen worden verhoogd in stappen van 0,01 inch. • 216 mm is de internationale standaardinstelling. Millimeters kunnen worden verhoogd in stappen van 1 mm.
Menu-item Omschrijving Laden configureren Mailbox Koppelen Uitvoer is vol Koppeling optioneel Toewijzing soort Hiermee geeft u configuratieopties voor uitvoerladen op. Opmerkingen: • • • • "Mailbox" is de standaardinstelling. Elke lade wordt door de instelling Mailbox als afzonderlijke mailbox gebruikt. Alle beschikbare uitvoerladen worden door de instelling "Koppelen" gekoppeld.
Menu-item Omschrijving Apparaatstatistieken Hiermee wordt een rapport afgedrukt met printerstatistieken, zoals gegevens over supplies en afgedrukte pagina's. Pagina Netwerkinstellingen Hiermee wordt een rapport afgedrukt met informatie over de instellingen van de netwerkprinter, zoals informatie over het TCP/IP-adres. Opmerking: Dit menu-item wordt alleen weergegeven op netwerkprinters of printers die zijn aangesloten op afdrukservers. Configuratiepagina netwerk .
Menu-item Omschrijving NetWare-install.pag. Hiermee wordt een rapport afgedrukt met NetWare-specifieke informatie over de netwerkinstellingen. Opmerking: Dit menu-item wordt alleen weergegeven op printers waarop een interne draadloze afdrukserver is geïnstalleerd. Lettertypen afdr Hiermee drukt u een rapport af van alle beschikbare lettertypen voor de printertaal die momenteel in de printer is ingesteld.
Menu-item Beschrijving PCL SmartSwitch Aan Uit Hiermee stelt u de printer zo in dat deze automatisch overschakelt op PCL-emulatie als dit door een afdruktaak wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal. Opmerkingen: • Aan is de standaardinstelling. • Als PCL SmartSwitch is ingesteld op "Uit", controleert de printer de binnenkomende gegevens niet. • De printer gebruikt in dat geval PostScript-emulatie als PS SmartSwitch is ingesteld op "Aan".
Menu-item Beschrijving Hiermee stelt u de grootte van de netwerkinvoerbuffer in. Netwerkbuffer Automatisch Opmerkingen: 3K tot • Automatisch is de standaardinstelling. • De waarde kan in stappen van 1-K worden gewijzigd. • De maximumgrootte die is toegestaan hangt af van de hoeveelheid geheugen in de printer, de grootte van de andere koppelingsbuffers en of u het menu-item Bronnen opslaan hebt ingesteld op "Aan" of "Uit".
Menu-item Beschrijving Standaardnetwerkconfiguratie Rapporten of netwerkrapporten Netwerkkaart TCP/IP IPv6 AppleTalk NetWare LexLink Voor beschrijvingen en instellingen van de netwerkconfiguratiemenu's leest u: Configuratie netwerk Rapporten of netwerkrapporten Netwerkkaart TCP/IP IPv6 Draadloos AppleTalk NetWare LexLink • • • • • • • • “Menu Beheerrapporten” op pagina 179 “Menu Netwerkkaart” op pagina 179 “Menu TCP/IP” op pagina 180 “IPv6 menu” op pagina 181 “Menu Draadloos” op pagina 182 “Menu A
Menu-item Omschrijving Verificatie SMTP-server Geen verificatie vereist Aanmelden/Normaal CRAM-MD5 Digest-MD5 NTLM Kerberos 5 Hiermee kunt u opgeven welk type verificatie voor de gebruiker is vereist om te kunnen scannen naar e-mail. Door het apparaat geïnitieerde e-mail Geen SMTP-referenties voor apparaat gebruiken Hiermee geeft u de servergegevens op. Opmerking: “Geen verifcatie vereist” is de standaardinstelling.
Netwerk/poorten Standaardnetwerk of Netwerk Inst Std-Net of Netwerk Instell.
Menu-item Beschrijving DHCP inschakelen Uit Uit Hiermee wordt de instelling voor het toewijzen van DHCP-adres en -parameters opgegeven RARP inschakelen Uit Uit Hiermee wordt de instelling voor het toewijzen van het RARP-adres opgegeven BOOTP inschakelen Uit Uit Hiermee wordt de instelling voor het toewijzen van het BOOTP-adres opgegeven AutoIP Ja Nee Hiermee wordt de instelling voor Zero Configuration Networking (Configuratieloze netwerken) opgegeven FTP/TFTP inschakelen Yes Nee Hiermee wordt de
Menu-item Beschrijving Schakel DHCPv6 in Uit Uit Hiermee schakelt u DHCPv6 op de printer in. Opmerking: On (Aan) is de standaardinstelling. Menu Draadloos Gebruik de volgende menu-items om de instellingen van de draadloze interne afdrukserver te bekijken of te configureren. Opmerking: Dit menu is alleen beschikbaar op modellen die zijn verbonden met een draadloos netwerk. Dit menu is beschikbaar vanuit het menu Netwerk/poorten: Netwerk/poorten Netwerk < x> Netwerk Instell.
Menu-item Beschrijving Naam weergeven Hiermee wordt de toegewezen AppleTalk-naam weergegeven. Opmerking: De naam kunt u alleen wijzigen via de Embedded Web Server. Adres weergeven Hiermee wordt het toegewezen AppleTalk-adres weergegeven. Opmerking: Het adres kunt u alleen wijzigen via de Embedded Web Server. Hiermee wordt een lijst met AppleTalk-zones weergegeven die Zone instellen op het netwerk beschikbaar zijn.
Menu LexLink Dit menu is beschikbaar vanuit het menu Netwerk/poorten: Netwerk/poorten Standaardnetwerk of Netwerk Inst Std-Net of Netwerk Instell. Menu LexLink Menu-item Beschrijving Inschakelen Uit Uit Hiermee wordt LexLink-ondersteuning geactiveerd Opmerking: Off (Uit) is de standaardinstelling. Bijnaam weergeven Hiermee kunt u de toegewezen LexLink-bijnaam bekijken Opmerking: De LexLink-bijnaam kunt u alleen wijzigen via de Embedded Web Server.
Menu-item Beschrijving NPA-modus Aan Uit Automatisch Hiermee geeft u aan of de printer de speciale verwerking voor bidirectionele communicatie uitvoert, zoals gedefinieerd in de specificaties van het NPA-protocol. Opmerkingen: • Automatisch is de standaardinstelling. • Als u deze instelling wijzigt met het bedieningspaneel van de printer en vervolgens de menu's afsluit, wordt de printer opnieuw opgestart. De menuselectie wordt bijgewerkt. Hiermee stelt u de grootte van de USB-invoerbuffer in.
Menu-item Beschrijving Mac binair PS Aan Uit Automatisch Hiermee stelt u de printer in voor de verwerking van binaire PostScriptafdruktaken voor Macintosh. Opmerkingen: • Automatisch is de standaardinstelling. • Als "Uit" is ingesteld, filtert de printer afdruktaken die gebruikmaken van het standaardprotocol. • Als "Aan" is ingesteld, worden ruwe binaire PostScript-afdruktaken verwerkt.
Menu-item Beschrijving NPA-modus Aan Uit Automatisch Hiermee geeft u aan of de printer de speciale verwerking voor bidirectionele communicatie uitvoert, zoals gedefinieerd in de specificaties van het NPA-protocol. Opmerkingen: • Automatisch is de standaardinstelling. • Als u deze instelling wijzigt met het bedieningspaneel van de printer en vervolgens de menu's afsluit, wordt de printer opnieuw opgestart. De menuselectie wordt bijgewerkt. Hiermee stelt u de grootte van de parallelle invoerbuffer in.
Menu-item Beschrijving Uitgebreide status Aan Uit Hiermee schakelt u bidirectionele communicatie via de parallelle interface in. Opmerkingen: • Aan is de standaardinstelling. • Als "Uit" is ingesteld, wordt onderhandeling op de parallelle poort uitgeschakeld. Protocol Standaard Fastbytes Hiermee stelt u een protocol in voor de parallelle poort. Opmerkingen: • "Fastbytes" is de standaardinstelling. Deze instelling biedt compatibiliteit met de meeste parallelle poorten en is de aanbevolen instelling.
Menu Serieel Dit menu wordt alleen weergegeven als een optionele seriële kaart is geïnstalleerd. Menu-item Beschrijving PCL SmartSwitch Aan Uit Hiermee stelt u de printer zo in dat deze automatisch overschakelt op PCL-emulatie als dit door een afdruktaak op een seriële poort wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal. Opmerkingen: • Aan is de standaardinstelling. • Als PCL SmartSwitch is ingesteld op "Uit", controleert de printer de binnenkomende gegevens niet.
Menu-item Beschrijving Hiermee stelt u de grootte van de seriële invoerbuffer in. Seriële buffer Uitgeschakeld Opmerkingen: Automatisch 3K tot • Automatisch is de standaardinstelling. • Met de instelling 'Uitgeschakeld' schakelt u het opslaan van taken in de buffer uit. Afdruktaken die al in de schijfbuffer zijn opgenomen, worden afgedrukt voordat het normaal verwerken van nieuwe afdruktaken wordt hervat.
Menu-item Beschrijving Robust XON Aan Uit Hiermee bepaalt u of de printer zijn beschikbaarheid meldt aan de computer. Opmerkingen: • Uit is de standaardinstelling. • Dit menu-item is alleen van toepassing op de seriële poort als Serieel protocol is ingesteld op XON/XOFF. Baud 1200 2400 4800 9600 19200 38400 57600 115200 138200 172800 230400 345600 Hiermee stelt u in met welke snelheid gegevens via de seriële poort kunnen worden ontvangen.
Beveiliging, menu Menu Overige Menu-item Beschrijving Aanmeldingen via bedieningspaneel Mislukte aanmeldingen Tijdsbestek voor mislukte pogingen Vergrendelingstijd Time-out voor aanmelding Beperkt het tijdsbestek voor, en het aantal, mislukte aanmeldingspogingen via het bedieningspaneel van de printer voordat het apparaat voor alle gebruikers wordt vergrendeld.
Menu-item Beschrijving Aanmeldingen op afstand Mislukte aanmeldingen Tijdsbestek voor mislukte pogingen Vergrendelingstijd Time-out voor aanmelding Beperkt het tijdsbestek voor, en het aantal, mislukte aanmeldingspogingen via een computer voordat het apparaat voor alle externe gebruikers wordt vergrendeld. Opmerkingen: • “Mislukte aanmeldingen” geeft aan hoeveel mislukte aanmeldingspogingen zijn toegestaan voordat het apparaat voor gebruikers wordt vergrendeld. Het aantal kan variëren van 1– 50.
Menu Schijf wissen Menu-item Beschrijving Automatisch wissen Uit Aan Met Schijf wissen wist u alleen gegevens van afdruktaken die momenteel niet door het bestandssysteem van de vaste schijf van de printer worden gebruikt. Alle permanente gegevens van de vaste schijf van de printer, zoals gedownloade lettertypen, macro's en taken in de wachtrij, blijven behouden.
Menu-item Beschrijving Automatische methode Met Schijf wissen wist u alleen gegevens van afdruktaken die momenteel niet door het bestandssysteem van de vaste schijf van de printer worden gebruikt. Alle permaEén doorgang nente gegevens van de vaste schijf van de printer, zoals gedownloade lettertypen, Meerdere doorgangen macro's en taken in de wachtrij, blijven behouden.
Menu Logbestand beveiligingscontrole Menu-item Beschrijving Log exporteren Hiermee kan een bevoegde gebruiker het beveiligingslog exporteren Opmerkingen: • Als u het log wilt exporteren vanaf het bedieningspaneel van de printer, moet een flashstation worden aangesloten op de printer. • Vanaf de Embedded Web Server kan het log worden gedownload naar een computer.
Menu Instellingen Menu Algemene instellingen Menu-item Omschrijving Display Language (Taal op display) Engels Français Duits Italiano (Italiaans) Español Dansk Norsk Nederlands Svenska (Zweeds) Portuguese Fins Russisch Pools Hongaars Turkçe Cesky Vereenvoudigd Chinees Traditional Chinese Koreaans Japans Hiermee wordt de taal van de tekst op het display ingesteld. Ecomodus Uit Energie Energie/papier Papier Hiermee gebruikt u zo min mogelijk energie, papier of speciaal afdrukmateriaal.
Menu-item Omschrijving Signaal ADF geladen Ingeschakeld Disabled (Uitgeschakeld) Hiermee geeft u aan of de ADF een signaal geeft wanneer er papier is geladen. Quiet Mode (Stille modus) Uit Aan Hiermee zorgt u ervoor dat de printer zo min mogelijk geluid maakt. Opmerking: Uitgeschakeld is de standaardinstelling. Opmerkingen: • Off (Uit) is de standaardinstelling. • Met de instelling Aan maakt de printer zo weinig mogelijk geluid.
Menu-item Omschrijving Toetsenbord Type toetsenbord Engels Français Francais Canadien Duits Italiano (Italiaans) Español Dansk Norsk Nederlands Svenska (Zweeds) Fins Portuguese Russisch Pools Duits (Zwitserland) Frans (Zwitserland) Turkçe Koreaans Aangepaste toets Tabblad Accenten/symbolen Aan Uit Tabblad Russisch/Pools Aan Uit Tabblad Koreaans Aan Uit Hiermee geeft u informatie op voor de taal en de aangepaste toets op het toetsenbord van het bedieningspaneel van de printer.
Menu-item Omschrijving Weergegeven informatie Linkerkant Rechterkant Aangepaste tekst Zwarte toner Weergeven wanneer supplies worden geregistreerd Uit Tijdig waarschuwing Laag Bijna versleten Versleten Type bericht dat moet worden weergegeven Standaard Afwisselend Standaardbericht Alternatief bericht Hiermee kunt u opgeven wat in de rechter- en linkerhoek boven in het beginscherm wordt weergegeven.
Menu-item Omschrijving Het beginscherm aanpassen Taal wijzigen Kopiëren Kopieersnelkoppelingen Fax Faxsnelkoppelingen E-mail E-mailsnelkoppelingen FTP FTP-snelkoppelingen Wachttaken zoeken Taken in wachtrij USB-station Profielen verwijderen Taken op gebruiker Er kunnen extra knoppen aan het beginscherm worden toegevoegd en standaardknoppen kunnen worden verwijderd.
Menu-item Omschrijving Lampje uitvoer Indicatielampje standaardlade Nomraal/Stand-bymodus Helder Gedimd Uit Energiebesparing Helder Dimmen Uit Indicatielamjes optionele uitvoerlade Normale modus/Stand-bymodus Helder Gedimd Uit Energiebesparing Helder Gedimd Uit Hiermee geeft u de lichtsterkte voor de standaardlade of een optionele uitvoerlade op. Bladwijzers weergeven Aan Uit Hiermee stelt u in of bladwijzers worden weergegeven in het gebied Taken in wacht.
Menu-item Omschrijving Herstel na scannerstoring Taakniveau Paginaniveau Hiermee stelt u in hoe een gescande taak opnieuw moet worden geladen als er een papierstoring optreedt in de ADF. Opmerkingen: • Wordt Taakniveau geselecteerd, dan moet de hele taak opnieuw worden gescand als er pagina's vastlopen. • Wordt paginaniveau geselecteerd, dan moet de hele taak opnieuw worden gescand als er pagina's vastlopen.
Menu-item Omschrijving Timeouts Time-out taak in wachtrij Disabled (Uitgeschakeld) 5–255 Hiermee kunt u opgeven hoe lang de printer wacht op actie van de gebruiker voordat de taken waarvoor nietbeschikbare bronnen nodig zijn, in de wachtrij worden geplaatst en andere taken in de afdrukwachtrij worden afgedrukt. Opmerkingen: • 30 seconden is de standaardinstelling. • Dit menu-item wordt alleen weergegeven wanneer er een vaste schijf van de printer is geïnstalleerd.
Menu-item Omschrijving Timeouts Wait Timeout (Wachttime-out) Disabled (Uitgeschakeld) 15–65535 Hiermee wordt de tijd in seconden ingesteld die de printer wacht op verdere gegevens voordat de afdruktaak wordt geannuleerd. Opmerkingen: • 40 seconden is de standaardinstelling. • "Wachttime-out" is alleen beschikbaar wanneer de printer PostScript-emulatie gebruikt. Deze instelling is niet van invloed op afdruktaken waarvoor PCL- of PPDS-emulatie wordt gebruikt.
Menu-item Omschrijving Fabrieksinstellingen Niet herstellen Nu herstellen Hiermee zet u de printerinstellingen terug naar de standaard fabriekswaarden. Opmerkingen: • "Niet herstellen" is de standaardinstelling. Als "Niet herstellen" is ingesteld, blijven de gebruikersinstellingen van kracht. • Als "Herstellen" is ingesteld, worden alle printerinstellingen terug naar de standaard fabriekswaarden gezet, met uitzondering van de menuinstellingen voor Netwerk en Poorten.
Menu-item Omschrijving Zijden (Duplex) 1-zijdig naar 1-zijdig 1-zijdig naar 2-zijdig 2-zijdig naar 1-zijdig 2-zijdig naar 2-zijdig Hiermee geeft u op of een origineel document tweezijdig (duplex) of enkelzijdig (simplex) is bedrukt, en of dit vervolgens tweezijdig of enkelzijdig moet worden gekopieerd. Opmerkingen: • 1-zijdig naar 1-zijdig—De originele pagina is bedrukt aan één zijde. De gekopieerde pagina zal ook aan één kant worden bedrukt.
Menu-item Omschrijving Origineel Letter Juridisch Manager Folio Statement Universal 4 x 6 in 3 x 5 in Visitekaartje Aangepast scanformaat A4 A5 Oficio (Mexico) A6 JIS B5 Boek origineel Auto form.detect. Combinatie Letter/Legal Hiermee geeft u het papierformaat van het originele document op. Kopiëren naar bron Lade Invoer voor losse vellen Invoer voor meerdere vellen Auto formaataanpassing Hiermeer geeft u de papierbron voor kopieertaken op.
Menu-item Omschrijving Aantal exemplaren Hiermee geeft u het aantal exemplaren op voor de kopieertaak. Koptekst/voettekst Linksboven Linksboven Uit Datum/Tijd Paginanummer Bates-nummer Aangepaste tekst Afdrukken op Alle pagina's Alleen eerste pagina Alles behalve eerste pagina Aangepaste tekst invoeren Hiermee geeft u de koptekst- of voettekstgegevens op voor linksboven aan de pagina.
Menu-item Omschrijving Koptekst/voettekst Linksonder Linksonder Uit Datum/Tijd Paginanummer Bates-nummer Aangepaste tekst Afdrukken op Alle pagina's Alleen eerste pagina Alles behalve eerste pagina Aangepaste tekst invoeren Hiermee geeft u de koptekst- of voettekstgegevens op voor linksonder aan de pagina.
Menu-item Omschrijving Overlay Uit Vertrouwelijk Kopiëren Concept Dringend Aan- gepast Hiermee geeft u de overlaytekst op die wordt afgedrukt op elke pagina van de kopieertaak. Aangepaste overlay Hiermee kunt u een aangepaste overlaytekst opgeven. Kopieën met prioriteit toestaan Aan Uit Maakt onderbreking van een afdruktaak mogelijk om een pagina of document te kopiëren. Aangepaste scantaak Aan Uit Stelt u in staat een document dat meerdere papierformaten bevat in één kopieertaak te kopiëren.
Menu-item Omschrijving Negatieve afbeelding Aan Uit Hiermee wordt er een negatieve afbeelding weergegeven van het originele document. Schaduwdetail 0–4 Hiermee kunt u de zichtbaarheid van de schaduwdetails op een kopie aanpassen. Opmerking: Off (Uit) is de standaardinstelling. Opmerking: 0 is de standaardinstelling. Rand tot rand scannen Aan Uit Hiermee stelt u in of het originele document van rand tot rand wordt gescand voordat het wordt gekopieerd.
Algemene faxinstellingen Menu-item Omschrijving Faxvoorblad Faxvoorblad Standaard uitgeschakeld Standaard ingeschakeld Nooit gebruiken Altijd gebruiken Veld Naar toevoegen Aan Uit Veld Van toevoegen Aan Uit Van Veld Bericht toevoegen Aan Uit Bericht Logo toevoegen Aan Uit Voetnoot toevoegen Voetnoot Hiermee configureert u het voorblad van de fax. Stationsnaam Hiermee kunt u de naam van de fax binnen de printer opgeven. Stationsnummer Hiermee kunt u het nummer opgeven dat bij de fax hoort.
Menu-item Omschrijving Geheugengebruik Alles ontvangen Meestal ontvangen Gelijk Meestal verzenden Alles verzenden Hiermee definieert u de toewijzing van de relatieve hoeveelheid nietvluchtig geheugen voor het verzenden en ontvangen van faxtaken. Opmerkingen: • Met de optie “Alles ontvangen” stelt u in dat in het hele geheugen faxtaken worden ontvangen. • Met de optie “Meestal ontvangen” stelt u in dat in het grootste deel van het geheugen faxtaken worden ontvangen.
Menu-item Omschrijving Origineel Letter Juridisch Manager Folio Statement Universal 4 x 6 in 3 x 5 in Visitekaartje Aangepast scanformaat A4 A5 Oficio (Mexico) A6 JIS B5 Boek origineel Auto form.detect. Combinatie Letter/Legal Hiermee geeft u het papierformaat op van het document dat wordt gescand. Zijden (Duplex) Uit Lange zijde Korte zijde Hiermee geeft u op in welke stand de tekst en afbeeldingen op de pagina worden afgedrukt. Opmerking: "Letter" is de standaardinstelling in de VS.
Menu-item Omschrijving Intensiteit 1–9 Hiermee maakt u afdrukken lichter of donkerder. Kiesvoorvoegsel In het weergegeven numerieke invoerveld kunt u een prefixnummer invoeren. Regels kiesvoorvoegsel Prefixregels Hier kunt u een kiesvoorvoegsel opgeven. Automatisch opnieuw kiezen 0–9 Hiermee geeft u op hoe vaak de printer moet proberen een fax naar het opgegeven nummer te verzenden. Opmerking: 5 is de standaardinstelling. Opmerking: 5 is de standaardinstelling.
Menu-item Omschrijving Scanvoorbeeld Aan Uit Hiermee geeft u op of er een voorbeeld wordt weergegeven op het display bij scantaken. Achtergrond verwijderen -4 tot +4 Hiermee stelt u in hoeveel van de achtergrond zichtbaar is op een kopie. Opmerking: 0 is de standaardinstelling. Automatisch centreren Aan Uit Hiermee kunt u de fax automatisch centreren op de pagina.
Menu-item Omschrijving Kleurenscans fax inschakelen Standaard ingeschakeld Nooit gebruiken Altijd gebruiken Standaard uitgeschakeld Hiermee kunt u kleuren faxen. Opmerking: “Standaard uit” is de standaardinstelling. Kleurenfaxen automatisch converteren naar Allt uitgaande faxen worden geconverteerd naar zwartwitfaxen. zwart-witfaxen Aan Opmerking: On (Aan) is de standaardinstelling.
Menu-item Omschrijving Max. snelheid 2400 4800 9600 14400 33600 Hiermee geeft u in baud de maximumsnelheid op waarmee faxen worden ontvangen. Fax doorsturen Volgende Print Afdrukken en doorsturen Hiermee schakelt u het doorsturen van ontvangen faxen naar een andere ontvanger in. Doorsturen naar Fax E-mail FTP LDSS eSF Hiermee geeft u het type ontvanger op waaraan faxen worden doorgestuurd.
Faxloginstellingen Menu-item Omschrijving Transmissielog Log afdrukken Log niet afdrukken Alleen afdrukken bij fouten Hiermee stelt u in dat na elke faxtaak een transmissielog wordt afgedrukt. Foutenlog ontvangen Nooit afdrukken Afdrukken bij fout Hiermee stelt u in dat na een ontvangstfout een foutlog ontvangen faxen wordt afgedrukt. Automatisch logs afdrukken Hiermee stelt u in dat automatisch faxlogs worden afgedrukt. Aan Opmerking: Na 200 taken wordt telkens een log afgedrukt.
Menu-item Omschrijving Volume belsignaal Aan Uit Hiermee regelt u het belsignaalvolume van de faxluidspreker. Opmerking: On (Aan) is de standaardinstelling. Speciale belsignalen Menu-item Omschrijving Eén keer Aan Uit Oproepen worden beantwoord met een eenmalig signaal. Opmerking: On (Aan) is de standaardinstelling. Dubbel signaal Oproepen worden beantwoord met een dubbel signaal. Aan Opmerking: On (Aan) is de standaardinstelling.
Menu-item Omschrijving Inhoud wijzigen Tekst/foto Foto Hiermee geeft u het type inhoud op dat wordt gescand om te faxen. Opmerkingen: • "Tekst'' wordt gebruikt als het document hoofdzakelijk uit tekst bestaat. • T"Tekst/foto" is de standaardinstelling. "Tekst/foto" wordt gebruikt wanneer documenten hoofdzakelijk bestaan uit tekst of lijnwerk. • "Foto" wordt gebruikt voor een document dat bestaat uit een foto van hoge kwaliteit of een afdruk van een inkjetprinter.
Menu-item Omschrijving Multipage TIFF gebruiken Aan Uit Hiermee kunt u kiezen tussen singlepage en multipage TIFF-bestanden. Bij een scan van meerdere pagina's ten behoeve van een faxtaak, kan een TIFF-bestand worden gemaakt dat alle pagina's van de taak bevat of kunnen meerdere TIFF-bestanden worden gemaakt die elk één pagina van de taak bevatten. Opmerkingen: • On (Aan) is de standaardinstelling. • Dit menu-item heeft betrekking op alle scanfuncties.
Menu-item Omschrijving Instellingen e-mailserver Instellingen webkoppeling Server Aanmelden Password Pad Basisbestandsnaam Webkoppeling Hiermee bepaalt u de padnaam. Beeldformaat PDF (.pdf) Secure PDF TIFF (.tif) JPEG (.jpg) XPS (.xps) Hiermee geeft u de indeling van het bestand op. PDF-versie 1.2–1.6 Hiermee stelt u de versie in van het pdf-bestand die wordt gescand voor een e-mail. Opmerking: Hiermee bepaalt u het pad.
Menu-item Omschrijving Afdrukstand Staand Liggend Hiermee kunt u de afdrukstand van de gescande afbeelding opgeven. Origineel Letter Juridisch Manager Folio Statement Universal 4 x 6 in 3 x 5 in Visitekaartje Aangepast scanformaat A4 A5 Oficio (Mexico) A6 JIS B5 Boek origineel Auto form.detect. Combinatie Letter/Legal Hiermee geeft u het papierformaat op van het document dat wordt gescand.
Menu-item Omschrijving E-mailafbeeldingen verzenden als Bijlage Webkoppeling Hiermee geeft u op hoe afbeeldingen worden verzonden. Multipage TIFF gebruiken Aan Uit Hiermee kunt u kiezen tussen singlepage en multipage TIFFbestanden. Bij een scan van meerdere pagina's voor een emailtaak, kan één TIFF-bestand worden gemaakt dat alle pagina's van de taak bevat of kunnen meerdere TIFF-bestanden worden gemaakt die elk één pagina van de taak bevatten. Opmerking: "Bijlage" is de standaardinstelling.
Menu-item Omschrijving Achtergrond verwijderen -4 tot +4 Hiermee stelt u in hoeveel van de achtergrond zichtbaar is op een gescande afbeelding. Opmerking: 0 is de standaardinstelling. Automatisch centreren Aan Uit Hiermee kunt u de kopie automatisch centreren op de pagina.
FTP-instellingen, menu Menu-item Omschrijving Beeldformaat PDF (.pdf) Secure PDF TIFF (.tif) JPEG (.jpg) XPS (.xps) Hiermee geeft u de indeling van het FTP-bestand op. PDF-versie 1.2–1.6 Hiermee stelt u de versie in van het pdf-bestand voor FTP. Inhoud Tekst/foto Foto wijzigen Hiermee geeft u het type inhoud op dat naar FTP wordt gescand. Opmerking: "PDF (.pdf)" is de standaardinstelling. Opmerking: 1.5 is de standaardinstelling. Opmerkingen: • "Tekst/foto" is de standaardinstelling.
Menu-item Omschrijving Origineel Letter Juridisch Manager Folio Statement Universal 4 x 6 in 3 x 5 in Visitekaartje Aangepast scanformaat A4 A5 Oficio (Mexico) A6 JIS B5 Boek origineel Auto form.detect. Combinatie Letter/Legal Hiermee geeft u het papierformaat op van het document dat wordt gescand. Zijden (Duplex) Uit Lange zijde Korte zijde Hiermee geeft u op in welke stand de tekst en afbeeldingen op de pagina worden afgedrukt. Opmerking: "Letter" is de standaardinstelling in de VS.
Menu-item Omschrijving Multipage TIFF gebruiken Aan Uit Hiermee kunt u kiezen tussen singlepage en multipage TIFFbestanden. Bij een scan van meerdere pagina's voor een FTP-taak, kan één TIFF-bestand worden gemaakt dat alle pagina's van de taak bevat of kunnen meerdere TIFF-bestanden worden gemaakt die elk één pagina van de taak bevatten. Opmerkingen: • On (Aan) is de standaardinstelling. • Dit menu-item heeft betrekking op alle scanfuncties.
Menu-item Omschrijving Kleur wegfilteren Kleur wegfilteren Geen Rood Groen Blauw Standaarddrempelwaarde rood 0–255 Standaarddrempelwaard groen 0–255 Standaarddrempelwaarde blauw 0–255 Hiermee wordt aangegeven welke kleur tijdens het scannen moet worden weggefilterd en in welke mate er moet worden gefilterd. Contrast (Contrast) 0–5 Beste instelling voor inhoud Hiermee kunt u het contrast voor de uitvoer opgeven.
Menu-item Omschrijving PDF-versie 1.2–1.6 Hiermee stelt u de versie in van het pdf-bestand die wordt gescand naar USB. Inhoud Tekst/foto Foto wijzigen Hiermee geeft u het type inhoud op dat naar USB wordt gescand. Opmerking: 1.5 is de standaardinstelling. Opmerkingen: • "Tekst/foto" is de standaardinstelling. "Tekst/foto" wordt gebruikt wanneer documenten hoofdzakelijk bestaan uit tekst of lijnwerk.
Menu-item Omschrijving Origineel Letter Juridisch Manager Folio Statement Universal 4 x 6 in 3 x 5 in Visitekaartje Aangepast scanformaat A4 A5 Oficio (Mexico) A6 JIS B5 Boek origineel Auto form.detect. Combinatie Letter/Legal Hiermee geeft u het papierformaat op van het document dat wordt gescand. Zijden (Duplex) Uit Lange zijde Korte zijde Hiermee geeft u op in welke stand de tekst en afbeeldingen op de pagina worden afgedrukt. Opmerking: "Letter" is de standaardinstelling in de VS.
Menu-item Omschrijving JPEG-kwaliteit Beste instelling voor inhoud 5–90 Hiermee kunt u de verhouding tussen de kwaliteit van een JPEG-afbeelding met een tekst of tekst/foto en de bestandsgrootte instellen. Opmerkingen: • “Beste instelling voor inhoud” is de standaardinstelling. • Bij de instelling 5 is de bestandgrootte geringer, maar is de afbeelding van lagere kwaliteit. • Een instelling van 90 biedt de beste beeldkwaliteit, maar heeft als nadeel dat de bestanden erg groot zijn.
Menu-item Omschrijving Hiermee wordt aangegeven welke kleur tijdens het scannen moet worden Kleur wegfilteren weggefilterd en in welke mate er moet worden gefilterd. Kleur wegfilteren Geen Opmerkingen: Rood • "Geen" is de standaardinstelling voor "Kleur wegfilteren". Groen • 128 is de standaardinstelling voor elke drempelwaarde voor de kleur.
Menu-item Omschrijving Sorteren Uit (1,1,1,2,2,2) Aan (1,2,1,2,1,2) Hiermee houdt u de pagina's van een afdruktaak op volgorde als u meerdere exemplaren afdrukt. Opmerkingen: • Off (Uit) is de standaardinstelling. De pagina's worden niet gesorteerd. • Met de instelling Aan wordt de afdruktaak op volgorde gehouden. Zijden (Duplex) Aan Uit Hiermee schakelt u dubbelzijdig afdruken (duplex). Nieten Aan Uit Hiermee kunt u nieten inschakelen.
Menu-item Omschrijving Hiermee geeft u de positie op van afbeeldingen met meerdere pagina's N per vel (stand) als u N per vel gebruikt. Horizontal (Horizontaal) Omgekeerd horizontaal Opmerkingen: Reverse Vertical (Omgekeerd verticaal) • Horizontaal is de standaardinstelling. Verticaal • De positie hangt af van het aantal afbeeldingen en de afdrukstand van de afbeeldingen (staand of liggend).
Menu-item Beschrijving Taak in wachtrij Aan Uit Geeft aan dat afdruktaken uit de afdrukwachtrij worden verwijderd als ze niet-beschikbare printeropties of aangepaste instellingen vereisen. Ze worden in een aparte afdrukwachtrij opgeslagen, zodat andere afdruktaken normaal kunnen worden afgedrukt. Wanneer de ontbrekende informatie en/of opties beschikbaar zijn, worden de opgeslagen taken afgedrukt. Opmerkingen: • Uit is de standaardinstelling.
Menu-item Beschrijving Takenloggegevens Aan Uit Hiermee stelt u in of de printer statistische informatie over de meest recente afdruktaken al dan niet op de vaste schijf moet opslaan. Opmerkingen: • Uit is de standaardinstelling. Met de instelling "Uit" worden de taakstatistieken niet opgeslagen in de printer.
Menu Afwerking Menu-item Beschrijving Zijden (Duplex) 2-zijdig 1-zijdig Hiermee bepaalt u of dubbelzijdig afdrukken is ingesteld als de standaardinstelling voor alle afdruktaken. Opmerkingen: • "1-zijdig" is de standaardinstelling. • Voor Windows-gebruikers: als u vanuit het programma 2-zijdig afdrukken wilt instellen, klikt u op File (Bestand) Print (Afdrukken) en klikt u op Properties (Eigenschappen), Preferences (Voorkeuren), Options (Opties) of Setup (Instellen).
Menu-item Beschrijving Scheidingsvellen Geen Tussen kopieën Tussen taken Tussen pagina's Hiermee stelt u in of er lege scheidingsvellen worden ingevoerd. Opmerkingen: • "Geen" is de standaardinstelling. • Met "Tussen exemplaren" voegt u een lege pagina in tussen elke kopie van een afdruktaak als sorteren staat ingesteld op "Aan". Als Sorteren is ingesteld op Uit, wordt een lege pagina ingevoegd tussen alle sets van afgedrukte pagina's (alle pagina's 1, alle pagina's 2, enzovoort).
Menu-item Beschrijving Taak nieten Uit Aan Geeft aan of afdruktaken worden geniet. Pagina's verschuiven Uit Tussen taken Tussen kopieën Hiermee maakt u gescheiden sets van exemplaren of afdruktaken in een uitvoerlade. Opmerkingen: • Dit menu-item is alleen beschikbaar als de StapleSmart finisher is geïnstalleerd. • "Uit" is de standaardinstelling. Afdruktaken worden niet geniet. • Enveloppen worden niet geniet.
Menu-item Beschrijving Fine Lines-verbetering Aan Uit Hiermee schakelt u een afdrukmodus in die speciaal bedoeld is voor bestanden met nauwkeurige details, zoals bouwkundige tekeningen, kaarten, stroomcircuitschema's en stroomdiagrammen. Opmerkingen: • "Uit" is de standaardinstelling. • Als u Fine Lines-verbetering wilt instellen via de Embedded Web Server, geeft u het IP-adres van de netwerkprinter op in een browservenster.
Menu-item Beschrijving Flash formatteren Ja Nee Hiermee formatteert u het flashgeheugen. Met het flashgeheugen wordt het geheugen bedoeld dat wordt toegevoegd door een flashgeheugenoptiekaart in de printer te installeren. Let op—Kans op beschadiging: Zet de printer niet uit als het flashgeheugen wordt geformatteerd. Opmerkingen: • Dit menu-item is alleen beschikbaar als er een goed werkende flashgeheugenoptiekaart in de printer is geïnstalleerd.
Menu-item Beschrijving LCD-contrast 1-10 Hiermee past u het contrast op het display aan. Opmerkingen: • "5" is de standaardinstelling. • Als u een hogere instelling selecteert, wordt het display lichter. • Als u een lagere instelling selecteert, wordt het display donkerder. LCD-helderheid 1-10 Hiermee wordt de helderheid van de achtergrondverlichting op het display aangepast. Opmerkingen: • "5" is de standaardinstelling. • Als u een hogere instelling selecteert, wordt het display lichter.
Menu PCL Emul Menu-item Omschrijving Lettertypebron Intern Schijf Schijf Flash Alles Hiermee stelt u de lettertypeset in die wordt gebruikt in het menuitem Lettertypenaam. Opmerkingen: • "Intern" is de standaardinstelling. De standaardset met lettertypen die in het RAM is geladen, wordt hiermee weergegeven. • Met de instellingen "Flash" en "Schijf" worden alle interne lettertypen weergegeven die in deze optie aanwezig zijn.
Menu-item Omschrijving Instellingen menu PCL-emulatie Pitch 0.08–100 Hiermee stelt u de lettertypepitch in voor schaalbare lettertypen met een vaste tekenafstand (monogespatieerd). Opmerkingen: • 10 is de standaardinstelling. • Pitch heeft betrekking op het aantal niet-proportionele tekens per inch (cpi) • Pitch kan worden aangepast in stappen van 0,01 cpi. • Voor niet-schaalbare, monogespatieerde lettertypen wordt de pitch wel weergegeven, maar kunt u deze niet wijzigen.
Menu-item Omschrijving Lade-nr wijzigen Waarde U-lader Uit Geen 0–199 Waarde lade Uit Geen 0–199 Waarde handm. invoer Uit Geen 0–199 Waarde hand-env Uit Geen 0–199 Hiermee configureert u de printer zodanig dat deze werkt met printersoftware of toepassingen die andere laden als papierbron hebben gedefinieerd. Lade-nr wijzigen Fabr. instelling U-lader standaard inst. = 8 T1 Std.inst. = 1 Std. inst. T2 = 4 T3 Std.inst. = 5 T4 Standaardinstelling = 20 Std. inst. T5 = 21 Std.inst. env. = 6 Std.inst.
Menu HTML Menu-item Lettertypenaam Albertus MT Antique Olive Apple Chancery Arial MT Avant Garde Bodoni Bookman Chicago Clarendon Cooper Black Copperplate Coronet Courier Eurostile Garamond Geneva Gill Sans Goudy Helvetica Hoefler Text Menu-item Beschrijving Intl CG Times Hiermee stelt u het standaardlettertype voor HTML-documenten in Intl Courier Opmerkingen: Intl Univers • Het Times-lettertype wordt gebruikt in HTML-documenten Joanna MT waarin geen lettertype wordt opgegeven.
Menu-item Beschrijving Achtergronden Niet afdrukken Print Hiermee geeft u aan of u achtergronden in HTML-documenten wilt afdrukken Opmerking: "Afdrukken" is de standaardinstelling. Menu Afbeelding Menu-item Beschrijving Autom. aanpassen Aan Uit Hiermee selecteert u de optimale waarden voor papierformaat, schaling en afdrukstand. Opmerkingen: • "Aan" is de standaardinstelling. • Als "Aan" is ingesteld, worden de instellingen voor schaling en afdrukstand voor sommige afbeeldingen genegeerd.
Menu Help Het menu Help bestaat uit Help-pagina's die in de printer zijn opgeslagen als PDF's. Deze bevatten informatie over het gebruik van de printer en over het uitvoeren van opdrachten. Elke Help-pagina kan afzonderlijk worden geselecteerd en afgedrukt, maar u kunt ook alle pagina's tegelijk afdrukken door Alle handleidingen afdrukken te selecteren. Er zijn Engelse, Franse, Duitse en Spaanse vertalingen opgeslagen in de printer. Andere vertalingen zijn beschikbaar op de cd Software en documentatie.
Printerberichten Lijst met statusberichten en foutmeldingen Bezig met antwoorden De printer is bezig met het beantwoorden van een faxoproep. Wacht tot het bericht is verdwenen. Bezig Wacht tot het bericht is verdwenen. Gesprek voltooid Er is een faxoproep voltooid. Wacht tot het bericht is verdwenen. Wijzig in is een lade of lader en is een papiersoort of -formaat. U kunt de huidige papierbron wijzigen voor de rest van de afdruktaak.
Als de fout opnieuw optreedt: 1 2 3 4 Zet de printer uit. Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact. Verwijder de lade. Neem contact op met de klantenservice. • Druk op Continue (Doorgaan) om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken zonder de lade te gebruiken. Sluit klep of plaats cartridge De cartridge ontbreekt of is niet juist geïnstalleerd. Plaats de cartridge en sluit alle kleppen. Sluit zijklep van finisher Sluit de zijklep van de finisher.
Druk op Continue (Doorgaan) om het bericht te wissen. Faxpartitie werkt niet. Waarschuw uw systeembeheerder. De faxpartitie lijkt beschadigd te zijn. Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Druk op Continue (Doorgaan) om het bericht te wissen. • Stel de printer opnieuw in door de printer uit en weer in te schakelen. Neem contact op met uw systeembeheerder als het bericht opnieuw wordt weergegeven. Faxserver 'Volgens indeling' is niet ingesteld. Raadpleeg de systeembeheerder.
Plaats invoerlade Schuif de aangegeven lade volledig in de printer. Plaats uitvoerlade Probeer een van de volgende oplossingen: • Plaats de aangegeven lade: 1 Zet de printer uit. 2 Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact. 3 Plaats de aangegeven lade. 4 Steek de stekker van het netsnoer in een goed geaard stopcontact. 5 Start de printer opnieuw op. • Annuleer de huidige taak.
Lijn bezet Er is een faxnummer gekozen, maar de faxlijn is bezet. Wacht tot het bericht is verdwenen. Vul met is een lade of lader en is een papiersoort of -formaat. Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Vul de lade met het aangegeven papier. • Druk op Continue (Doorgaan) om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. Als de printer een lade detecteert met papier van het juiste formaat en de juiste soort, wordt het papier uit die lade ingevoerd.
Geen analoge tel.lijn aangesloten op de modem: fax is uitgeschakeld. De printer detecteert geen analoge telefoonlijn. Hierdoor is de fax uitgeschakeld. Sluit de printer op een analoge telefoonlijn aan. Geen antwoord Er is een faxnummer gekozen, maar er is geen verbinding tot stand gebracht. Wacht tot het bericht is verdwenen. Geen kiestoon De printer heeft geen kiestoon. Wacht tot het bericht is verdwenen.
Als de fout een tweede keer optreedt: 1 2 3 4 5 6 Zet de printer uit. Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact. Verwijder de aangegeven laden. Plaats de laden terug. Steek de stekker van het netsnoer in een goed geaard stopcontact. Start de printer opnieuw op. Als de fout opnieuw optreedt: 1 2 3 4 Zet de printer uit. Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact. Verwijder de aangegeven laden. Neem contact op met de klantenservice.
Verwijder verpakkingsmateriaal: controleer . Verwijder al het resterende verpakkingsmateriaal uit de aangegeven locatie. Verwijder papier uit Verwijder het papier uit de aangegeven lade. De printer detecteert automatisch dat het papier is verwijderd en gaat door met afdrukken. Raak Continue (Doorgaan) aan als het bericht niet wordt gewist nadat u het papier hebt verwijderd. Verwijder papier uit alle uitvoerladen Verwijder het papier uit alle uitvoerladen.
Vervang reiniger Vervang de reiniger van het verhittingsstation of probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Druk op Continue (Doorgaan) om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. • Raak Ignore (Negeren) aan om het bericht te wissen. De volgende keer dat het apparaat wordt opgestart, wordt het bericht opnieuw weergegeven.
Sommige taken in wacht zijn niet hersteld Raak Continue (Doorgaan) aan om de aangegeven taak te verwijderen. Opmerking: Sommige wachttaken worden niet hersteld. Deze blijven op de vaste schijf opgeslagen en zijn niet toegankelijk. Systeem bezig, bronnen worden voorbereid voor taak. Niet alle benodigde bronnen voor de taak zijn beschikbaar. Wacht tot het bericht is verdwenen. Systeem bezig, bronnen worden voorbereid voor taak. Taken in wacht verwijderen.
34 Papier te kort Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Plaats het juiste papier of ander speciaal afdrukmateriaal in de betreffende lade. • Druk op Continue (Doorgaan) om het bericht te wissen en de taak af te drukken vanuit een andere papierlade. • Controleer de lengte van de lade en de breedtegeleiders en zorg ervoor dat het papier op de juiste manier wordt geplaatst.
37 Onvoldoende geheugen, sommige wachttaken worden niet hersteld De printer kon enkele of alle vertrouwelijke of in de wachtrij geplaatste taken op de vaste schijf niet herstellen. Druk op Continue (Doorgaan) om het bericht te wissen. 38 Geheugen vol Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Druk op Continue (Doorgaan) om het bericht te wissen. • Annuleer de huidige afdruktaak. • Installeer extra printergeheugen. 39 Pagina is te complex.
51 Flash beschadigd Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Druk op Continue (Doorgaan) om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. • Annuleer de huidige afdruktaak. 52 Onvoldoende ruimte in flashgeheugen voor bronnen Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Druk op Continue (Doorgaan) om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. Geladen lettertypen en macro's die niet eerder zijn opgeslagen in het flashgeheugen, worden verwijderd.
55 Niet-ondersteunde optie in sleuf is een sleuf op de systeemkaart van de printer. Probeer een van de volgende oplossingen: 1 Zet de printer uit. 2 Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact. 3 Verwijder de niet-ondersteunde optiekaart van de systeemkaart van de printer. 4 Steek de stekker van het netsnoer in een goed geaard stopcontact. 5 Zet de printer weer aan. 56 Parallelle poort uitgeschakeld is het nummer van de parallelle poort.
56 USB-poort uitgeschakeld is het nummer van de USB-poort. Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Druk op Continue (Doorgaan) om het bericht te wissen. De printer negeert gegevens die via de USB-poort worden ontvangen. • Controleer of het menu-item USB-buffer niet is ingesteld op Uitgeschakeld.
4 Steek de stekker van het netsnoer in een goed geaard stopcontact. 5 Zet de printer weer aan. 58 Te veel laden geplaatst 1 Zet de printer uit. 2 Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact. 3 Verwijder de extra laden. 4 Steek de stekker van het netsnoer in een goed geaard stopcontact. 5 Zet de printer weer aan. 59 Incompatibele enveloppenlader Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Verwijder de enveloppenlader.
63 Schijf niet geformatteerd Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Druk op Continue (Doorgaan) om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. • U moet de vaste schijf in de printer formatteren. Als het foutbericht niet verdwijnt, is de schijf mogelijk beschadigd en moet u deze vervangen. 80 Gebruikelijk onderhoud vereist De printer heeft geregeld onderhoud nodig. Bestel een onderhoudskit.
Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Raak Continue (Doorgaan) aan als er geen scantaak actief is wanneer het interventiebericht wordt weergegeven. Hierdoor wordt het bericht gewist. • Raak Cancel Job (Taak annuleren) aan als er een scantaak wordt verwerkt wanneer het interventiebericht wordt weergegeven. Hierdoor wordt de taak geannuleerd en het bericht gewist.
1565 Emulatiefout, laad emulatieoptie Dit bericht verdwijnt automatisch na 30 seconden. Vervolgens wordt de geladen emulator op de firmwarekaart uitgeschakeld. U kunt dit verhelpen door de juiste emulatorversie te laden vanaf de website van Lexmark op www.lexmark.com.
De printer onderhouden Bepaalde taken moeten regelmatig worden uitgevoerd om een optimale afdrukkwaliteit te behouden. De buitenkant van de printer reinigen 1 Controleer of de printer is uitgeschakeld en de stekker van het netsnoer van de printer uit het stopcontact is getrokken.
De glasplaat reinigen Reinig de glasplaat als er problemen zijn met de afdrukkwaliteit, bijvoorbeeld als er strepen worden weergegeven op gekopieerde of gescande afbeeldingen. 1 Maak een zachte, pluisvrije doek of een papieren doekje enigszins vochtig met water. 2 Open de klep van de scanner. 3 Wrijf over de glasplaat totdat deze schoon en droog is. 4 Wrijf over de witte onderkant van de klep van de scanner totdat deze schoon en droog is. 5 Open de onderste ADF-deur.
6 Veeg het scanglas van de ADF onder de ADF-deur schoon. 7 Sluit de onderste ADF-deur. 8 Veeg de glasplaat (flatbed) en het rugmateriaal schoon door de doek of het papieren doekje heen en weer te bewegen. 9 Sluit de klep van de scanner. Scannerregistratie aanpassen Scannerregistratie is een proces voor het uitlijnen van het scangedeelte met het papier. U kunt de scannerregistratie als volgt aanpassen: 1 Zet de printer uit. 2 Reinig de glasplaat en de beschermplaat.
e Raak Submit (Indienen) aan. f Raak Copy Quick Test (Testpagina snel kopiëren) aan en vergelijk het nieuwe exemplaar met het origineel. Herhaal de stappen voor de flatbeduitlijning tot de positie van de Sneltest-pagina nauw overeenkomt met het origineel.
De status van supplies controleren Er verschijnt een bericht op het display als er een vervangende supply nodig is of als er onderhoud moet worden gepleegd. De status van supplies op het bedieningspaneel van de printer controleren 1 Zorg ervoor dat de printer is ingeschakeld en dat het bericht Gereed wordt weergegeven. 2 Raak Status/Supplies aan op het beginscherm.
Supplies bestellen In de V.S. belt u voor het bestellen van supplies +1-800-539-6275 voor informatie over erkende dealers van Lexmark supplies in uw omgeving. In andere landen of regio's kunt u terecht op de website van Lexmark op www.lexmark.com of neemt u contact op met de winkel waar u de printer hebt gekocht. Opmerking: De geschatte resterende levensduur van de printersupplies is gebaseerd op gewoon papier van A4- of Letter-formaat.
Artikelnaam Cartridge in Lexmark Retourneerprogramma Normale cartridge Retourneerprogramma tonercartridge met hoog rendement voor etikettoepassingen X651H04E Niet van toepassing Retourneerprogramma tonercartridge met extra hoog rendement voor etikettoepassingen X654X04E Niet van toepassing Voor Azië Pacific, Australië en Nieuw-Zeeland Tonercartridge X651A21P X651A11P Inktcartridge met hoog rendement X651H21P X651H11P Tonercartridge met extra hoog rendement X654X21P X654X11P Retourneerprogr
Naam onderdeel Artikelnummer Onderhoudskit 40X4723 (T1-verhittingstation, 100 V) 40X4724 (T1-verhittingstation, 110 V) 40X4765 (T1-verhittingstation, 220 V) 40X4766 (T2-verhittingstation, 100 V) 40X4767 (T2-verhittingstation, 110 V) 40X4768 (T2-verhittingstation, 220 V) Verhittingsstation bestellen Controleer welk type verhittingsstation (T1 of T2) in de printer is geïnstalleerd door de tonercartridge te verwijderen en het etiket op het verhittingsstation te bekijken.
Laadrollen bestellen Bestel nieuwe laadrollen wanneer er lichte tonervegen of schaduwen op de achtergrond van afgedrukte pagina’s verschijnen. Artikelnaam Artikelnummer Laadrolmechanisme 40X5852 Grijprollen bestellen Bestel nieuwe grijprollen als het papier niet goed wordt ingevoerd vanuit de lade.
De printer verplaatsen Voordat u de printer verplaatst LET OP—KANS OP LETSEL: de printer weegt meer dan 18 kg en moet door twee of meer getrainde personeelsleden worden verplaatst. LET OP—KANS OP LETSEL: neem de volgende richtlijnen door voor u de printer verplaatst om te voorkomen dat u zich bezeert of dat de printer beschadigd raakt: • Schakel de printer uit met de aan/uit-knop en haal de stekker uit het stopcontact. • Maak alle snoeren en kabels los van de printer voordat u de printer verplaatst.
5 5 4 4 3 3 2 2 1 1 1 Rechterkant 20 cm (8 inch) 2 Linkerkant 31 cm (12 inch) 3 Voorzijde 51 cm (20 inch) 4 Achter 20 cm (8 inch) 5 Bovenzijde 31 cm (12 inch) De printer vervoeren Als u de printer wilt vervoeren, dient u de originele verpakking te gebruiken of te bellen met de winkel waar u de printer hebt gekocht voor de benodigde verpakkingsmaterialen.
Beheerdersondersteuning Geavanceerde netwerkinformatie en beheerdersinformatie weergeven In dit hoofdstuk worden de standaardondersteuningstaken voor beheerders beschreven. Raadpleeg de Handleiding netwerken op de cd Software en documentatie en de Embedded Web Server Administrator's Guide (beheerdershandleiding voor de Embedded Web Server) op de website van Lexmark op www.lexmark.com voor informatie over geavanceerde systeemondersteuningstaken.
E-mailmeldingen instellen U kunt instellen dat de printer een e-mailbericht verzendt wanneer supplies op raken of wanneer het papier moet worden vervangen, toegevoegd of verwijderd. U stelt als volgt e-mailmeldingen in: 1 Typ het IP-adres van de printer in het adresveld van uw webbrowser. Opmerking: Als u het IP-adres van de printer niet weet, drukt u een netwerkconfiguratiepagina af en zoekt u het IP-adres op in het TCP/IP-gedeelte. 2 Klik op Settings (Instellingen).
Spaarstand aanpassen Het instelbereik ligt tussen de 1 en 240 minuten. De standaardinstelling is 30 minuten. U kunt als volgt het aantal minuten voordat de printer overschakelt naar de spaarstand verhogen of verlagen: De Embedded Web Server gebruiken 1 Typ het IP-adres van de printer in het adresveld van uw webbrowser. Opmerking: Als u het IP-adres van de printer niet weet, drukt u een netwerkconfiguratiepagina af en zoekt u het IP-adres op in het TCP/IP-gedeelte.
Fabrieksinstellingen herstellen Als u een lijst van de huidige menu-instellingen wilt behouden voor naslagdoeleinden, druk dan een pagina met menu-instellingen af voordat u de fabrieksinstellingen herstelt. Zie “Pagina met menu-instellingen afdrukken” op pagina 47 voor meer informatie. Let op—Kans op beschadiging: Door de fabrieksinstellingen te herstellen, worden alle printerinstellingen opnieuw op de standaardfabriekswaarden ingesteld.
Problemen oplossen Eenvoudige printerproblemen oplossen Als er algemene printerproblemen zijn of als de printer niet reageert, controleert u het volgende: • • • • • • Het netsnoer is goed aangesloten op de printer en op een geaard stopcontact. het stopcontact niet is uitgeschakeld met behulp van een schakelaar of stroomonderbreker; De printer niet is aangesloten op een spanningsbeveiliger, een UPS of een verlengsnoer. Andere elektrische apparatuur die op het stopcontact is aangesloten, werkt.
Taken worden niet afgedrukt Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende oplossingen: CONTROLEER OF DE PRINTER KLAAR IS OM AF TE DRUKKEN Controleer of Gereed of Spaarstand op de display wordt weergegeven voordat u een afdruktaak naar de printer verzendt. CONTROLEER OF DE STANDAARDUITVOERLADE VOL IS Verwijder de stapel papier uit de standaarduitvoerlade. CONTROLEER OF DE PAPIERLADE LEEG IS Vul de lade met papier.
Vertrouwelijke en andere taken in de wachtrij worden niet afgedrukt Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een of meer van de volgende oplossingen: GEDEELTELIJKE TAAK, GEEN TAAK OF LEGE PAGINA'S WORDEN AFGEDRUKT De afdruktaak bevat mogelijk een formatteringsfout of ongeldige gegevens. • Verwijder de afdruktaak en druk deze daarna opnieuw af. • Voor PDF-documenten maakt u het PDF-bestand opnieuw en drukt u het daarna opnieuw af. CONTROLEER OF DE PRINTER OVER VOLDOENDE GEHEUGEN BESCHIKT.
Taak wordt afgedrukt vanuit de verkeerde lade of op het verkeerde papier CONTROLEER DE INSTELLING VOOR PAPIERSOORT Zorg dat de instelling voor de papiersoort overeenkomt met het papier dat in de lade is geplaatst: 1 Controleer op het bedieningspaneel van de printer de instelling voor papiersoort in het menu Papier. 2 Geef de juiste instelling voor soort op voor u de taak verzendt voor afdrukken: • Windows: geef de soort op die is ingesteld in Printereigenschappen.
VERMINDER DE COMPLEXITEIT VAN DE AFDRUKTAAK. Maak de taak minder complex door het aantal verschillende lettertypen en lettergrootten te reduceren, het aantal afbeeldingen te beperken en eenvoudigere afbeeldingen te gebruiken of door minder pagina's tegelijk te laten afdrukken. CONTROLEER OF DE PRINTER OVER VOLDOENDE GEHEUGEN BESCHIKT. Voeg extra geheugen toe of installeer een optionele vaste schijf.
De klep van de scannereenheid kan niet worden gesloten Controleer of de klep niet wordt geblokkeerd: 1 Til de scannereenheid op. 2 Verwijder eventuele blokkades terwijl u de klep open houdt. 3 Laat de scannereenheid zakken.
CONTROLEER DE PLAATSING VAN HET ORIGINEEL Zorg dat het document of de foto linksboven op de glasplaat is geplaatst, met de bedrukte zijde naar beneden. ONGEWENSTE TONER OP DE ACHTERGROND • Verhoog de instelling voor achtergrondverwijdering. • Wijzig de instelling voor intensiteit in een lichtere waarde. OP DE UITVOER VERSCHIJNEN PATRONEN (MOIRÉ) • Raak het pictogram Tekst/foto of Afgedrukte afb. op het scherm Kopiëren aan. • Draai het originele document op de glasplaat.
Problemen met de scanner oplossen Een niet-reagerende scanner controleren Als de scanner niet reageert, controleer dan of: • de printer aan staat; • De printerkabel is goed aangesloten op de printer en op de hostcomputer, op de afdrukserver, optie of een ander netwerkapparaat. • • • • Het netsnoer is aangesloten op de printer en op een geaard stopcontact. Het stopcontact is niet uitgeschakeld met een schakelaar of een stroomonderbreker.
MOGELIJK IS DE GLASPLAAT VUIL. Reinig de glasplaat met een schone, stofvrije doek die met water is bevochtigd. Zie “De glasplaat reinigen” op pagina 272 voor meer informatie. PAS DE SCANRESOLUTIE AAN Verhoog de resolutie van de scan voor een betere kwaliteit van de uitvoer. CONTROLEER DE KWALITEIT VAN HET ORIGINEEL Zorg dat het document van goede kwaliteit is.
Problemen met faxen oplossen Nummerweergave werkt niet Neem contact op met uw telefoonmaatschappij om te controleren of u bent geabonneerd op de dienst Nummerweergave. Als er in uw regio meerdere patronen voor beller-ID's worden ondersteund, dient u mogelijk de standaardinstelling te wijzigen. Er zijn twee instellingen beschikbaar: FSK (signaal 1) en DTMF (signaal 2).
WERK DEZE CONTROLELIJST VOOR DIGITALE TELEFONIE AF De faxmodem is een analoog apparaat. U kunt bepaalde apparaten op de printer aansluiten om gebruik te maken van diensten voor digitale telefonie. • Als u een ISDN-lijn gebruikt, sluit u de printer op de analoge telefoonaansluiting (een zogenaamde Rinterfacepoort) van een ISDN-adapter aan. Neem voor meer informatie en voor het bestellen van een Rinterfacepoort contact op met uw ISDN-provider.
Kan wel faxen verzenden, maar niet ontvangen Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een of meer van de volgende oplossingen: CONTROLEER OF DE PAPIERLADE LEEG IS Vul de lade met papier. CONTROLEER DE INSTELLINGEN VOOR HET MAXIMALE AANTAL BELSIGNALEN. Het maximale aantal belsignalen is het aantal belsignalen dat wordt doorgegeven voordat de printer antwoordt.
Ontvangen fax heeft een slechte afdrukkwaliteit Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een of meer van de volgende oplossingen: VERZEND HET DOCUMENT OPNIEUW Vraag de afzender van de fax om: • Te controleren of het originele document van goede kwaliteit is. • Verzend de fax opnieuw. Er is mogelijk een probleem opgetreden met de kwaliteit van de telefoonverbinding. • Verhoog de scanresolutie van de fax (indien mogelijk).
CONTROLEER OF DE OPTIE IS VERBONDEN MET DE PRINTER. 1 Zet de printer uit. 2 Trek de stekker van de printer uit het stopcontact. 3 Controleer de verbinding tussen de optie en de printer. CONTROLEER OF DE OPTIE CORRECT IS GEÏNSTALLEERD. Druk een pagina met menu-instellingen af om te controleren of de optie wordt vermeld in de lijst met geïnstalleerde opties. Als de optie niet voorkomt in de lijst, installeert u die opnieuw.
DE PAPIERINVOERROLLEN DRAAIEN NIET, ZODAT HET PAPIER NIET WORDT DOORGEVOERD. • Controleer of de printer correct op de lade voor 2000 vellen is aangesloten. • Controleer of de printer wel aan staat. Enveloppenlader Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende oplossingen: STEL DE PRINTER IN OP DE BEGINWAARDEN. Schakel de printer uit, wacht ongeveer 10 seconden en schakel de printer weer in. CONTROLEER OF DE ENVELOPPEN GOED ZIJN GEPLAATST.
Internal Solutions Port Als de Lexmark Internal Solutions Port (ISP) niet correct werkt, kunt u deze mogelijke oplossingen uitproberen. Probeer een of meer van de volgende oplossingen: CONTROLEER DE ISP-VERBINDINGEN • Controleer of de ISP goed is aangesloten op de systeemkaart van de printer. • Controleer of de juiste kabel wordt gebruikt en of deze op de juiste connector is aangesloten. CONTROLEER DE KABEL. Controleer of de juiste kabel wordt gebruikt en of deze goed is aangesloten.
Bericht Paper jam (Papier vast) blijft staan nadat storing is verholpen CONTROLEER DE PAPIERBAAN Er zit nog papier in de papierbaan. Verwijder het vastgelopen papier uit de gehele papierbaan en raak vervolgens Continue (Doorgaan) aan. Nadat de papierstoring is verholpen, wordt de vastgelopen pagina niet opnieuw afgedrukt SCHAKEL HERSTEL NA STORING IN In het menu Instellingen is Herstel na storing uitgeschakeld. Stel Herstel na storing in op Auto of Aan.
6 Raak Print Quality Pages (Pagina's Afdrukkwaliteit) aan. De testpagina's voor de afdrukkwaliteit worden afgedrukt. 7 Raak Back (Terug) aan. 8 Raak Exit Configuration (Configuratie afsluiten) aan. Blanco pagina's Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een of meer van de volgende oplossingen: DE CARTIDGE BEVAT MOGELIJK VERPAKKINGSMATERIAAL Verwijder de cartridge uit de printer en controleer of u het verpakkingsmateriaal van de cartridge hebt verwijderd. Plaats de cartridge terug in de printer.
CONTROLEER OF DE GEDOWNLOADE LETTERTYPEN WORDEN ONDERSTEUND Als u gedownloade lettertypen gebruikt, controleert u of de lettertypen worden ondersteund door de printer, de hostcomputer en het programma. Onvolledige afbeeldingen Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een of meer van de volgende oplossingen: CONTROLEER DE PAPIERGELEIDERS Schuif de breedte- en lengtegeleiders in de juiste positie voor het papier dat in de printer is geplaatst.
Grijze achtergrond ABCDE ABCDE ABCDE CONTROLEER DE INSTELLING VOOR TONERINTENSITEIT Selecteer een lichtere instelling voor Tonerintensiteit: • Wijzig deze instelling via het menu Kwaliteit op het bedieningspaneel van de printer. • Windows: wijzig deze instelling via Printereigenschappen. • Macintosh: wijzig deze instellingen via het dialoogvenster Druk af. Onjuiste marges Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een of meer van de volgende oplossingen: CONTROLEER DE PAPIERGELEIDERS.
Gekruld papier Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een of meer van de volgende oplossingen: CONTROLEER DE INSTELLING VOOR PAPIERSOORT Zorg dat de instelling voor de papiersoort overeenkomt met het papier dat in de lade is geplaatst: 1 Controleer op het bedieningspaneel van de printer de instelling voor papiersoort in het menu Papier. 2 Geef de juiste instelling voor soort op voor u de taak verzendt voor afdrukken: • Windows: geef de soort op die is ingesteld in Printereigenschappen.
DE TONER IS MOGELIJK BIJNA OP Vervang de tonercartridge als het bericht 88 Toner bijna op wordt weergegeven of als uw afdrukken vager worden. HET IS MOGELIJK DAT HET VERHITTINGSSTATION VERSLETEN OF DEFECT IS Vervang het verhittingsstation. Herhaalde storingen SPOREN KOMEN GELIJKMATIG OVER DE GEHELE PAGINA VOOR Vervang de laadrollen bij storingen na iedere 28,3 mm (1,11 inch). Vervang de overdrachtsrol bij storingen na iedere 51,7 mm (2,04 inch).
Effen zwarte of witte strepen Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende oplossingen: CONTROLEER OF HET VULPATROON JUIST IS Als het vulpatroon niet juist is, selecteert u een ander vulpatroon in het programma. CONTROLEER DE PAPIERSOORT • Gebruik een andere papiersoort. • Gebruik uitsluitend transparanten die door de printerfabrikant worden aanbevolen. • Zorg dat de instelling voor papiersoort en papierstructuur overeenkomt met het papier dat in de lade of lader is geplaatst.
• Macintosh: wijzig deze instellingen via het dialoogvenster Druk af en de pop-upmenu's. HET PAPIER HEEFT IN EEN VOCHTIGE OMGEVING GELEGEN EN HEEFT DAARDOOR VOCHT OPGENOMEN • Vervang het papier. Gebruik papier uit een nieuw pak. • Bewaar papier altijd in de originele verpakking en pak het pas uit als u het gaat gebruiken. CONTROLEER HET PAPIER Gebruik geen papier met een ruw of vezelig oppervlak.
HET PAPIER HEEFT IN EEN VOCHTIGE OMGEVING GELEGEN EN HEEFT DAARDOOR VOCHT OPGENOMEN • Vervang het papier. Gebruik papier uit een nieuw pak. • Bewaar papier altijd in de originele verpakking en pak het pas uit als u het gaat gebruiken. CONTROLEER HET PAPIER Gebruik geen papier met een ruw of vezelig oppervlak.
Verticale strepen ABCDE ABCDE ABCDE Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende oplossingen: DE TONER IS UITGELOPEN Selecteer een andere lade of lader waaruit het papier voor de taak wordt ingevoerd: • Selecteer Standaardbron in het menu Papier op het bedieningspaneel van de printer. • Windows: selecteer de papierbron via Printereigenschappen. • Macintosh: selecteer de papierbron via het dialoogvenster Druk af en de pop-upmenu's. DE CARTRIDGE IS DEFECT Vervang de inktcartridge.
ER IS TONER IN DE PAPIERBAAN TERECHTGEKOMEN Neem contact op met de klantenservice. De toner laat los Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een of meer van de volgende oplossingen: CONTROLEER DE INSTELLING VOOR PAPIERSOORT Zorg dat de instelling voor de papiersoort overeenkomt met het papier dat in de lade is geplaatst: 1 Controleer op het bedieningspaneel van de printer de instelling voor papiersoort in het menu Papier.
De afdrukkwaliteit van transparanten is slecht Probeer een of meer van de volgende oplossingen: TRANSPARANTEN CONTROLEREN Gebruik uitsluitend transparanten die door de printerfabrikant worden aanbevolen. CONTROLEER DE INSTELLING VOOR PAPIERSOORT Zorg dat de instelling voor de papiersoort overeenkomt met het papier dat in de lade is geplaatst: 1 Controleer op het bedieningspaneel van de printer de instelling voor papiersoort in het menu Papier.
Kennisgevingen Productnaam: Lexmark X651de, Lexmark X652de, Lexmark X654de, Lexmark X656de, Lexmark X656dte, Lexmark X658d, Lexmark X658de, Lexmark X658dme, Lexmark X658dfe, Lexmark X658dte, Lexmark X658dtme, Lexmark X658dtfe Apparaattype: 7462 Model(len): 0A1, 0A5, 2A1, 2A2, 2A5, 2A6, 4A2, 4A6, 031, 035, 231, 232, 235, 236, 432, 436 Informatie over deze uitgave Juli 2008 De volgende alinea is niet van toepassing op landen waar de voorwaarden strijdig zijn met de nationale wetgeving: LEXMARK INTERNATIONAL,
Handelsmerken Lexmark, Lexmark met het diamantlogo, MarkNet en MarkVision zijn als handelsmerken van Lexmark International, Inc. gedeponeerd in de Verenigde Staten en/of andere landen. MarkTrack, PrintCryption en StapleSmart zijn handelsmerken van Lexmark International, Inc. PCL(r) is een gedeponeerd handelsmerk van Hewlett-Packard Company. PCL is een aanduiding van Hewlett-Packard Company voor een verzameling printeropdrachten (printertaal) en printerfuncties in de producten van HewlettPackard.
Univers Linotype-Hell AG en/of dochterondernemingen Alle andere handelsmerken zijn eigendom van hun respectieve eigenaren. Exposure to radio frequency radiation The following notice is applicable if your printer has a wireless network card installed. The radiated output power of this device is far below the FCC radio frequency exposure limits. A minimum separation of 20 cm (8 inches) must be maintained between the antenna and any persons for this device to satisfy the RF exposure requirements of the FCC.
(1) cet appareil ne doit pas provoquer d'interférences et (2) il doit accepter toute interférence reçue, y compris celles risquant d'altérer son fonctionnement. Cet appareil a été conçu pour fonctionner uniquement avec l'antenne fournie. L'utilisation de toute autre antenne est strictement interdite par la réglementation d'Industry Canada. En application des réglementations d'Industry Canada, l'utilisation d'une antenne de gain supérieur est strictement interdite.
Deutsch Hiermit erklärt Lexmark International, Inc., dass sich das Gerät dieses Gerät in Übereinstimmung mit den grundlegenden Anforderungen und den übrigen einschlägigen Bestimmungen der Richtlinie 1999/5/EG befindet. Ελληνική ΜΕ ΤΗΝ ΠΑΡΟΥΣΑ Η LEXMARK INTERNATIONAL, INC. ΔΗΛΩΝΕΙ ΟΤΙ ΑΥΤΟ ΤΟ ΠΡΟΪΟΝ ΣΥΜΜΟΡΦΩΝΕΤΑΙ ΠΡΟΣ ΤΙΣ ΟΥΣΙΩΔΕΙΣ ΑΠΑΙΤΗΣΕΙΣ ΚΑΙ ΤΙΣ ΛΟΙΠΕΣ ΣΧΕΤΙΚΕΣ ΔΙΑΤΑΞΕΙΣ ΤΗΣ ΟΔΗΓΙΑΣ 1999/5/ΕΚ. English Hereby, Lexmark International, Inc.
India emissions notice This device uses very low power low range RF communication that has been tested and found not to cause any interference whatsoever. The manufacturer is not responsible in case of any disputes arising out of requirement of permissions from any local authority, regulatory bodies or any organization, required by the end-user to install and operate this product at his premises. Geluidsemissie De volgende metingen zijn uitgevoerd conform ISO 7779 en gerapporteerd overeenkomstig ISO 9296.
Het AEEA-logo geeft aan dat er in de Europese Unie specifieke programma's en procedures zijn voor het hergebruiken van elektronische producten. Wij moedigen het hergebruiken van onze producten aan. Als u meer vragen hebt over de mogelijkheden voor hergebruik, bezoekt u de Lexmark website op www.lexmark.com voor het telefoonnummer van uw lokale verkoopafdeling. Verwijdering van het product Gooi de printer of onderdelen niet weg met het huishoudelijke afval.
Modus Beschrijving Stroomverbruik (Watt) Afdrukken Er worden papieren kopieën van elektro- 700 W nische invoer gemaakt met het product. Kopiëren Er worden papieren kopieën van papieren 765 W originelen gemaakt met het product. Scannen Er worden papieren originelen gescand met het product. 165 W Gereed Het product wacht op een afdruktaak. 95 W Energiebesparing De spaarstand van het product is geacti- 21W, 24W, 26W veerd.
Totaal energieverbruik Het is soms handig om het totale energieverbruik van het product te berekenen. Aangezien het stroomverbruik wordt aangegeven in watt, moet het stroomverbruik worden vermenigvuldigd met de tijd dat elke stand actief is op het product. Zo kunt u het energieverbruik berekenen. Het totale energieverbruik van het product is de som van het energieverbruik voor alle standen.
DOOR DIT PRODUCT TE GEBRUIKEN, GEEFT U AAN AKKOORD TE GAAN MET ALLE VOORWAARDEN EN BEPALINGEN VOOR DEZE BEPERKTE GARANTIEVERKLARING EN LICENTIEOVEREENKOMST VOOR SOFTWARE. ALS U NIET AKKOORD GAAT MET DE VOORWAARDEN VAN DEZE BEPERKTE GARANTIEVERKLARING EN LICENTIEOVEREENKOMST VOOR DEZE SOFTWARE, MOET U HET PRODUCT ONGEBRUIKT RETOURNEREN EN HET BEDRAG TERUGVRAGEN DAT U HEBT BETAALD.
3 BEPERKING VAN VERHAALSMOGELIJKHEDEN. VOOR ZOVER TOEGESTAAN OP GROND VAN TOEPASSELIJK RECHT IS DE AANSPRAKELIJKHEID VAN LEXMARK OP BASIS VAN DEZE SOFTWARELICENTIEOVEREENKOMST UITDRUKKELIJK BEPERKT TOT EEN MAXIMUM VAN VIJF AMERIKAANSE DOLLAR (OF HET EQUIVALENT HIERVAN IN DE LOKALE VALUTA) OF HET BEDRAG DAT U HEBT BETAALD VOOR HET SOFTWAREPROGRAMMA, INDIEN DIT HOGER IS.
c Voorbehoud van rechten. Het Softwareprogramma, inclusief alle lettertypen, is auteursrechtelijk beschermd en eigendom van Lexmark International, Inc. en/of zijn leveranciers. Alle rechten die niet expliciet worden verleend aan u in deze Softwarelicentieovereenkomst, zijn voorbehouden aan Lexmark. d Freeware.
13 TOEPASSELIJKE WETGEVING. Deze Softwarelicentieovereenkomst wordt beheerst door de wetgeving van het gemenebest van Kentucky, Verenigde Staten van Amerika. Het is niet mogelijk om de wetgeving van een bepaald rechtsgebied te kiezen. Het Verdrag der Verenigde Naties inzake internationale koopovereenkomsten betreffende roerende zaken (Het Weens koopverdrag) is niet van toepassing. 14 BEPERKTE RECHTEN AMERIKAANSE OVERHEID. Het Softwareprogramma is volledig op eigen kosten ontwikkeld.
Index Cijfers 1565 Emulatiefout, laad emulatieoptie 270 200–282.yy Papier vast 268 2000 vel, lade voor laden 77 283 Nietjes vast 268 290–294.yy Scan.storing 268 293 Plaats alle originelen terug bij opn. starten taak 268 293.02 Klep flatbed is open 269 30 Onjuist gevuld,vervang cartridge 261 31 Vervang defecte printcartridge 261 32.
verkeerde tekens worden afgedrukt 289 afdrukkwaliteit glasplaat reinigen 272 afdrukkwaliteit, problemen oplossen afdruk is te donker 309 afdruk is te licht 308 effen witte strepen 308 effen zwarte strepen 308 grijze achtergrond 305 herhaalde storingen 307 lage kwaliteit transparantafdruk 313 lege pagina's 303 lichte tonervegen of schaduwen op de achtergrond 311 onregelmatigheden in afdruk 306 onvolledige afbeeldingen 304 scheve afdruk 307 tekens hebben gekartelde randen 303 testpagina's voor afdrukkwaliteit
met het aanraakscherm 112 snelkoppelingen maken met de Embedded Web Server 111 snelkoppelingen maken met het aanraakscherm 111 toevoegen, berichtregel 113 toevoegen, onderwerpregel 113 e-mailfunctie instellen 110 e-mailinstellingen configureren 111 Embedded Web Server 282 beheerdersinstellingen 282 controleren, apparaatstatus 282 e-mailwaarschuwingen instellen 283 netwerkinstellingen 282 wordt niet geopend 313 Embedded Web Server, beheerdershandleiding 282 emissiekennisgevingen 316, 317, 319 Envelopbescherm
I Image (Afbeelding), menu 250 In wachtrij voor verzenden 257 installatie draadloos netwerk 50, 52 installeren opties in stuurprogramma 48 printersoftware 48 installeren, printersoftware toevoegen, opties 48 instellen papierformaat 73 papiersoort 73 serieel afdrukken 60 TCP/IP-adres 180 Universeel papierformaat 73 instellen, printer op een bedraad netwerk (Macintosh) 55 op een bedraad netwerk (Windows) 55 Instellingen, menu 237 Internal Solutions Port installeren 33 problemen oplossen 301 Internal Solutions
Menu PCL Emul 246 Menu PDF 245 Menu PostScript 245 Menu Schijf wissen 194 Menu Serieel 189 Menu Vertrouwelijke taken afdrukken 193 Menu XPS 250 menu's Aangepast 170 Aangepaste ladenamen 171 Aangepaste namen 170 Aangepaste scanformaten 171 Actieve ntw.interf.
papierstoringen voorkomen 147 Plaats alle originelen terug bij opnieuw starten van taak.
Naam faxstation is niet ingesteld 254 Netwerk 256 Netwerk < x> 256 Niet-ondersteund USB-apparaat, verwijder de hub 261 Niet-ondersteunde USB-hub, verwijder de hub 261 Nummer faxstation is niet ingesteld 254 Ontvangst voltooid 258 Plaats alle originelen terug bij opnieuw starten van taak.
ontvangen fax heeft een slechte afdrukkwaliteit 298 problemen oplossen, kopiëren documenten of foto's worden gedeeltelijk gekopieerd 292 klep scannereenheid sluit niet 291 kopieerfunctie reageert niet 290 slechte kwaliteit van gescande afbeeldingen 293 slechte kwaliteit van kopieën 291 problemen oplossen, papierinvoer bericht blijft staan nadat storing is verholpen 302 problemen oplossen, printeropties 2000 vel, lade voor 299 enveloppenlader 300 flashgeheugenkaart 300 geheugenkaart 301 Internal Solutions Po
laadrollen 279 nietcassettes 279 onderhoudskit 277 overdrachtrol 278 Scheidingsrol van ADF 279 verhittingsstation 278 Systeem bezig, bronnen worden voorbereid voor taak. 261 Systeem bezig, bronnen worden voorbereid voor taak. Taken in wacht verwijderen.