Operation Manual

een ruwe, kreukelige of gedraaide afwerking hebben;
aan elkaar kleven of beschadigd zijn.
Informatie over storingsnummers en -locaties
Als er een storing optreedt, toont de printer een bericht waarin de locatie van de storing wordt weergegeven. Open
alle kleppen en verwijder de laden zodat u bij de locaties kunt waar het afdrukmateriaal is vastgelopen. U kunt de
papierstoring alleen oplossen door al het vastgelopen papier in de papierbaan te verwijderen.
In de volgende tabel vindt u een overzicht van de papierstoringen die zich kunnen voordoen en de locatie van elke
storing:
1
2
3
4
5
6,7,8
1
2
3
4
9
9
Storingnummer Gebied
1
200–202 Printer
2
230–239 duplexeenheid
3
240–249 Papierlade
4
250 Universeellader
5
260 Enveloppenlader
6
270–279 Optionele uitvoerlade
7
280–282 Finisher
8
283 Nietapparaat
9
290–294 Klep van de ADF
Papierstoring 200 en 201
1 Raak Status/Supplies om de plaats van de storing te identificeren.
2 Laat de klep van de universeellader zakken.
Storingen verhelpen
148