Operation Manual

Waaier de stapel uit voordat u het briefhoofdpapier plaatst, zodat de vellen niet aan elkaar blijven plakken.
Wanneer u wilt afdrukken op briefhoofdpapier, is het belangrijk de juiste afdrukstand in te stellen. Voor meer
informatie over het laden van briefhoofdpapier leest u:
“Standaardladen of optionele laden voor 250 of 550 vel vullen” op pagina 74
“Lade voor 2000 vel vullen” op pagina 77
“De universeellader vullen” op pagina 81
Tips voor het afdrukken op transparanten
Maak eerst enkele proefafdrukken voordat u grote hoeveelheden transparanten aanschaft.
Houd u aan de volgende richtlijnen wanneer u wilt afdrukken op transparanten:
U kunt transparanten invoeren vanuit een lade voor 250 vel, een lade voor 550 vel of de universeellader.
Gebruik transparanten die speciaal zijn ontworpen voor laserprinters. Informeer bij de fabrikant of de leverancier
of de transparanten bestand zijn tegen temperaturen tot 230 °C zonder dat ze smelten, verkleuren, verschuiven
of schadelijke stoffen afgeven.
Gebruik transparanten die 138–146 g/m
2
dik zijn.
Zorg ervoor dat er geen vingerafdrukken op de transparanten komen. Dit kan namelijk een slechte afdrukkwaliteit
tot gevolg hebben.
Waaier de stapel uit voordat u de transparanten plaatst, zodat de vellen niet aan elkaar blijven plakken.
Wij adviseren Lexmark artikelnummer 12A5010 voor transparanten van het formaat A4 en Lexmark
artikelnummer 70X7240 voor transparanten van het formaat Letter.
Tips voor het afdrukken op enveloppen
Maak eerst enkele proefafdrukken voordat u grote hoeveelheden enveloppen aanschaft.
Houd u aan de volgende richtlijnen wanneer u wilt afdrukken op enveloppen:
Voer enveloppen in langs de universeellader of de optionele enveloppenlader.
Stel de papiersoort in op Envelop en selecteer het envelopformaat.
Gebruik enveloppen die speciaal zijn ontworpen voor laserprinters. Informeer bij de fabrikant of de leverancier
of de enveloppen bestand zijn tegen temperaturen tot 230 °C zonder dat ze sluiten, kreukelen, buitensporig
krullen of schadelijke stoffen afgeven.
Het beste resultaat bereikt u met enveloppen die zijn gemaakt van papier met een gewicht van 90 g/m
2
. Gebruik
enveloppen met een gewicht van maximaal 105 g/m
2
, mits het katoengehalte lager is dan 25%. Katoenen
enveloppen mogen niet zwaarder zijn dan 90 g/m
2
.
Gebruik alleen nieuwe enveloppen.
Voor de beste prestaties en een minimumaantal papierstoringen wordt u aangeraden geen enveloppen te
gebruiken die:
gemakkelijk krullen;
aan elkaar kleven of beschadigd zijn.
vensters, gaten, perforaties, uitsnijdingen of reliëf bevatten;
metalen klemmetjes, strikken of vouwklemmetjes bevatten;
zijn samengevouwen;
zijn voorzien van postzegels;
een (gedeeltelijk) onbedekte plakstrook hebben als de klepzijde is gesloten of is dichtgeplakt;
Afdrukken
138