Operation Manual

Kabels aansluiten
Sluit de printer aan op de computer met een USB-kabel of een ethernetkabel.
Zorg dat het volgende overeenkomt:
Zorg dat het USB-symbool op de kabel overeenkomt met het USB-symbool op de printer.
Kies de juiste Ethernet-kabel voor de Ethernet-poort.
1
2
1
USB-poort
2
Ethernet-poort
Printerconfiguratie controleren
Nadat alle hardware- en software-opties zijn geïnstalleerd en de printer is ingeschakeld, controleert u of de printer
correct is ingesteld door het volgende af te drukken:
Pagina met menu-instellingen—Gebruik deze pagina om te controleren of alle printeropties correct zijn
geïnstalleerd. Onder aan de pagina verschijnt een lijst met geïnstalleerde opties. Als een geïnstalleerde optie niet
is vermeld, is deze niet correct geïnstalleerd. Verwijder de optie en installeer deze opnieuw.
Pagina met netwerkinstellingen—Als de printer is aangesloten op een netwerk, kunt u de netwerkaansluiting
controleren door een netwerkconfiguratiepagina af te drukken. Deze pagina bevat ook informatie die van belang
is bij de configuratie van het afdrukken via een netwerk.
Extra installatieopties voor de printer
46