Operation Manual

Foto: geeft aan dat de scanner extra aandacht moet besteden aan afbeeldingen en foto's. Met deze instelling
duurt het scannen langer, maar worden alle dynamische tonen van het origineel zo goed mogelijk weergegeven.
Hierdoor wordt de hoeveelheid opgeslagen gegevens groter.
Kleur: hier stelt u het scantype en de uitvoer van de fax in. Kleurendocumenten kunnen worden gescand en
verzonden naar een faxbestemming.
Zijden (Duplex)
Deze optie geeft aan de printer door of het origineel eenzijdig (simplex) of dubbelzijdig (duplex) is bedrukt. De
scanner weet nu wat er moet worden gescand om te faxen.
Resolutie
Met deze optie geeft u aan u hoe nauwkeurig de scanner het document bekijkt dat u wilt faxen. Als u een foto, een
tekening met fijne lijnen of een document met zeer kleine lettertjes faxt, moet u de instelling Resolutie verhogen.
Hierdoor neemt de scantijd toe, maar wordt de kwaliteit van de fax beter.
Standaard: geschikt voor de meeste documenten
Fijn: aanbevolen voor documenten met kleine lettertjes
Superfijn: aanbevolen voor originele documenten met fijne details
Ultrafijn: aanbevolen voor documenten met afbeeldingen en foto's
Intensiteit
Met deze optie geeft u aan hoeveel lichter of donkerder de fax moet worden in vergelijking met het origineel.
Geavanceerde opties
Door deze knop aan te raken opent u een scherm waarin u de volgende instellingen kunt wijzigen: Uitgesteld
verzenden, Geavanceerde beeldverwerking, Aangepaste taak, Transmissielog, Scanvoorbeeld, Rand wissen en
Duplex geavanceerd.
Uitgesteld verzenden: hiermee kunt u een fax op een latere tijd of datum verzenden. Raak Delayed Send
(Uitgesteld verzenden) aan wanneer de fax klaar is voor verzending. Voer vervolgens de tijd en datum van
verzenden in en raak Done (Gereed) aan. Deze instelling kan vooral handig zijn als u informatie verzendt naar
faxen die tijdens bepaalde uren niet beschikbaar zijn, of als faxen tijdens bepaalde uren goedkoper is.
Opmerking: Als de printer uitgeschakeld is op de tijd dat de fax had moeten worden verzonden, wordt de fax
verzonden wanneer de printer weer wordt ingeschakeld.
Advanced Imaging (Geavanceerde beeldverwerking): hiermee kunt u Achtergrond verwijderen, Contrast,
Rand tot rand scannen, Schaduwdetail en Spiegelafbeelding aanpassen voordat u het document faxt.
Aangepaste taak (taak samenstellen): hiermee combineert u meerdere scantaken tot één enkele taak.
Transmissielog: hiermee drukt u de transmissielog of de transmissiefoutenlog af.
Scanvoorbeeld: hiermee wordt een afbeelding weergegeven voordat deze wordt gefaxt. Als de eerste pagina
is gescand, volgt er een korte pauze. Vervolgens wordt het voorbeeld weergegeven.
Faxen
137