X950 Series Gebruikershandleiding Juni 2011 Machinetype(n): 7558 Model(len): 032, 036, 232, 236, 432, 436 www.lexmark.
Inhoudsopgave Informatie over veiligheid..........................................................................15 Omgaan met de printer..............................................................................17 Informatie over de printer......................................................................................................................17 Een plaats voor de printer bepalen.........................................................................................................
Optionele laden installeren ..............................................................................................................................50 Kabels aansluiten.....................................................................................................................................53 Printerconfiguratie controleren..............................................................................................................54 Pagina met menu-instellingen afdrukken...................
Een aangepaste naam maken voor een papiersoort ........................................................................................86 Een aangepaste papiersoortnaam toewijzen ...................................................................................................86 Aangepaste naam configureren........................................................................................................................86 Richtlijnen voor papier en speciaal afdrukmateriaal............................
Bezig met kopiëren...................................................................................108 Kopieën maken......................................................................................................................................108 Snel kopiëren ..................................................................................................................................................108 Kopiëren met de ADI.........................................................................
E-mailfunctie instellen ....................................................................................................................................120 E-mailinstellingen configureren ......................................................................................................................120 Een e-mailsnelkoppeling maken............................................................................................................121 E-mailsnelkoppeling maken met de Embedded Web Server....
Een fax verzenden.................................................................................................................................134 Fax verzenden met het aanraakscherm..........................................................................................................134 Een fax verzenden via de computer ...............................................................................................................135 Een fax verzenden met behulp van snelkoppelingen ...................
Papiermenu...........................................................................................................................................154 Menu Standaardbron......................................................................................................................................154 Menu Papierformaat/-soort ...........................................................................................................................155 Menu Configuratie U-lader ........................
De vaste schijf en ander geïnstalleerd geheugen beveiligen......................244 Kennisgeving van vluchtigheid..............................................................................................................244 Vluchtig geheugen wissen.....................................................................................................................245 Niet-vluchtig geheugen wissen.............................................................................................................
Standaardfabrieksinstellingen herstellen..............................................................................................282 Papierstoringen verhelpen.......................................................................283 Papierstoringen voorkomen..................................................................................................................283 Informatie over storingsnummers en -locaties.....................................................................................
Plaats perforatiebak........................................................................................................................................311 Plaats invoerlade [x] .......................................................................................................................................312 Vul [bron] met [naam aangepaste soort] .......................................................................................................312 Vul [bron] met [aangepaste tekenreeks] ......
56 Seriële poort [x] uitgeschakeld ..................................................................................................................319 56 Standaard USB-poort uitgeschakeld ..........................................................................................................320 56 Standaard parallelle poort uitgeschakeld ..................................................................................................320 56 USB-poort [x] uitgeschakeld ...................................
Laden koppelen lukt niet ................................................................................................................................328 Grote afdruktaken worden niet gesorteerd ...................................................................................................328 Er komen onverwachte pagina-einden voor...................................................................................................329 Problemen met kopiëren oplossen.....................................
Grijze achtergrond ..........................................................................................................................................344 Onjuiste marges..............................................................................................................................................345 Licht gekleurde streep, witte streep of streep met de verkeerde kleur op afdrukken...................................345 Gekruld papier ......................................................
Informatie over veiligheid Sluit het netsnoer aan op een geaard stopcontact dat zich dicht in de buurt van het product bevindt en dat gemakkelijk bereikbaar is. Plaats dit product niet in de buurt van water of in vochtige omgevingen. Dit product maakt gebruik van een aardlekschakelaar. Het wordt aanbevolen de aardlekschakelaar maandelijks te controleren. LET OP—KANS OP LETSEL: De lithiumbatterij in dit product moet niet worden vervangen.
LET OP—KANS OP LETSEL: U moet het netsnoer niet snijden, draaien, vastbinden, afknellen of zware objecten op het snoer plaatsen. Zorg dat er geen schaafplekken op het netsnoer kunnen ontstaan of dat het snoer onder druk komt te staan. Zorg dat het netsnoer niet bekneld raakt tussen twee objecten, zoals een meubelstuk en een muur. Als een van deze dingen gebeurt, is er een kans op brand of elektrische schokken. Controleer het netsnoer regelmatig op dergelijke problemen.
Omgaan met de printer Informatie over de printer Gewenste informatie Locatie Aanwijzingen voor de eerste installatie: Installatiedocumentatie: de installatiedocumentatie is bij de printer geleverd en is ook beschikbaar op de website van Lexmark op http://support.lexmark.com. • Printer aansluiten • Printersoftware installeren Aanvullende installatie-instructies voor het gebruik van de printer.
Gewenste informatie Locatie Recente aanvullende informatie, updates en technische ondersteuning: Ga naar onze ondersteuningswebsite op http://support.lexmark.com. • • • • • Documentatie Stuurprogrammadownloads Ondersteuning via live chat Ondersteuning per e-mail Telefonische ondersteuning Opmerking: Selecteer uw land of regio en selecteer vervolgens uw product om de juiste ondersteuningssite weer te geven.
5 1 4 3 1 Rechterkant 307,34 mm (12,1 inch) 2 Voorkant 444,5 mm (17,5 inch) 3 Linkerkant 374,65 mm (14,75 inch) 4 Achterkant 100 mm (3,9 inch) 5 Bovenkant 304,8 mm (12 inch) 2 Printerconfiguraties LET OP—KAN OMVALLEN: Voor configuraties die op de grond staan, zijn extra onderdelen nodig ter bevordering van de stabiliteit.
Basismodel 2 1 3 4 5 6 8 7 1 Automatische documentinvoer (ADI) 2 Invoerlade van de ADI 3 ADI-uitvoerlade 4 Bedieningspaneel van de printer 5 Uitvoerlade 2 6 Standaarduitvoerlade 7 Standaardlade voor 520 vel 8 Univer&seellader Geconfigureerde modellen U kunt de basisprinter aanpassen door optionele laden toe te voegen. Er kunnen ook een hoge-capaciteitslader voor 2000 vel en een finisherlade worden toegevoegd.
4 Optionele module met tandemlade voor 2000 vel • Lade voor 850 vel (lade 3) • Lade voor 1150 vel (lade 4) Volledig geconfigureerd model 1 2 1 Finisherlade De finisherlade kan een van de volgende zijn: • Standaardfinisher (perforeren/nieten) • Finisher voor boekjes (perforeren/nieten/boekje) 2 Hoge-capaciteitslader voor 2000 vel Basisfuncties van de scanner De scanner is speciaal bedoeld voor grote werkgroepen en biedt mogelijkheden voor kopiëren, faxen en scannen naar netwerk.
Informatie over de ADF en de glasplaat Automatische documentinvoer (ADI) Glasplaat Gebruik de ADF (automatische documentinvoer) voor documenten met meerdere pagina's. Gebruik de glasplaat voor één pagina, kleine voorwerpen (zoals briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften). U kunt de ADF of de glasplaat gebruiken om documenten te scannen. De ADF gebruiken Met de ADF kunt u meerdere pagina's scannen, inclusief dubbelzijdig afgedrukte pagina's.
Informatie over het bedieningspaneel van de printer 3 2 1 1 @!. 2 ABC 3 DEF 4 5 6 MNO 7 GHI PQRS * 7 Onderdeel 1 Display 2 Indicatielampje JKL 8 TUV 0 9 4 WXYZ # 6 5 Beschrijving Geeft de status van de printer weer en kan worden gebruikt voor installatie en bediening van de printer. • Uit: de printer is uitgeschakeld. • Knippert groen: de printer is bezig met opwarmen, met het verwerken van gegevens of met afdrukken. • Brandt groen: de printer staat aan, maar is niet actief.
Informatie over het beginscherm Informatie over het beginscherm Als de printer wordt ingeschakeld, wordt op het display een basisscherm weergegeven. Dit wordt het beginscherm genoemd. Raak de knoppen en pictogrammen in het beginscherm aan als u een handeling wilt uitvoeren zoals kopiëren, faxen, scannen, het openen van het menuscherm of het beantwoorden van berichten.
Raak Tot verwijderen Hiermee kunt een verzameling met bladwijzers (URL's) maken, indelen en opslaan in een structuurweergave met mappen en bestandskoppelingen. Opmerking: De structuurweergave ondersteunt alleen bladwijzers die met deze functie zijn gemaakt; bladwijzers van andere toepassingen worden niet ondersteund. Wachttaken Hiermee worden alle huidige taken in de wachtstand weergegeven.
Functies Functie Beschrijving Menupad Boven in elk menuscherm wordt een pad weergegeven. De functie geeft het pad weer naar het huidige menu Voorbeeld: Menu's > &Instellingen > Kopieerinstellingen Aantal exemplaren U kunt elk onderstreepte woord aanraken om naar het desbetreffende menu terug te gaan. Aantal exemplaren is niet onderstreept, aangezien dit het actieve scherm is.
Raak Tot Pijl naar rechts Naar rechts bladeren. Pijl naar links Naar links bladeren. Startpagina Raak deze knop aan om naar het beginscherm terug te keren. Omhoog Een hogere waarde selecteren. Omlaag Een lagere waarde selecteren. Afsluiten Het huidige scherm afsluiten. Tips Een dialoogvenster met contextgevoelige Help op het aanraakscherm openen. Andere knoppen op het aanraakscherm Raak Tot Standaardinstelling Een instelling opslaan. Annu&leren • Een actie of een selectie annuleren.
Raak Tot He&rstellen Waarden op het scherm herstellen.
Toepassingen van het startscherm instellen en gebruiken Opmerkingen: • Het beginscherm, de pictogrammen en de knoppen op uw apparaat kunnen er anders uitzien, afhankelijk van de aangepaste beginscherminstellingen, beheerdersinstellingen en actieve ingesloten toepassingen. Sommige opties zijn alleen beschikbaar op bepaalde printermodellen. • Het kan zijn dat er andere oplossingen en toepassingen verkrijgbaar zijn. Ga voor meer informatie naar www.lexmark.com. Of neem contact op met uw verkooppunt.
Toepassingen in het beginscherm activeren Op uw printer zijn bij levering al beginschermtoepassingen geïnstalleerd. Voordat u deze toepassingen kunt gebruiken, moet u ze activeren en instellen met behulp van de Embedded Web Server. Voor meer informatie over het gebruik van de Embedded Web Server raadpleegt u “De Embedded Web Server openen” op pagina 29. Ga voor meer informatie over de configuratie en het gebruik van de toepassingen in het beginscherm naar de website van Lexmark op http://support.lexmark.
1 Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk. Opmerking: Zoek het IP-adres van de printer in het beginscherm op het bedieningspaneel. Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten: 123,123.123,123. 2 Klik op Instellingen > Device Solutions > Solutions (eSF) > Scannen naar netwerk. 3 Definieer de doelmappen en pas vervolgens de instellingen aan. 4 Klik op Toepassen.
Het externe bedieningspaneel instellen Met deze toepassing wordt het bedieningspaneel van de printer op uw computerscherm weergegeven en kunt u het bedieningspaneel van de printer bedienen, zelfs als u niet in de buurt van de netwerkprinter bent. U kunt vanaf uw computerscherm de printerstatus bekijken, taken in de wacht vrijgeven, bladwijzers maken en andere gerelateerde taken uitvoeren die u normaal gezien doet als u bij de netwerkprinter staat.
4 Klik bij Geïnstalleerde programma's op de naam van de toepassing die u wilt configureren. 5 Klik op Configureren > Importeren. 6 Blader naar het opgeslagen configuratiebestand dat vanaf een reeds geconfigureerde printer is geëxporteerd, en laad of bekijk het bestand. Opmerking: Als er een time-out optreedt en een leeg scherm wordt weergegeven, vernieuwt u de webbrowser en klikt u vervolgens op Toepassen.
Extra printer instellen De printer inschakelen 1 Open de voorklep. 2 Druk op de aan/uit-schakelaar van de printer. 3 Sluit de voorklep.
Interne opties installeren LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Als u de systeemkaart opent of optionele hardware of geheugenapparaten installeert nadat u de printer hebt ingesteld, dient u voordat u doorgaat eerst de printer uit te schakelen en de stekker uit het stopcontact te halen. Als u andere apparaten hebt aangesloten op de printer, schakel deze dan ook uit en koppel de kabels los van de printer.
Toegang krijgen tot de systeemkaart van de printer LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Als u de systeemkaart opent of optionele hardware of geheugenapparaten installeert nadat u de printer hebt ingesteld, dient u voordat u doorgaat eerst de printer uit te schakelen en de stekker uit het stopcontact te halen. Als u andere apparaten hebt aangesloten op de printer, schakel deze dan ook uit en koppel de kabels los van de printer. Opmerking: Voor deze taak hebt u een schroevendraaier met platte kop nodig.
1 2 3 1 ISP-connector 2 Connectors voor geheugen- en flashgeheugenkaart 3 Geheugenkaartconnectors 4 Duw de systeemkaart terug op zijn plek. Geheugenkaart installeren LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Als u de systeemkaart opent of optionele hardware of geheugenapparaten installeert nadat u de printer hebt ingesteld, dient u voordat u doorgaat eerst de printer uit te schakelen en de stekker uit het stopcontact te halen.
3 Open de vergrendelingen van de geheugenkaartconnectoren op de systeemkaart. 4 Breng de uitsparing op de geheugenkaart op één lijn met de ribbel op de connector.
5 Duw de geheugenkaart in de connector totdat deze vastklikt. Flashgeheugenkaart of firmwarekaart installeren De systeemkaart heeft twee connectoren voor een optionele flashgeheugenkaart of firmwarekaart. Slechts één van elk kan worden geïnstalleerd, maar de connectoren zijn uitwisselbaar.
3 Houd de kaart aan de zijkanten vast en breng de pinnen aan de onderkant op gelijke hoogte met de uitsparingen in de systeemkaart. 2 1 1 Plastic pinnen 2 Metalen pinnen 4 Druk de kaart stevig op zijn plaats. Opmerkingen: • De connector van de kaart moet over de gehele lengte in aanraking zijn met de systeemkaart. • Let erop dat de aansluitpunten niet beschadigd raken.
Een Internal Solutions Port installeren De systeemkaart ondersteunt één optionele Lexmark Internal Solutions Port (ISP). Opmerking: Voor deze taak hebt u een schroevendraaier met platte kop nodig. LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Als u toegang wilt verkrijgen tot de systeemkaart of optionele hardware of geheugenkaarten wilt installeren nadat u de printer gebruiksklaar hebt gemaakt, moet u eerst de printer uitzetten en de stekker van het netsnoer uit het stopcontact halen.
4 Gebruik de twee meegeleverde schroeven om de plastic beugel aan de ISP-oplossing te bevestigen. 5 Gebruik de twee meegeleverde schroeven om de ISP-oplossing te bevestigen aan de systeemkaartbehuizing.
6 Sluit de interfacekabel van de ISP-oplossing aan op de aansluiting op de systeemkaart. 7 Gebruik de twee schroeven om de ISP-oplossing stevig aan de systeemkaartbehuizing te bevestigen.
Vaste schijf van printer installeren Opmerking: Voor deze taak hebt u een schroevendraaier met platte kop nodig. LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Als u de systeemkaart opent of optionele hardware of geheugenapparaten installeert nadat u de printer hebt ingesteld, dient u voordat u doorgaat eerst de printer uit te schakelen en de stekker uit het stopcontact te halen. Als u andere apparaten hebt aangesloten op de printer, schakel deze dan ook uit en koppel de kabels los van de printer.
U installeert de vaste schijf van een printer als volgt op de ISP: a Draai de schroeven los met een schroevendraaier met platte kop. b Verwijder de schroeven waarmee de montagebeugel aan de vaste schijf van de printer is bevestigd en verwijder vervolgens de montagebeugel. c Lijn de afstandbussen van de vaste schijf uit met de openingen in de ISP en druk de vaste schijf omlaag totdat de afstandbussen op de goede plaats zitten.
Het rechtstreeks op de systeemkaart installeren van een vaste schijf van een printer gaat als volgt: a Lijn de afstandbussen van de vaste schijf uit met de openingen in de systeemkaart en druk de vaste schijf omlaag totdat de afstandbussen op de goede plaats zitten.
b Gebruik de twee meegeleverde schroeven om de montagebeugel van de vaste schijf vast te zetten. c Plaats de plug van de interfacekabel van de vaste schijf in de aansluiting op de systeemkaart. Opmerking: De pluggen en connectors zijn kleurgecodeerd.
Vaste schijf van de printer verwijderen Opmerking: Voor deze taak hebt u een schroevendraaier met platte kop nodig. Let op—Kans op beschadiging: De elektronische componenten van de systeemkaart raken gemakkelijk beschadigd door statische elektriciteit. Raak daarom eerst een metalen voorwerp aan voordat u de elektrische componenten of aansluitingen van de systeemkaart aanraakt. 1 Open het toegangspaneel van de systeemkaart.
3 Verwijder de schroeven terwijl u de vaste schijf van de printer op de plaats houdt en verwijder vervolgens de vaste schijf. 4 Leg de vaste schijf van de printer opzij.
Hardwareopties installeren Volgorde van installatie LET OP—KAN OMVALLEN: Voor configuraties die op de grond staan, zijn extra onderdelen nodig ter bevordering van de stabiliteit. Gebruik een printerstandaard of printerstelling als u gebruik maakt van een invoerlade met hoge capaciteit, een eenheid voor dubbelzijdig afdrukken en een invoeroptie, of meerdere invoeropties. Ook voor een multifunctionele printer (MFP) waarmee u kunt scannen, kopiëren en faxen, hebt u mogelijk extra onderdelen nodig. Zie www.
• Module met tandemlade • Hoge-capaciteitslader LET OP—KANS OP LETSEL: De printer weegt meer dan 18 kg en moet door twee of meer getrainde personeelsleden worden opgetild. LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Als u toegang wilt verkrijgen tot de systeemkaart of optionele hardware of geheugenkaarten wilt installeren nadat u de printer gebruiksklaar hebt gemaakt, moet u eerst de printer uitzetten en de stekker van het netsnoer uit het stopcontact halen.
1 2 Module met 3 laden 1 Module met 3 laden 2 Hoge-capaciteitslader voor 2000 vel Extra printer instellen 52
1 2 Module met tandemlade 1 Module met tandemlade 2 Hoge-capaciteitslader voor 2000 vel 5 Zet de printer weer aan. 6 Stel de printersoftware zodanig in dat de optionele lade wordt herkend. Zie “Beschikbare opties bijwerken in het printerstuurprogramma” op pagina 56 voor meer informatie. Kabels aansluiten LET OP—KANS OP LETSEL: Gebruik de faxfunctie niet tijdens onweer.
5 1 4 3 2 1 Telefoonpoort 2 Faxpoort 3 Ethernet-poort 4 USB-printerpoort 5 USB-poort Let op—Kans op beschadiging: Raak tijdens het afdrukken niet de USB-kabel, netwerkadapters of het aangegeven deel van de printer aan. Dit kan leiden tot gegevensverlies of een storing.
Netwerkconfiguratiepagina afdrukken Als de printer op een netwerk is aangesloten, kunt u de netwerkaansluiting controleren door een netwerkconfiguratiepagina af te drukken. Deze pagina bevat ook informatie die van belang is bij de configuratie van het afdrukken via een netwerk. 1 Blader in het startscherm naar: > Rapporten > Netwerkconfiguratiepagina 2 Controleer het eerste gedeelte van de pagina met netwerkinstellingen om te zien of bij Status wordt aangegeven dat de printer is aangesloten.
Beschikbare opties bijwerken in het printerstuurprogramma Nadat de printersoftware en eventuele opties zijn geïnstalleerd, is het wellicht nodig om de opties handmatig toe te voegen in het printerstuurprogramma om deze beschikbaar te maken voor afdruktaken. Voor Windows-gebruikers 1 Open de map Printers: a Klik op of klik op Start en klik op Uitvoeren. b Typ in het vak van Start zoeken of Uitvoeren control printers. c Druk op Enterof klik op OK. 2 Selecteer de printer.
• SSID: er wordt ook naar de SSID verwezen als de netwerknaam. • Draadloze modus (of netwerkmodus): de modus is infrastructuur of ad-hoc. • Kanaal (voor ad-hocnetwerken): het kanaal wordt standaard ingesteld op automatisch voor infrastructuurnetwerken. Voor sommige ad-hocnetwerken is de instelling automatisch ook vereist. Raadpleeg de systeembeheerder als u niet zeker bent over het kanaal dat u moet selecteren.
1 Sluit het netsnoer aan op de printer en steek de stekker in een geaard stopcontact, schakel de stroom in. Zorg dat de printer en computer helemaal zijn ingeschakeld en klaar voor gebruik. Sluit de USB-kabel niet aan voordat dit wordt aangegeven op het scherm. 2 Plaats de cd Software en documentatie. 3 Klik op Installeren en volg de aanwijzingen op het scherm. 4 Als u wordt gevraagd een verbindingstype te selecteren, selecteert u Draadloze verbinding.
6 Sluit tijdelijk een USB-kabel aan tussen de computer op het draadloze netwerk en de printer. Opmerking: Als de printer eenmaal is geconfigureerd, dan zal de software u de instructie geven de tijdelijke USB-kabel te verwijderen; hierna kunt u draadloos afdrukken. 7 Volg de instructies op het beeldscherm. Opmerking: Raadpleeg de Handleiding netwerken voor meer informatie over andere computers toestaan op het netwerk de draadloze printer te gebruiken.
In Mac OS X versie 10.5 en later Ga in het Apple-menu naar: Systeemvoorkeuren > Netwerk > AirPort Mac OS X 10.4 en eerder Blader in de Finder naar: Programma's > Internetverbinding > AirPort 2 Selecteer vanuit het pop-upmenu Netwerknaam afdrukserver [yyyyyy], waarbij de y'en staan voor de laatste zes cijfers van het MAC-adres dat u hebt gevonden op het blad met het MAC-adres. 3 Open een webbrowser. 4 Selecteer Toon of Toon alle bladwijzers.
d Klik in het scherm Standaard op Installeer. e Voer het gebruikerswachtwoord in en klik vervolgens op OK. Alle benodigde toepassingen worden op de computer geïnstalleerd. f Klik op Close (Sluit) wanneer de installatie is voltooid. 2 Voeg de printer toe: a Voor afdrukken via IP: In Mac OS X versie 10.5 en later 1 Ga in het Apple-menu naar: Systeemvoorkeuren > Afdrukken en faxen 2 Klik op + en vervolgens op de tab IP. 3 Typ het IP-adres van de printer in het adresveld en klik op Voeg toe. Mac OS X 10.
Voor Windows-gebruikers 1 Plaats de cd Software en documentatie . Als het installatievenster niet wordt weergegeven na een minuut, start u de cd handmatig: a Klik op of klik op Start en klik op Uitvoeren. b Typ in het vak van Start zoeken of Uitvoeren D:\setup.exe, waarbij D de letter van het cd-rom- of dvd-romstation is. c Druk op Enterof klik op OK. 2 Klik op Installeeren volg de aanwijzingen op het scherm.
Mac OS X 10.5 of hoger 1 Ga in het Apple-menu naar: Systeemvoorkeuren > Afdrukken en faxen 2 Klik op + en klik op de knop IP . 3 Typ het IP-adres van de printer in het adresveld en klik op Voeg toe. Mac OS X 10.4 en eerder 1 Blader in de Finder naar: Toepassingen > Hulpprogramma's 2 Dubbelklik op Printerconfiguratie of Afdrukbeheer. 3 Klik in de printerlijst op Voeg toe en klik op IP-printer. 4 Typ het IP-adres van de printer in het adresveld en klik op Voeg toe.
Poortinstellingen wijzigen na het installeren van een nieuwe netwerk-ISP (Internal Solutions Port) Wanneer een nieuwe Lexmark ISP (Internal Solutions Port) in de printer wordt geïnstalleerd, moeten de printerconfiguraties worden bijgewerkt op computers die toegang hebben tot de printer omdat de printer een nieuw IP-adres krijgt toegewezen. Alle computers die toegang tot de printer hebben, moeten worden bijgewerkt met dit nieuwe IP-adres.
9 Typ het nieuwe IP-adres in het veld Printernaam of IP-adres. 10 Klik op OK > Sluiten>. Voor Macintosh-gebruikers 1 Typ het IP-adres van uw printer in de adresbalk van uw webbrowser. Als u het IP-adres van de printer niet weet, kunt u: • het IP-adres op het bedieningspaneel van de printer vinden in het TCP/IP-gedeelte in het menu Netwerken/Poorten. • een pagina met netwerkinstellingen afdrukken en het IP-adres in het TCP/IP-gedeelte zoeken.
f Kies Lokale AppleTalk-zone in het tweede voorgrondmenu. g Selecteer een printer in de lijst en klik vervolgens op Voeg toe. Serieel afdrukken instellen Bij serieel afdrukken worden gegevens met één bit tegelijk overgedragen. Hoewel serieel afdrukken over het algemeen trager is dan parallel afdrukken, verdient het de voorkeur wanneer er een grote afstand is tussen de printer en de computer of wanneer er een interface met betere overdrachtsnelheid beschikbaar is.
Nadat het printerstuurprogramma is geïnstalleerd, moet u de seriële parameters instellen voor de COM-poort die is toegewezen aan het printerstuurprogramma. Opmerking: De seriële parameters van de COM-poort moeten exact overeenkomen met de seriële parameters die zijn ingesteld op de printer. a Open Apparaatbeheer. 1 Klik op of klik op Start en dan op Uitvoeren. 2 Typ in het vakje van Start zoeken of Uitvoeren devmgmt.msc. 3 Druk op Enter of klik op OK.
De milieubelasting van uw printer minimaliseren Lexmark hecht veel belang aan duurzaamheid en verbetert voortdurend zijn printers om de invloed ervan op het milieu te verminderen. Wij houden bij het ontwerpen rekening met het milieu, maken onze verpakkingen zelf om het materiaalgebruik terug te brengen en zorgen voor inzamel- en recyclingprogramma’s. Zie voor meer informatie: • Het hoofdstuk Kennisgevingen • Het gedeelte Duurzaamheid van de Lexmark website op www.lexmark.
Vermijd papierstoringen Stel de papiersoort en het formaat correct in om te voorkomen dat het papier vastloopt. Zie “Papierstoringen voorkomen” op pagina 283 voor meer informatie. Afdrukken in zwart-wit Stel de printer in op Alleen zwart om alle tekst en afbeeldingen alleen met de zwarte tonercartridge af te drukken. Zie “Afdrukken in zwart-wit” op pagina 98 voor meer informatie. Gebruik instellingen uit Max. snelheid of Max. rendement Met de instellingen voor Max. snelheid en Max.
Geluid van de printer beperken U kunt als volgt een instelling voor Stille modus selecteren met de Embedded Web Server: 1 Typ het IP-adres van uw printer in de adresbalk van uw webbrowser. Als u het IP-adres van de printer niet weet, kunt u: • het IP-adres op het bedieningspaneel van de printer vinden in het TCP/IP-gedeelte in het menu Netwerken/Poorten. • een pagina met netwerkinstellingen afdrukken en het IP-adres in het TCP/IP-gedeelte zoeken.
Bedieningspaneel van de printer gebruiken 1 Blader in het startscherm naar: > Instellingen > Algemene instellingen > Time-outs 2 Raak de pijlen naast Slaapstand aan om het aantal minuten te selecteren dat u wilt dat de printer wacht voordat deze overschakelt naar de slaapstand. 3 Raak Verzenden aan. Sluimerstand gebruiken In de sluimerstand verbruikt de printer bijna geen stroom.
3 Geef in het vak Helderheid van scherm het gewenste percentage voor de display op. 4 Klik op Verzenden. Bedieningspaneel van de printer gebruiken 1 Blader in het startscherm naar: > Instellingen > Algemene instellingen 2 Raak de pijlen aan totdat Helderheid van scherm wordt weergegeven en selecteer een instelling. 3 Raak Verzenden aan. Recycling Lexmark verzorgt inzamelprogramma’s en vooruitstrevende, duurzame benaderingen van recycling.
Lexmark cartridges terugsturen voor hergebruik of recycling Het Lexmark Inzamelingsprogramma voor cartridges redt jaarlijks miljoenen Lexmark cartridges van de afvalberg door het terugsturen van gebruikte cartridges voor hergebruik of recycling gemakkelijk en gratis te maken voor Lexmark klanten. Honderd procent van de lege cartridges die naar Lexmark worden teruggestuurd wordt hergebruikt of verwerkt voor recycling. De dozen die zijn gebruikt voor het terugsturen van de cartridges worden ook gerecycled.
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen Papierformaat en papiersoort instellen De instelling Papierformaat wordt automatisch vastgesteld aan de hand van de positie van de papiergeleiders in de laden, behalve de universeellader. Voor de universeellader moet u de instelling Papierformaat handmatig opgeven via het menu Papierformaat. U moet de instelling Papierformaat handmatig opgeven voor alle laden waarin geen normaal papier is geplaatst.
Standaardlade of optionele laden voor 520 vel vullen De printer heeft een standaardlade voor 520 vel (lade 1). Er kunnen nog een of meer optionele laden voor 520 vel zijn. Alle laden voor 520 vel ondersteunen dezelfde papierformaten en -soorten. LET OP—KANS OP LETSEL: Zorg ervoor dat u papier afzonderlijk in elke lade of lader plaatst om instabiliteit van de apparatuur te voorkomen. Houd alle overige laden of laders gesloten tot u ze nodig hebt. 1 Trek de lade naar buiten.
2 Druk de breedtegeleider in en schuif deze naar de juiste positie voor het formaat papier dat u in de lade plaatst. 3 Druk de lengtegeleider in en schuif deze naar de juiste positie voor het formaat papier dat u in de lade plaatst. Opmerking: De lengtegeleider heeft een vergrendelingsonderdeel. Schuif de knop op de lengtegeleider omlaag om de geleider te ontgrendelen. Schuif de knop omhoog om de geleider te vergrendelen nadat u een lengte hebt ingesteld.
Opmerkingen: • • • • Plaats de papierstapel met de te bedrukken zijde omlaag als u dubbelzijdig wilt afdrukken. Plaats geperforeerd papier met de gaatjes naar voren. Plaats briefhoofdpapier met het briefhoofd naar links. Zorg ervoor dat het papier niet hoger komt dan de maximumstapelhoogte op de rand van de papierlade. Let op—Kans op beschadiging: Plaats niet te veel papier in de lade, want dit kan papierstoringen en mogelijk printerschade veroorzaken. 6 Plaats de lade.
Papier in de optionele laden voor 850 vel en 1150 vel plaatsen De laden voor 850 vel en 1150 vel ondersteunen dezelfde papierformaten en soorten, en moeten op dezelfde manier van papier worden voorzien. LET OP—KANS OP LETSEL: Zorg ervoor dat u papier afzonderlijk in elke lade of lader plaatst om instabiliteit van de apparatuur te voorkomen. Houd alle overige laden of laders gesloten tot u ze nodig hebt. 1 Trek de lade naar buiten.
3 Buig de vellen naar voren en achteren om ze van elkaar los te maken. Vouw of kreuk het papier niet. Maak op een vlakke ondergrond de stapel recht. 4 Plaats de papierstapel met de aanbevolen afdrukzijde naar boven. Opmerkingen: • • • • Plaats de papierstapel met de te bedrukken zijde omlaag als u dubbelzijdig wilt afdrukken. Plaats geperforeerd papier met de gaatjes naar voren. Plaats briefhoofdpapier met de afdrukzijde omhoog met het briefhoofd naar links.
De hoge-capaciteitslader voor 2000 vel vullen In de lader met hoge capaciteit past 2.000 vel papier van het formaat Letter, A4 en Legal (80 g/m2). 1 Trek de lade naar buiten. 2 Pas de breedtegeleider zo nodig aan.
3 Buig de vellen enkele malen om de vellen los te maken. Vouw of kreuk het papier niet. Maak op een vlakke ondergrond de stapel recht. 4 Plaats het papier met de afdrukzijde omhoog in de papierlade. Opmerking: Zorg ervoor dat het papier niet hoger komt dan de maximumstapelhoogte op de rand van de papierlade. Als er te veel papier in de lade wordt geplaatst, kan dit papierstoringen en mogelijk schade aan de printer veroorzaken.
Opmerkingen: • Plaats geperforeerd papier met de gaatjes naar voren. • Plaats briefhoofdpapier met de afdrukzijde omhoog met het briefhoofd naar links. • Plaats briefhoofdpapier met de afdrukzijde omlaag met het briefhoofd naar rechts voor dubbelzijdig afdrukken. 5 Plaats de lade terug in de printer. De universeellader vullen De universeellader is geschikt voor afdrukmateriaal van diverse formaten en soorten, zoals transparanten, etiketten, karton en enveloppen.
2 Als u papier of speciaal materiaal gebruikt dat langer is dan Letter-papier, trekt u de uitbreiding voorzichtig naar buiten tot deze volledig is uitgetrokken. 3 Buig de vellen papier of speciaal afdrukmateriaal enkele malen om ze los te maken. Vouw of kreuk ze niet. Maak op een vlakke ondergrond de stapel recht. Papier Enveloppen Transparanten Opmerking: raak de afdrukzijde niet aan en zorg dat er geen krassen op komen.
4 Duw op het papiertransportlipje en plaats het papier of speciale materiaal. Schuif het materiaal voorzichtig in de universeellader tot het niet meer verder kan en laat het papiertransportlipje los. Let op—Kans op beschadiging: Als u het papier verwijdert zonder eerst op het papiertransportlipje te drukken, kan het papier vastlopen of kan het papiertransportlipje breken. • Plaats papier en transparanten met de aanbevolen afdrukzijde naar beneden en met de korte zijde eerst.
5 Stel de breedtegeleider bij, zodat hij net tegen de rand van de papierstapel komt. Zorg ervoor dat het papier of het speciale materiaal losjes in de universeellader past, vlak ligt, en niet is omgebogen of gekreukt. 6 Stel via het bedieningspaneel van de printer het papierformaat en de papiersoort in voor de universeellader (Formaat U-lader en Soort U-lader) op basis van het papier of speciale materiaal dat u hebt ingevoerd.
Een aangepaste naam maken voor een papiersoort Als de printer is aangesloten op een netwerk, kunt u de Embedded Web Server gebruiken om een andere naam dan Aangepast [x] op te geven voor de aangepaste papiersoorten die in de printer zijn geplaatst. 1 Typ het IP-adres van uw printer in de adresbalk van uw webbrowser. Opmerking: Als u het IP-adres van de printer niet weet, kunt u: • het IP-adres op het bedieningspaneel van de printer vinden in het TCP/IP-gedeelte in het menu Netwerken/Poorten.
Richtlijnen voor papier en speciaal afdrukmateriaal Richtlijnen voor papier Papierkenmerken De volgende papierkenmerken zijn van invloed op de afdrukkwaliteit en de betrouwbaarheid van de papierinvoer. Houd rekening met deze kenmerken wanneer u een nieuw type papier overweegt. Gewicht De printer kan automatisch papier met een gewicht van 60 tot 220 g/m2 met de vezel in lengterichting invoeren.
Vezelgehalte Kwalitatief hoogwaardig xerografisch papier bestaat meestal voor 100% uit chemisch behandelde houtpulp. Papier met deze samenstelling is zeer stabiel, zodat er minder problemen optreden bij de invoer en de afdrukkwaliteit beter is. Als papier andere vezels bevat, bijvoorbeeld van katoen, kan dat eerder leiden tot problemen bij de verwerking.
Voorbedrukt papier, zoals briefhoofdpapier, moet bestand zijn tegen temperaturen tot 190°C zonder te smelten of gevaarlijke stoffen af te geven. Kringlooppapier en ander kantoorpapier gebruiken Lexmark is een milieubewust bedrijf en stimuleert daarom het gebruik van kringlooppapier dat speciaal is geproduceerd voor gebruik in laserprinters (elektrofotografisch).
Certification). Deze certificeringen garanderen dat de papierleverancier houtpulp gebruikt dat afkomstig is van boseigenaars die duurzaam en sociaal verantwoordelijk bosbeheer en herbebossing toepassen. 3 Kies het meest geschikte papier voor het afdrukken: normaal gecertificeerd papier van 75 of 80 g/m2, papier met een lager papiergewicht of kringlooppapier.
Ondersteunde papierformaten, -soorten en -gewichten In de volgende tabellen vindt u informatie over standaard- en optionele invoerbronnen en de papiersoorten die de laden ondersteunen. Opmerking: als een papierformaat niet in de lijst staat, configureert u een universeel papierformaat.
Papierformaat en afmeting Lade voor 520 vel 11x17 Lader voor 2000 vel Ulader Handmatige papierinvoer Handmatige envelopinvoer Duplex ADF Glasplaat 1 X 2 2 X 2 1 1, 3, 4 2 X 2 2 X 2 2 2 1 X 2 2 X 2 1, 2, (2, 4) & (1, 3) 279 x 432 mm (11 x 17 inch) Oficio (Mexico) 216 x 340 mm (8,5 x 13,4 inch) Folio 216 x 330 mm 3, 4 Statement 1, 5 X 2, 5 2, 5 X 2, 5 140 x 216 mm (5,5 x 8,5 inch) 1, 4, 1, 4, 5, 6 5, 6 Universal X 2 X X 2 X X X X 2 X DL-envelop 110 x
Papierformaat en afmeting Lade voor 520 vel Lader voor 2000 vel Ulader Handmatige papierinvoer Handmatige envelopinvoer Duplex ADF Glasplaat Andere envelop7 X X X X X X X X 76,22 x 76,22 mm tot 296,93 x 427,48 mm 1 Bron ondersteunt formaat met formaatdetectie. 2 Bron ondersteunt formaat zonder formaatdetectie. 3 Paperformaat wordt ondersteund als printer is ingesteld op metrische eenheden. 4 Papierformaat wordt ondersteund als printer is ingesteld op Amerikaanse eenheden.
Papiertype Lade voor 520 vel Lader voor 2000 vel U-lader Handmatige papierinvoer Etiketten Handmatige envelopinvoer Duplex ADF Glasplaat X X X X X • Papier • Vinyl Envelopes (Enveloppen) X X X Finisher Gebruik deze tabel om de mogelijke uitvoerbestemmingen te bepalen van afdruktaken met ondersteunde papiersoorten en -gewichten. De papiercapaciteit van elke uitvoerlade is tussen haakjes weergegeven. De geschatte papiercapaciteit is gebaseerd op papier van 75g/m2.
Ondersteunde afwerkfuncties 1 4 2 3 1 Standaarduitvoerlade finisher 2 Finisherlade 1 3 Finisherlade 2 (boekjesmaker) 4 Papiertransport Opmerkingen: • De afgebeelde finisher is de finisher voor boekjes. Lade 2 is alleen beschikbaar als de finisher voor boekjes is geïnstalleerd. • Alle capaciteit van de papierladen is gebaseerd op papier van 75g/m2. Papiertransport • • • • De papiercapaciteit is 50 vel. Deze lade ondersteunt geen afwerkopties. Enveloppen worden in deze eenheid verwerkt.
Afwerkfuncties van lade 1 Formaat Punch (Perforatie)* Verschoven Enkel/dubbel nieten Double dual staple (Tweemaal dubbel nieten) X X X X A3 A4 A5 X Executive Folio X X JIS B4 X B5 (JIS) X Legal X X Letter Statement X X X Tabloid X Universal Enveloppen (alle formaten) X X X X * Bij universeel papier moet de afwerkrand minimaal 229 mm bedragen voor een drievoudige perforatie en 254 mm voor een viervoudige perforatie.
Afwerkfuncties van lade 2 Formaat Bi fold (Tweeledig vouwen) Booklet fold (Boekje vouwen) Saddle staple (Rug nieten) A5 X X X Executive X X X X X X X X X Universal X X X Enveloppen (alle formaten) X X X A3 A4 (alleen SEF) Folio JIS B4 B5 (JIS) Legal Letter (alleen SEF) Statement Tabloid SEF: het papier wordt met de korte zijde als eerste geplaatst. De korte zijde van het papier gaat als eerste de printer binnen.
Bezig met afdrukken van De keuze en de verwerking van papier en speciaal afdrukmateriaal kunnen de betrouwbaarheid van het afdrukken beïnvloeden. Raadpleeg “Papierstoringen voorkomen” op pagina 283 en “Papier bewaren” op pagina 90 voor meer informatie. Een document afdrukken Documenten afdrukken 1 Stel op het bedieningspaneel van de printer in het menu Papier de papiersoort en het papierformaat in, op basis van het geplaatste papier.
Als u het IP-adres van de printer niet weet, kunt u: • het IP-adres op het bedieningspaneel van de printer vinden in het TCP/IP-gedeelte in het menu Netwerken/Poorten. • een pagina met netwerkinstellingen afdrukken en het IP-adres in het TCP/IP-gedeelte zoeken. 2 Klik op Instellingen > Afdrukinstellingen > Menu Kwaliteit > Tonerintensiteit. 3 Pas de instelling voor tonerintensiteit aan. 4 Klik op Verzenden. Max. snelheid en Max. rendement gebruiken Met de instellingen voor Max. snelheid en Max.
Afdrukken vanaf een flash-station Afdrukken vanaf een flash-station Opmerkingen: • Wilt u een gecodeerd PDF-bestand afdrukken, voer dan eerst het bestandswachtwoord in via het bedieningspaneel van de printer. • U kunt geen bestanden afdrukken waarvoor u geen afdrukmachtiging hebt. 1 Plaats een flash-station in de USB-poort. Opmerkingen: • De printer negeert het flash-station als u het aansluit terwijl de printer een probleem heeft, zoals een storing.
2 Raak op het bedieningspaneel van de printer het document aan dat u wilt afdrukken. 3 Raak de pijlen aan om het aantal kopieën dat u wilt maken te verhogen en raak Afdrukken aan. Opmerkingen: • Verwijder het flash-station pas uit de USB-poort wanneer het document is afgedrukt. • Als u het flash-station in de printer laat nadat u het beginscherm van het menu USB hebt verlaten, kunt u nog steeds bestanden als wachttaken vanaf het flash-station afdrukken.
Afdrukken op speciale media Tips voor het gebruik van briefhoofdpapier • • • • Gebruik briefhoofdpapier dat speciaal is ontworpen voor laser- of LED-printers. Maak eerst enkele proefafdrukken op het briefhoofdpapier voordat u grote hoeveelheden ervan aanschaft. Waaier de vellen uit voordat u het briefhoofdpapier plaatst zodat de vellen niet aan elkaar blijven plakken. Wanneer u wilt afdrukken op briefhoofdpapier, is het belangrijk dat u de juiste afdrukstand instelt.
Tips voor het afdrukken op enveloppen Maak eerst enkele proefafdrukken voordat u grote hoeveelheden enveloppen aanschaft. • Gebruik enveloppen die speciaal zijn ontworpen voor laser- of LED-printers. Informeer bij de fabrikant of de leverancier of de enveloppen bestand zijn tegen temperaturen tot 220°C zonder dat ze sluiten, kreukelen, buitensporig krullen of schadelijke stoffen afgeven.
• Gebruik geen etiketten met glad rugmateriaal. • Gebruik geen etiketvellen waarop etiketten ontbreken. Etiketten van onvolledige vellen kunnen losraken tijdens het afdrukken, waardoor de vellen kunnen vastlopen en de kleefstof de printer en de cartridge kan vervuilen. Hierdoor kan de garantie voor de printer en de cartridge vervallen. • Gebruik geen etiketten waarvan de lijm aan de oppervlakte ligt.
Type afdruktaak Beschrijving Vertrouwelijk Met Vertrouwelijk worden afdruktaken vastgehouden op de computer tot u de pincode invoert met het bedieningspaneel. Opmerking: De pincode is ingesteld vanaf de computer. De pincode moet bestaan uit vier cijfers tussen 0 en 9. Gecontroleerd Met Gecontroleerd kunt u één exemplaar van een taak afdrukken terwijl de printer de resterende exemplaren vasthoudt. Zo kunt u controleren of de kwaliteit van het eerste exemplaar naar wens is.
5 Geef de afdruktaak vrij vanaf het beginscherm van de printer.
Voor Macintosh-gebruikers Mac OS X 10.5 of hoger: 1 Kies in het Apple-menu Systeemvoorkeuren > Afdrukken en faxen > Open afdrukwachtrij. 2 Selecteer in het printervenster de afdruktaak die u wilt annuleren. 3 Klik op het pictogram Verwijder in de balk met pictogrammen boven aan het venster. Mac OS X 10.4 en lager: 1 Blader in de Finder naar: Ga > Programma's 2 Dubbelklik op Hulpprogramma's > Afdrukbeheer of Printerconfiguratie. 3 Dubbelklik op het pictogram van de printer.
Bezig met kopiëren scannen Glasplaat Gebruik de ADF (automatische documentinvoer) voor documenten met meerdere pagina's. Gebruik de glasplaat voor één pagina, kleine voorwerpen (zoals briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften). Kopieën maken Snel kopiëren 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de automatische documentinvoer (ADF) of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
Kopiëren met de glasplaat 1 Plaats een origineel document met de afdrukzijde naar beneden in de linkerbovenhoek van de glasplaat. 2 Blader in het startscherm naar: Kopiëren > wijzig de kopieerinstellingen > Kopiëren 3 Plaats het volgende document op de glasplaat en raak Volgende pagina scannen aan als u nog meer pagina's wilt scannen. 4 Raak Taak voltooien aan om terug te keren naar het beginscherm.
3 Blader in het startscherm naar: Kopiëren > Kopiëren van > formaat an het originele document > Kopiëren naar > Handmatige invoer 4 Plaats het briefhoofdpapier met de bedrukte zijde omhoog en de voorste rand naar voren in de universeellader. 5 Selecteer het formaat van het briefhoofd.
Kopiëren op verschillende papierformaten Gebruik de ADI om originele documenten te kopiëren met verschillende papierformaten. Afhankelijk van de papierformaten die in de laden zijn geplaatst en de instellingen "Kopiëren naar" en "Kopiëren van", wordt elke kopie afgedrukt op verschillende papierformaten (voorbeeld 1) of passend gemaakt voor één formaat papier (voorbeeld 2).
Kopieën verkleinen of vergroten Kopieën kunnen worden verkleind tot 25% van het originele formaat of vergroot tot 400% van het originele formaat. De standaardinstelling voor Schalen is Auto. Als u Schalen op Auto laat staan, wordt het origineel passend gemaakt voor het formaat van het papier waarop de kopie wordt afgedrukt.
• Drukpers: gebruik deze instelling als het originele document is afgedrukt met een drukpers. • Overige: gebruik deze instelling als het originele document is afgedrukt met een andere of onbekende printer. 7 Raak > Kopiëren aan. Kopieën sorteren Als u meerdere exemplaren van een document afdrukt, kunt u ervoor kiezen om elk exemplaar als een set (gesorteerd) af te drukken of de exemplaren af te drukken als groepen van dezelfde pagina's (niet gesorteerd).
Meerdere pagina's op één vel kopiëren Om papier te besparen kunt u twee of vier opeenvolgende pagina's van een document met meerdere pagina's op één vel papier kopiëren. Opmerkingen: • Het papierformaat moet zijn ingesteld op Letter, Legal, A4 of B5 JIS. • Het kopieformaat moet op 100% zijn ingesteld. 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde omhoog en de korte zijde naar voren in de ADI of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
Informatie op kopieën afdrukken Datum en tijd boven aan elke pagina afdrukken 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde omhoog en de korte zijde naar voren in de ADI of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Opmerking: Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine items, transparanten, fotopapier of dunne voorwerpen (zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADI. Plaats deze items op de glasplaat. 2 Als u een document in de ADI plaatst, moet u de papiergeleiders aanpassen.
Het scherm "Scantaak wordt geannuleerd" wordt weergegeven. Wanneer de taak is geannuleerd, wordt het kopieerscherm weergegeven. Een kopieertaak annuleren terwijl de pagina's worden afgedrukt 1 Raak in het startscherm Taak annuleren aan of druk op op het toetsenblok. 2 Raak de taak aan die u wilt annuleren. 3 Raak Geselecteerde taken verwijderen aan.
Schaal Met deze optie wordt een proportioneel geschaalde afbeelding gemaakt van uw kopie met een schaalpercentage variërend van 25% tot 400%. De schaling kan ook automatisch worden ingesteld. • Als u van het ene papierformaat naar het andere wilt kopiëren, bijvoorbeeld van Legal- naar Letter-formaat, hoeft u alleen de papierformaten in te stellen bij "Kopiëren van" en "Kopiëren naar", aangezien de schaal automatisch wordt gewijzigd zodat geen informatie van het originele document verloren gaat.
• Krant: gebruik deze instelling als het originele document uit een krant afkomstig is. • Drukpers: gebruik deze instelling als het originele document is afgedrukt met een drukpers. • Overige: gebruik deze instelling als het originele document is afgedrukt met een andere of onbekende printer. Kleur Met deze optie wordt kleur in- of uitgeschakeld voor de gescande afbeelding.
Opslaan als snelkoppeling Met deze optie kunt u de huidige instellingen opslaan als snelkoppeling door een nummer toe te wijzen.
E-mailen scannen Glasplaat Gebruik de ADF (automatische documentinvoer) voor documenten met meerdere pagina's. Gebruik de glasplaat voor één pagina, kleine voorwerpen (zoals briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften). U kunt de printer gebruiken om gescande documenten via e-mail naar één of meerdere ontvangers te verzenden. U kunt op drie manieren een e-mail verzenden vanaf de printer.
Als u het IP-adres van de printer niet weet, kunt u: • het IP-adres op het bedieningspaneel van de printer vinden in het TCP/IP-gedeelte in het menu Netwerken/Poorten. • een pagina met netwerkinstellingen afdrukken en het IP-adres in het TCP/IP-gedeelte zoeken. 2 Klik op Instellingen > Instellingen e-mail/FTP > E-mailiinstellingen. 3 Voer de betreffende informatie in de velden in. 4 Klik op Verzenden.
Een document per e-mail verzenden E-mail verzenden met het aanraakscherm 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de automatische documentinvoer (ADF) of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Opmerking: Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine voorwerpen, transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADI. Plaats deze items op de glasplaat.
4 Raak de naam van de ontvanger aan. Raak Volgend adres aan als u meerdere ontvangers wilt invoeren. Vervolgens kunt u de e-mailadressen of de snelkoppelingsnummers invoeren die u wilt toevoegen of in het adresboek zoeken. 5 Raak Gereed aan. E-mailinstellingen aanpassen Onderwerp en berichtinformatie aan de e-mail toevoegen 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde omhoog en de korte zijde naar voren in de ADI of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
• JPEG: hiermee kunt u afzonderlijke bestanden voor elke pagina van het originele document maken en bijvoegen, die kunnen worden weergegeven in de meeste webbrowsers en grafische programma's. • XPS: hiermee wordt één XML-papierspecificatie (XPS-bestand) met meerdere pagina's gemaakt dat kan worden weergegeven met een viewer in Internet Explorer en .NET Framework. U kunt ook een zelfstandige viewer van derden downloaden. 5 Raak E-mailen aan.
Resolutie Hiermee stelt u de uitvoerkwaliteit in van uw e-mail. Door een hogere afbeeldingsresolutie wordt het e-mailbestand groter en duurt het langer om uw originele document te scannen. Als u het e-mailbestand wilt verkleinen, kunt u een lagere afbeeldingsresolutie instellen. Kleur Met deze optie stelt u de uitvoerkleur in voor de gescande afbeelding. Raak deze optie aan om kleur in of uit te schakelen. Inhoud Met deze optie kunt u het type materiaal en de bron van het origineel opgeven.
• TIFF: hiermee worden een of meer bestanden gemaakt. Als u TIFF met meerdere pagina's uitschakelt in het menu Instellingen van de Embedded Web Server, wordt met TIFF elke pagina opgeslagen in een afzonderlijk bestand. Een TIFF-bestand is meestal groter dan een gelijkwaardig JPEG-bestand. • JPEG: hiermee wordt voor elke pagina van het originele document een bestand gemaakt en toegevoegd. De pagina's kunnen worden weergegeven met de meeste webbrowsers en grafische programma's.
Faxen Opmerking: De faxfunctie is alleen beschikbaar op bepaalde modellen. scannen Glasplaat Gebruik de ADF (automatische documentinvoer) voor documenten met meerdere pagina's. Gebruik de glasplaat voor één pagina, kleine voorwerpen (zoals briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften). De printer voorbereiden voor faxen Mogelijk zijn de volgende verbindingsmethoden niet van toepassing voor alle landen of regio's.
Eerste faxconfiguratie In veel landen en regio’s is het nodig dat uitgaande faxen de volgende informatie bevatten in de kantlijn aan de bovenkant of onderkant van elke verzonden pagina of op de eerste pagina van de overdracht: stationsnaam (identificatie van het bedrijf, de organisatie of de persoon die het bericht verstuurt) en het stationsnummer (telefoonnummer van het faxapparaat, bedrijf, organisatie of persoon).
Als u het IP-adres van de printer niet weet, kunt u: • het IP-adres op het bedieningspaneel van de printer vinden in het TCP/IP-gedeelte in het menu Netwerken/Poorten. • een pagina met netwerkinstellingen afdrukken en het IP-adres in het TCP/IP-gedeelte zoeken. 2 Klik op Instellingen > Faxinstellingen > Analoge faxinstellingen. 3 Geef in het veld Faxnaam of Stationsnaam de naam op die moet worden afgedrukt op alle uitgaande faxen.
Aansluiten op een analoge telefoonlijn Als uw telecommunicatieapparaat een Amerikaanse (RJ11-)telefoonlijn gebruikt, dient u de onderstaande stappen te volgen om het apparaat aan te sluiten: 1 Sluit een uiteinde van de meegeleverde telefoonkabel aan op de LINE-poort van de printer . 2 Sluit het andere uiteinde van de telefoonkabel aan op een werkende analoge telefoonwandcontactdoos.
Opmerkingen: • • • • • Zorg ervoor dat de adapter is ingesteld op het juiste schakelaartype voor uw regio. Afhankelijk van de toewijzing van de ISDN-poort dient u mogelijk een specifieke poort aan te sluiten. Als u een PBX-systeem gebruikt, zorg er dan voor dat de wisselgesprektoon is uitgeschakeld. Als u een PBX-systeem gebruikt, kies dan het buitenlijnvoorvoegsel voor u het faxnummer kiest.
Aansluiten op een adapter voor uw land of regio In de volgende landen of regio’s is er mogelijk een speciale adapter nodig om de telefoonkabel aan te sluiten op de werkende telefoonwandcontactdoos. Land/regio • • • • • • • • • Cyprus • Denemarken • Finland • Frankrijk • Duitsland • Ierland • Oostenrijk Nieuw-Zeeland Nederland Noorwegen Portugal Zweden Zwitserland Verenigd Koninkrijk Italië Voor sommige landen of regio’s is een telefoonlijnadapter bijgevoegd in de doos.
3 Geef in het veld Faxnaam of Stationsnaam de naam op die moet worden afgedrukt op alle uitgaande faxen. 4 Geef in het veld Faxnummer of Stationsnummer het faxnummer van de printer op. 5 Klik op Verzenden. Datum en tijd instellen U kunt de datum en tijd instellen die worden afgedrukt op elke fax die u verzendt. Als zich een stroomstoring voordoet, kan het nodig zijn om de datum en de tijd opnieuw in te stellen. 1 Typ het IP-adres van de printer in het adresveld van uw webbrowser.
Als u het IP-adres van de printer niet weet, kunt u: • het IP-adres op het bedieningspaneel van de printer vinden in het TCP/IP-gedeelte in het menu Netwerken/Poorten. • een pagina met netwerkinstellingen afdrukken en het IP-adres in het TCP/IP-gedeelte zoeken. 2 Klik op Instellingen > Snelkoppelingen beheren > Instellingen faxsnelkoppeling. Opmerking: Mogelijk moet u een wachtwoord opgeven. Vraag uw systeembeheerder om een gebruikers-ID en een wachtwoord als u deze nog niet hebt.
4 Voer het faxnummer of een snelkoppeling in via het aanraakscherm of het toetsenblok. Als u ontvangers toevoegen, raakt u Volgend nr. aan en geeft u het telefoonnummer of snelkoppelingsnummer op of zoekt u in het adresboek. als u een pauze in het faxnummer wilt plaatsen. Deze pauze wordt als komma Opmerking: Druk op weergegeven in het vak Faxen naar. Gebruik deze functie als u eerst een buitenlijn moet kiezen. 5 Raak Faxen aan.
Een fax verzenden met behulp van snelkoppelingen Faxsnelkoppelingen werken net als de nummers onder sneltoetsen op een telefoon of faxapparaat. Een snelkoppelingsnummer (1 – 99999) kan één of meerdere ontvangers bevatten. 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de automatische documentinvoer (ADF) of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
4 Raak in het gedeelte Resolutie de pijlen aan om de gewenste resolutie in te stellen. 5 Raak Faxen aan. Faxen lichter of donkerder maken 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde omhoog en de korte zijde naar voren in de ADI of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Opmerking: Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine items, transparanten, fotopapier of dunne voorwerpen (zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADI. Plaats deze items op de glasplaat.
Ongewenste faxen blokkeren 1 Typ het IP-adres van uw printer in de adresbalk van uw webbrowser. Als u het IP-adres van de printer niet weet, kunt u: • het IP-adres op het bedieningspaneel van de printer vinden in het TCP/IP-gedeelte in het menu Netwerken/Poorten. • een pagina met netwerkinstellingen afdrukken en het IP-adres in het TCP/IP-gedeelte zoeken. 2 Klik op Instellingen > Faxinstellingen > Analoge faxinstellingen > Fax zonder naam blokkeren.
• Tekst/foto: gebruik deze functie als het originele document bestaat uit een combinatie van tekst, afbeeldingen en foto's. • Foto: gebruik deze instelling als het originele document vooral bestaat uit foto's of afbeeldingen. Kies een inhoudbron: Kleurenlaser, Zwart-wit laser, Inkjet, Foto/film, Tijdschrift, Krant, Drukpers of Overige. • • • • • • • • Kleurenlaser: gebruik deze instelling als het originele document is afgedrukt met een kleurenlaserprinter.
Scanvoorbeeld Met deze optie wordt de eerste pagina van de afbeelding weergegeven voordat deze in de fax wordt opgenomen. Nadat de eerste pagina is gescand, wordt het scannen onderbroken en wordt een voorbeeldafbeelding weergegeven. Vertraagd verzenden Hiermee kunt u een fax op een later tijdstip of op een latere datum verzenden. 1 Stel uw fax in.
4 Selecteer in het menu Modus Faxen in wachtrij een van de volgende opties: • Uit • Altijd aan • Handmatig • Gepland 5 Als u Gepland hebt geselecteerd, gaat u verder met de volgende stappen: a Klik op Wachtschema fax. b Selecteer in Faxen in wachtrij in het menu Actie. c Selecteer in het menu Tijd de tijd waarop u de faxen in de wachtrij wilt vrijgeven. d Selecteer in het menu Dag(en) de dag waarop u de faxen in de wachtrij wilt vrijgeven. 6 Klik op Toevoegen.
Tijdens scannen Scannen naar een FTP-adres scannen Glasplaat Gebruik de ADF (automatische documentinvoer) voor documenten met meerdere pagina's. Gebruik de glasplaat voor één pagina, kleine voorwerpen (zoals briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften). Met de scanner kunt u documenten rechtstreeks scannen naar een FTP-server (File Transfer Protocol). U kunt per keer slechts één FTP-adres naar de server verzenden.
3 Klik onder Overige instellingen op Snelkoppelingen beheren. Opmerking: Mogelijk moet u een wachtwoord opgeven. Vraag uw systeembeheerder om een gebruikers-ID en een wachtwoord als u deze nog niet hebt. 4 Klik op Instellingen FTP-snelkoppeling. 5 Voer de juiste gegevens in. 6 Voer een snelkoppelingsnummer in. Als u een nummer invoert dat al in gebruik is, wordt u gevraagd een ander nummer te kiezen. 7 Klik op Toevoegen.
Naar een FTP-adres scannen met behulp van het adresboek 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de automatische documentinvoer (ADF) of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Opmerking: Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine voorwerpen, transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADI. Plaats deze items op de glasplaat.
• JPEG: hiermee wordt voor elke pagina van het originele document een bestand gemaakt en toegevoegd. De pagina's kunnen worden weergegeven met de meeste webbrowsers en grafische programma's. • XPS: hiermee wordt een XPS-bestand met meerdere pagina's gemaakt dat kan worden weergegeven met een viewer in Internet Explorer en .NET Framework. U kunt ook een zelfstandige viewer van derden downloaden. Kleur Met deze optie wordt kleur in- of uitgeschakeld voor de gescande afbeelding.
• Drukpers: gebruik deze instelling als het originele document is afgedrukt met een drukpers. • Overige: gebruik deze instelling als het originele document is afgedrukt met een andere of onbekende printer. Scanvoorbeeld Met deze optie wordt de eerste pagina van het originele document weergegeven voordat het volledige document wordt gescand. Nadat de eerste pagina is gescand, wordt het scannen onderbroken en wordt een voorbeeldafbeelding weergegeven.
Scannen naar een computer 1 Typ het IP-adres van uw printer in de adresbalk van uw webbrowser. Als u het IP-adres van de printer niet weet, kunt u: • het IP-adres op het bedieningspaneel van de printer vinden in het TCP/IP-gedeelte in het menu Netwerken/Poorten. • een pagina met netwerkinstellingen afdrukken en het IP-adres in het TCP/IP-gedeelte zoeken. 2 Klik op Scanprofiel > Maken. 3 Selecteer de scaninstellingen en klik op Volgende.
5 Pas de scaninstellingen aan. 6 Raak Scannen aan. Informatie over Scan Center-functies Met Scan Center-software kunt u scaninstellingen wijzigen en selecteren waar u het gescande bestand naartoe wilt sturen. Scaninstellingen die zijn gewijzigd met Scan Center-software kunnen worden opgeslagen en gebruikt voor andere taken.
Scanprofielopties Origineel Hiermee stelt u het formaat in voor de documenten die u gaat scannen. Als u Origineel formaat op Combinatie formaten instelt, kunt u een origineel document scannen dat verschillende papierformaten bevat (pagina's van het formaat Letter en Legal). Resolutie Met deze optie stelt u de uitvoerkwaliteit in van uw bestand. Door een hogere afbeeldingsresolutie wordt het bestand groter en duurt het langer om uw originele document te scannen.
Pagina-instelling Met deze optie kunt u de instellingen opgeven voor Zijden (Duplex), Afdrukstand en Inbinden. • Zijden (Duplex): Hiermee wordt aangegeven of het originele document simplex (op één zijde bedrukt) of duplex (op beide zijden bedrukt) is. Tevens wordt hiermee aangegeven wat moet worden gescand voor de e-mailbijlage. • Afdrukstand: hiermee wordt de afdrukstand van het originele document aangegeven en worden de instellingen voor Zijden en Inbinden afgestemd op de afdrukstand.
Printermenu's Lijst met menu's Supplies Menu Papier Rapporten Instellingen Vervang supply Standaardbron Pagina met menu-instellingen Algemene instellingen Cyaan cartridge Papierformaat/-soort Apparaatstatistieken Kopieerinstellingen Magenta cartridge Configuratie U-lader Netwerkconfiguratiepagina Faxinstellingen Gele cartridge Ander formaat E-mailinstellingen Zwarte cartridge Papierstructuur Pagina met netwerkinstellingen [x] Fotoconductor (cyaan) Fotoconductor (magenta) Papier plaats
Menu Supplies Menuoptie Beschrijving Met deze optie kunt u de supplyteller voor de scheidingsrol en het grijpmechanisme Vervang supply Scheidingsrol en grijpmechanisme opnieuw instellen • Selecteer Ja om de teller terug te zetten. Ja Nee • Selecteer Nee om af te sluiten.
Menuoptie Beschrijving Hiermee kunt u de status van de zwarte tonercartridge weergeven Zwarte cartridge Cartridge vrijwel leeg Cartridge bijna leeg Cartridge haast leeg Cartridge bevat zeer weinig toner Ongeldig Vervangen Ontbreekt of defect OK Niet-ondersteund Fotoconductor (cyaan) Eerste waarschuwing Laag Vervangen Ontbreekt OK Hiermee kunt u de status van de cyaan fotoconductor weergeven Fotoconductor (magenta) Eerste waarschuwing Laag Vervangen Ontbreekt OK Hiermee kunt u de status van de magenta f
Menuoptie Beschrijving Perforatiebak Bijna vol Vervangen Ontbreekt OK Hiermee kunt u de status van de perforatiebak weergeven.
Menu Papierformaat/-soort Menuoptie Beschrijving Formaat lade [x] Letter Legal Executive JIS‑B4 A3 11 x 17 Oficio (Mexico) Folio Statement Universal A4 A5 A6 B5 (JIS) Hiermee wordt het papierformaat in elke lade opgegeven. Soort lade [x] Norm.
Menuoptie Beschrijving Formaat U-lader Letter Legal Executive JIS‑B4 A3 11 x 17 Oficio (Mexico) Folio Statement Universal 7 3/4-envelop 10-envelope DL-envelop C5-envelop Andere envelop A4 A5 A6 B5 (JIS) Hiermee wordt het papierformaat in de universeellader opgegeven. Soort U-lader Aangepast [x] Norm.
Menuoptie Beschrijving Papierformaat handm. invoer Letter Legal Executive JIS‑B4 A3 11 x 17 Oficio (Mexico) Folio Statement Universal A4 A5 A6 B5 (JIS) Hiermee wordt het papierformaat aangegeven dat handmatig wordt geplaatst Papiersoort handm. invoer Norm. papier Karton Transparanten Kringlooppapier Glossy Zware glossy Etiketten Bankpost Briefhoofd Voorbedrukt papier Gekleurd papier Licht papier Zwaar papier Papier ruw/katoen Aangepast [x] Opmerking: "Letter" is de standaardinstelling in de VS.
Menu Configuratie U-lader Menuoptie Beschrijving Configuratie U-lader Hiermee bepaalt u wanneer de printer papier selecteert dat in de universeellader is geplaatst. Cassette Opmerkingen: Handmatig • Cassette is de standaardinstelling. Met de instelling Cassette configureert u de universeellader Eerste als automatische papierbron. • Als Handmatig is geselecteerd, kan de universeellader alleen worden gebruikt voor afdruktaken met handmatige invoer.
Menuoptie Beschrijving Struct. kringl.pap.
Menuoptie Beschrijving Structuur licht Normaal Ruw Glad Hiermee kunt u de relatieve structuur van het geplaatste papier opgeven Structuur zwaar Normaal Ruw Glad Hiermee kunt u de relatieve structuur van het geplaatste papier opgeven Structuur ruw/katoen Ruw Hiermee kunt u de relatieve structuur van het geplaatste katoenpapier opgeven Structuur Aangepast [x] Normaal Ruw Glad Hiermee kunt u de relatieve structuur van het geplaatste aangepaste papier opgeven Opmerking: Instellingen worden alleen weerg
Menuoptie Beschrijving Vinyletiketten laden Uit Dubbelzijdig afdrukken Hiermee bepaalt u of alle afdruktaken met Vinyletiketten als papiersoort dubbelzijdig worden afgedrukt. Bankpostpapier plaatsen Uit Dubbelzijdig afdrukken Hiermee bepaalt u of alle afdruktaken met Bankpost als papiersoort dubbelzijdig worden afgedrukt. Briefhoofdpap. plaatsen Uit Dubbelzijdig afdrukken Hiermee bepaalt u of alle afdruktaken met Briefhoofd als papiersoort dubbelzijdig worden afgedrukt.
Custom Types (Aangepaste soorten), menu Menuoptie Beschrijving Aangepast [x] Papier Karton Briefhoofd Transparanten Glossy Ruw/katoen Etiketten Bankpost Envelop Hiermee koppelt u een papiersoort of een speciale materiaalsoort aan een standaardnaam, zoals Aangepast [x] of een aangepaste naam die door een gebruiker is gemaakt met de Embedded Web Server of MarkVisionTM Professional Opmerkingen: • Papier is de standaardinstelling.
Menu Aangepaste scanformaten Menuoptie Beschrijving Aangepast scanformaat [x] Bepaalt de naam, het scanformaat en de opties van een aangepast scanformaat. De naam die u opgeeft, vervangt de tekst Aangepast scanformaat [x] in de printermenu's. Naam scanformaat Breedte Opmerkingen: 25 - 297 mm • 11,69 inch is de Amerikaanse standaardinstelling voor de breedte. 297 millimeter is de Hoogte internationale standaardinstelling voor de breedte.
Menuoptie Beschrijving Invoerrichting Korte zijde Lange zijde Hiermee geeft u de invoerrichting aan. Opmerkingen: • Korte zijde is de standaardinstelling. • Lange zijde wordt alleen weergegeven als de langste zijde korter is dan de maximale breedte die wordt ondersteund in de lade. Bin Setup (Lade-instelling), menu Menuoptie Beschrijving Uitvoerlade Standaardlade Uitvoerlade [x] Hiermee geeft u de standaarduitvoerlade op.
Menuoptie Beschrijving Hiermee selecteert u een uitvoerlade voor elke ondersteunde papiersoort. Type/lade toewijzen Lade normaal papier De beschikbare selecties voor elke soort zijn: Lade karton Uitgeschakeld Lade transparanten Standaardlade Lade kringlooppapier Uitvoerlade [x] Glossylade Opmerking: Disabled (Uitgeschakeld) is de standaardinstelling.
Menuoptie Beschrijving Faxtaaklog Hiermee wordt een rapport afgedrukt met informatie over de laatste 200 voltooide faxen. Opmerking: dit menu-item is alleen beschikbaar als Opdrachtlog inschakelen in het menu Faxinstellingen is ingesteld op Aan. Kieslog faxnummers Hiermee wordt een rapport afgedrukt met informatie over de laatste 100 pogingen om een oproep te plaatsen, de ontvangen oproepen en de geblokkeerde oproepen.
Menuoptie Beschrijving PCL SmartSwitch Aan Uit Hiermee stelt u de printer zo in dat deze automatisch overschakelt op PCL-emulatie als dit door een afdruktaak wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal. Opmerkingen: • Aan is de standaardinstelling. • Als Uit is ingesteld, controleert de printer de binnenkomende gegevens niet. De printer gebruikt PostScript-emulatie als de PS-SmartSwitch is ingesteld op Aan.
Menuoptie Beschrijving Taken in buffer Uit Aan Automatisch Hiermee slaat u afdruktaken tijdelijk op de vaste schijf van de printer op voordat deze worden afgedrukt. Dit menu wordt alleen weergegeven als er een geformatteerde vaste schijf is geïnstalleerd. Opmerkingen: • Uit is de standaardinstelling. • Als Aan is ingesteld, worden afdruktaken op de vaste schijf van de printer opgeslagen.
Netwerkkaart, menu Dit menu is beschikbaar via het menu Netwerk/poorten: Netwerk/poort > Standaardnetwerk of Netwerk [x] > Standaardnetwerkinstallatie of Netwerk [x] instellen > Netwerkkaart Menuoptie Beschrijving Kaartstatus weergeven Hiermee kunt u de verbindingsstatus van de netwerkkaart bekijken Aangesloten Verbinding verbroken Kaartsnelheid weergeven Hiermee kunt u de snelheid van een actieve netwerkkaart bekijken Netwerkadres UAA LAA Hiermee kunt u de netwerkadressen bekijken Timeout taak 0 Hierm
Menuoptie Beschrijving DHCP inschakelen Aan Uit Bepaalt het DHCP-adres en de instelling voor parametertoewijzing RARP inschakelen Aan Uit Bepaalt de instelling voor de toewijzing van het RARP-adres BOOTP inschakelen Aan Uit Bepaalt de instelling voor de toewijzing van het BOOTP-adres AutoIP inschakelen Ja Nee Bepaalt de netwerkinstelling voor nulconfiguratie FTP/TFTP inschakelen Ja Nee Schakelt de ingebouwde FTP-server in, waarmee u bestanden naar de printer kunt sturen m.b.v.
Menuoptie Beschrijving IPv6 inschakelen Aan Uit Hiermee schakelt u IPv6 op de printer in. Autom. configuratie Aan Uit Hiermee stelt u in of de netwerkadapter de door een router automatisch geconfigureerde IPv6adressen accepteert. Hostnaam instellen Hier kunt u uw hostnaam instellen Adres weergeven Opmerking: deze instellingen kunt u alleen wijzigen via de Embedded Web Server. Opmerking: Aan is de standaardinstelling. Opmerking: Aan is de standaardinstelling.
Menuoptie Beschrijving Compatibiliteit 802.11b/g 802.11b/g/n Hiermee wordt de standaard voor draadloos netwerkgebruik voor het draadloze netwerk opgegeven Netwerk kiezen [lijst met beschikbare netwerken] Hiermee selecteert u een beschikbaar netwerk voor de printer. Signaalsterkte weergeven Hiermee kunt u de kwaliteit van de draadloze verbinding bekijken Beveiligingsmodus weergeven Hiermee kunt u de coderingsmethode voor een draadloos netwerk bekijken Opmerking: De standaardinstelling is 802.
Menu Standaard-USB Menuoptie Beschrijving PCL SmartSwitch Aan Uit Hiermee stelt u de printer zo in dat deze automatisch overschakelt op PCL-emulatie als dit door een afdruktaak op de USB-poort wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal. Opmerkingen: • Aan is de standaardinstelling. • Als deze instelling is ingesteld op Uit, controleert de printer de binnenkomende gegevens niet. De printer gebruikt PostScript-emulatie als PS SmartSwitch is ingesteld op Aan.
Menuoptie Beschrijving Taken in buffer Uit Aan Automatisch Hiermee slaat u afdruktaken tijdelijk op de vaste schijf van de printer op voordat deze worden afgedrukt. Opmerkingen: • Uit is de standaardinstelling. • Als Aan is ingesteld, worden afdruktaken op de vaste schijf van de printer opgeslagen. • Afdruktaken worden alleen automatisch opgeslagen in de buffer als de printer bezig is met de verwerking van gegevens vanaf een andere invoerpoort.
Menuoptie Beschrijving PS SmartSwitch Aan Uit Hiermee stelt u de printer zo in dat deze automatisch overschakelt op PS-emulatie als dit door een afdruktaak op een seriële poort wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal. Opmerkingen: • Aan is de standaardinstelling. • Als deze instelling is ingesteld op Uit, controleert de printer de binnenkomende gegevens niet. De printer gebruikt PS-emulatie als de PCL SmartSwitch is ingesteld op Aan.
Menuoptie Beschrijving Uitgebreide status Aan Uit Hiermee schakelt u bidirectionele communicatie via de parallelle interface in. Protocol Fastbytes Standaard Hiermee stelt u een protocol in voor de parallelle poort. Opmerkingen: • Aan is de standaardinstelling. • Uit schakelt onderhandeling op de parallelle poort uit. Opmerkingen: • Fastbytes is de standaardinstelling. Deze instelling biedt compatibiliteit met de meeste parallelle poorten en is de aanbevolen instelling.
Menu Serieel [x] Menuoptie Beschrijving PCL SmartSwitch Aan Uit Hiermee stelt u de printer zo in dat deze automatisch overschakelt op PCL-emulatie als dit door een afdruktaak op een seriële poort wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal. Opmerkingen: • Aan is de standaardinstelling. • Als deze instelling is ingesteld op Uit, controleert de printer de binnenkomende gegevens niet. De printer gebruikt PostScript-emulatie als de PS-SmartSwitch is ingesteld op Aan.
Menuoptie Beschrijving Seriële buffer Automatisch 3 KB tot [maximum toegestane grootte] Uitgeschakeld Hiermee stelt u de grootte van de seriële invoerbuffer in. Opmerkingen: • Automatisch is de standaardinstelling. • Met de waarde Uitgeschakeld schakelt u het opslaan van taken in de buffer uit. Afdruktaken die al in de schijfbuffer zijn opgenomen, worden afgedrukt voordat het normaal verwerken van nieuwe afdruktaken wordt hervat.
Menuoptie Beschrijving Baud 9600 19200 38400 57600 115200 138200 172800 230400 345600 1200 2400 4800 Hiermee stelt u in met welke snelheid gegevens via de seriële poort kunnen worden ontvangen. Databits 8 7 Hiermee stelt u in hoeveel databits per transmissieframe worden verzonden. Pariteit Geen Negeren Even Oneven Hiermee selecteert u de pariteit voor seriële in- en uitvoerframes. DSR honoreren Uit Aan Hiermee bepaalt u of de printer al dan niet het DSR-signaal gebruikt.
Menuoptie Beschrijving Antwoordadres Hiermee geeft u het antwoordadres van maximaal 128 tekens op in e-mailberichten die door de printer worden verzonden SSL gebruiken Uitgeschakeld Onderhandelen Vereist Hiermee wordt de printer ingesteld op het gebruik van SSL voor extra veiligheid bij het maken van een verbinding met de SMTP-server Opmerkingen: • Uitgeschakeld is de standaardinstelling. • Wanneer de instelling Onderhandelen wordt gebruikt, bepaalt de SMTP-server of SSL wordt gebruikt.
Security (Beveiliging), menu Menu Beveiligingsinstellingen bewerken Menu-item Beschrijving Reservewachtwoord bewerken Hiermee wordt een reservewachtwoord gemaakt Bouwstenen bewerken Hiermee worden de interne accounts, NTLM, verschillende instellingen, wachtwoord en PIN-code bewerkt Beveiligingssjablonen bewerken Hiermee wordt een beveiligingssjabloon toegevoegd of bewerkt Toegangsbeheer bewerken Hiermee wordt de toegang tot de printermenu’s, firmware-updates, wachttaken en andere toegangspunten gec
Menuoptie Beschrijving Hiermee wijzigt u de waarde van de beveiligingsinstellingen. Jumper voor opnieuw instellen beveiliging Opmerkingen: Toegangsbeheer = Geen • Als u Toegangsbeheer = Geen beveiliging selecteert, blijven alle beveiligingsgegevens beveiliging behouden die de gebruiker heeft opgegeven. Geen beveiliging is de standaardinstelling. Geen effect • Als u Geen effect selecteert, heeft het opnieuw instellen van het apparaat geen invloed Standaardfabrieksinop de geconfigureerde beveiliging.
Menuoptie Beschrijving Vervaltijd beveiligde taak Uit 1 uur 4 uur 24 uur 1 week Hiermee beperkt u de duur dat een beveiligde afdruktaak in de printer blijft staan voordat de taak wordt verwijderd Opmerkingen: • Als de instelling voor Vervaltijd taak wordt gewijzigd terwijl er beveiligde afdruktaken op de RAM-schijf of de harde schijf van de printer staan, wordt de vervaltijd van deze afdruktaken niet aan de nieuwe standaardwaarde aangepast.
Menuoptie Beschrijving Gepland wissen Tijd Dag Hiermee kunt u plannen wanneer de schijf wordt gewist Opmerkingen: • Tijd wordt gebruikt om de tijd voor het gepland wissen in te stellen. • Dag wordt gebruikt om een specifiek dag of periode voor het gepland wissen in te stellen. Waarden zijn Zondag tot Vrijdag, Elke dag, Weekdagen en Weekenden. • Gepland wissen wordt gestart zonder een gebruikerswaarschuwing of bevestigingsbericht weer te geven.
Logbestand beveiligingscontrole, menu Menuoptie Beschrijving Log exporteren Hiermee kan een bevoegde gebruiker het beveiligingslogbestand exporteren. Opmerkingen: • Als u het logbestand wilt exporteren vanaf het bedieningspaneel van de printer, moet een flashstation op de printer zijn aangesloten. • Via de Embedded Web Server kunt u het logbestand downloaden naar een computer.
Menuoptie Beschrijving Automatisch zomertijd gebruiken Opmerking: Aan is de standaardinstelling en gebruikt de toepasselijke zomertijd die gekoppeld is aan de tijdzone-instelling. Aan Uit Aangepaste instelling tijdzone Eerste week zomertijd Eerste dag zomertijd Eerste maand zomertijd Starttijd zomertijd Laatste week zomertijd Laatste dag zomertijd Laatste maan zomertijd Eindtijd zomertijd Verschuiving zomertijd Hiermee kunnen gebruikers de tijdzone instellen.
Instellingen, menu Algemene instellingen, menu Menuoptie Beschrijving Taal op display English Francais Deutsch Italiano Espanol Grieks Dansk Norsk Nederlands Svenska Portugees Suomi Russisch Polski Magyar Turkce Tsjechisch Simplified Chinese Traditioneel Chinees Koreaans Japans Hiermee wordt de taal van de tekst op het display ingesteld. Ecomodus Uit Energie Energie/papier Papier Hiermee gebruikt u zo min mogelijk energie, papier of speciaal afdrukmateriaal.
Menuoptie Beschrijving Stille modus Uit Aan Reduceert de hoeveelheid geluid die door de printer wordt voortgebracht. Opmerkingen: • "Uit" is de standaardinstelling. Deze instelling ondersteunt de prestatiespecificaties voor uw printer. • Met Aan configureert u de printer zodanig dat deze zo weinig mogelijk geluid produceert. Deze instelling is het meest geschikt voor het afdrukken van tekst en lijnillustraties. • Schakel de Stille modus uit om kleurrijke documenten optimaal te kunnen afdrukken.
Menuoptie Beschrijving Toetsenbord Type toetsenbord English Francais Francais Canadien Deutsch Italiano Espanol Grieks Dansk Norsk Nederlands Svenska Suomi Portugees Russisch Polski Zwitsers-Duits Zwitsers-Frans Turkce Koreaans Aangepaste toets [x] Tabblad Accenten/symbolen Aan Uit Tabblad Russisch/Pools Aan Uit Tabblad Koreaans Aan Uit Hiermee geeft u een taal en informatie op voor de aangepaste toets op het toetsenbord van het bedieningspaneel van de printer.
Menuoptie Beschrijving Weergegeven informatie Linkerkant Rechterkant Aangepaste tekst [x] [tekstinvoer] [x] Cartridge [x] Fotoconductor Verhittingsstation Overdrachtsmodule Hiermee kunt u opgeven wat in de rechter- en linkerhoek boven in het beginscherm wordt weergegeven. Maak een keuze uit de volgende opties in het menu Linkerkant en het menu Rechterkant: Geen IP-adres Hostnaam Contactpersoon Locatie Datum-/tijdmDNS/DDNS-servicenaam Naam configuratieloze verbind.
Menuoptie Beschrijving Weergegeven informatie (vervolg) Toneroverloopfles Papier vast Plaats papier Fouten die onderhoud vereisen Hiermee wordt bepaald wat wordt weergegeven voor Papier vast, Papier plaatsen en Fouten die onderhoud vereisen.
Menuoptie Beschrijving Kopie van één pagina Aan Uit Hiermee geeft u aan dat er één pagina per keer via de glasplaat mag worden gekopieerd Uitvoerverlichting LED standaardlade Modus Normaal/stand-by Helder Gedimd Uit Stelt de hoeveelheid licht in voor de standaardlade of een optionele uitvoerlade Opmerking: "Uit" is de standaardinstelling. Opmerkingen: • In de Normale/Stand-bymodus is de standaardinstelling Helder. • In de energiebesparende modus is de standaardinstelling Gedimd.
Menuoptie Beschrijving Herstel na scannerstoring Taakniveau Paginaniveau Hiermee stelt u in hoe een gescande taak opnieuw moet worden geladen als er een papierstoring optreedt in de ADF. Opmerkingen: • Taakniveau is de standaardinstelling. • Wordt Taakniveau geselecteerd, dan moet de hele taak opnieuw worden gescand als er pagina's vastlopen. • Wordt Paginaniveau geselecteerd, dan moet vanaf de vastgelopen pagina opnieuw worden gescand.
Menuoptie Beschrijving Time-outs Time-out scherm 15–300 Hiermee wordt de tijd in seconden ingesteld die de printer wacht alvorens het printerdisplay terugkeert naar de werkstand Gereed. Time-outs Afdruktime-out Uitgeschakeld 1–255 Opmerking: "30 seconden" is de standaardinstelling. Hiermee wordt de tijd in seconden ingesteld die de printer wacht om een melding voor einde taak te ontvangen voordat de rest van de afdruktaak wordt geannuleerd. Opmerkingen: • 90 seconden is de standaardinstelling.
Menuoptie Beschrijving Afdrukherstel Paginabeveiliging Uit Aan Hiermee drukt de printer een pagina af die anders mogelijk niet zou worden afgedrukt Opmerkingen: • "Uit" is de standaardinstelling. Met de instelling Uit wordt een pagina gedeeltelijk afgedrukt wanneer er niet genoeg geheugen is om de hele pagina af te drukken. • Met de instelling Aan verwerkt de printer de hele pagina zodat de volledige pagina wordt afgedrukt.
Kopieerinstellingen, menu Menuoptie Beschrijving Soort origineel Tekst/foto Tekst Afbeeldingen Foto Hiermee kunt u de inhoud van het originele document opgeven. Inhoudsbron Kleurenlaser Inkjet Tijdschrift Knop Zwart-wit laser Foto/film Krant Overig Hiermee geeft u aan hoe het originele document is geproduceerd. Kleur Aan Uit Hiermee kunt u bepalen of een kopieertaak moet worden afgedrukt in kleur. Kleurkopieën toestaan Aan Uit Hiermee kunt u kleur in- of uitschakelen voor kopiëren.
Menuoptie Beschrijving Paginaranden afdruk. Uit Aan Hiermee kunt u instellen of er wel of niet een rand wordt afgedrukt Sorteren Aan [1,2,1,2,1,2] Uit [1,1,1,2,2,2] Hiermee worden de pagina's van een afdruktaak op volgorde gehouden als u meerdere exemplaren afdrukt.
Menuoptie Beschrijving Hiermee geeft u de papierbron voor kopieertaken op. Kopiëren naar bron Lade [x] Opmerking: Lade 1 is de standaardinstelling. Automatische formaataanpassing Handmatige invoer Scheidingsvellen transparanten Aan Uit Hiermee plaatst u een vel papier tussen transparanten. Scheidingsvellen Uit Tussen exemplaren Tussen taken Tussen pagina's Hiermee plaatst u een vel papier tussen pagina's, exemplaren of taken.
Menuoptie Beschrijving Overlay Uit Vertrouwelijk Kopiëren Concept Dringend Aangepast Hiermee geeft u de overlaytekst op die wordt afgedrukt op elke pagina van de kopieertaak. Aangepaste overlay Hiermee kunt u een aangepaste overlaytekst opgeven. Opmerking: "Uit" is de standaardinstelling. Opmerking: er zijn maximaal 64 tekens toegestaan. Kopieën met prioriteit toestaan Aan Uit Maakt onderbreking van een afdruktaak mogelijk om een pagina of document te kopiëren.
Menuoptie Beschrijving Contrast Beste instelling voor inhoud 0-5 Hiermee kunt u het contrast voor de kopieertaak opgeven Spiegelbeeld Uit Aan Hiermee wordt er een spiegelbeeld gemaakt van het originele document. Negatief afbeelding Uit Aan Hiermee wordt er een negatieve afbeelding van het originele document gemaakt. Schaduwdetail ‑4 tot 4 Hiermee kunt u de zichtbaarheid van de schaduwdetails op een kopie aanpassen.
Menuoptie Beschrijving Handmatig faxen inschakelen Uit Aan Hiermee kunt u de printer zo instellen dat hiermee alleen handmatig kan worden gefaxt. Dit vereist een telefoonlijnsplitter en een telefoonhandset. Opmerkingen: • Gebruik vervolgens een normale telefoon om een binnenkomende faxtaak te beantwoorden en een faxnummer te kiezen. • Raak # 0 op het numerieke toetsenblok aan om rechtstreeks naar de functie Handmatig faxen te gaan.
Menuoptie Beschrijving Faxvoorblad Faxvoorblad Standaard uitgeschakeld Standaard ingeschakeld Nooit gebruiken Altijd gebruiken Veld Opnemen tot Aan Uit Veld Opnemen vanaf Uit Aan Vanuit Veld Bericht opnemen Uit Aan Bericht Logo opnemen Uit Aan Voettekst [x] opnemen Voettekst [x] Hiermee configureert u het voorblad van de fax. Opmerking: Uit is de standaardinstelling voor alle opties van Faxvoorblad.
Menuoptie Beschrijving Origineel formaat Gemengde formaten Letter Legal Executive Tabloid Folio Statement Universal 4 x 6 inch 3 x 5 inch Visitekaartje Aangepast scanformaat [x] A3 A4 A5 Oficio (Mexico) A6 JIS B4 B5 (JIS) Boek origineel Automatische formaatdetectie Hiermee geeft u het papierformaat van het originele document op. Zijden (Duplex) Uit Lange zijde Korte zijde Hiermee geeft u op in welke stand de tekst en afbeeldingen op de pagina worden afgedrukt.
Menuoptie Beschrijving Inhoudsbron Kleurenlaser Inkjet Foto/film Tijdschrift Krant Knop Overig Zwart-wit laser Hiermee geeft u aan hoe het originele document is geproduceerd. Intensiteit 1–9 Hiermee maakt u afdrukken lichter of donkerder. Prefix kiezen Hiermee kunt u een kiesvoorvoegsel invoeren, bijvoorbeeld 99. Er is een numeriek invoerveld. Regels kiesvoorvoegsel Regels voorvoegsel [x] Hier kunt u een regel voor het kiesvoorvoegsel opgeven.
Menuoptie Beschrijving Max. snelheid 2400 4800 9600 14400 33600 Hiermee geeft u de maximumsnelheid op in baud waarmee faxen worden verzonden. Aangepaste taak scannen Uit Aan Hiermee kunt u een document dat bestaat uit verschillende papierformaten scannen naar één bestand. Scanvoorbeeld Uit Aan Hiermee geeft u op of er een voorbeeld wordt weergegeven op het display bij scantaken. Achtergrond verwijderen ‑4 tot 4 Hiermee stelt u in hoeveel van de achtergrond zichtbaar is op een gescande afbeelding.
Menuoptie Beschrijving Rand tot rand scannen Uit Aan Hiermee stelt u in of het originele document van rand tot rand wordt gescand voordat het wordt gefaxt. Scherpte 0-5 Hiermee stelt u de scherpte van een fax in. Temperatuur ‑4 tot 4 Hiermee kunnen gebruikers de kleurtemperatuur van de uitvoer 'warmer' of 'kouder' maken. 'Koude' uitvoer bevat meer blauw dan de standaarduitvoer en 'warme' uitvoer bevat meer rood dan de standaarduitvoer.
Menuoptie Beschrijving Scheidingsvellen Uit Voor taak Na taak Hiermee kunnen scheidingspagina's worden ingevoegd in binnenkomende faxtaken. Bron scheidingsblad Lade [x] Handmatige invoer Hiermee kunt u bepalen waar de printer de scheidingspagina invoert. Uitvoerlade Standaardlade Uitvoerlade [x] Hiermee stelt u een uitvoerlade in voor faxen die worden ontvangen.
Menuoptie Beschrijving Faxen in wachtrij De modus Faxen in wachtrij Uit Altijd aan Handmatig Gepland Wachtschema fax Hiermee kunt u de fax de hele tijd of voor een bepaalde tijd overeenkomstig een ingesteld schema in de wachtrij plaatsen. Perforeren Uit Aan Hiermee geeft u op of afdrukken moeten worden geperforeerd Nieten Uit 1 nietje 2 nietjes 4 nietjes Hiermee geeft u op of afdrukken moeten worden geniet Opmerking: "Uit" is de standaardinstelling.
Menuoptie Beschrijving Kieslog inschakelen Aan Uit Hiermee hebt u toegang tot de Kieslog faxnummers. Uitvoerlade log Standaardlade Uitvoerlade [x] Hiermee geeft u de uitvoerlade op voor de afgedrukte faxlogs Luidsprekerinstellingen Menuoptie Beschrijving Hiermee geeft u de modus van de luidspreker op. Luidsprekermodus Aan tot verbinding Opmerkingen: Altijd aan • “Aan tot verbinding” is de standaardinstelling. Er wordt een geluid afgespeeld tot de faxverAltijd uit binding is ingesteld.
Instellingen faxserver Menuoptie Beschrijving Volgens indeling Hiermee kunt u gegevens invoeren met het virtuele toetsenbord op het aanraakscherm van de printer. Antwoordadres Onderwerp Bericht Instellingen SMTP Hiermee geeft u de SMTP-gegevens op. Primaire SMTP-gateway Hiermee kunt u de gegevens voor de SMTP-serverpoort opgeven. Secundaire SMTP-gateway Beeldformaat PDF (.pdf) XPS (.xps) TIFF (.tif) Hiermee kunt u het afbeeldingstype opgeven om te scannen naar fax.
Menuoptie Beschrijving Hiermee geeft u het papierformaat op van het document dat wordt gescand. Origineel Letter Opmerking: Letter is de standaardinstelling in de VS. A4 is de internationale standaardinstelling.
Menuoptie Beschrijving Instellingen e-mailserver Stuur mij een kopie Wordt nooit weergegeven Standaard ingeschakeld Standaard uitgeschakeld Altijd aan Hiermee ontvangt de afzender van een e-mailbericht een kopie van het bericht. Instellingen e-mailserver Max. e-mailgrootte 0 – 65535 kB Hiermee kunt u de maximumgrootte van een e-mail opgeven in kilobyte.
Menuoptie Beschrijving Inhoudsbron Kleurenlaser Inkjet Foto/film Tijdschrift Krant Knop Overig Zwart-wit laser Hiermee geeft u aan hoe het originele document is geproduceerd. Kleur Aan Uit Hiermee kunt u bepalen of een kopieertaak moet worden afgedrukt in kleur. Resolutie 150 dpi 200 dpi 300 dpi 400 dpi 600 dpi 75 dpi Hiermee kunt u de resolutie van de scan opgeven in dpi (dots per inch). Intensiteit 1–9 Hiermee maakt u afdrukken lichter of donkerder.
Menuoptie Beschrijving Origineel formaat Letter Legal Executive Tabloid Folio Statement Universal 4 x 6 inch 3 x 5 inch Visitekaartje Aangepast scanformaat [x] A3 A4 A5 Oficio (Mexico) A6 JIS B4 B5 (JIS) Boek origineel Automatische formaatdetectie Gemengde formaten Hiermee geeft u het papierformaat op van het document dat wordt gescand. Zijden (Duplex) Uit Lange zijde Korte zijde Hiermee geeft u op in welke stand de tekst en afbeeldingen op de pagina worden afgedrukt.
Menuoptie Beschrijving Standaardinstelling Tekst/foto 5–90 Hiermee kunt u de verhouding instellen tussen de kwaliteit van een afbeelding met tekst of een foto en de bestandsgrootte en de kwaliteit van de afbeelding. Opmerking: 75 is de standaardinstelling. Standaardinstelling Foto 5–90 Hiermee kunt u de verhouding instellen tussen de kwaliteit van een afbeelding met foto en de bestandsgrootte en de kwaliteit van de afbeelding. Opmerking: 50 is de standaardinstelling.
Menuoptie Beschrijving Kleurbalans Cyaan - Rood Magenta - Groen Geel - Blauw Hiermee kunt u de kleurbalans inschakelen voor de uitvoer. Kleur wegfilteren Kleur wegfilteren Geen Rood Groen Blauw Standaarddrempelwaarde rood 0-255 Standaarddrempelwaarde groen 0-255 Standaarddrempelwaarde blauw 0-255 Hiermee wordt aangegeven welke kleur tijdens het scannen moet worden weggefilterd en in welke mate er moet worden gefilterd.
FTP-instellingen, menu Menuoptie Beschrijving Indeling PDF (.pdf) Beveiligde PDF (.pdf) TIFF (.tif) JPEG (.jpg) XPS (.xps) Hiermee geeft u de indeling van het FTP-bestand op. PDF-versie 1.2–1.6 A–1a Hiermee stelt u de versie in van het PDF-bestand voor verzenden naar FTP. Soort origineel Tekst/foto Foto Tekst Afbeeldingen Hiermee kunt u de inhoud van het originele document opgeven.
Menuoptie Beschrijving Origineel formaat Letter Legal Executive Tabloid Folio Statement Universal 4 x 6 inch 3 x 5 inch Visitekaartje Aangepast scanformaat [x] A3 A4 A5 Oficio (Mexico) A6 JIS B4 B5 (JIS) Boek origineel Automatische formaatdetectie Gemengde formaten Hiermee geeft u het papierformaat van het originele document op. Zijden (Duplex) Uit Lange zijde Korte zijde Hiermee geeft u op in welke stand de tekst en afbeeldingen op de pagina worden afgedrukt.
Menuoptie Beschrijving Standaardinstelling Tekst/foto 5–90 Hiermee kunt u de verhouding instellen tussen de kwaliteit van een afbeelding met tekst of een foto en de bestandsgrootte en de kwaliteit van de afbeelding. Opmerking: 75 is de standaardinstelling. Standaardinstelling Foto 5–90 Hiermee kunt u de verhouding instellen tussen de kwaliteit van een afbeelding met foto en de bestandsgrootte en de kwaliteit van de afbeelding. Opmerking: 50 is de standaardinstelling.
Menuoptie Beschrijving Achtergrond verwijderen ‑4 tot 4 Hiermee stelt u in hoeveel van de achtergrond zichtbaar is op een kopie. Kleurbalans Cyaan - Rood Magenta - Groen Geel - Blauw Hiermee kunt u de kleurbalans inschakelen voor de uitvoer. Opmerking: "0" is de standaardinstelling. Hiermee wordt aangegeven welke kleur tijdens het scannen moet worden weggeKleur wegfilteren filterd en in welke mate er moet worden gefilterd.
Menu Flashstation Scaninstellingen Menuoptie Beschrijving Indeling PDF (.pdf) Secure PDF TIFF (.tif) JPEG (.jpg) XPS (.xps) Hiermee geeft u de indeling op van het bestand dat moet worden verzonden via FTP. PDF-versie 1.2–1.6 A‑1a Hiermee stelt u de versie in van het PDF-bestand dat moet worden verzonden via FTP. Soort origineel Tekst/foto Foto Tekst Afbeeldingen Hiermee kunt u de inhoud van het originele document opgeven.
Menuoptie Beschrijving Origineel formaat Letter Legal Executive Tabloid Folio Statement Universal 4 x 6 inch 3 x 5 inch Visitekaartje Aangepast scanformaat [x] A3 A4 A5 Oficio (Mexico) A6 JIS B4 B5 (JIS) Boek origineel Automatische formaatdetectie Gemengde formaten Hiermee geeft u het papierformaat van het originele document op. Zijden (Duplex) Uit Lange zijde Korte zijde Opmerking: "Letter" is de standaardinstelling in de VS. A4 is de internationale standaardinstelling.
Menuoptie Beschrijving Standaardinstelling Tekst/foto 5–90 Hiermee kunt u de verhouding tussen de kwaliteit van een afbeelding met een foto of tekst en de bestandsgrootte instellen Opmerking: 75 is de standaardinstelling. Standaardinstelling Foto 5–90 Hiermee kunt u de verhouding tussen de kwaliteit van een afbeelding met een foto en de bestandsgrootte instellen Opmerking: 50 is de standaardinstelling.
Menuoptie Beschrijving Contrast Beste instelling voor inhoud 0-5 Hiermee kunt u het contrast van de gescande afbeelding opgeven. Spiegelbeeld Uit Aan Hiermee wordt er een spiegelbeeld gemaakt van het originele document. Negatief afbeelding Uit Aan Hiermee wordt er een negatieve afbeelding van het originele document gemaakt. Schaduwdetail ‑4 tot 4 Hiermee stelt u in hoeveel schaduw zichtbaar is op een gescande afbeelding.
Nieten Uit Automatisch Vorige Dubbel Tweemaal dubbel Voor Hiermee geeft u op of afdrukken moeten worden geniet Perforeren Uit Aan Hiermee geeft u op of afdrukken moeten worden geperforeerd.
Indeling papierbesparing Horizontaal Omgekeerd horizon. Omgekeerd verticaal Verticaal Hiermee geeft u de positie op van afbeeldingen met meerdere pagina's. Scheidingsvellen Uit Tussen exemplaren Tussen taken Tussen pagina's Hiermee stelt u in of er lege scheidingsvellen worden ingevoerd. Opmerkingen: • Horizontaal is de standaardinstelling. • De positie hangt af van het aantal pagina's en de afdrukstand (staand of liggend). Opmerkingen: • "Uit" is de standaardinstelling.
Menuoptie Beschrijving Afdrukgebied Normaal Hele pagina Hiermee stelt u het logische en fysieke afdrukbare gebied in. Opmerkingen: • Normaal is de standaardinstelling. Als u probeert gegevens af te drukken in het nietafdrukbare gebied dat is aangegeven via de instelling Normaal, snijdt de printer de afbeelding bij op de begrenzing.
Menu Taakadministratie Opmerking: Dit menu-item wordt alleen weergegeven als een geformatteerde, niet-defecte vaste schijf in de printer is geïnstalleerd. De vaste schijf van de printer mag niet beveiligd zijn tegen lezen/schrijven of schrijven.
Menuoptie Beschrijving URL voor plaatsen logbestanden Hiermee bepaalt u waar de logbestanden worden geplaatst door de printer E-mailadres voor verzenden logbestanden Hier kunt u het e‑mailadres opgeven waarnaar de logbestanden voor taakadministratie worden verzonden Voorvoegsel logbestand Opmerking: Het huidige hostnaam die is opgegeven in het menu TCP/IP, wordt gebruikt als standaardvoorvoegsel voor het logbestand.
Menuoptie Beschrijving Scheidingsvellen Uit Tussen exemplaren Tussen taken Tussen pagina's Hiermee stelt u in of er lege scheidingsvellen worden ingevoerd. Opmerkingen: • "Uit" is de standaardinstelling. • Met Tussen exemplaren voegt u een lege pagina in tussen elke kopie van een afdruktaak als Sorteren staat ingesteld op Aan. Als Sorteren is ingesteld op Uit, wordt een lege pagina ingevoegd tussen alle sets afgedrukte pagina's (tussen alle pagina's 1, tussen alle pagina's 2 enzovoort).
Menuoptie Beschrijving Taak nieten Uit Automatisch Vorige Dubbel Tweemaal dubbel Voor Hiermee geeft u op of de afdrukken moeten worden geniet Perforeren Uit Aan Hiermee geeft u op of de afdrukken moeten worden geperforeerd Perforatiemodus 2 perforaties 3 perforaties 4 perforaties Bepaalt of het type perforatieafwerking wordt uitgevoerd op een afgedrukte uitvoer Opmerkingen: • "Uit" is de standaardinstelling. • Dit menu wordt alleen weergegeven als er een nietapparaat is geïnstalleerd.
Menuoptie Beschrijving Kleurcorrectie Automatisch Uit Handmatig Hiermee wordt de kleuruitvoer op de gedrukte pagina aangepast. Opmerkingen: • "Automatisch" is de standaardinstelling. Hiermee past u op elk object op de afgedrukte pagina een andere kleurconversietabel toe. • Met de instelling Handmatig kunnen de kleurtabellen worden aangepast op basis van de instellingen die in het menu Aangepaste kleur beschikbaar zijn.
Menuoptie Beschrijving RGB-contrast 0-5 Hiermee wordt het contrast in de kleuruitvoer aangepast. Opmerkingen: • "0" is de standaardinstelling. • Dit heeft geen invloed op bestanden met CMYK-kleurspecificaties. RGB-verzadiging 0-5 Hiermee wordt de verzadiging in de kleuruitvoer aangepast. Opmerkingen: • "0" is de standaardinstelling. • Dit heeft geen invloed op bestanden met CMYK-kleurspecificaties. Kleurbalans Cyaan ‑5 tot 5 Magenta ‑5 tot 5 Geel ‑5 tot 5 Zwart ‑5 tot 5 Reset std.
Menuoptie Beschrijving Hiermee kunnen RGB-kleurconversies worden aangepast. Aangepaste kleur RGB-kleurbeeld Opmerkingen: Levendig • "sRGB-display" is de standaardinstelling voor RGB-kleurbeeld. Hiermee past u een kleursRGB Display conversietabel toe om de kleuruitvoer op het computerscherm te benaderen. Display - Echt zwart • "sRGB-levendig" is de standaardinstelling voor RGB-tekst en RGB-afbeeldingen.
Menu Extra Menuoptie Beschrijving Wachttaken verwijd. Vertrouwelijk In wachtstand Niet hersteld Alles Hiermee verwijdert u vertrouwelijke taken en wachttaken van de vaste schijf van de printer. Opmerkingen: • Als u een instelling selecteert, is dat alleen van invloed op de afdruktaken die zich in de printer bevinden. Bladwijzers, afdruktaken op flashstations en andere typen taken in de wacht worden niet beïnvloed.
Menu XPS Menu-item Beschrijving Foutpagina's afdrukken Drukt een pagina af met informatie over fouten, waaronder XML-markupfouten. Uit Opmerking: Uit is de standaardinstelling. Aan Menu PDF Menuoptie Beschrijving Passend Nee Ja Hiermee past u de inhoud van een pagina aan het formaat van het geselecteerde papier aan. Opmerking: Nee is de standaardinstelling. Aantekeningen Hiermee drukt u aantekeningen in een PDF-bestand af. Niet afdrukken Opmerking: Niet afdrukken is de standaardinstelling.
Menu PCL emul Menuoptie Beschrijving Lettertypebron Intern Schijf Downloaden Flash Alles Hiermee stelt u de lettertypeset in die wordt gebruikt in het menu-item Lettertypenaam. Opmerkingen: • Intern is de standaardinstelling. Het geeft de standaardset met lettertypen weer die in het RAM is geladen. • Met de instellingen Flash en Schijf worden alle interne lettertypen weergegeven die in deze optie aanwezig zijn.
Menuoptie Beschrijving Instell. PCL-emulatie Richting Staand Liggend Hiermee stelt u de afdrukstand in van tekst en afbeeldingen op de pagina. Opmerkingen: • Staand is de standaardinstelling. • Met Staand drukt u de tekst en afbeeldingen evenwijdig aan de korte zijde van het papier af. • Met Liggend drukt u de tekst en afbeeldingen evenwijdig aan de lange zijde van het papier af. Instell. PCL-emulatie Regels per pagina 1–255 Hiermee bepaalt u het aantal regels dat op elke pagina wordt afgedrukt.
Menuoptie Beschrijving Lade-nr. wijzigen Waarde U-lader Uit Geen 0–199 Waarde lade [x] Uit Geen 0–199 Waarde handm. invoer Uit Geen 0–199 Waarde envelop (handm.) Uit Geen 0–199 Hiermee configureert u de printer zodanig dat deze werkt met printersoftware of toepassingen die andere laden als papierbron hebben gedefinieerd. Opmerkingen: • Uit is de standaardinstelling. • Als Geen de instelling is, wordt de opdracht voor het selecteren van de papierinvoer genegeerd.
Menu HTML Menu-item Lettertypenaam Albertus MT Antique Olive Apple Chancery Arial MT Avant Garde Bodoni Bookman Chicago Clarendon Cooper Black Copperplate Coronet Courier Eurostile Garamond Geneva Gill Sans Goudy Helvetica Hoefler Text Intl CG Times Intl Courier Intl Univers Beschrijving Hiermee stelt u het standaardlettertype voor HTML-documenten in Joanna MT Letter Gothic Opmerking: Het Times-lettertype wordt gebruikt in HTML-documenten waarin geen lettertype wordt opgegeven.
Menuoptie Beschrijving Margegrootte 8–255 mm Hiermee stelt u de paginamarge voor HTML-documenten in Opmerkingen: • 19 mm is de standaardinstelling. • De margegrootte kan in stappen van 1 mm worden aangepast. Achtergronden Hiermee geeft u aan of u achtergronden in HTML-documenten wilt afdrukken Afdrukken Opmerking: Afdrukken is de standaardinstelling. Niet afdrukken Menu Afbeelding Menuoptie Beschrijving Autom. aanpassen.
4 Raak de pijlen aan totdat Brochure-aanpassingen wordt weergegeven. 5 Raak Brochure-aanpassingen aan.
Menuoptie Beschrijving Handleiding FTP Bevat informatie over het rechtstreeks verzenden van gescande documenten naar een FTPserver via een FTP-adres, snelkoppelingsnummers of het adresboek en over het wijzigen van instellingen. Handleiding voor afdrukstoringen Biedt hulp bij het verhelpen van terugkerende storingen bij het kopiëren en afdrukken. Informatie Biedt hulp bij het zoeken naar aanvullende informatie. Help bij supplies Bevat de artikelnummers die u nodig hebt om supplies te bestellen.
De vaste schijf en ander geïnstalleerd geheugen beveiligen Kennisgeving van vluchtigheid De printer bevat verschillende soorten geheugens waarin apparaat- en netwerkinstellingen, informatie uit ingesloten oplossingen en gebruikersgegevens kunnen worden opgeslagen. Deze geheugensoorten, en de gegevens die erin worden opgeslagen, worden hieronder beschreven.
• Verbrijzelen: de vaste schijf fysiek opdelen in kleine metalen stukjes Opmerking: de meeste gegevens kunnen doorgaans elektronisch worden gewist, maar de enige manier waarop u zeker weet dat alle gegevens volledig worden gewist, is het fysiek vernietigen van elk geheugenapparaat waarop mogelijk gegevens zijn opgeslagen. Vluchtig geheugen wissen Er is een voedingsbron nodig om informatie te bewaren in het vluchtige geheugen (RAM-geheugen) van de printer.
Geheugen op de vaste schijf wissen Opmerking: Mogelijk is er geen vaste schijf geïnstalleerd in de printer. Als u Schijf wissen instelt in de printermenu's, kunt u resterende vertrouwelijke informatie die achterblijft na het scannen, afdrukken, kopiëren en faxen verwijderen door veilig bestanden te overschrijven die zijn gemarkeerd voor verwijderen. Bedieningspaneel van de printer gebruiken 1 Schakel de printer uit. 2 Houd en 6 ingedrukt terwijl u de printer inschakelt.
3 Klik op Verzenden. Bedieningspaneel van de printer gebruiken 1 Schakel de printer uit. 2 Houd en 6 ingedrukt terwijl u de printer inschakelt. Laat de knoppen pas los wanneer het scherm met de voortgangsbalk wordt weergegeven. MNO De printer voert de opstartcyclus uit, waarna het menu Configuratie wordt weergegeven.
Printer onderhouden Bepaalde taken moeten regelmatig worden uitgevoerd om ervoor te zorgen dat uw printer optimaal blijft presteren. De buitenkant van de printer reinigen 1 Controleer of de printer is uitgeschakeld en de stekker van het netsnoer van de printer uit het stopcontact is getrokken.
De glasplaat reinigen Reinig de glasplaat als er problemen zijn met de afdrukkwaliteit, bijvoorbeeld als er strepen worden weergegeven op gekopieerde of gescande afbeeldingen. 1 Maak een zachte, pluisvrije doek of een papieren doekje enigszins vochtig met water. 2 Open de klep van de scanner. 1 2 3 4 1 De witte onderkant van de ADI-klep. 2 De witte onderkant van de klep van de scanner 3 Glasplaat 4 ADI-glasplaat 3 Veeg de weergegeven gebieden af en laat ze drogen. 4 Sluit de klep van de scanner.
De lenzen van de printkop reinigen Reinig de lenzen van de printerkop als u problemen met de afdrukkwaliteit ondervindt. 1 Open de voorklep. 2 Schuif de drukhendel naar links om de klep te ontgrendelen. 3 Open de klep. Let op—Kans op beschadiging: Om te voorkomen dat de fotoconductoreenheid te lang aan licht wordt blootgesteld, dient u de klep niet langer dan tien minuten open te laten.
4 Zoek de printkopreinigers.
5 Trek de printkopreinigers voorzichtig naar buiten totdat deze stoppen, en schuif deze weer langzaam terug in positie. 3x 3x 3x 6 Sluit de klep.
7 Schuif de drukhendel naar rechts om de klep te vergrendelen. 8 Sluit de voorklep.
De perforatiebak legen 1 Open klep G. 2 Trek de perforatiebak naar buiten.
3 Leeg de bak. 4 Schuif de lege perforatiebak terug in de finisher tot hij niet verdergaat. 5 Sluit klep G. Supplies bewaren Bewaar supplies in een koele, schone ruimte. Supplies moeten altijd rechtop in de originele verpakking worden bewaard tot het moment waarop ze worden gebruikt.
• corroderende gassen; • grote hoeveelheden stof. De status van de onderdelen en supplies controleren Er verschijnt een bericht op het display als er een vervangende supply nodig is of als er onderhoud moet worden gepleegd. De status van onderdelen en supplies controleren op het bedieningspaneel van de printer Raak in het startscherm Status/Supplies > Supplies weergeven aan.
Aanbevolen tonercartridges en bijbehorende artikelnummers Artikelnaam Artikelnummer Tonercartridge zwart met hoog rendement X950X2KG Tonercartridge geel met hoog rendement X950X2YG Tonercartridge magenta met hoog rendement X950X2MG Tonercartridge cyaan met hoog rendement X950X2CG Fotoconductoreenheid bestellen Als het bericht 84.xx [kleur] fotoconductor bijna leeg of 84.xx [kleur] fotoconductor vrijwel leeg wordt weergegeven, dient u een vervangende fotoconductoreenheid te bestellen. Als 84.
Raadpleeg de illustraties aan de binnenzijde van de klep voor het nietapparaat voor meer informatie. Artikelnaam Artikelnummer Nietcassettes – verpakking met 3 stuks (nietjes G5) 25A0013 Nietjes voor geavanceerde boekjes (nietjes G11 en nietjes G12) 21Z0357 Een onderhoudskit bestellen Wanneer [x] Onderhoudskit op het printerdisplay verschijnt, bestelt u de vermelde onderhoudskit om de versleten onderdelen te vervangen.
Een fotoconductoreenheid vervangen 1 Open de voorklep. 2 Draai de drukhendel linksom om de klep te openen.
3 Laat de klep zakken. Let op—Kans op beschadiging: Om te voorkomen dat de fotoconductoreenheid te lang aan licht wordt blootgesteld, dient u de klep niet langer dan tien minuten open te laten. 4 Pak de hendel van de fotoconductoreenheid vast en trek de eenheid uit de printer. 5 Haal de nieuwe fotoconductoreenheid uit de verpakking.
6 Lijn het uiteinde van de fotoconductoreenheid uit voor het plaatsen. 7 Verwijder de tape van de bovenkant van de fotoconductoreenheid.
8 Druk het lipje naar voren om de fotoconductoreenheid te plaatsen. 9 Druk op de fotoconductoreenheid tot deze vastklikt.
10 Trek de printkopreinigers voorzichtig naar buiten totdat deze stoppen, en schuif deze weer langzaam terug in positie. 3x 3x 3x 11 Sluit de klep.
12 Draai de drukhendel rechtsom om de klep te vergrendelen. 13 Sluit de voorklep. Een tonercartridge vervangen 1 Open de voorklep.
2 Plaats uw hand onder de inkeping van de tonercartridge en til de tonercartridge iets op. 3 Trek de tonercartridge naar buiten.
4 Haal de vervangende tonercartridge uit de verpakking en schud deze van achter naar voren en van links naar rechts om de toner gelijkmatig te verdelen. 5 Verwijder de rode verpakkingsstrip van de nieuwe cartridge. 6 Plaats de nieuwe cartridge in de printer. 7 Sluit de voorklep.
Overloopfles vervangen 1 Zet de printer uit. 2 Open de voorklep. 3 Verwijder de gebruikte toneroverloopfles. 4 Haal de nieuwe toneroverloopfles uit de verpakking.
5 Duw de nieuwe toneroverloopfles voorzichtig in de printer totdat deze vastklikt. 6 Draai de drukhendel linksom om de klep te openen.
7 Laat de klep zakken. 8 Schuif de printkopreinigers naar buiten.
9 Schuif de printkopreinigers weer op hun plek. 10 Sluit de klep.
11 Draai de drukhendel rechtsom om de klep te vergrendelen. 12 Sluit de voorklep. 13 Zet de printer weer aan.
Een nietcassette vervangen Opmerking: Een bericht op het printerdisplay geeft aan welke nietcassette moet worden vervangen. De nietcassette in de standaardnieteenheid vervangen 1 Open klep G. 2 Pak de hendel van de nietcassettehouder vast en trek de houder naar rechts om deze uit de printer te verwijderen. 3 Trek de nietcassette uit de finisher. Opmerking: Gebruik slechts weinig kracht bij het verwijderen van de nietcassette.
4 Knijp de zijden van de lege nietcassette samen met uw vingers en verwijder de cassette uit de houder. 2 1 1 5 Steek de voorzijde van de nieuwe nietcassette in de houder en duw vervolgens de achterzijde in de houder.
6 Duw de nietcassette in de finisher tot deze vastklikt. 7 Sluit klep G. De nietcassette in de boekjesnieteenheid vervangen Opmerking: Deze taak is alleen van toepassing als er een finisher voor boekjes is geïnstalleerd. 1 Open klep G.
2 Duw de hendels van de nietcassette naar rechts en verwijder de nietcassette-eenheid uit de finisher.
3 Houd de tabs aan beide zijden van de nietcassette vast.
4 Draai de nietcassette voor boekjes een stukje.
5 Til de nietcassette voor boekjes uit de eenheid. 6 Knijp de zijden van de lege nietcassette samen met uw vingers en verwijder de cassette uit de houder. 2 1 1 7 Steek de voorzijde van de nieuwe nietcassette in de houder en duw vervolgens de achterzijde in de houder.
8 Breng de cassette terug in de oorspronkelijke positie en duw voorzichtig tegen de cassette tot deze vastklikt. 9 Breng de eenheid terug in de oorspronkelijke positie. 10 Sluit klep G.
Help bij transport Voordat u de printer verplaatst LET OP—KANS OP LETSEL: De printer weegt meer dan 18 kg en moet door twee of meer getrainde personeelsleden worden opgetild. LET OP—KANS OP LETSEL: neem de volgende richtlijnen door voor u de printer verplaatst om te voorkomen dat u zich bezeert of dat de printer beschadigd raakt: • Schakel de printer uit met de aan/uit-knop en haal de stekker uit het stopcontact. • Maak alle snoeren en kabels los van de printer voordat u de printer verplaatst.
Beheerdersondersteuning Geavanceerde netwerkinformatie en beheerdersinformatie weergeven In dit hoofdstuk worden algemene ondersteunende beheertaken beschreven die worden uitgevoerd met de Embedded Web Server. Raadpleeg de Handleiding netwerken op de cd Software en documentatie en de Embedded Web Server Administrator's Guide (beheerdershandleiding voor de Embedded Web Server) op de website van Lexmark op http://support.lexmark.com voor informatie over geavanceerde systeemondersteuningstaken.
E-mailmeldingen instellen U kunt instellen dat de printer een e-mailmelding verzendt wanneer supplies op raken of wanneer het papier moet worden vervangen of toegevoegd, of wanneer er papier is vastgelopen. 1 Typ het IP-adres van uw printer in de adresbalk van uw webbrowser. Als u het IP-adres van de printer niet weet, kunt u: • het IP-adres op het bedieningspaneel van de printer vinden in het TCP/IP-gedeelte in het menu Netwerken/Poorten.
Papierstoringen verhelpen Selecteer papier en speciaal afdrukmateriaal zorgvuldig en plaats het correct om papierstoringen te voorkomen. Als er toch papier vastloopt, voert u de stappen uit die in dit gedeelte worden beschreven. Opmerking: de optie Correctie papierstoring wordt standaard ingesteld op Auto. De printer drukt vastgelopen pagina's opnieuw af, tenzij het geheugen om de pagina's op te slaan benodigd is voor andere afdruktaken.
Informatie over storingsnummers en -locaties Als er een storing optreedt, wordt op het display van de printer een bericht weergegeven waarin de locatie van de storing wordt vermeld. Open alle kleppen en verwijder de laden zodat u bij de locaties kunt waar het afdrukmateriaal is vastgelopen. U kunt de papierstoring alleen oplossen door al het vastgelopen papier in de papierbaan te verwijderen. 2 3 4 1 14 13 5 12 6 11 10 9 Gebied Gebiednaam 1 8 Storingsnummer Klep F (papiertransport) 4yy.
Gebied Gebiednaam Storingsnummer 10 Automatische documentinvoer (ADI) 28y.xx 11 Lade 5 (invoerlade met hoge capaciteit) 24x Oplossing Verwijder al het papier uit de ADI en verwijder het vastgelopen papier. Open de lade en verwijder het vastgelopen papier. Open de bovenklep en verwijder het vastgelopen papier. Beweeg de lade voorzichtig naar links tot deze niet meer verdergaat en verwijder het vastgelopen papier. 12 Klep B 230 Open klep B en verwijder het vastgelopen papier.
Papier is vastgelopen in de fuser 1 Open klep A door de ontgrendelingshendel op te tillen en de klep omlaag te trekken. LET OP—HEET OPPERVLAK: Het binnenste van de printer is mogelijk erg warm. om letsel te voorkomen, moet u een heet oppervlak eerst laten afkoelen voordat u het aanraakt. 2 Trek de groene hendel omlaag. 2 1 3 Pak het vastgelopen papier stevig vast aan beide zijden en trek het voorzichtig uit de printer. Let op—Kans op beschadiging: Raak het midden van het verhittingsstation niet aan.
Papier vast onder de fuser 1 Open klep A. LET OP—HEET OPPERVLAK: Het binnenste van de printer is mogelijk erg warm. om letsel te voorkomen, moet u een heet oppervlak eerst laten afkoelen voordat u het aanraakt. 2 Als u het vastgelopen papier kunt zien onder het verhittingsstation, pakt u het papier stevig vast aan beide zijden en trekt u het voorzichtig uit de printer. Opmerking: zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd. 3 Sluit klep A.
1 Open klep A en vervolgens klep D door de ontgrendelingshendel van elke klep op te tillen en de klep omlaag te trekken. LET OP—HEET OPPERVLAK: Het binnenste van de printer is mogelijk erg warm. om letsel te voorkomen, moet u een heet oppervlak eerst laten afkoelen voordat u het aanraakt. 2 Pak het vastgelopen papier stevig vast aan beide zijden en trek het voorzichtig uit de printer. Opmerking: zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd. 3 Sluit klep D en sluit vervolgens klep A.
230 Vastgelopen papier 1 Laat de universeellader zakken en open vervolgens klep B. 1 2 2 Pak het vastgelopen papier stevig vast aan beide zijden en trek het voorzichtig uit de printer. Opmerking: zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd. 3 Sluit klep B. 4 Raak indien nodig Doorgaan aan op het bedieningspaneel van de printer. 231 papierstoring 1 Open klep A door de ontgrendelingshendel op te tillen en vervolgens de klep omlaag te trekken.
1 2 2 Trek de groene hendel omlaag. 2 1 Opmerking: zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd. 3 Pak het vastgelopen papier stevig vast aan beide zijden en trek het voorzichtig uit de printer.
4 Duw de groene hendel terug. 5 Sluit klep A. 6 Raak indien nodig Doorgaan aan op het bedieningspaneel van de printer. 24x papier vast Opmerking: Zorg ervoor dat u alle papierresten verwijdert wanneer u vastgelopen papier verwijdert.
Papier vast in lade 1 1 Open lade 1. 2 Pak het vastgelopen papier stevig vast aan beide zijden en trek het voorzichtig uit de printer. 3 Sluit lade 1. 4 Raak indien nodig Doorgaan, storing verholpen aan op het bedieningspaneel van de printer.
Papier is vastgelopen in een van de optionele laden (laden 2 - 4) 1 Controleer klep C, pak het vastgelopen papier stevig vast en trek het er voorzichtig uit. 2 Open de betreffende lade. 3 Pak het vastgelopen papier stevig vast aan beide zijden en trek het voorzichtig uit de printer. 4 Sluit de lade. 5 Raak indien nodig Doorgaan, storing verholpen aan op het bedieningspaneel van de printer.
Papier is vastgelopen in lade 5 (invoerlade met hoge capaciteit) Er is papier vastgelopen in de lade 1 Trek de lade zo ver mogelijk naar buiten. Let op—Kans op beschadiging: Trek de lade niet met te veel kracht naar buiten. U kunt dan met de lade tegen uw knieën komen en geblesseerd raken. 2 Pak het vastgelopen papier stevig vast aan beide zijden en trek het voorzichtig uit de printer. 3 Duw de lade naar binnen tot deze niet verder kan.
Er is papier vastgelopen in de lade-uitvoer 1 Beweeg de lade voorzichtig naar links tot deze niet verdergaat. 2 Pak het vastgelopen papier stevig vast aan beide zijden en trek het voorzichtig uit de printer. 3 Breng de lade voorzichtig terug in de oorspronkelijke positie. 4 Raak indien nodig Doorgaan, storing verholpen aan op het bedieningspaneel van de printer. Er is papier vastgelopen in de bovenklep 1 Beweeg de lade voorzichtig naar links tot deze niet verdergaat.
2 Open de bovenklep. 1 2 2 3 Pak het vastgelopen papier stevig vast aan beide zijden en trek het voorzichtig uit de printer.
4 Sluit de bovenklep. 5 Breng de lade voorzichtig terug in de oorspronkelijke positie. 6 Raak indien nodig Doorgaan, storing verholpen aan op het bedieningspaneel van de printer. 250: papierstoring 1 Verwijder eventuele vastgelopen pagina's uit de universeellader. 2 Plaats papier in de universeellader. 3 Raak indien nodig Doorgaan, storing verholpen aan op het bedieningspaneel van de printer.
281 papierstoring Papier vast in klep A 1 Open klep A. LET OP—HEET OPPERVLAK: Het binnenste van de printer is mogelijk erg warm. om letsel te voorkomen, moet u een heet oppervlak eerst laten afkoelen voordat u het aanraakt. 2 Bepaal waar het papier is vastgelopen en verwijder vervolgens het vastgelopen papier: a Als het papier zichtbaar is onder het verhittingsstation, pakt u het aan beide kanten stevig vast en trekt u het naar buiten. Opmerking: zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd.
Opmerkingen: • zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd. • Als het papier zich in het verhittingsstation bevindt, brengt u de ontgrendelingshendel van het verhittingsstation omlaag en schakelt u deze op de envelopstand in. • Zet de hendel weer in de juiste stand nadat u het vastgelopen papier hebt verwijderd. 4 Lijn het verhittingsstation uit met de handgrepen aan beide kanten ervan en plaats het terug in de printer. 2 2 1 3 Sluit klep A.
Opmerking: Als het vastgelopen papier aan de rechterkant moeilijk te verwijderen is, dient u de knop naar links te draaien. 3 Sluit klep F. 4 Raak indien nodig Doorgaan aan op het bedieningspaneel van de printer. 4yy.xx vastgelopen papier Als u het vastgelopen papier kunt zien in een van de laden van de finisher, pakt u het papier stevig aan beide zijden vast en trekt u het voorzichtig uit de printer.
2 Pak het vastgelopen papier stevig vast aan beide zijden en trek het voorzichtig uit de printer. Opmerking: zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd. 3 Sluit klep H. 4 Raak indien nodig Doorgaan aan op het bedieningspaneel van de printer. Papier vast in klep G 1 Open klep G.
1 2 3 4 5 6 7 Gebied Naam van klep, knop of hendel 1 Klep G1 2 Klep G2 3 Knop G3 4 Klep G4 5 Klep G7 6 Knop G8 7 Hendel G9 2 Til de hendel van klep G1 op. 3 Pak het vastgelopen papier stevig vast en trek het voorzichtig uit de printer. Opmerking: Verwijder ook alle papierstukjes nadat u het vastgelopen papier in klep G voorzichtig eruit hebt gehaald. 4 Duw klep G2 naar rechts en verwijder vastgelopen papier volledig.
7 Trek aan hendel G9 totdat de lade geheel is geopend. 8 Til de binnenklep op. Als het papier is vastgelopen in de rollen, draait u knop G8 naar links en verwijdert u vervolgens het vastgelopen papier. 9 Sluit klep G. 10 Raak indien nodig Doorgaan aan op het bedieningspaneel van de printer.
Papier vast in klep F (papiertransport) 1 Open klep F. 2 Pak het vastgelopen papier stevig vast aan beide zijden en trek het voorzichtig uit de printer. Opmerking: zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd. Opmerking: Als het vastgelopen papier aan de rechterkant moeilijk te verwijderen is, dient u de knop naar links te draaien. 3 Sluit klep F. 4 Raak indien nodig Doorgaan aan op het bedieningspaneel van de printer.
455 nietjes vast 1 Open klep G. 2 Open de klep van de nietjeshouder door op de ontgrendelingshendel te drukken. Opmerking: De klep van de nietjeshouder bevindt zich achter de finisher. 3 Druk de ontgrendelingshendel van de nietjeshouder naar beneden en trek de nietjeshouder uit de printer.
4 Til de nietbeschermer aan het metalen nokje omhoog en verwijder alle vastgelopen of losse nietjes. 5 Sluit de nietbeschermer. 6 Druk de nietbeschermer omlaag tot deze vastklikt. 7 Druk de nietjeshouder stevig in het nietapparaat tot de houder vastklikt. 8 Sluit de klep van het nietapparaat.
9 Sluit klep G. 10 Raak indien nodig Doorgaan, storing verholpen aan op het bedieningspaneel van de printer. 28y.xx papierstoringen Het is de scanner niet gelukt om een of meer pagina’s in te voeren in de ADI. 1 Verwijder alle originele documenten uit de ADI. Opmerking: Deze melding verdwijnt als de pagina’s zijn verwijderd uit de ADI. 2 Open de klep van de ADF. 3 Pak het vastgelopen papier stevig vast aan beide zijden en trek het voorzichtig uit de printer.
Problemen oplossen Printerberichten Kleur aanpassen Wacht tot het proces is voltooid. Lade 2 wil niet omlaag. Verwijder het papier en controleer op obstakels. Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Verwijder het papier en eventuele obstakels uit de lade. • Raak Doorgaan om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.
Wijzig [papierbron] in [aangepaste reeks] plaatsen [afdrukstand] Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Raak Huidige [papierbron] gebruiken aan als u het bericht wilt negeren en de geselecteerde lade wilt gebruiken. • Plaats het juiste papierformaat en de juiste papiersoort in de lade, controleer de instellingen voor het papierformaat en de papiersoort in het menu Papier op het bedieningspaneel van de printer en raak vervolgens Papier gewijzigd, Doorgaan aan.
Controleer afdrukstand of geleiders [bron] Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Schuif de papiergeleiders in de lade in de juiste positie voor het papierformaat in de lade. • Zorg dat de instelling voor papierformaat overeenkomt met het papier dat in de lade is geplaatst: 1 Controleer de instelling voor papierformaat in het menu Papier op het bedieningspaneel van de printer.
Druk op Continue (Doorgaan) om het bericht te wissen. Faxpartitie werkt niet. Waarschuw uw systeembeheerder. De faxpartitie lijkt beschadigd te zijn. Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Druk op Continue (Doorgaan) om het bericht te wissen. • Stel de printer opnieuw in door de printer uit en weer in te schakelen. Neem contact op met uw systeembeheerder als het bericht opnieuw wordt weergegeven. Faxserver 'Volgens indeling' is niet ingesteld. Raadpleeg de systeembeheerder.
Plaats invoerlade [x] Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Plaats de aangegeven lade: 1 Schakel de printer uit. 2 Trek de stekker van de voedingskabel uit het stopcontact. 3 Plaats de aangegeven lade. 4 Steek de stekker van het netsnoer in een goed geaard stopcontact. 5 Zet de printer weer aan. • Annuleer de afdruktaak. Vul [bron] met [naam aangepaste soort] Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Plaats het aangegeven papier in de lade of invoer.
Vul [bron] met [soort] [formaat] Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Plaats het aangegeven papier in de lade of invoer. • Raak Papier geplaatst, doorgaan aan om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. Als de printer een lade detecteert met papier van het juiste formaat en de juiste soort, wordt het papier uit die lade ingevoerd. Als de printer geen lade kan vinden met papier van het juiste formaat en de juiste soort, wordt het papier uit de standaardpapierbron gebruikt.
• Raak Automatisch papier selecteren aan om het papier in de lade te gebruiken. • Annuleer de afdruktaak. Vul nietjes bij Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Vervang de opgegeven nietjeshouder in de finisher. • Raak Doorgaan om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. Opmerking: De afdruktaak wordt geniet als de nietjeshouder is vervangen of geplaatst. • Raak Taak annuleren aan als u de huidige afdruktaak wilt annuleren. Handmatige invoer verwacht [papierformaat].
Verwijder papier uit [gekoppelde ladensetnaam] Verwijder het papier uit de aangegeven lade. De printer stelt automatisch vast dat het papier is verwijderd en gaat door met afdrukken. Raak Doorgaan aan als het bericht niet wordt gewist nadat u het papier hebt verwijderd. Verwijder papier uit alle uitvoerladen Verwijder het papier uit alle uitvoerladen. De printer detecteert automatisch dat het papier is verwijderd en gaat door met afdrukken.
31.xx Cartridge [kleur] ontbreekt of is defect Probeer een of meer van de volgende oplossingen: 1 Verwijder de aangegeven cartridge uit de printer en installeer deze opnieuw. Raak op het bedieningspaneel Meer informatie aan voor informatie over het verwijderen van een cartridge. 2 Raak Doorgaan aan om het bericht te wissen. Opmerking: Als het bericht niet wordt gewist, moet u de defecte cartridge vervangen. 32.
35 Onvoldoende geheugen voor ondersteuning van functie voor bronnenopslag Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Druk op Continue (Doorgaan) om Bronnen opslaan uit te schakelen en door te gaan met afdrukken. • Als u Bronnen opslaan wilt inschakelen nadat u dit bericht hebt ontvangen, dient u ervoor te zorgen dat de koppelingsbuffers zijn ingesteld op Auto. Sluit vervolgens de menu's af om de wijzigingen in de koppelingsbuffers te activeren.
39 Pagina is te complex. Bepaalde gegevens worden mogelijk niet afgedrukt Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Druk op Continue (Doorgaan) om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. • Annuleer de huidige afdruktaak. • Installeer extra printergeheugen. 40 [kleur] onjuist gevuld, vervang cartridge Vervang de aangegeven cartridge om door te gaan met afdrukken.
54 Fout in seriële poort, optie sleuf [x] Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Controleer of u de juiste seriële kabel hebt voor de seriële poort en of de kabel goed is aangesloten. • Controleer of de parameters voor de seriële interface (protocol, baud, pariteit en databits) correct zijn ingesteld op de printer en hostcomputer. • Raak Doorgaan aan om door te gaan met afdrukken. • Stel de printer opnieuw in door het apparaat uit en weer aan te zetten.
56 Standaard USB-poort uitgeschakeld Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Druk op Continue (Doorgaan) om het bericht te wissen. De printer negeert gegevens die via de USB-poort worden ontvangen. • Controleer of het menu-item USB-buffer niet is ingesteld op Uitgeschakeld. 56 Standaard parallelle poort uitgeschakeld Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Druk op Continue (Doorgaan) om het bericht te wissen. De printer negeert gegevens die via de parallelle poort worden ontvangen.
3 Verwijder de extra laden. 4 Steek de stekker van het netsnoer in een goed geaard stopcontact. 5 Zet de printer weer aan. 59 Incompatibele lade [x] Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Verwijder de aangegeven lade. • Druk op Doorgaan om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken zonder de aangegeven lade te gebruiken. 61 Verwijder defecte schijf Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Verwijder de defecte vaste schijf.
80 Scanneronderhoud vereist. Gebruik ADF-kit Neem contact op met de klantenondersteuning als het onderhoudsbericht wordt weergegeven. De printer vereist onderhoud. 80 Gepland onderhoud [x] Neem contact op met de klantenondersteuning als het onderhoudsbericht wordt weergegeven. De printer vereist onderhoud.
84.xx [kleur] fotoconductor bijna leeg 1 Bestel een nieuwe fotoconductor. 2 Wanneer de afdrukkwaliteit afneemt, installeert u de nieuwe fotoconductor aan de hand van de instructies die bij het vervangende onderdeel zijn meegeleverd. 3 Raak Doorgaan om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. 84.xx [kleur] fotoconductor bijna leeg 1 Bestel direct een nieuwe fotoconductor.
88.xx Cartridge [kleur] vrijwel leeg De aangegeven cartridge is bijna leeg. 1 Raak op het bedieningspaneel Meer informatie aan voor informatie over het vervangen van een cartridge. 2 Raak Doorgaan aan om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. 2yy.xx Sluit klep van de flatbed en plaats originelen bij het opnieuw starten van taak Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Raak Taak annuleren aan om de taak te annuleren en het bericht te wissen.
840.02 Scanner uitgeschakeld. Neem contact op met de systeembeheerder als het probleem zich blijft voordoen. Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Raak Doorgaan met scanner uitgeschakeld aan om terug te gaan naar het beginscherm en neem vervolgens contact op met uw systeembeheerder. • Raak Opnieuw opstarten en scanner automatisch inschakelen aan om de taak te annuleren. Opmerking: Hiermee wordt geprobeerd om de scanner weer online te brengen.
Als Gereed niet worden weergegeven, zet u de printer uit en neemt u contact op met de klantenondersteuning. Er wordt een foutbericht over het lezen van het USB-station weergegeven Controleer of het flashstation wordt ondersteund. Afdruktaken worden niet afgedrukt Probeer een of meer van de volgende oplossingen: CONTROLEER OF ER GEEN PROBLEEM IS MET UW PRINTER. Controleer de status in het bedieningspaneel van de printer. Volg indien nodig de herstelinstructies.
CONTROLEER OF DE PRINTERKABELS GOED ZIJN BEVESTIGD Controleer of de kabelverbindingen met de printer en afdrukserver goed zijn bevestigd. Raadpleeg de meegeleverde installatiedocumentatie van de printer voor meer informatie. Vertrouwelijke en andere taken in de wachtrij worden niet afgedrukt Hierna volgen mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende oplossingen: GEDEELTELIJKE TAAK, GEEN TAAK OF LEGE PAGINA WORDT AFGEDRUKT De afdruktaak bevat mogelijk een formatteringsfout of ongeldige gegevens.
Taak wordt afgedrukt vanuit de verkeerde lade of op het verkeerde papier CONTROLEER DE INSTELLINGEN VOOR HET PAPIERTYPE EN HET PAPIERFORMAAT Zorg dat de instelling voor de papiersoort overeenkomt met het papier dat in de lade is geplaatst: 1 Controleer de instellingen voor papiersoort en papierformaat in het menu Papier op het bedieningspaneel van de printer. 2 Geef de juiste papiersoort op voordat u de afdruktaak verzendt. • Windows-gebruikers: geef de papiersoort op via Printereigenschappen.
VERMINDER DE COMPLEXITEIT VAN DE AFDRUKTAAK. Maak de taak minder complex door het aantal verschillende lettertypen en lettergrootten te reduceren, het aantal afbeeldingen te beperken en eenvoudigere afbeeldingen te gebruiken of door minder pagina's tegelijk te laten afdrukken. CONTROLEER OF DE PRINTER OVER VOLDOENDE GEHEUGEN BESCHIKT. Voeg extra geheugen toe of installeer een optionele vaste schijf.
Slechte kopieerkwaliteit Hier volgen enkele voorbeelden van een slechte kopieerkwaliteit: • • • • • • • • • • • Lege pagina's Dambordpatroon Vervormde afbeeldingen Ontbrekende tekens Fletse afdrukken Donkere afdrukken Scheve lijnen Vlekken Strepen Onverwachte tekens Witte lijnen in afdrukken Probeer een of meer van de volgende oplossingen: VERWIJDER EVENTUELE FOUTBERICHTEN Controleer de display en verwijder eventuele foutberichten die worden weergegeven.
CONTROLEER OF U DE JUISTE KOPIEERINSTELLINGEN GEBRUIKT Als op de uitvoer patronen (moiré) verschijnen: • Controleer in het scherm Kopiëren of de instellen voor Inhoudstype en Bron geschikt zijn voor het document dat moet worden gescand. • Blader in het scherm Kopiëren naar: Geavanceerde opties > Geavanceerde beeldverwerking > Scherpte > verlaag de instelling voor Scherpte • Controleer in het scherm Kopiëren of de functie voor het aanpassen van de schaal niet is ingeschakeld.
CONTROLEER DE INSTELLING VOOR PAPIERFORMAAT Zorg dat de instelling voor papierformaat overeenkomt met het papier dat in de lade is geplaatst: 1 Controleer op het bedieningspaneel van de printer de instelling voor papierformaat in het menu Papier. 2 Geef de juiste instelling voor formaat op voor u de taak verzendt voor afdrukken: • Windows: geef het formaat op dat is ingesteld in Printereigenschappen. • Macintosh: geef het formaat op dat is ingesteld in het dialoogvenster Pagina-instelling.
MOGELIJK IS DE SCANRESOLUTIE TE HOOG INGESTELD Selecteer een lagere scanresolutie. Slechte kwaliteit van gescande afbeeldingen Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een of meer van de volgende oplossingen: CONTROLEER OF ER FOUTBERICHTEN OP HET DISPLAY ZIJN WEERGEGEVEN. Verwijder eventuele foutberichten. MOGELIJK IS DE GLASPLAAT VUIL. Reinig de glasplaat met een schone, stofvrije doek die met water is bevochtigd. Zie “De glasplaat reinigen” op pagina 249 voor meer informatie.
Kan niet vanaf een computer scannen Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een of meer van de volgende oplossingen: KIJK OF ER FOUTBERICHTEN OP HET DISPLAY WORDEN WEERGEGEVEN. Verwijder eventuele foutberichten. CONTROLEER DE STROOMTOEVOER Controleer of de stekker van de printer goed in het stopcontact zit, of het apparaat is ingeschakeld en of Gereed op het display wordt weergegeven.
Kan geen faxen verzenden of ontvangen Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een of meer van de volgende oplossingen: KIJK OF ER FOUTBERICHTEN OP HET DISPLAY WORDEN WEERGEGEVEN. Verwijder eventuele foutberichten. CONTROLEER DE STROOMTOEVOER Controleer of de stekker van de printer goed in het stopcontact zit, of het apparaat is ingeschakeld en of Gereed op het display wordt weergegeven.
• Als u de functie Kiezen met hoorn op haak gebruikt, draait u het volume omhoog om te controleren of u een kiestoon hoort. ONTKOPPEL TIJDELIJK ANDERE APPARATUUR Sluit de printer rechtstreeks op de telefoonlijn aan om te controleren of het apparaat goed werkt. Ontkoppel eventuele antwoordapparaten, computers met modems of telefoonlijnsplitters. CONTROLEER OP PAPIERSTORINGEN Verwijder eventueel vastgelopen papier en controleer of Gereed op het display verschijnt.
3 Voer in het veld Aantal belsignalen het aantal belsignalen in dat u wilt horen voor de printer de oproep aanneemt. 4 Klik op Verzenden. VERVANG DE TONER- OF INKTCARTRIDGE Vervang de toner- of inktcartridge. Kan wel faxen ontvangen, maar niet verzenden Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een of meer van de volgende oplossingen: DE PRINTER BEVINDT ZICH NIET IN DE FAXMODUS In het beginscherm raakt u Fax Fax aan om de printer in de faxmodus te zetten.
CONTROLEER OF DE FAXTRANSMISSIESNELHEID NIET TE HOOG IS INGESTELD Verlaag de faxtransmissiesnelheid voor binnenkomende faxen: 1 Typ het IP-adres van de printer in het adresveld van uw webbrowser. Opmerking: als u het IP-adres van uw printer niet weet, drukt u een netwerkconfiguratiepagina af en zoekt u het IP-adres op in het gedeelte TCP/IP. 2 Klik op Instellingen > Faxinstellingen > Analoge faxinstellingen. 3 Klik in het vak Max.
CONTACT OPNEMEN MET DE KLANTENONDERSTEUNING Neem contact op met de klantenservice wanneer u het probleem nog steeds niet kunt opsporen. Problemen met accessoires oplossen Optie functioneert niet goed of helemaal niet meer nadat deze is geïnstalleerd Probeer een of meer van de volgende oplossingen: STEL DE PRINTER IN OP DE BEGINWAARDEN. Schakel de printer uit, wacht ongeveer 10 seconden en schakel de printer weer in. CONTROLEER OF DE OPTIE IS VERBONDEN MET DE PRINTER.
STEL DE PRINTER OPNIEUW IN Zet de printer uit, wacht ongeveer 10 seconden en zet de printer weer aan. CONTROLEER OF DE PAPIERLADE CORRECT IS GEÏNSTALLEERD. Als de papierlade wel voorkomt op de pagina met menu-instellingen, maar het papier vastloopt rond het punt waar het de lade in- of uitgaat, is de lade mogelijk niet goed geïnstalleerd. Installeer de papierlade opnieuw. Raadpleeg de bij de papierlade geleverde documentatie over de hardware-installatie voor meer informatie of ga naar http://support.
Internal Solutions Port werkt niet correct Probeer een of meer van de volgende oplossingen: CONTROLEER DE VERBINDINGEN VAN DE INTERNAL SOLUTIONS PORT (ISP) Controleer of de ISP goed is bevestigd op de systeemkaart van de printer. CONTROLEER DE KABEL Controleer of de juiste kabel wordt gebruikt en of deze goed is aangesloten op de ISP.
Problemen met de papierinvoer Papier loopt regelmatig vast Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een of meer van de volgende oplossingen: CONTROLEER HET PAPIER Gebruik het aanbevolen papier of het speciale afdrukmateriaal. Raadpleeg het hoofdsstuk over richtlijnen voor papier en speciaal afdrukmateriaal voor meer informatie.
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen Neem contact op met onze klantenondersteuning als u het probleem hiermee niet kunt oplossen. Mogelijk moet een printeronderdeel worden afgesteld of vervangen. Tekens hebben gekartelde of ongelijkmatige randen Als u werkt met geladen lettertypen, controleer dan of de lettertypen worden ondersteund door de printer, de hostcomputer en het softwareprogramma.
Schaduwafbeeldingen op afdrukken ABCDE ABCDE ABCDE Probeer een of meer van de volgende oplossingen: CONTROLEER DE INSTELLINGEN VOOR PAPIERSOORT EN PAPIERGEWICHT Zorg dat de papiersoort en het papiergewicht overeenkomen met het papier dat in de lade of de invoer is geplaatst: 1 Controleer de instellingen voor papiersoort en papiergewicht in het menu Papier op het bedieningspaneel van de printer.
DE INGESTELDE WAARDE VOOR TONERINTENSITEIT VERLAGEN Selecteer een lichtere instelling voor Tonerintensiteit: • Wijzig de instelling in het menu Kwaliteit vanaf het bedieningspaneel van de printer. • Voor Windows-gebruikers: wijzig de instelling via Printereigenschappen. • Voor Macintosh-gebruikers: wijzig de instelling via het dialoogvenster Afdrukken. DE TONERCARTRIDGE IS MOGELIJK VERSLETEN OF DEFECT Vervang de tonercartridge. Onjuiste marges Hierna volgen mogelijke oplossingen.
Probeer een of meer van de volgende oplossingen: CONTROLEER OF DE TONERCARTRIDGE NIET DEFECT IS Verwijder de defecte tonercartridge. CONTROLEER OF DE FOTOCONDUCTOR NIET DEFECT IS Vervang de defecte fotoconductoreenheid. CONTROLEER OF DE OVERDRACHTSMODULE NIET DEFECT IS Vervang de beschadigde overdrachtsmodule. REINIG DE LENZEN VAN DE PRINTKOP. 1 Open de voorklep en vervolgens de binnenklep. 2 Zoek de printkopreinigers.
Onregelmatigheden in de afdruk Probeer een of meer van de volgende oplossingen: GEBRUIK PAPIER UIT EEN NIEUW PAK. Het papier bevond zich eerder mogelijk in een vochtige omgeving en heeft daardoor vocht opgenomen. Bewaar papier altijd in de originele verpakking en haalt het pas uit de verpakking als u het gaat gebruiken.
Afdruk is te donker Probeer een of meer van de volgende oplossingen: CONTROLEER DE INSTELLINGEN VOOR DONKERHEID, HELDERHEID EN CONTRAST De ingestelde waarden voor Tonerintensiteit, Helderheid en Contrast zijn mogelijk te hoog of te laag. • U kunt deze instellingen wijzigen via het menu Kwaliteit op het bedieningspaneel van de printer. • Windows: wijzig deze instellingen via Printereigenschappen. • Als u Macintosh gebruikt: 1 Kies Archief > Druk af.
Probeer een of meer van de volgende oplossingen: CONTROLEER DE INSTELLINGEN VOOR DONKERHEID, HELDERHEID EN CONTRAST De ingestelde waarden voor Tonerintensiteit, Helderheid en Contrast zijn mogelijk te hoog of te laag. • U kunt deze instellingen wijzigen via het menu Kwaliteit op het bedieningspaneel van de printer. • Voor Windows-gebruikers: wijzig deze instellingen via Printereigenschappen • Als u Macintosh gebruikt: 1 Kies Archief > Druk af.
CONTROLEER OF DE TONER- OF INKTCARTRIDGE VOLDOENDE TONER BEVAT Als het bericht 88.xx [kleur] cartridge bijna leeg wordt weergegeven, moet u controleren of de toner gelijkmatig is verdeeld over de vier cartridges: 1 Verwijder de cartridge uit de printer. Let op—Kans op beschadiging: Raak de trommel van de fotoconductor niet aan. Dit kan de afdrukkwaliteit van toekomstige afdruktaken verminderen. 2 Schud de cartridge meerdere keren stevig heen en weer om de toner opnieuw te verdelen.
ZORG ERVOOR DAT DE PRINTER SCHOON IS EN NIET VERVUILD IS MET PAPIERSTOF. De buitenkant van de printer reinigen 1 Controleer of de printer is uitgeschakeld en de stekker van het netsnoer van de printer uit het stopcontact is getrokken. Let op—Kans op beschadiging: als u de buitenkant van de printer reinigt, moet u de stekker van het netsnoer uit het stopcontact trekken en alle kabels losmaken van de printer voordat u doorgaat om elektrische schokken te voorkomen.
CONTROLEER OF DE FOTOCONDUCTOR NIET DEFECT IS EN CORRECT IS GEPLAATST Verwijder de fotoconductor en installeer deze vervolgens opnieuw. Als het probleem zich blijft voordoen, moet de fotoconductor misschien worden vervangen. Er worden zwarte of witte strepen weergegeven op de transparanten of het papier Probeer een of meer van de volgende oplossingen: CONTROLEER OF HET JUISTE VULPATROON WORDT GEBRUIKT Als het verkeerde vulpatroon wordt gebruikt, selecteert u een ander vulpatroon in de software.
Horizontale strepen op afdrukken ABCDE ABCDE ABCDE Probeer een of meer van de volgende oplossingen: SELECTEER EEN ANDERE LADE OF INVOER • Kies Standaardbron in het menu Papier op het bedieningspaneel van de printer. • Windows-gebruikers: selecteer de papierbron via Printereigenschappen. • Macintosh-gebruikers: selecteer de papierbron via het afdrukdialoogvenster en de voorgrondmenu's.
CONTROLEER OF DE TONERCARTRIDGE NIET LEEG IS OF IS VERSLETEN OF BESCHADIGD Vervang de lege, versleten of beschadigde tonercartridge. MAAK DE PAPIERBAAN ROND DE TONERCARTRIDGE VRIJ. Controleer de papierbaan rond de tonercartridge. LET OP—HEET OPPERVLAK: De binnenkant van de printer kan heet zijn. Laat een oppervlak eerst laten afkoelen voordat u het aanraakt om letsel te voorkomen. Verwijder al het papier dat u tegenkomt.
Toner laat los Probeer een of meer van de volgende oplossingen: CONTROLEER DE INSTELLINGEN VOOR PAPIERSOORT EN PAPIERGEWICHT Zorg dat de papiersoort en het papiergewicht overeenkomen met het papier dat in de lade of de invoer is geplaatst: 1 Controleer de instellingen voor papiersoort en papiergewicht in het menu Papier op het bedieningspaneel van de printer. Wijzig de instelling voor Papiergewicht van Normaal in Zwaar.
Slechte afdrukkwaliteit op transparanten Probeer een van de volgende opties: TRANSPARANTEN CONTROLEREN Gebruik uitsluitend transparanten die voldoen aan de printerspecificaties. CONTROLEER DE INSTELLING VOOR PAPIERSOORT Zorg dat de papiersoort is ingesteld op Transparanten: 1 Controleer op het bedieningspaneel van de printer de instelling voor Papierformaat in het menu Papier.
Waarom komt de kleur op de afdruk niet overeen met de kleur op mijn beeldscherm? De kleurconversietabellen in de modus Automatische kleurcorrectie zijn meestal een benadering van de kleuren van een standaardcomputerbeeldscherm. Door technische verschillen tussen printers en beeldschermen zijn er veel kleuren die kunnen worden beïnvloed door verschillen in beeldschermen en lichtomstandigheden.
Het menu Aangepaste kleur Objecttype RGB-kleurbeeld RGB-tekst RGB-illustraties Kleurconversietabellen • Levendig: geeft helderdere kleuren met een hogere verzadiging en kan worden toegepast op alle binnenkomende kleurformaten. • sRGB Display: geeft kleuren die de kleuruitvoer van een computerscherm benaderen. Het gebruik van zwarte toner wordt geoptimaliseerd voor het afdrukken van foto's. • Display—True Black: geeft kleuren die de kleuruitvoer van een computerscherm benaderen.
Toegang krijgen tot een set met gedetailleerde kleurvoorbeelden vanaf de Embedded Web Server: 1 Typ het IP-adres of de hostnaam van de printer in het adresveld van uw webbrowser. Opmerking: Als u het IP-adres of de hostnaam van de printer niet weet, kunt u: • deze informatie vinden op het beginscherm van het bedieningspaneel van de printer of in het TCP/IP-gedeelte in het menu Netwerken/Poorten.
Kennisgevingen Productinformatie Productnaam: Lexmark X950de 4, x952dte 4, x954dhe 4 Apparaattype: 7558 Model(len): 032, 036, 232, 236, 432, 436 Informatie over deze editie Juni 2011 De volgende alinea is niet van toepassing op landen waar de voorwaarden strijdig zijn met de nationale wetgeving: LEXMARK INTERNATIONAL, INC.
Trademarks Lexmark, Lexmark with diamond design, and MarkVision are trademarks of Lexmark International, Inc., registered in the United States and/or other countries. ScanBack is een handelsmerk van Lexmark International, Inc. Mac en het Mac-logo zijn handelsmerken van Apple Inc., gedeponeerd in de Verenigde Staten en andere landen. PCL(r) is een gedeponeerd handelsmerk van Hewlett-Packard Company.
Univers Linotype-Hell AG and/or its subsidiaries All other trademarks are the property of their respective owners.
Kennisgeving over gevoeligheid voor statische elektriciteit dit symbool duidt onderdelen aan die gevoelig zijn voor ontlading van statische elektriciteit. Raak eerst het metalen frame van de printer aan, voordat u iets aanraakt in gebieden die met dit symbool zijn gemarkeerd.
Modus Beschrijving Stroomverbruik (Watt) Slaapstand De normale spaarstand van het apparaat is geactiveerd. < 17 W Sluimerstand De optimale spaarstand van het apparaat is geactiveerd. 1,0 W Uit 0,35 W Het product is aangesloten op een stopcontact, maar het apparaat is uitgeschakeld. De stroomverbruikniveaus in de vorige tabel zijn metingen op basis van tijdgemiddelden. Stroompieken kunnen aanzienlijk hoger zijn dan het gemiddelde. Waarden kunnen gewijzigd worden. Ga naar www.lexmark.
Dit product voldoet aan de eisen voor apparaten van Klasse A, zoals omschreven in richtlijn EN 55022 en in de veiligheidseisen van EN 60950. Kennisgeving over radiostoring Waarschuwing Dit product voldoet aan de emissievereisten van of EN55022 met betrekking tot limieten klasse A-producten en de immuniteitsvereisten van EN55024. Dit product is niet bedoeld voor gebruik in woonomgevingen. Dit is een klasse A-product.
tot elektromagnetische compatibiliteit en veiligheid van elektrische apparatuur die is ontworpen voor gebruik binnen bepaalde voltagegrenzen en voor radioapparatuur en telecommunicatieterminals. Het CE-teken geeft aan dat een apparaat voldoet aan de veiligheidsvoorschriften. De fabrikant van dit product is: Lexmark International, Inc., 740 West New Circle Road, Lexington, KY, 40550, Verenigde Staten. De erkende vertegenwoordiger is: Lexmark International Technology Hungária Kft.
English Hereby, Lexmark International, Inc., declares that this type of equipment is in compliance with the essential requirements and other relevant provisions of Directive 1999/5/EC. Español Por medio de la presente, Lexmark International, Inc. declara que este producto cumple con los requisitos esenciales y cualesquiera otras disposiciones aplicables o exigibles de la Directiva 1999/5/CE. Eesti Käesolevaga kinnitab Lexmark International, Inc.
Index Cijfers 1565 Emulatiefout, laad emulatieoptie 325 201–202: papierstoringen 285 203: papierstoring 287 230: papierstoring 289 231: papierstoring 289 24x papier vast 291 250: papierstoring 297 280.06 Geen papier 324 281: papierstoring 298 28y.xx papierstoringen 307 2yy.xx Sluit klep van de flatbed en plaats originelen bij het opnieuw starten van taak 324 31.xx Cartridge [kleur] ontbreekt of is defect 316 32.
afdrukken van vertrouwelijke taken en andere taken in de wachtrij vanaf een Macintoshcomputer 105 vanuit Windows 105 afdrukken vanaf een flashstation 100 afdrukken, directorylijst 106 afdrukken, document 98 afdrukken, lijst met voorbeelden van lettertypen 106 afdrukken, pagina met menuinstellingen 54 afdrukken, problemen oplossen afdruktaak duurt langer dan verwacht 327 er komen onverwachte paginaeinden voor 329 foutbericht lezen flashstation 326 gekruld papier 346 grote afdruktaken worden niet gesorteerd 3
Stille modus 70 contact opnemen met de klantenondersteuning 359 Controleer afdrukstand of geleiders [bron] 310 controleren, afdruktaken 104 afdrukken vanaf de Macintoshcomputer 105 afdrukken via Windows 105 controleren, printerstatus met de Embedded Web Server 281 controleren, status van onderdelen en supplies 256 controleren, virtuele display Embedded Web Server gebruiken 281 Custom Types (Aangepaste soorten), menu 162 D datum en tijd, fax instelling 133 datum- en tijdstempel toevoegen 115 Datum/tijd inst
aansluiten op een PBX of ISDN 130 de printer aansluiten op het stopcontact 130 faxaansluitingen regionale adapters 132 faxen annuleren, faxtaak 138 blokkeren van ongewenste faxen 138 de datum en tijd instellen 133 fax verzenden op een gepland tijdstip 137 fax- of stationsnaam instellen voor uitgaande faxen 132 faxen doorsturen 141 faxen in wachtrij 140 faxen lichter of donkerder maken 137 faxinstellingen 128 faxlog bekijken 137 faxnummer of stationsnummer instellen 132 kiezen, een faxverbinding 129 ondersch
herstellen, fabriekswaarden 282 het hulpprogramma ScanBack gebruiken 148 Hoge-capaciteitslader voor 2000 vel installeren 50 papier plaatsen 80 horizontale strepen op afdrukken 353 HTML, menu 240 Hulpprogramma ScanBack gebruik 148 I importeren, configuratie Embedded Web Server gebruiken 32 informatie over de knoppen en pictogrammen in het beginscherm 24 informatie over de printer waar u die kunt vinden 17 installeren op een draadloos netwerk met behulp van Windows 57 installeren, de module met 1 lade 50 ins
Leeg perforatiebak 310 lege pagina's 349 legen, perforatiebak 254 lenzen van de printkop reinigen 250 licht gekleurde streep, witte streep of streep met de verkeerde kleur op afdrukken 345 lichte tonervegen of schaduwen op de achtergrond 354 lijst met lettertypen afdrukken afdrukken 106 Load staples (Vul nietjes bij) 314 Logbestand beveiligingscontrole, menu 185 M maken, FTP-snelkoppeling Embedded Web Server gebruiken 142 maken, profielen het hulpprogramma ScanBack gebruiken 148 maken, snelkoppeling voor f
Nummer faxstation is niet ingesteld 311 O onderdelen controleren met Embedded Web Server 256 controleren via het bedieningspaneel van printer 256 controleren, status 256 onderdelen, vervangen onderhoudskit 258 onderhoudskit bestellen 258 vervangen 258 ondersteunde flashstations 101 ondersteunde papierformaten 91 ondersteunde papiergewichten en soorten 93 onderwerp- en berichtinformatie toevoegen aan e‑mail 123 opslaan, afdruktaken 104 opslag papier 90 supplies 255 opties bijwerken in printerstuurprogramma
Telefoon 53 USB 53 poortinstellingen configureren 64 PostScript, menu 236 Printer basismodel 19 inschakelen 34 locatie selecteren 18 minimale installatieruimte 18 verplaatsen 18, 280 vervoeren 280 volledige configuratie 19 printer aansluiten op regionale adapters 132 printer installeren op draadloos netwerk 57 printer installeren op een draadloos netwerk met Macintosh 59 printer vervoeren 280 printer, eenvoudige problemen oplossen 325 printer, vaste schijf coderen 246 printerberichten 1565 Emulatiefout, laa
Niet-ondersteund USB-apparaat, verwijder de hub 310 Niet-ondersteunde USB-hub, verwijder de hub 310 Nummer faxstation is niet ingesteld 311 Plaats invoerlade [x] 311, 312 Plaats perforatie- bak 311 Scan Document Too Long (Scandocument te lang) 315 Schijf corrupt 310 Schijf wordt niet ondersteund 315 Sluit klep [x] 310 SMTP-server is niet ingesteld. Raadpleeg de systeembeheerder.
volledig gekleurde pagina's 351 witte strepen op een pagina 352 zwarte strepen op een pagina 352 problemen oplossen, display display geeft alleen ruitjes weer 325 display is leeg 325 problemen oplossen, faxen kan geen faxen verzenden of ontvangen 335 kan wel faxen ontvangen, maar niet verzenden 337 kan wel faxen verzenden, maar niet ontvangen 336 nummerweergave werkt niet 334 ontvangen fax heeft een slechte afdrukkwaliteit 337 problemen oplossen, kopiëren documenten of foto's worden gedeeltelijk gekopieerd
Stille modus afdrukkwaliteit, problemen oplossen 343 strepen op een pagina 352 Substitute Size (Ander formaat), menu 158 supplies controleren met Embedded Web Server 256 controleren via het bedieningspaneel van printer 256 controleren, status 256 kringlooppapier gebruiken 68 opslag 255 zuinig omgaan 68 supplies, bestellen fotoconductoreenheid 257 nietcassettes 257 onderhoudskit 258 overloopfles 257 tonercartridges 256 Supplies, menu 152 systeemkaart toegang 36 systeemkaartklep terugplaatsen 36 T Taakadmini
Wijzig [papierbron] in [papierformaat] plaatsen [afdrukstand] 309 wissen, geheugen op de vaste schijf 246 wissen, niet-vluchtig geheugen 245 wissen, vluchtig geheugen 245 WS scannen info 31 X XPS, menu 236 Z Zet app. uit,wacht 2 sec.,zet app.