Operation Manual

1
2
3
1 ISP-connector
2 Connectors voor geheugen- en flashgeheugenkaart
3 Geheugenkaartconnectors
4 Duw de systeemkaart terug op zijn plek.
Geheugenkaart installeren
LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Als u de systeemkaart opent of optionele hardware of
geheugenapparaten installeert nadat u de printer hebt ingesteld, dient u voordat u doorgaat eerst de printer uit
te schakelen en de stekker uit het stopcontact te halen. Als u andere apparaten hebt aangesloten op de printer,
schakel deze dan ook uit en koppel de kabels los van de printer.
Let op—Kans op beschadiging: De elektronische componenten van de systeemkaart raken gemakkelijk beschadigd
door statische elektriciteit. Raak daarom eerst een metalen voorwerp aan voordat u de elektrische componenten of
aansluitingen van de systeemkaart aanraakt.
Een optionele geheugenkaart kan afzonderlijk worden aangeschaft en op de systeemkaart worden bevestigd.
1 Open het toegangspaneel van de systeemkaart.
Zie “Toegang krijgen tot de systeemkaart van de printer” op pagina 36 voor meer informatie.
Opmerking: Voor deze taak hebt u een schroevendraaier met platte kop nodig.
2 Haal de geheugenkaart uit de verpakking.
Opmerking: Raak de aansluitpunten aan de rand van de kaart niet aan.
Extra printer instellen
37