Lexmark X203n- en X204n-serie Gebruikershandleiding Maart 2009 Machinetype(n): 7011 Model(len): 200, 215 www.lexmark.
Inhoudsopgave Veiligheidsvoorschriften.................................................................10 Algemene informatie over de printer..........................................12 Hartelijk dank voor het kiezen voor deze printer!...................................................................................................12 Informatie zoeken over de printer................................................................................................................................
Papier in de papierlade plaatsen...................................................................................................................................34 Handinvoer gebruiken.......................................................................................................................................................37 Papiercapaciteit............................................................................................................................................................
Kopieerinstellingen aanpassen......................................................................................................................................56 Van het ene formaat naar het andere kopiëren .................................................................................................................. 56 Kopieën verkleinen of vergroten ..............................................................................................................................................
Snelkoppelingen en het adresboek gebruiken........................................................................................................81 Faxsnelkoppelingen gebruiken................................................................................................................................................. 81 Het adresboek gebruiken ............................................................................................................................................................
Menu Netwerk/poorten..................................................................................................................................................112 Menu's Standaardnetwerk of Netwerk ........................................................................................................................112 Menu Netwerkrapporten ...........................................................................................................................................................
Printerberichten................................................................................................................................................................137 Sluit voorklep .................................................................................................................................................................................137 Ongeldige enginecode....................................................................................................................
Een niet-reagerende scanner controleren...........................................................................................................................155 Scannen is mislukt........................................................................................................................................................................155 Scannen duurt te lang of de computer loopt vast tijdens scannen...........................................................................
Energieverbruik.................................................................................................................................................................176 Index.................................................................................................
Veiligheidsvoorschriften Sluit het netsnoer aan op een geaard stopcontact dat zich dicht in de buurt van het product bevindt en dat gemakkelijk bereikbaar is. Plaats dit product niet in de buurt van water of in vochtige omgevingen. LET OP—KANS OP LETSEL: Dit product maakt gebruik van een laser. het toepassen van bedieningswijzen, aanpassingsmethoden of procedures anders dan in deze publicatie worden beschreven, kan blootstelling aan gevaarlijke straling tot gevolg hebben.
LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Om het risico op elektrische schokken te vermijden, trekt u de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en maakt u alle kabels los die op de printer zijn aangesloten voor u de buitenkant van de printer reinigt. LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Gebruik de faxfunctie niet tijdens onweer.
Algemene informatie over de printer Hartelijk dank voor het kiezen voor deze printer! We hebben ons best gedaan om er zeker van te zijn dat hij aan uw verwachtingen zal voldoen. Als u uw nieuwe printer meteen wilt gebruiken, kunt u de installatiematerialen van de printer gebruiken en de Gebruikershandleiding doornemen om de zien hoe u de elementaire taken uitvoert.
Gewenste informatie Bron Hulp bij de printersoftware Hulp voor Windows of Mac: open een printersoftwareprogramma of –toepassing en klik vervolgens op Help. Klik op om contextgevoelige informatie te bekijken. Opmerkingen: • De Help wordt automatisch met de printersoftware geïnstalleerd. • De printersoftware bevindt zich in de printermap of op het bureaublad, afhankelijk van uw besturingssysteem. Meest recente aanvullende informatie, updates en Lexmark ondersteuningswebsite: support.lexmark.
5 1 @!. 2 ABC 4 GHI 3 DEF 5 JKL 6 MNO 7 PQRS 8 TUV * 9 WXYZ 0 # 4 1 3 2 1 Linkerkant 31 cm (12 inch) 2 Rechterkant 31 cm (12 inch) 3 Voorzijde 41 cm (16 inch) 4 Achter 15 cm (6 inch) 5 Bovenzijde 31 cm (12 inch) Printerconfiguraties Basismodel In de volgende afbeelding worden de voorkant van de printer en de algemene functies of onderdelen weergegeven.
1 1 @!.
1 2 1 @!. 2 ABC 4 GHI 3 DEF 5 JKL 6 MNO 7 PQRS 8 TUV * 8 9 WXY Z 0 # 3 7 4 5 6 1 Automatische documentinvoer (ADI) 2 Bedieningspaneel van de printer 3 Standaarduitvoerlade 4 Papierstop 5 Handinvoer 6 Papierlade (250 vel) 7 Voorklep 8 Ontgrendelingsknop op voorklep Basisfuncties van de scanner De scanner biedt mogelijkheden voor kopiëren, faxen en scannen naar netwerk. Opmerking: Faxen wordt niet door alle modellen ondersteund.
Informatie over de ADI en de glasplaat Glasplaat A B C Automatische documentinvoer (ADI) 1 @!. 2 ABC 4 GHI 3 DEF 5 JKL 6 MNO 7 PQRS 8 TUV * 9 WXYZ 0 # A B C 1 @!. 2 ABC 4 GHI 3 DEF 5 JKL 7 PQRS 6 MNO 8 TUV * 9 WXY Z 0 # Gebruik de ADI voor documenten met meerdere pagina's. Gebruik de glasplaat voor één pagina, kleine voorwerpen (zoals briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften).
Informatie over het bedieningspaneel van de printer 1 Copy 2 Menu 3 Stop/Cancel Hook Scan/Email Fax Select Back Options Onderdeel 1 Start Redial/Pause Address Book 1@!. 2 ABC 4 5 JKL 6 MNO 7 PQRS 8 TUV 9 WXYZ * 0 # 3 DEF Shortcuts Beschrijving Selecties en instellingen Hiermee kunt u een functie selecteren, zoals Kopiëren, Scannen/E-mailen, Faxen of Opties. U kunt het adresboek gebruiken bij het scannen naar e-mail.
2 3 1 Menu Stop/Cancel Select Back 9 Onderdeel 8 7 6 Start 5 4 Beschrijving 1 Menu Hiermee opent u de beheermenu’s 2 Display Hiermee kunt u de scan-, kopieer-, fax- en afdrukopties en de status- en foutberichten bekijken. 3 Stoppen/Annuleren 4 Starten Hiermee start u een kopieer-, scan- of faxtaak 5 Pijl naar rechts Hiermee kunt u naar rechts bladeren. 6 Selecteer Hiermee accepteert u menuselecties en instellingen 7 Pijl naar links Hiermee kunt u naar links bladeren.
Onderdeel 8 Beschrijving • Uit: de stroom is uitgeschakeld. • Knippert groen: de printer is bezig met opwarmen, verwerken van gegevens of Indicatielampje afdrukken. • Groen: de printer is ingeschakeld, maar niet actief. • Knippert rood: ingrijpen van gebruiker is vereist. 9 Terug Hiermee keert u terug naar het vorige menu. 2 1 Hook Redial/Pause 1@!.
Onderdeel 4 Beschrijving Adresboek Open een van de geprogrammeerde snelkoppelingen (1-99) voor faxen en emailen. Opmerking: Faxmodus is niet beschikbaar op bepaalde printermodellen. 5 Opnieuw kiezen/Onderbreken • Druk op de knop Opnieuw bellen/Pauzeren om een pauze in te lassen van twee tot drie seconden bij het kiezen van een faxnummer. In het veld Faxen naar: wordt een pauze weergegeven door een komma (,). • Druk op de knop Opnieuw bellen/Pauzeren als u een faxnummer opnieuw wilt kiezen.
Extra installatie-opties voor de printer Kabels aansluiten 1 Sluit het netsnoer eerst aan op de printer en vervolgens op een stopcontact. 2 Sluit de printer aan op een computer of een netwerk. • Als u een lokale verbinding wilt maken, moet u ervoor zorgen dat de printer-cd is geïnstalleerd voordat u een USB-kabel aansluit. • Sluit voor een netwerkverbinding een Ethernetkabel aan voordat u de printer-cd installeert.
Macintosh 1 Sluit alle geopende toepassingen. 2 Plaats de cd Software en documentatie in de computer. 3 Dubbelklik in de Finder op het cd-pictogram van de printer dat automatisch wordt weergeven. 4 Dubbelklik op het pictogram Install (Installeer). 5 Volg de aanwijzingen op het beeldscherm. Internet 1 Ga naar de website van Lexmark op www.lexmark.com. 2 Klik in het menu Drivers & Downloads op Driver Finder (Stuurprogramma zoeken). 3 Selecteer uw printer en vervolgens uw besturingssysteem.
Een netwerkconfiguratiepagina afdrukken Als de printer is aangesloten op een netwerk, kunt u de netwerkaansluiting controleren door een netwerkconfiguratiepagina af te drukken. Deze pagina bevat ook informatie die van belang is bij de configuratie van het afdrukken via een netwerk. 1 Zorg ervoor dat de printer is ingeschakeld en dat het bericht Gereed wordt weergegeven. 2 Druk op het bedieningspaneel van de printer op . 3 Druk op de pijltoetsen tot Rapporten wordt weergegeven en druk op .
8 Selecteer de printer in de lijst met gevonden netwerkprinters en klik op Voltooien. Opmerking: als de geconfigureerde printer niet wordt weergegeven, klikt u op Poort toevoegen en volgt u de aanwijzingen op het scherm. 9 Volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien. Voor Macintosh-gebruikers 1 Stel in dat de DHCP-server van het netwerk een IP-adres toewijst aan de printer. 2 Druk vanaf de printer de pagina met netwerkinstellingen af.
5 Selecteer de printer uit de lijst. 6 Klik op Toevoegen. Opmerking: als de printer niet in de lijst verschijnt, moet u deze mogelijk toevoegen met behulp van het IP-adres. Neem voor hulp contact op met uw systeembeheerder.
Minimaliseer de invloed die uw printer op het milieu heeft Lexmark hecht veel belang aan duurzaamheid en verbetert voortdurend zijn printers om de invloed die zij hebben op het milieu te verminderen. Wij houden bij het ontwerpen rekening met het milieu, maken onze verpakkingen zelf om het materiaalgebruik terug te brengen en zorgen voor inzamel- en recyclingprogramma’s. Zie voor meer informatie: • Het hoofdstuk Kennisgevingen • Het gedeelte Duurzaamheid van de Lexmark website op www.lexmark.
Zie “Meerdere pagina's op één vel kopiëren” op pagina 59 als u twee of vier opeenvolgende pagina's van een document met meerdere pagina's op één vel papier wilt kopiëren. Kies scannen Door een document of foto te scannen en vervolgens op te slaan in een computerprogramma of toepassing, hoeft u er geen papieren afdruk van te maken.
Kies Om Uit De standaardinstellingen te gebruiken voor alle instellingen die in verband staan met de Ecomodus. Deze instelling ondersteunt de prestatiespecificaties voor uw printer. U selecteert als volgt een Ecomodusinstelling: 1 Druk op het bedieningspaneel van de printer op . 2 Druk op de pijltoetsen tot Instellingen wordt weergegeven en druk op .
3 Volg de instructies op het scherm van uw computer. Lexmark verpakkingsmateriaal recyclen Lexmark streeft voortdurend naar het minimaliseren van het verpakkingsmateriaal. Het gebruiken van minder verpakkingsmateriaal garandeert dat Lexmark printers zo efficiënt en milieuvriendelijk mogelijk worden vervoerd en dat er minder verpakkingsmateriaal hoeft te worden weggegooid. Deze efficiënties leiden tot minder broeikasgassen en het besparen van energie en natuurlijke grondstoffen.
Kies Om Aan Het geluid van de printer te reduceren. • Mogelijk is de verwerkingssnelheid langzamer. • De printermotoren starten niet tot er een taak klaar is voor afdrukken. Het kan daarom even duren voordat de eerste pagina wordt afgedrukt. • De ventilatoren werken minder snel of worden uitgeschakeld. • Als uw printer beschikt over een faxfunctie, worden faxgeluiden gereduceerd of uitgeschakeld, ook de geluiden van de faxluidspreker en het belsignaal. Uit De standaardinstellingen te gebruiken.
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe de lade voor 250 vel en de handinvoer moeten worden gevuld. Het bevat tevens informatie over de afdrukstand en het instellen van het Papierformaat en de Papiersoort. Papiersoort en papierformaat instellen Als u wilt afdrukken op een ander papierformaat of een andere papiersoort, plaats dan het papier en wijzig de printerinstellingen. 1 Zorg ervoor dat de printer is ingeschakeld en dat Gereed wordt weergegeven.
• Invoerrichting Opmerking: het kleinste ondersteunde formaat is 76 x 127 mm (3 x 5 inch), het grootste formaat is 216 x 356 mm (8,5 x 14 inch). Papier dat een gewicht heeft van tenminste 75 g/m2 wordt aanbevolen voor formaten die 182 mm (7,17 inch) breed of smaller zijn. Een maateenheid opgeven 1 Zorg ervoor dat de printer is ingeschakeld en dat Gereed wordt weergegeven. 2 Druk op het bedieningspaneel van de printer op . Menu Papier wordt weergegeven. 3 Druk op .
Papier in de papierlade plaatsen Verwijder een papierlade nooit tijdens het afdrukken van een afdruktaak of als het bericht Bezig op de display wordt weergegeven. Anders kan het papier vastlopen. 1 Trek de papierlade volledig naar buiten. 1 @!. 2 ABC 4 GHI 3 DEF 5 JKL 6 MNO 7 PQRS 8 TUV * 9 WXYZ 0 # 2 Druk de nokjes van de breedtegeleider aan de rechterzijde in zoals is weergegeven, en schuif de breedtegeleiders naar de zijkanten van de lade. De breedtegeleiders worden tegelijk verplaatst.
3 Druk de nokjes van de lengtegeleider tegelijk in zoals is weergegeven, en schuif de lengtegeleider naar de juiste positie voor het formaat papier dat u wilt plaatsen. Stel de geleider in op de juiste positie met behulp van de formaatindicatoren aan de onderkant van de lade. Als u een langer papierformaat wilt plaatsen, druk dan de nokjes van de lengtegeleider tegelijk in en schuif de lengtegeleider naar achteren, naar de juiste positie voor het formaat papier dat u wilt plaatsen.
4 Buig de vellen enkele malen heen en weer om ze los te maken. Waaier ze vervolgens uit. Vouw of kreuk het papier niet. Maak een rechte stapel op een vlakke ondergrond. 5 Plaats de papierstapel zoals is weergegeven tegen de achterkant van de lade met de aanbevolen afdrukzijde omlaag. Opmerking: de maximumstapelhoogte aan de zijkant van de breedtegeleider geeft de maximumhoogte aan voor het plaatsen van papier. Plaats niet te veel papier in de lade.
6 Druk de nokjes van de geleider aan de rechterzijde in en schuif de breedtegeleiders net tegen de zijkant van de stapel. 1 2 7 Plaats de papierlade. 1 @!. 2 ABC 4 GHI 3 DEF 5 JKL 6 MNO 7 PQRS 8 TUV * 9 WXYZ 0 # 8 Als de papiersoort die u plaatst verschilt van de soort die hiervoor in de lade zat, moet u de instelling voor Papiersoort wijzigen. Handinvoer gebruiken In de handinvoer kan één vel papier worden geplaatst.
3 Druk het papier verder in de handinvoer tot de printer het naar binnen trekt. Let op—Kans op beschadiging: duw het papier niet te ver in de invoer. Anders kan het papier vastlopen. 1 @!. 2 ABC 4 GHI 3 DEF 5 JKL 6 MNO 7 PQRS 8 TUV 9 WXYZ * 0 # Opmerkingen: • Voer briefhoofdpapier in met de bedrukte zijde omhoog, zodat de bovenste rand van het papier het eerst wordt ingevoerd. • Voer enveloppen in met de klepzijde omlaag en de zijde met de postzegel als weergegeven. 1 @!.
Papiercapaciteit Papiersoort Papierlade Handmatige invoer Papier1 250 vel 1 vel Etiketten2 50 vellen 1 vel Transparanten 50 1 Enveloppen X 1 1 Gebaseerd op papier van 75 g/m2. 2 Het gebruik van enkelzijdige papieren etiketten die zijn ontworpen voor gebruik met laserprinters wordt alleen in beperkte mate ondersteund: niet meer dan 20 pagina’s met papieren etiketten per maand. Vinyletiketten, etiketten voor apotheken en dual web-etiketten worden niet ondersteund.
Richtlijnen voor papier en speciaal afdrukmateriaal Richtlijnen voor papier Als u het juiste papier of speciale afdrukmateriaal selecteert, vermindert het aantal afdrukproblemen. Voor optimale afdrukkwaliteit kunt u het beste eerst een proefafdruk maken op het papier of het speciale afdrukmateriaal dat u wilt gebruiken voordat u hier grote hoeveelheden van aanschaft. Papierkenmerken De volgende papierkenmerken zijn van invloed op de afdrukkwaliteit en de betrouwbaarheid van de papierinvoer.
Vezelrichting Deze term heeft betrekking op de richting van de vezels in een vel papier. Vezels lopen ofwel in de lengterichting van het papier of in de breedterichting. Voor een gewicht van 60-90 g/m2 kunt u het beste papier met de vezel in de lengterichting gebruiken. Papier met de vezels in de breedterichting wordt niet aanbevolen voor papier met een gewicht van 64 g/m2 of formaten van 182 mm (7,17 inch) breed of smaller.
Voorbedrukte formulieren en briefhoofdpapier kiezen Volg deze richtlijnen als u voorbedrukte formulieren en briefhoofdpapier kiest: • Gebruik papier met de vezel in de lengterichting voor papier met een gewicht van 60 tot 90 g/m2. • voor formaten van 182 mm (7,17 inch) breed of smaller wordt papier met een gewicht van tenminste 75 g/m2 aanbevolen. • Gebruik alleen formulieren en briefhoofdpapier die zijn gelithografeerd of gegraveerd. • Gebruik geen papier met een ruw of grof gestructureerd oppervlak.
Papier bewaren Houd de volgende richtlijnen voor het bewaren van papier aan om een regelmatige afdrukkwaliteit te garanderen en te voorkomen dat er papierstoringen ontstaan. • U kunt het papier het beste bewaren in een omgeving met een temperatuur van 21 °C en een relatieve vochtigheid van 40%. De meeste fabrikanten van etiketten bevelen een omgeving aan met een temperatuur tussen 18 en 24 °C en een relatieve vochtigheid van 40% tot 60%.
Papiersoort Papierlade (250 vel) ADI (30 vel)1 Handinvoer (1 vel) Gekleurd papier Karton X Glossy papier X X X X Papieren etiketten2 X Transparanten Enveloppen 1 X X Beschikbaar op bepaalde printermodellen. 2 Het gebruik van enkelzijdige papieren etiketten die zijn ontworpen voor gebruik met laserprinters wordt alleen in beperkte mate ondersteund: niet meer dan 20 pagina’s met papieren etiketten per maand.
Papierformaat1 Afmetingen Papierlade (250 vel) DL-envelop 110 x 220 mm (4,3 x 8,7 inch) X 7 3/4-envelop (Monarch) 98 x 191 mm (3,9 x 7,5 inch) X 9-envelop 98 x 225 mm (3,9 x 8,9 inch) X 10-envelop 105 x 241 mm (4,1 x 9,5 inch) X Andere envelop 229 x 356 mm (9 x 14 inch) X 1Als een papierformaat niet in de lijst staat, configureert u Handinvoer (1 vel) een universeel papierformaat. Zie “Instellingen voor Universal papier configureren” op pagina 32 voor meer informatie.
Afdrukken Dit hoofdstuk bevat informatie over afdrukken, printerrapporten en het annuleren van taken. De keuze en de verwerking van papier en speciaal afdrukmateriaal kunnen de betrouwbaarheid van het afdrukken beïnvloeden. Raadpleeg “Papierstoringen voorkomen” op pagina 143 en “Papier bewaren” op pagina 43 voor meer informatie. Een document afdrukken 1 Stel vanuit het bedieningspaneel van de printer in het menu Papier de papiersoort en het papierformaat in, overeenkomstig het geladen papier.
3 Draai het afgedrukte document om en plaats het in de papierlade zoals is weergegeven. 1 @!. 2 ABC 4 GHI 3 DEF 5 JKL 6 MNO 7 PQRS 8 TUV * 9 WXYZ 0 # 1 @!. 2 ABC 4 GHI 3 DEF 5 JKL 6 MNO 7 PQRS 8 TUV * 9 WXYZ 0 # C B C AB A 4 Verzend de tweede pagina van de afdruktaak. Speciale documenten afdrukken Tips voor het gebruik van briefhoofdpapier • • • • Gebruik briefhoofdpapier dat speciaal is ontworpen voor laserprinters.
Houd u aan de volgende richtlijnen wanneer u wilt afdrukken op transparanten: • Voer transparanten in vanuit de standaardlade voor 250 vel of vanuit de handinvoer. • Gebruik transparanten die speciaal zijn ontworpen voor laserprinters. Informeer bij de fabrikant of de leverancier of de transparanten bestand zijn tegen temperaturen tot 190°C zonder dat ze smelten, verkleuren, verschuiven of schadelijke stoffen afgeven.
Tips voor het afdrukken op etiketten Maak eerst enkele proefafdrukken voordat u grote hoeveelheden etiketten aanschaft. Opmerking: gebruik alleen papieren etiketten. Vinyletiketten, etiketten voor apotheken en dubbelzijdige etiketten worden niet ondersteund. Raadpleeg de Card Stock & Label Guide (alleen Engelstalig) voor meer informatie over het afdrukken, de kenmerken en het ontwerp van etiketten. U vindt deze publicatie op de website van Lexmark, op www.lexmark.com/publications.
• Informeer bij de fabrikant of de leverancier of het karton bestand is tegen temperaturen tot 210 °C zonder dat er schadelijke stoffen vrijkomen. • Gebruik geen voorbedrukt karton dat chemische stoffen bevat die schadelijk kunnen zijn voor de printer. Voorbedrukt materiaal kan tot gevolg hebben dat halfvloeibare en vluchtige stoffen in de printer terechtkomen. • Gebruik indien mogelijk karton met vezels in de breedterichting.
4 Klik op Printers. 5 Dubbelklik op het printerpictogram. 6 Selecteer de taak die u wilt annuleren. 7 Druk op de toets Delete op het toetsenbord. Windows XP 1 Klik op Start. 2 Dubbelklik op het printerpictogram vanuit Printers and Faxes (Printers en faxapparaten). 3 Selecteer de taak die u wilt annuleren. 4 Druk op de toets Delete op het toetsenbord.
Kopiëren Glasplaat A B C ADI A B Gebruik de ADI voor documenten met meerdere pagina's. C 1 @!. 2 ABC 4 GHI 3 DEF 5 JKL 7 PQRS 6 MNO 8 TUV * 9 WXY Z 0 # Opmerking: de ADI is niet beschikbaar op bepaalde printermodellen. Gebruik de glasplaat voor één pagina, kleine voorwerpen (zoals briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften).
3 Druk op het bedieningspaneel van de printer op de knop Copy (Kopiëren) of gebruik het toetsenblok om het aantal kopieën in te voeren. 4 Geef de gewenste kopieerinstellingen op. 5 Druk op het bedieningspaneel van de printer op 6 Druk op . om terug te keren naar Gereed. Kopiëren via de glasplaat 1 Plaats het originele document met de bedrukte zijde naar beneden in de linkerbovenhoek van de glasplaat.
A B C A B C 4 Draai het origineel om en plaats het met de bedrukte zijde omlaag op de glasplaat. 1 @!. 2 ABC 4 GHI 3 DEF 5 JKL 7 PQRS 6 MNO 8 TUV * 9 WXY Z 0 # 5 Draai de kopie om en plaats die in de papierlade. 1 @!. 2 ABC 4 GHI 3 DEF 5 JKL 6 MNO 7 PQRS 8 TUV * 9 WXYZ 0 # 1 @!. 2 ABC 4 GHI 3 DEF 5 JKL 6 MNO 7 PQRS 8 TUV * 9 WXYZ 0 # C B C AB A 6 Druk op 1 op het numerieke toetsenblok om de tweede zijde van het origineel te kopiëren.
6 Druk op de pijltoetsen tot Foto wordt weergegeven en druk op . Wijzigingen verzenden… verschijnt. 7 Gebruik de knoppen op het bedieningspaneel van de printer om desgewenst andere kopieerinstellingen te wijzigen. 8 Druk herhaaldelijk op tot Gereed wordt weergegeven. 9 Druk op de knop Kopiëren. 10 Gebruik het numerieke toetsenblok om het gewenste aantal exemplaren in te voeren. 11 Druk op .
Kopiëren op briefhoofdpapier 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de ADI of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Opmerking: plaats geen briefkaarten, foto's, kleine voorwerpen, transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADI. Plaats deze items op de glasplaat. 2 Als u een document in de ADI plaatst, moet u de papiergeleiders aanpassen.
9 Druk op . 10 Geef de gewenste kopieerinstellingen op. 11 Druk op . 12 Wanneer u het document op de glasplaat heeft geplaatst en u wilt meerdere pagina’s kopiëren, plaats dan de volgende pagina op de glasplaat en druk vervolgens op 1 op het toetsenblok. Druk anders op het toetsenblok op 2. 13 Druk op om terug te keren naar Gereed. Kopieën verkleinen of vergroten Kopieën kunnen worden verkleind tot 50% van het originele formaat of vergroot tot 400% van het originele formaat.
Een kopie lichter of donkerder maken 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de ADI of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Opmerking: plaats geen briefkaarten, foto's, kleine voorwerpen, transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADI. Plaats deze items op de glasplaat. 2 Als u een document in de ADI plaatst, moet u de papiergeleiders aanpassen.
Exemplaren sorteren Als u meerdere exemplaren van een document afdrukt, kunt u elk exemplaar als een set laten afdrukken (gesorteerd) of de exemplaren als groepen pagina's laten afdrukken (niet gesorteerd). Gesorteerd Niet gesorteerd Als u uw kopieën wilt sorteren, selecteert u Aan. Als u uw kopieën niet wilt sorteren, selecteert u Uit.
4 Druk op de knop Options (Opties). 5 Druk op de pijltoetsen tot Papierbesparing wordt weergegeven en druk op 6 Selecteer de gewenste uitvoer en druk vervolgens op . . Als u bijvoorbeeld vier originelen in staande afdrukstand hebt die u op één zijde wilt afdrukken, raakt u 4 on 1 . Portrait (4 op 1 staand) aan en dan drukt u op 7 Druk op .
De kopieerkwaliteit verbeteren Vraag Wanneer moet ik de modus Tekst gebruiken? Tip • Gebruik de modus Tekst als het behoud van de tekst het belangrijkste doel is van de kopie en als het behoud van de afbeeldingen op het origineel van ondergeschikt belang is. • We raden u deze modus aan voor ontvangstbewijzen, carbonformulieren en documenten die alleen uit tekst of fijne lijnen bestaan.
E-mailen Glasplaat A B C ADI A B Gebruik de ADI voor documenten met meerdere pagina's. C 1 @!. 2 ABC 4 GHI 3 DEF 5 JKL 7 PQRS 6 MNO 8 TUV * 9 WXY Z 0 # Opmerking: de ADI is niet beschikbaar op bepaalde printermodellen. Gebruik de glasplaat voor één pagina, kleine voorwerpen (zoals briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften). U kunt de printer gebruiken om gescande documenten per e-mail naar één of meerdere ontvangers te verzenden.
Het adresboek instellen 1 Typ het IP-adres van de printer in het adresveld van uw webbrowser. Opmerking: als u het IP-adres van de printer niet weet, drukt u een pagina met netwerkinstellingen af en zoekt u het adres in het TCP/IP-gedeelte. 2 Klik op Instellingen. 3 Klik op E-mail-/FTP-instellingen. 4 Klik op E-mailsnelkoppelingen beheren. 5 Vul in alle velden de juiste gegevens in. 6 Klik op Toevoegen.
4 Druk op . Zoeken verschijnt. Opmerking: als het adresboek leeg is, verschijnt Handmatige invoer. 5 Druk op dan op om in het adresboek te zoeken of druk op de pijltjestoetsen totdat Handmatig verschijnt en druk om een e-mailadres te selecteren of in te voeren. Het adresboek gebruiken a Nadat u op het bedieningspaneel van de printer Zoeken heeft geselecteerd, drukt u op de pijltoetsen totdat het adres verschijnt waar u naar op zoek bent.
4 Druk op . Zoeken verschijnt. Opmerking: Als het adresboek leeg is, verschijnt Handmatige invoer. 5 Druk op # en geef het snelkoppelingsnummer van de ontvanger. 6 Druk op 1 om een andere snelkoppeling in te voeren of druk op 2 om te stoppen met het invoeren van snelkoppelingen. 7 Druk op . Een e-mail verzenden via het adresboek 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in ADI of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
Faxen Opmerking: de faxfunctie is alleen beschikbaar op bepaalde printermodellen. Glasplaat A B C ADI A B Gebruik de ADI voor documenten met meerdere pagina's. C 1 @!. 2 ABC 4 GHI 3 DEF 5 JKL 7 PQRS 6 MNO 8 TUV * 9 WXY Z 0 # Opmerking: de ADI is niet beschikbaar op bepaalde printermodellen. Gebruik de glasplaat voor één pagina, kleine voorwerpen (zoals briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften).
1 Als Stationsnaam wordt weergegeven, voert u de naam in die u op alle uitgaande faxen wilt afdrukken. a Druk op de knop op het numerieke toetsenblok die overeenkomt met het nummer of de letter die u nodig heeft. De eerste keer dat u op de knop drukt verschijnt het nummer van die knop. Wanneer u nog een keer op de knop drukt verschijnt een van de letters die bij die knop hoort.
Apparatuur en ondersteuning opties Instellingen faxverbinding Direct op de telefoonlijn aansluiten Zie “Aansluiten op een analoge telefoonlijn” op pagina 68 Aansluiten op een Digital Subscriber Line (DSL of ADSL) service Raadpleeg “Aansluiten op een DSL-verbinding” op pagina 68. Aansluiten op een PBX-telefoonsysteem (Private Branch Raadpleeg “Aansluiten op een PBX- of ISDN-systeem” op eXchange) of een ISDN-systeem (Integrated Services Digital pagina 69.
3 Sluit het DSL-filter aan op een actieve telefoonwandcontactdoos. 1 3 2 Aansluiten op een PBX- of ISDN-systeem Als u een PBX- of ISDN- converter of adapter gebruikt, dient u de volgende stappen uit te voeren om de apparatuur aan te sluiten: 1 Sluit een uiteinde van de meegeleverde telefoonkabel aan op de LINE-poort van de printer . 2 Sluit het andere uiteinde van de telefoonkabel aan op de poort voor fax- en telefoongebruik.
Als u een abonnement heeft op speciale belsignalen dient u de stappen hierna te volgen om de apparatuur aan te sluiten: 1 Sluit een uiteinde van de meegeleverde telefoonkabel aan op de LINE-poort van de printer. 2 Sluit het andere uiteinde van de telefoonkabel aan op een werkende analoge telefoonwandcontactdoos. U kunt als volgt een speciaal belsignaal uitschakelen: 1 Druk op het bedieningspaneel van de printer op . 2 Druk op de pijltoetsen tot Instellingen wordt weergegeven en druk op .
3 Haal de stekker uit de EXT-poort van de printer. 4 Sluit uw telecommunicatieapparatuur direct aan op de EXT-poort Probeer een van de volgende manieren: Antwoordapparaat Antwoordapparaat en telefoon Faxen 71 van de printer.
Telefoon of een telefoon met een geïntegreerd antwoordapparaat Aansluiten op een adapter voor uw land of regio In de volgende landen of regio’s is er mogelijk een speciale adapter nodig om de telefoonkabel aan te sluiten op de werkende telefoonwandcontactdoos.
3 Sluit het antwoordapparaat of de telefoon aan op de adapter Probeer een van de volgende manieren: Antwoordapparaat Telefoon Faxen 73
Oostenrijk, Duitsland en Zwitserland Er is een speciale RJ-11-stekker geïnstalleerd in de EXT-poort van de printer. Verwijder deze stekker niet. Deze is noodzakelijk voor een goede werking van de faxfunctie en aangesloten telefoons. Aansluiten op een telefoonwandcontactdoos in Duitsland Opmerking: Er is een speciale RJ-11-stekker geïnstalleerd in de EXT-poort van de printer. Verwijder deze stekker niet. Deze is noodzakelijk voor een goede werking van de faxfunctie en aangesloten telefoons.
3 Sluit de adapter aan op de N-sleuf van een werkende, analoge telefoonwandcontactdoos. 4 Als u dezelfde telefoonlijn voor zowel de fax als de telefoon wilt gebruiken, sluit u een tweede telefoonlijn (niet meegeleverd) aan tussen de telefoon en de F-sleuf van een werkende telefoonwandcontactdoos.
Aansluiten op een computer met een modem Sluit de printer aan op een computer met een modem als u faxen wilt verzenden vanuit de softwaretoepassing. Opmerking: Welke installatiestappen u precies moet uitvoeren, is afhankelijk van het land of de regio. 1 Sluit een uiteinde van de meegeleverde telefoonkabel aan op de LINE-poort van de printer. 2 Sluit het andere uiteinde van de telefoonkabel aan op een werkende analoge telefoonwandcontactdoos. 3 Haal de beschermstekker uit de EXT-poort van de printer.
5 Sluit een extra telefoonkabel (niet meegeleverd) aan op de computermodem en de EXT-poort van de printer. De naam en het nummer voor uitgaande faxen instellen Op de volgende wijze kunt u de toegewezen faxnaam en het faxnummer op uitgaande faxen afdrukken: 1 Typ het IP-adres van de printer in het adresveld van uw webbrowser. Opmerking: Als u het IP-adres van de printer niet weet, drukt u een pagina met netwerkinstellingen af en zoekt u het adres in het TCP/IP-gedeelte. 2 Klik op Settings (Instellingen).
5 Selecteer in het gedeelte Netwerktijdprotocol NTP inschakelen. Opmerking: als u er de voorkeur aan geeft om de datum en tijd handmatig in te stellen, klik dan in het vak Datum/tijd handmatig instellen en voer de huidige datum en tijd in. 6 Kijk of de tijdzone klopt. 7 Klik op Verzenden.
Voor gebruikers van Mac OS X versie 10.5 De stappen voor het versturen van een fax vanaf de computer kunnen variëren afhankelijk van uw besturingssysteem. Zie Mac OS Help voor instructies voor het gebruik van andere Macintosh OS versies. 1 Open het gewenste bestand en kies File (Archief) > Print (Druk af). 2 Kies de gewenste printer in het pop-upmenu met printermodellen. Opmerking: om de faxmogelijkheden te zien in het dialoogvenster Print, moet u het faxstuurprogramma voor uw printer gebruiken.
Snelkoppelingen maken Een snelkoppeling voor een faxbestemming maken met de Embedded Web Server U kunt een permanente faxbestemming maken en er een snelkoppelingsnummer aan toewijzen, zodat u niet elke keer als u een fax wilt verzenden het gehele faxnummer van de ontvanger hoeft in te voeren op het bedieningspaneel van de printer. U kunt een snelkoppeling maken voor één faxnummer of een groep met faxnummers. 1 Typ het IP-adres van de printer in het adresveld van uw webbrowser.
c Wanneer u de faxnaam heeft ingevoerd, drukt u op . Opslaan als snelkoppeling verschijnt. d Voer het snelkoppelingsnummer in en druk dan op . Snelkoppelingen en het adresboek gebruiken Faxsnelkoppelingen gebruiken Faxsnelkoppelingen werken net als de nummers onder sneltoetsen op een telefoon of faxapparaat. U kunt snelkoppelingsnummers toewijzen als u permanente faxbestemmingen maakt.
Faxinstellingen aanpassen De faxresolutie wijzigen Door het aanpassen van de instelling voor de resolutie wordt de kwaliteit van de fax gewijzigd. De instellingen variëren van Standaard (hoogste snelheid) tot Superfijn (laagste snelheid, hoogste resolutie). 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de ADI of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
3 Klik op Faxinstellingen. 4 Klik op Analoge faxinstellingen. 5 Selecteer Fax zonder naam blokkeren. Deze optie blokkeert alle inkomende faxen zonder faxstationnaam of met een privégebruikers-ID. 6 Voer in het veld Lijst met geblokkeerde faxnummers de telefoonnummers of de faxstationnamen in van specifieke faxverzenders die u wilt blokkeren. 7 Klik op Verzenden. Een faxlog bekijken 1 Typ het IP-adres van de printer in het adresveld van uw webbrowser.
Resolutie Met deze optie geeft u aan u hoe nauwkeurig de scanner het document dat u wilt faxen moet bekijken. Als u een foto, een tekening met fijne lijnen of een document met zeer kleine lettertjes wilt faxen, moet u de resolutie verhogen. Hierdoor duurt het scannen langer en wordt de kwaliteit van de uitgevoerde fax verbeterd. • Standaard: geschikt voor de meeste documenten.
6 Selecteer in de lijst Doorsturen naar Faxen. 7 Klik in het vak Doorsturen naar snelkoppeling en voer het snelkoppelingsnummer in waarnaar de fax moet worden doorgestuurd. Opmerking: het snelkoppelingsnummer moet een geldig snelkoppelingsnummer zijn voor de instelling die is geselecteerd in het vak Doorsturen naar. 8 Klik op Verzenden.
Naar een computer scannen Glasplaat A B C ADI A B Gebruik de ADI voor documenten met meerdere pagina's. C 1 @!. 2 ABC 4 GHI 3 DEF 5 JKL 7 PQRS 6 MNO 8 TUV * 9 WXY Z 0 # Opmerking: De ADI is niet beschikbaar op bepaalde printermodellen. Gebruik de glasplaat voor één pagina, kleine voorwerpen (zoals briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften). Met de scanner kunt u documenten rechtstreeks naar een computer scannen.
Er is automatisch een snelkoppelingsnummer toegekend toen u op Verzenden klikte. Gebruik dit snelkoppelingsnummer wanneer u uw documenten gaat scannen. a Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de ADI of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Opmerking: plaats geen briefkaarten, foto's, kleine voorwerpen, transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADI. Plaats deze items op de glasplaat.
Kies Om Standaardinhoud Het originele documenttype door te geven aan de printer. U kunt kiezen uit Tekst, Combinatie of Foto. Opties onder Inhoud hebben invloed op de kwaliteit en grootte van uw e-mail. Tekst: legt de nadruk op scherpe, zwarte tekst met een hoge resolutie tegen een schone, witte achtergrond. Gebruik de modus Tekst als het behoud van de tekst het belangrijkste doel is van de scan en als het behoud van de afbeeldingen op het origineel van ondergeschikt belang is.
Kies de map Om Schaduwdetail De zichtbaarheid van details in de donkerste gedeeltes van de te scannen afbeelding aan te passen. Klik op de pijltoetsen om de zichtbaarheid van details in schaduwen te verhogen of te verlagen. Rand tot rand scannen In te stellen of het originele document van rand tot rand wordt gescand voordat het wordt gescand. Spiegelbeeld Een scan in spiegelbeeld te maken.
Scannen met de Scan Center-software Informatie over Scan Center-functies Met Scan Center-software kunt u scaninstellingen wijzigen en selecteren waar u het gescande bestand naartoe wilt sturen. Scaninstellingen die zijn gewijzigd met Scan Center-software kunnen worden opgeslagen en gebruikt voor andere taken.
Printermenu's Menuoverzicht Met een aantal menu's kunt u op eenvoudige wijze standaardprinterinstellingen wijzigen: Menu Papier Rapporten Standaardbron Pagina met menu-instellingen Formaat/soort Apparaatstatistieken Papierstructuur Papiergewicht Configuratiepagina netwerk .
Menu Formaat/soort Menu-item Beschrijving Menu Bron selecteren Lade 1 Handmatige papierinvoer Envelop (handinvoer) Opmerking: met deze menu's kunt u het geplaatste papierformaat en de geplaatste papiersoort in de geselecteerde lade of handinvoer opgeven.
Menu-item Beschrijving Menu Soort instellen voor lade 1 Normaal papier Karton Transparanten Kringlooppapier Etiketten Bankpost Briefhoofdpapier Voorbedrukt papier Gekleurd papier Licht papier Zwaar papier Ruw/katoen Aangepast Hiermee kunt u de papiersoort opgeven die in lade 1 is geplaatst Menu Soort instellen voor handinvoer Normaal papier Karton Transparanten Etiketten Bankpost Briefhoofdpapier Voorbedrukt papier Gekleurd papier Licht papier Zwaar papier Ruw/katoen Aangepast Hiermee kunt u de
Menu Papierstructuur In het menu Papierstructuur worden de functies Soort selecteren en Structuur selecteren gecombineerd zodat u de structuur kunt selecteren voor een bepaalde papiersoort.
Menu Papiergewicht In het menu Papiergewicht worden de functies Soort selecteren en Gewicht selecteren gecombineerd zodat u het gewicht kunt selecteren voor een bepaalde papiersoort.
Menu-item Beschrijving Kringlooppapier U moet een papiersoort toewijzen aan het kringlooppapier dat in de printer is geplaatst. De papiersoort voor kringlooppapier wordt tevens gebruikt in andere menu's. Papier Karton Opmerkingen: Transparanten • "Papier" is de standaardinstelling. Etiketten • U kunt alleen afdrukken op de kringlooppapiersoort als deze wordt ondersteund door de lade Envelop of invoer die u selecteert.
Menu Universal-instelling Met deze menu-items geeft u de hoogte, de breedte en de invoerrichting op voor het universele papierformaat. De instelling voor het universele papierformaat is een door de gebruiker gedefinieerd papierformaat. De instelling staat in de lijst met de andere papierformaatinstellingen en biedt soortgelijke opties, zoals ondersteuning voor dubbelzijdig afdrukken en meerdere pagina's afdrukken op één vel. Menu-item Beschrijving Maateenheden Hiermee worden de maateenheden aangegeven.
Menu-item Beschrijving Pagina Menu-instellingen Hiermee wordt een rapport afgedrukt met informatie over het papier in de laden, het geïnstalleerde geheugen, het totale aantal pagina's, alarmen, timeouts, de taal op het bedieningspaneel van de printer, het TCP/IP-adres, de status van supplies, de status van de netwerkverbinding en overige informatie. Apparaatstatistieken Hiermee wordt een rapport afgedrukt met printerstatistieken, zoals gegevens over supplies en afgedrukte pagina's.
Instellingen, menu Menu Algemene instellingen Menu-item Beschrijving Taal op display English Français Deutsch Italiano Español Dansk Norsk Nederlands Svenska Portuguese Suomi Russisch Polski Magyar Turkçe Cesky Vereenvoudigd Chinees Traditioneel Chinees Koreaans Japans Hiermee wordt de taal van de tekst op de display ingesteld. Ecomodus Uit Energie Energie/papier Papier Hiermee gebruikt u zo min mogelijk energie, papier of speciaal afdrukmateriaal.
Menu-item Beschrijving Beginconfiguratie uitvoeren Geeft de printer de opdracht om de installatiewizard uit te voeren. Ja Opmerkingen: Nee • Ja is de standaardinstelling. • Nadat u de installatiewizard voltooit door in het scherm voor de landselectie op Gereed te klikken, wordt Nee standaard ingesteld. Papierformaten VS Metrisch Hiermee geeft u de standaardmaateenheden van de printer op. De standaardinstelling wordt bepaald door uw landselectie in de initiële installatiewizard.
Menu-item Beschrijving Time-outs Afdruktime-out Uitgeschakeld 1-255 Hiermee wordt ingesteld hoeveel seconden de printer wacht om een melding voor einde taak te ontvangen voordat de rest van de afdruktaak wordt geannuleerd. Opmerkingen: • 90 seconden is de standaardinstelling. • Als de ingestelde tijd is verstreken, wordt een gedeeltelijk afgedrukte pagina die zich nog steeds in de printer bevindt, afgedrukt en controleert de printer of er nog nieuwe afdruktaken in de wachtrij staan.
Menu-item Beschrijving Papierbesparing Uit 2 op 1, staand 2 op 1, liggend 4 op 1, staand 4 op 1, liggend Hiermee drukt u twee of vier vellen van een origineel document af op één pagina. Paginaranden afdrukken Aan Uit Hiermee geeft u aan of er randen rond de marges van de pagina moeten worden afgedrukt. Sorteren Aan Uit Hiermee houdt u de pagina's van een afdruktaak op volgorde als u de taak meerdere malen afdrukt.
Menu-item Beschrijving Rand tot rand scannen Aan Uit Hiermee stelt u in of het originele document van rand tot rand wordt gescand voordat het wordt gekopieerd. Scherpte 1-5 Scherpte van een kopie aanpassen Opmerking: Uit is de standaardinstelling. Opmerking: 3 is de standaardinstelling. Menu Faxinstellingen Algemene faxinstellingen Menu-item Beschrijving Stationsnaam Hiermee kunt u de faxstationnaam van de printer opgeven.
Menu-item Beschrijving Origineel formaat Gecombineerde formaten Letter Legal Executive Folio Statement A4 A5 JIS B5 Universal 4x6 3x5 Visitekaartje Oficio (Mexico) Identiteitskaart Aangepaste scanformaten Hiermee geeft u het papierformaat op van het document dat wordt gescand. Inhoud Tekst Tekst/foto Foto Hiermee geeft u het type inhoud op dat wordt gescand om te faxen. Opmerking: Gecombineerde formaten is de standaardinstelling in de VS. A4 is de internationale standaardinstelling.
Menu-item Beschrijving Faxscans inschakelen Aan Uit Hiermee kunt u faxen verzenden door ze te scannen op de printer. Faxen vanuit de driver Ja Nee Biedt de mogelijkheid om via stuurprogramma's faxtaken naar de printer te verzenden. Kiesmodus Toon Pulskeuze Hiermee kunt u opgeven of nummers met tonen of pulsen moeten worden gekozen. Max. snelheid 2400 4800 9600 14400 33600 Hiermee geeft u de maximumsnelheid op in baud waarmee faxen worden verzonden.
Menu-item Beschrijving Handmatige antwoordcode 1–9 Hiermee kunt u een code invoeren op het numerieke toetsenblok van de telefoon om het ontvangen van een fax te starten Opmerkingen: • Dit menu-item wordt gebruikt als de printer een lijn deelt met een telefoon. • 9 is de standaardinstelling. Automatisch verkleinen Aan Uit Hiermee kunt u een binnenkomende faxtaak zodanig schalen dat deze op het papier in de opgegeven invoerlade past.
Menu-item Beschrijving Kieslog inschakelen Aan Uit Hiermee hebt u toegang tot de Kieslog faxnummers. Opmerking: Aan is de standaardinstelling. Luidsprekerinstellingen Menu-item Beschrijving Luidsprekermodus Opmerkingen: Altijd uit • Met de optie Altijd uit schakelt u de luidspreker uit. Aan tot verbinding • “Aan tot verbinding” is de standaardinstelling. De luidspreker is aan en geeft een geluid Altijd aan weer totdat er een faxverbinding tot stand is gebracht.
Afdrukinstellingen Menu Instellingen Menu-item Beschrijving Printertaal Hiermee wordt de standaardprintertaal ingesteld PS-emulatie Opmerkingen: PCL-emulatie • PostScript-emulatie gebruikt een PS-interpreter voor het verwerken van afdruktaken. PCLemulatie gebruikt een PCL-interpreter voor het verwerken van afdruktaken. • De standaardinstelling voor printertaal is PCL-emulatie.
Menu-item Beschrijving N per vel Uit 2 per vel 4 per vel 6 per vel 9 per vel 16 per vel Hiermee geeft u aan dat meerdere paginabeelden worden afgedrukt op één zijde van een vel papier Opmerkingen: • Het geselecteerde aantal is het aantal paginabeelden dat per zijde wordt afgedrukt. • Uit is de standaardinstelling. Hiermee geeft u aan hoe de paginabeelden op de uiteindelijke pagina worden weergegeven N per vel (stand) Horizontaal Opmerking: Horizontaal is de standaardinstelling.
Menu-item Beschrijving Tonerintensiteit 1-10 Hiermee maakt u afdrukken lichter of donkerder. Opmerkingen: • 8 is de standaardinstelling. • Als u een lager cijfer kiest, bespaart u toner. Fine Lines-verbetering Hiermee schakelt u een afdrukmodus in die speciaal bedoeld is voor bestanden met nauwkeurige details, zoals bouwkundige tekeningen, kaarten, stroomcircuitschema's en Aan stroomdiagrammen. Uit Opmerkingen: • Uit is de standaardinstelling.
Menu-item Beschrijving Instellingen menu PCL-emulatie Hiermee stelt u de lettertypepitch in voor schaalbare, monogespatieerde lettertypen. Pitch 0,08-100 Opmerkingen: • • • • 10 is de standaardinstelling. Pitch heeft betrekking op het aantal niet-proportionele tekens per inch (cpi). Pitch kan worden aangepast in stappen van 0,01 cpi. Voor niet-schaalbare, monogespatieerde lettertypen wordt de pitch wel weergegeven, maar u kunt deze niet wijzigen.
Menu Netwerk/poorten Menu's Standaardnetwerk of Netwerk Opmerking: in dit menu verschijnen alleen actieve poorten. Alle inactieve poorten worden weggelaten. Menu-item Beschrijving PCL SmartSwitch Aan Uit Hiermee stelt u de printer zo in dat deze automatisch overschakelt op PCLemulatie als dit door een afdruktaak wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal. Opmerkingen: • Aan is de standaardinstelling.
Menu-item Beschrijving Hiermee stelt u de grootte van de netwerkinvoerbuffer in. Netwerkbuffer Auto Opmerkingen: 3K tot • Auto is de standaardinstelling. • De waarde kan in stappen van 1-K worden gewijzigd. • De maximumgrootte die is toegestaan hangt af van de hoeveelheid geheugen in de printer, de grootte van de andere koppelingsbuffers en of u het menu-item Bronnen opslaan hebt ingesteld op Aan of Uit.
Menu Netwerkkaart Dit menu is beschikbaar vanuit het menu Netwerk/poorten: Netwerk/poorten Standaardnetwerk of Netwerk Inst Std-Net of Netwerk Instell.
Menu-item Beschrijving Netmasker Hiermee kunt u het huidige TCP/IP-netmasker weergeven of wijzigen Gateway Hiermee kunt u de huidige TCP/IP-gateway weergeven of wijzigen DHCP inschakelen Aan Uit Hiermee wordt de instelling voor het toewijzen van DHCP-adres en -parameters opgegeven AutoIP inschakelen Ja Nee Hiermee wordt de instelling voor Configuratieloze netwerken opgegeven FTP/TFTP inschakelen Ja Nee Hiermee wordt de ingebouwde FTP-server ingeschakeld, waarmee u bestanden naar de printer kunt v
Menu USB Menu-item Beschrijving PCL SmartSwitch Aan Uit Hiermee stelt u de printer zo in dat deze automatisch overschakelt op PCLemulatie als dit door een afdruktaak op de USB-poort wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal Opmerkingen: • Aan is de standaardinstelling. • Als PCL SmartSwitch is ingesteld op Uit, controleert de printer de binnenkomende gegevens niet. • Wanneer de instelling Uit is, gebruikt de printer PostScript-emulatie als PS SmartSwitch is ingesteld op Aan.
Menu-item Beschrijving Hiermee stelt u de grootte van de USB-invoerbuffer in USB-buffer Uitgeschakeld Opmerkingen: Auto 3K tot • Auto is de standaardinstelling. • Met de instelling Uitgeschakeld schakelt u het opslaan van taken in de buffer uit. Afdruktaken die al in de schijfbuffer zijn opgenomen worden afgedrukt voordat het normaal verwerken van nieuwe afdruktaken wordt hervat. • De instelling van de grootte van de USB-buffer kan in stappen van 1-K worden aangepast.
Menu-item Beschrijving Datum/tijd instellen Ja Nee Geeft de printer de opdracht om de installatiewizard uit te voeren. Opmerkingen: • Ja is de standaardinstelling. • Nadat u de installatiewizard voltooit door in het scherm voor de landselectie op Gereed te klikken, wordt Nee standaard ingesteld.
Menu-item Beschrijving Tijdzone (Australië en landen in de Stille Oceaan) Australië WST Australië CST Darwin (CST) * Australië EST Queensland (EST) * Tasmanië (EST) Wellington (NZST) Niet in de lijst Hiermee kunt u de tijdzone voor de fax instellen. Zomertijd gebruiken Aan Uit Hiermee kunt zomertijd instellen (DST-modus).
De printer onderhouden Bepaalde taken moeten regelmatig worden uitgevoerd om een optimale afdrukkwaliteit te behouden. De buitenkant van de printer reinigen 1 Controleer of de printer is uitgeschakeld en de stekker van het netsnoer van de printer uit het stopcontact is getrokken.
De glasplaat reinigen Als er problemen zijn met de afdrukkwaliteit, zoals strepen op gekopieerde of gescande afbeeldingen, moet u de gedeeltes reinigen die worden weergegeven. 1 Maak een zachte, pluisvrije doek of een papieren doekje enigszins vochtig met water. 2 Open de klep van de scanner. 1 3 1 @!.
De scheidingsrollen van de ADI reinigen Als u meer dan 5.000 pagina’s hebt gekopieerd met de ADI of als er strepen verschijnen, moet u de scheidingsrollen van de ADI reinigen. 1 Open de klep van de ADF. 2 Ontgrendel de scheidingsroller. 3 Verwijder de scheidingsroller.
4 Gebruik een schone, pluisvrije doek die met water is bevochtigd om de scheidingsrol af te vegen. 5 Plaats de scheidingsroller terug. 6 Vergrendel de scheidingsroller.
7 Gebruik een schone, pluisvrije doek die met water is bevochtigd om de andere scheidingsrol af te vegen terwijl u die voorzichtig ronddraait. 8 Sluit de klep van de ADI. Supplies bewaren Bewaar supplies in een koele, schone ruimte. Supplies moeten altijd rechtop in de originele verpakking worden bewaard tot het moment waarop ze worden gebruikt.
1 Typ het IP-adres van de printer in het adresveld van uw webbrowser. Opmerking: Als u het IP-adres van de printer niet weet, drukt u een pagina met netwerkinstellingen af en zoekt u het IP-adres in het TCP/IP-gedeelte. 2 Klik op Device Status (Apparaatstatus). De pagina Apparaatstatus wordt weergegeven waarop een overzicht van de hoeveelheid supplies wordt weergegeven.
Een fotoconductorkit bestellen Als 84 PC-kit bijna op wordt weergegeven op de display, heeft de fotoconductorkit bijna het einde van de levensduur bereikt. Bestel een fotoconductorkit zodat er een beschikbaar is als 84 Vervang PC-kit wordt weergegeven. U kunt de status van de fotoconductorkit ook controleren door een pagina met netwerkinstellingen af te drukken.
2 Druk op de knop onder aan de fotoconductorkit en trek de tonercartridge naar buiten met het handvat. 1 1 @!. 2 ABC 4 GHI 3 DEF 5 JKL 6 MNO 7 PQRS 8 TUV * 9 WXYZ 0 # 2 3 Pak de nieuwe tonercartridge uit. 4 Schud de cartridge in alle richtingen om de toner te verdelen.
5 Zorg dat de rollen op de nieuwe tonercartridge op één lijn zijn met de pijlen op de geleiders van de fotoconductorkit. Druk de tonercartridge zo ver mogelijk naar binnen. De cartridge klikt vast wanneer deze correct is geïnstalleerd. 1 @!. 2 ABC 4 GHI 3 DEF 5 JKL 7 PQR * S 6 MNO 8 TUV 9 WXY Z 0 # 6 Sluit de voorklep.
1 Open de voorklep door op de knop aan de linkerzijde van de printer te drukken en laat de voorklep zakken. 1 @!. 2 ABC 4 GHI 3 DEF 5 JKL 6 MNO 7 PQRS 8 TUV * 9 WXYZ 0 # 2 Trek de fotoconductorkit en de tonercartridge samen uit de printer door aan de handgreep van de tonercartridge te trekken. Opmerking: de fotoconductorkit en tonercartridge vormen een eenheid. 1 @!. 2 ABC 4 GHI 3 DEF 5 JKL 6 MNO 7 PQRS 8 TUV * 9 WXYZ 0 # Plaats de eenheid op een vlak, schoon oppervlak.
3 Druk op de knop onder aan de fotoconductorkit. Trek de tonercartridge omhoog en uit de printer met behulp van de handgreep. 1 2 4 Pak de nieuwe fotoconductor uit. Raak de trommel van de fotoconductor niet aan. Let op—Kans op beschadiging: bij het vervangen van de fotoconductorkit mag deze niet gedurende langere tijd worden blootgesteld aan direct licht. Door langdurige blootstelling aan licht kunnen problemen met de afdrukkwaliteit optreden.
5 Plaats de tonercartridge in de fotoconductorkit door de rollen op de tonercartridge uit te lijnen met de geleiders. Druk op de tonercartridge tot deze vastklikt. 6 Plaats de eenheid in de printer door de pijlen op de geleiders van de eenheid uit te lijnen met de pijlen in de printer. Druk de eenheid zo ver mogelijk naar binnen. 1 @!. 2 ABC 4 GHI 3 DEF 5 JKL 6 MNO 7 PQRS 8 TUV * 9 WXYZ 0 # 7 Nadat u de fotoconductorkit hebt vervangen, stelt u de teller van de fotoconductor opnieuw in.
• Gebruik bij het tillen van de printer de handgrepen aan de zijkanten. • Let erop dat uw vingers zich niet onder de printer bevinden wanneer u het apparaat neerzet. • Voordat u de printer instelt, dient u ervoor te zorgen dat er voldoende ruimte vrij is rondom de printer. Zie “Een locatie voor de printer selecteren” op pagina 13 voor meer informatie.
Beheerdersondersteuning Geavanceerde netwerkinformatie en beheerdersinformatie weergeven In dit hoofdstuk worden de standaardondersteuningstaken voor beheerders beschreven. Raadpleeg de Handleiding netwerken op de cd Software en documentatie en de Embedded Web Server Administrator's Guide (beheerdershandleiding voor de Embedded Web Server) op de website van Lexmark op www.lexmark.com voor informatie over geavanceerde systeemondersteuningstaken.
Apparaatstatus controleren Met behulp van de Embedded Web Server kunt u de papierlade-instellingen, de hoeveelheid toner in de tonercartridge, het percentage resterende levensduur van de onderhoudskit en de capaciteit van bepaalde printeronderdelen weergeven. U kunt als volgt de apparaatstatus weergeven: 1 Typ het IP-adres van de printer in het adresveld van uw webbrowser.
4 Druk op de pijltoetsen tot Fabrieksinstellingen wordt weergegeven en druk op 5 Druk op de pijltoetsen tot Nu herstellen wordt weergegeven en druk op Fabrieksinstellingen worden hersteld wordt weergegeven. Beheerdersondersteuning 135 . .
Problemen oplossen Niet-reagerende printer controleren Als er algemene printerproblemen zijn of als de printer niet reageert, controleert u het volgende: • Het netsnoer is aangesloten op de printer en op een geaard stopcontact. • • • • • • Het stopcontact is niet uitgeschakeld via een schakelaar. De aardlekschakelaar (GFCI) is niet losgesprongen. De printer is niet aangesloten op een overspanningsbeveiliger, een UPS of een verlengsnoer.
CONTROLEER DE INSTELLING VOOR PAPIERFORMAAT Zorg dat de instelling voor papierformaat overeenkomt met het papier dat in de lade is geplaatst: 1 Controleer op het bedieningspaneel van de printer de instelling voor papierformaat in het menu Papier. 2 Geef de juiste instelling voor formaat op voor u de taak verzendt voor afdrukken: • Windows: geef het formaat op dat is ingesteld in Printereigenschappen. • Macintosh: geef het formaat op dat is ingesteld in het dialoogvenster Pagina-instelling.
Systeemcode wordt geprogrammeerd NIET UITZETTEN Wacht tot het bericht is verdwenen. Let op—Kans op beschadiging: Schakel de printer niet uit zolang Systeemcode wordt geprogrammeerd op het display wordt weergegeven. Cartridge is bijna leeg Probeer een van de volgende opties: • Vervang de tonercartridge en druk op om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. • Druk op om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.
37 Onvoldoende geheugen om de taak te sorteren Probeer een van de volgende opties: • Druk op de pijltoetsen totdat Doorgaan wordt weergegeven. Druk vervolgens op om het opgeslagen gedeelte van de taak af te drukken en de rest van de afdruktaak te sorteren. • Annuleer de huidige afdruktaak. 38 Geheugen vol Probeer een van de volgende opties: • Druk op de pijltoetsen totdat Doorgaan wordt weergegeven en druk vervolgens op • Annuleer de huidige afdruktaak. om het bericht te wissen.
84 Fc-eenheid bijna versleten De fotoconductorkit is bijna versleten. Probeer een van de volgende oplossingen: • Vervang de fotoconductor. • Druk op om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. 84 Vervang fc-kit De fotoconductorkit is versleten. Installeer een nieuwe fotoconductorkit. 88.yy Cartridge bijna leeg Vervang de tonercartridge en druk op om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. 200-250 papier vast 1 Maak de papierbaan vrij.
3 Ontgrendel de scheidingsroller. 4 Verwijder de scheidingsroller. 5 Verwijder het vastgelopen papier. 6 Plaats de scheidingsroller terug.
7 Vergrendel de scheidingsroller. 8 Sluit de klep van de ADI. 9 Open de klep van de scanner en verwijder vastgelopen pagina's. 1 @!. 4 GH 7 PQR * S 2 ABC I 3 DEF 5 JKL 6 MN O 8 TUV 9 WX YZ 0 # 10 Druk op .
840.01 Scanner uitgeschakeld Dit bericht geeft aan dat de scanner door de systeembeheerder is uitgeschakeld. 840.02 Scanner Automatisch uitgeschakeld Deze melding geeft aan dat de printer een probleem met de scanner heeft vastgesteld en die automatisch heeft uitgeschakeld. 1 Verwijder alle pagina’s uit de ADI. 2 Schakel de printer uit. 3 Wacht 15 seconden en schakel de printer in. 4 Als u een document in de ADI plaatst, moet u de papiergeleiders aanpassen. 5 Druk op .
• Buig het papier, waaier het uit en maak er een rechte stapel van voordat u het in de printer plaatst. • Gebruik geen papier dat u zelf op maat hebt gesneden of geknipt. • Gebruik nooit papier van verschillend formaat, gewicht of soort in dezelfde papierbron. • Controleer of alle papierformaten en papiersoorten op de juiste wijze zijn ingesteld in de menu's op het bedieningspaneel van de printer. • Bewaar het papier volgens de aanbevelingen van de fabrikant.
2 Verwijder eventueel vastgelopen papier dat u hier ziet. 1 @!. 2 ABC 4 GHI 3 DEF 5 JKL 6 MNO 7 PQR S * 8 TUV 9 WXY Z 0 # 3 Raadpleeg “201 papier vast” op pagina 145 als u geen papier ziet. 201 papier vast 1 Open de voorklep en verwijder de fotoconductorkit en de tonercartridge. 1 @!.
2 Til de flap aan de voorzijde van de printer op en verwijder eventueel vastgelopen papier. 3 Breng de fotoconductorkit en de tonercartridge op gelijke hoogte en plaats ze. 4 Sluit de voorklep. 5 Plaats de lade terug. 6 Druk op . 202 papier vast LET OP—HEET OPPERVLAK: de binnenkant van de printer kan heet zijn. Om letsel te voorkomen, moet u een heet oppervlak eerst laten afkoelen voordat u het aanraakt. 1 Open de voorklep en verwijder de fotoconductorkit en de tonercartridge. 1 @!.
2 Til de flap aan de voorzijde van de printer op en verwijder eventueel vastgelopen papier. 3 Open de achterklep.
4 Verwijder het vastgelopen papier. 5 Sluit de achterklep. 6 Breng de fotoconductorkit en de tonercartridge op gelijke hoogte en plaats ze. 7 Sluit de voorklep. 8 Druk op . 241 papier vast 1 Verwijder de lade uit de printer. 1 @!.
2 Verwijder het vastgelopen papier. 3 Plaats de lade terug. 4 Druk op . 251 papier vast Een vel papier of speciaal afdrukmateriaal wordt niet volledig ingevoerd vanuit de handinvoer of universeellader. Mogelijk is het vel nog gedeeltelijk zichtbaar. Als het vel nog zichtbaar is , trekt u het voorzichtig uit de voorkant van de handinvoer.
Als het vel niet zichtbaar is, voert u de volgende stappen uit: 1 Verwijder de fotoconductorkit en de tonercartridge. 1 @!. 2 ABC 4 GHI 3 DEF 5 JKL 6 MNO 7 PQRS 8 TUV * 9 WXYZ 0 # 2 Til de flap aan de voorzijde van de printer op en verwijder eventueel vastgelopen papier. 3 Breng de fotoconductorkit en de tonercartridge op gelijke hoogte en plaats ze. 4 Druk op .
Problemen met afdrukken oplossen Taken worden niet afgedrukt Hierna volgen mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende opties: CONTROLEER OF DE PRINTER KLAAR IS OM AF TE DRUKKEN Controleer of Gereed of Spaarstand op de display wordt weergegeven voordat u een afdruktaak naar de printer verzendt. CONTROLEER OF DE STANDAARDUITVOERLADE VOL IS Verwijder de stapel papier uit de standaarduitvoerlade. CONTROLEER OF DE LADE LEEG IS Vul de lade met papier.
Meertalige PDF's worden niet afgedrukt De documenten bevatten lettertypen die niet beschikbaar zijn. 1 Open het document dat u wilt afdrukken in Adobe Acrobat. 2 Klik op het printerpictogram. Het dialoogvenster Afdrukken wordt weergegeven. 3 Klik op Geavanceerd. 4 Selecteer Afdrukken als afbeelding. 5 Klik twee keer op OK. Het duurt heel lang voordat de taak is afgedrukt Hierna volgen mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende opties: VERMINDER DE COMPLEXITEIT VAN DE AFDRUKTAAK.
Er komen onverwachte pagina-einden voor Verhoog de waarde voor Afdruktime-out: 1 Druk op het bedieningspaneel van de printer op . 2 Druk op de pijltoetsen tot Instellingen wordt weergegeven en druk op . 3 Druk op de pijltoetsen tot Algemene instellingen wordt weergegeven en druk op 4 Druk op de pijltoetsen tot Time-outs wordt weergegeven en druk op . .
• • • • • Scheve lijnen Vlekken Strepen Onverwachte tekens Witte of zwarte lijnen in afdruk Hierna volgen mogelijke oplossingen. Probeer een of meer van de volgende opties. Zie “Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen” op pagina 161 voor meer mogelijke oplossingen. CONTROLEER OF ER FOUTBERICHTEN OP DE DISPLAY ZIJN WEERGEGEVEN Verwijder eventuele foutberichten.
• Verlaag de instelling voor schaduwdetail. • Verhoog de instelling voor scherpte. DE UITVOER ZIET ER FLETS OF OVERBELICHT UIT. • Verhoog de instelling voor intensiteit. • Verlaag de instelling voor achtergrond verwijderen. Problemen met de scanner oplossen Een niet-reagerende scanner controleren Als de scanner niet reageert, controleer dan of: • De printer is ingeschakeld. • • • • • • De printerkabel goed is aangesloten op de printer en de hostcomputer.
MOGELIJK IS DE SCANRESOLUTIE TE HOOG INGESTELD Selecteer een lagere scanresolutie. Slechte kwaliteit van gescande afbeeldingen Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een of meer van de volgende oplossingen: CONTROLEER OF ER FOUTBERICHTEN OP HET DISPLAY ZIJN WEERGEGEVEN. Verwijder eventuele foutberichten. MOGELIJK IS DE GLASPLAAT VUIL. Reinig de glasplaat met een schone, stofvrije doek die met water is bevochtigd. Zie “De glasplaat reinigen” op pagina 121 voor meer informatie.
Kan geen Scanprofiel maken Hierna volgen mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende opties: CONTROLEER DE JAVA-INSTELLING Als er alleen een grijs vakje wordt weergegeven, moet u ervoor zorgen dat Java Virtual Machine (JVM) versie 1.4.2 of hoger van Sun Microsystems' op uw computer wordt geïnstalleerd. DE FIREWALL VAN WINDOWS XP UITSCHAKELEN Indien u Windows XP gebruikt, dient de persoonlijke firewall van Windows XP uitgeschakeld te zijn voordat u de profielen Scannen naar PC gebruikt.
CONTROLEER DE TELEFOONWANDCONTACTDOOS 1 Sluit een telefoon aan op de wandcontactdoos. 2 Luister of u een kiestoon hoort. 3 Als u geen kiestoon hoort, sluit u een andere telefoon op de wandcontactdoos aan. 4 Hoort u nog steeds geen kiestoon, dan sluit u de telefoon op een andere wandcontactdoos aan. 5 Als u een kiestoon hoort, sluit u de printer op die wandcontactdoos aan. WERK DEZE CONTROLELIJST VOOR DIGITALE TELEFONIE AF De faxmodem is een analoog apparaat.
DE VOICEMAILSERVICE VERSTOORT MOGELIJK DE FAXTRANSMISSIE. De voicemaildienst van uw telefoonmaatschappij kan faxverzendingen verstoren. Als u wilt blijven gebruikmaken van voicemail, maar ook binnenkomende oproepen door de printer wilt laten beantwoorden, kunt u overwegen om voor de printer een tweede telefoonlijn te installeren. HET GEHEUGEN VAN DE PRINTER IS MOGELIJK VOL 1 Kies het faxnummer. 2 Scan het originele document pagina voor pagina.
IS HET DOCUMENT CORRECT GEPLAATST? Plaats het originele document met de te verzenden zijde naar boven en de korte zijde naar voren in de ADI, of linksboven op de glasplaat met de te verzenden zijde naar beneden. Opmerking: Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine voorwerpen, transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADI. Plaats deze items op de glasplaat. CONTROLEER OF HET SNELKOPPELINGSNUMMER GOED IS INGESTELD.
Problemen met de papierinvoer oplossen Papier loopt regelmatig vast Hierna volgen mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende opties: CONTROLEER HET PAPIER Gebruik het aanbevolen papier en afdrukmateriaal. Zie “Richtlijnen voor papier en speciaal afdrukmateriaal” op pagina 40 voor meer informatie. ZORG ERVOOR DAT ER NIET TE VEEL PAPIER IN DE PAPIERLADE OF DE HANDINVOER LIGT Controleer of de papierstapel in de papierlade niet boven de maximumhoogte uitkomt die in de lade wordt aangegeven.
5 Druk op de pijltoetsen totdat Testpagina's afdrukkwaliteit wordt weergegeven en druk vervolgens op . De testpagina’s voor de afdrukkwaliteit worden afgedrukt. 6 Druk op de pijltoetsen totdat Menu Configuratie afsluiten verschijnt en druk vervolgens op . Printer wordt opnieuw ingesteld wordt kort weergegeven. Vervolgens wordt Gereed weergegeven. Lege pagina's Hierna volgen mogelijke oplossingen.
Onvolledige afbeeldingen Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een of meer van de volgende oplossingen: CONTROLEER DE PAPIERGELEIDERS Schuif de breedte- en lengtegeleiders in de juiste positie voor het papier dat in de printer is geplaatst. CONTROLEER DE INSTELLING VOOR PAPIERFORMAAT Zorg dat de instelling voor papierformaat overeenkomt met het papier dat in de lade is geplaatst: 1 Controleer op het bedieningspaneel van de printer de instelling voor papierformaat in het menu Papier.
DE FOTOCONDUCTORKIT IS DEFECT Vervang de fotoconductor. CONTROLEER DE INSTELLING VOOR PAPIERSOORT Zorg dat de instelling voor de papiersoort overeenkomt met het papier dat in de lade is geplaatst: 1 Controleer op het bedieningspaneel van de printer de instelling voor papiersoort in het menu Papier. 2 Geef de juiste instelling voor soort op voor u de taak verzendt voor afdrukken: • Windows: geef de soort op die is ingesteld in Printereigenschappen.
Gekruld papier Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een of meer van de volgende oplossingen: CONTROLEER DE INSTELLING VOOR PAPIERSOORT Zorg dat de instelling voor de papiersoort overeenkomt met het papier dat in de lade is geplaatst: 1 Controleer op het bedieningspaneel van de printer de instelling voor papiersoort in het menu Papier. 2 Geef de juiste instelling voor soort op voor u de taak verzendt voor afdrukken: • Windows: geef de soort op die is ingesteld in Printereigenschappen.
CONTROLEER DE INSTELLING VOOR PAPIERSOORT Zorg dat de instelling voor de papiersoort overeenkomt met het papier dat in de lade is geplaatst: 1 Controleer op het bedieningspaneel van de printer de instelling voor papiersoort in het menu Papier. 2 Geef de juiste instelling voor soort op voor u de taak verzendt voor afdrukken: • Windows: geef de soort op die is ingesteld in Printereigenschappen. • Macintosh: geef de soort op die is ingesteld in het dialoogvenster Druk af.
CONTROLEER DE INSTELLING VOOR PAPIERSOORT Zorg dat de instelling voor de papiersoort overeenkomt met het papier dat in de lade is geplaatst: 1 Controleer op het bedieningspaneel van de printer de instelling voor papiersoort in het menu Papier. 2 Geef de juiste instelling voor soort op voor u de taak verzendt voor afdrukken: • Windows: geef de soort op die is ingesteld in Printereigenschappen. • Macintosh: geef de soort op die is ingesteld in het dialoogvenster Druk af.
CONTROLEER DE PAPIERSOORT • • • • Gebruik een andere papiersoort. Gebruik alleen transparanten die door de fabrikant van de printer worden aanbevolen. Controleer of de instelling voor de papiersoort overeenkomt met het papier dat in de lade of invoer is geplaatst. Controleer of de instelling voor Papierstructuur geschikt is voor het papier of het speciale afdrukmateriaal in de lade of invoer.
Verwijder al het papier dat u ziet. ER IS MOGELIJK TONER IN DE PAPIERBAAN TERECHTGEKOMEN Verwijder de toner uit de papierbaan. Als het probleem zich blijft voordoen, kunt u contact opnemen met de Klantenservice. Verticale strepen ABCDE ABCDE ABCDE Hierna volgen mogelijke oplossingen.
Op de pagina verschijnen lichte tonervegen of schaduwen op de achtergrond Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende oplossingen: DE TONERCARTRIDGE IS MOGELIJK BESCHADIGD Vervang de tonercartridge. ER IS TONER IN DE PAPIERBAAN TERECHTGEKOMEN Neem contact op met de klantenservice. De toner laat los Hieronder volgen mogelijke oplossingen.
Hierna volgen mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende opties: DE TONERCARTRIDGE IS MOGELIJK BESCHADIGD Vervang de tonercartridge. ER IS TONER IN DE PAPIERBAAN TERECHTGEKOMEN Neem contact op met de klantenservice. De afdrukkwaliteit van transparanten is slecht Probeer een of meer van de volgende oplossingen: TRANSPARANTEN CONTROLEREN Gebruik uitsluitend transparanten die door de printerfabrikant worden aanbevolen.
Bel in de Verenigde Staten of Canada (1-800-539-6275). Voor andere landen of regio's bezoekt u de website van Lexmark op www.lexmark.com.
Kennisgevingen Productinformatie Productnaam: Lexmark X203n, Lexmark X204n Apparaattype: 7011 Model(len): 200, 215 Informatie over deze uitgave Maart 2009 De volgende alinea is niet van toepassing op landen waarin de volgende voorwaarden strijdig zijn met de plaatselijke wetgeving: LEXMARK INTERNATIONAL, INC.
Handelsmerken Lexmark en Lexmark met het diamantlogo zijn als handelsmerken van Lexmark International, Inc. gedeponeerd in de Verenigde Staten en/of in andere landen. PCL® is een gedeponeerd handelsmerk van Hewlett-Packard Company. PCL is een aanduiding van Hewlett-Packard Company voor een verzameling printeropdrachten (printertaal) en printerfuncties in de producten van HewlettPackard. Deze printer is ontworpen om ondersteuning te bieden voor de PCL-taal.
Kennisgeving voor batterijen Dit product bevat materiaal met perchloraat. Mogelijk zijn speciale bedieningsinstructies van toepassing. Ga voor meer informatie naar http://www.dtsc.ca.gov/hazardouswaste/perchlorate/. Kennisgeving over kwik In de lamp van dit product bevindt zich kwik (<5 mg/Hg). De afvoer van kwik is mogelijk wettelijk bepaald vanwege milieuoverwegingen. Neem voor informatie over afvoer of recycling contact op met uw gemeente of de Electronic Industries Alliance: www.eiae.org.
Waarschuwingsetiket voor de laser Het etiket met veiligheidsinformatie kan als volgt op de printer zijn aangebracht: Energieverbruik Stroomverbruik van het product In de volgende tabel worden de stroomverbruikskenmerken van het product weergegeven. Opmerking: sommige modi zijn wellicht niet van toepassing op uw product. Modus Beschrijving Stroomverbruik (Watt) Afdrukken Er worden papieren kopieën van elektronische invoer gemaakt met het product.
als het product niet wordt gebruikt tijdens een opgegeven tijdsduur, die de time-out voor de spaarstand wordt genoemd. Standaard is de time-out voor de spaarstand voor dit product ingesteld op (in 110 V = 45 minuten, 220 V = 60 minuten minuten): U kunt de time-out voor de spaarstand via de configuratiemenu's instellen tussen 1 minuut en 240 minuten. Als u de time-out voor de spaarstand instelt op een lage waarde, vermindert het energieverbruik, maar kan de responstijd van het product toenemen.
LICENTIEOVEREENKOMST VOOR LEXMARK SOFTWARE Deze Softwarelicentieovereenkomst ('Softwarelicentieovereenkomst') is een legale overeenkomst tussen u (een individu of een rechtspersoon) en Lexmark International, Inc.
GEVOLGSCHADE (INCLUSIEF MAAR NIET BEPERKT TOT VERLIES VAN WINST OF INKOMSTEN, VERLOREN SPAARTEGOEDEN, ONDERBREKING IN HET GEBRUIK OF ENIG VERLIES VAN GEBRUIK, ONNAUWKEURIGHEID IN OF SCHADE AAN GEGEVENS OF RECORDS, VOOR CLAIMS VAN DERDEN, OF SCHADE AAN ECHTE OF TASTBARE EIGENDOMMEN, VOOR SCHENDING VAN PRIVACY VOORTKOMEND UIT OF OP ENIGE MANIER VERWANT AAN HET GEBRUIK VAN OF HET NIET KUNNEN GEBRUIKEN VAN HET SOFTWAREPROGRAMMA, OF ANDERSZINS IN COMBINATIE MET ENIGE BEPALING IN DEZE SOFTWARELICENTIEOVEREENKOMST
Softwareprogramma niet verhuren, in sublicentie geven of afstaan behalve voor zover is toegestaan onder deze Softwarelicentieovereenkomst. 7 UPGRADES. Om een Softwareprogramma dat als upgrade wordt aangeduid, te mogen gebruiken, moet u beschikken over een licentie voor het originele Softwareprogramma dat door Lexmark is aangeduid als in aanmerking komend voor de upgrade. Na het uitvoeren van de upgrade mag u het originele Softwareprogramma dat de basis vormde voor de upgrade, niet langer gebruiken.
17 INSTEMMING MET CONTRACT IN ELEKTRONISCHE VORM. U en Lexmark gaan ermee akkoord deze Softwarelicentieovereenkomst in elektronische vorm aan te gaan. Dit betekent dat wanneer u op de knop 'Ik ga akkoord' of 'Accepteren' op deze pagina klikt of dit product gebruikt, u aangeeft in te stemmen met de voorwaarden en bepalingen van deze Softwarelicentieovereenkomst en dat u dat doet met de intentie een contract met Lexmark te 'ondertekenen'. 18 VERMOGEN EN RECHT OM HET CONTRACT AAN TE GAAN.
Kennisgeving voor gebruikers in de Europese Unie Producten met de CE-markering voldoen aan de veiligheidseisen die zijn omschreven in de Europese richtlijnen 2004/108/EG, 2006/95/EG en 1999/5/EG aangaande het harmoniseren van de wetten van de Lidstaten met betrekking tot elektromagnetische compatibiliteit en veiligheid van elektrische apparatuur die is ontworpen voor gebruik binnen een bepaald spanningsbereik en in combinatie met radioapparatuur en apparatuur voor een telecommunicatiestation.
To prevent radio interference to the licensed service, this device is intended to be operated indoors and away from windows to provide maximum shielding. Equipment (or its transmit antenna) that is installed outdoors is subject to licensing. The installer of this radio equipment must ensure that the antenna is located or pointed such that it does not emit RF fields in excess of Health Canada limits for the general population; consult Safety Code 6, obtainable from Health Canada's Web site www.hc-sc.gc.
gebruik binnen een bepaald spanningsbereik en in combinatie met radioapparatuur en apparatuur voor een telecommunicatiestation. De CE-markering geeft aan dat het product aan deze richtlijnen voldoet. De fabrikant van dit product is: Lexmark International, Inc., 740 West New Circle Road, Lexington, KY, 40550 USA. De gemachtigde vertegenwoordiger is: Lexmark International Technology Hungária Kft.
Français Par la présente, Lexmark International, Inc. déclare que l'appareil ce produit est conforme aux exigences fondamentales et autres dispositions pertinentes de la directive 1999/5/CE. Magyar Alulírott, Lexmark International, Inc. nyilatkozom, hogy a termék megfelel a vonatkozó alapvetõ követelményeknek és az 1999/5/EC irányelv egyéb elõírásainak. Íslenska Hér með lýsir Lexmark International, Inc.
Index Cijfers 30 Onjuist gevuld,vervang tonercartridge 138 31.yy Vervang defecte of ontbrekende cartridge 138 32 Niet-ondersteunde cartridge vervangen 138 34 Papier te kort 138 37 Onvoldoende geheugen om de taak te sorteren 139 38 Geheugen vol 139 39 Pagina is te complex. Bepaalde gegevens worden mogelijk niet afgedrukt 139 54 Netwerk softwarefout 139 54 Softwarefout in standaardnetwerk 139 56 Standaard USB-poort uitgeschakeld 139 84 Fc-kit bijna versleten 140 84 Vervang fc-kit 140 840.
controleren, apparaatstatus op Embedded Web Server 134 D datum en tijd instelling 77 Datum en tijd instellen, menu 117 de huidige afdruktaak onderbreken kopiëren 60 display, bedieningspaneel van de printer 18 displayproblemen oplossen display geeft alleen ruitjes weer 136 display is leeg 136 document of foto wordt gedeeltelijk afgedrukt, gekopieerd of gescand 136 documenten, afdrukken via Macintosh 46 via Windows 46 doorsturen, faxen 84 dubbelzijdig afdruktaken 46 kopieertaken 53 E e-mail annuleren 65 mel
installeren printersoftware 22 instelling papierformaat 32 papiersoort 32 TCP/IP-adres 114 Universeel papierformaat 32 instelling, Ecomodus 28 instellingen, conservatie Ecomodus 28 Spaarstand 29 Stille modus 30 instellingen, groene Ecomodus 28 Spaarstand 29 Stille modus 30 Instellingen, menu 108 instellingen, milieu Ecomodus 28 Spaarstand 29 Stille modus 30 IPv6, menu 115 K kabels Ethernet 22 USB 22 karton tips 49 kennisgevingen 174, 175, 176, 177, 182, 183 knoppen, bedieningspaneel van de printer 18 Kopie
PostScript, menu 110 printer basismodel 14 configuraties 14 minimale installatieruimte 13 selecteren, een locatie 13 verplaatsen 131 vervoeren 132 printer aansluiten op antwoordapparaat 70 computermodem 76 regionale adapters 72 telefoon 70 printer instellen op een bedraad netwerk (Macintosh) 24 op een bedraad netwerk (Windows) 24 printer vervoeren 132 printerberichten 200-250 papier vast 140 30 Onjuist gevuld,vervang tonercartridge 138 31.
resolutie, fax wijzigen 82 S Scan Center-functies 90 scankwaliteit verbeteren 89 scannen naar computer opties 83 scannen naar een computer 86 scankwaliteit verbeteren 89 scanner Automatische documentinvoer (ADI) 17 functies 16 glasplaat 17 scanproblemen oplossen kan geen Scanprofiel maken 157 kan niet vanaf een computer scannen 156 scannen duurt te lang of de computer loopt vast tijdens scannen 155 scannen is mislukt 155 scannereenheid sluit niet 153 Sluit voorklep 137 snelkoppelingen maken e-mail 63 faxbe