Operation Manual

6 Plaats de afgedrukte uitlijningspagina met de afdrukzijde naar beneden in de rechterbenedenhoek van de
glasplaat en sluit de bovenklep.
1
2
7 Druk op .
Na een paar seconden wordt een dialoogvenster Uitlijning voltooid weergegeven op het scherm.
8 Klik op Sluiten.
9 Klik op Afsluiten.
Als u de cartridges hebt uitgelijnd om de afdrukkwaliteit te verbeteren, drukt u het document nogmaals af. Als de
afdrukkwaliteit niet is verbeterd, reinigt u de spuitopeningen van de inktcartridges.
Spuitopeningen van de inktcartridges reinigen
1 Plaats normaal papier in de printer.
2 Open Printeroplossingen. Zie “Printeroplossingen gebruiken” op pagina 17.
3 Klik op Reinigen om horizontale strepen te voorkomen op het tabblad Onderhoud.
4 Klik op Afdrukken.
Er wordt een pagina afgedrukt, waarbij inkt door de spuitopeningen wordt geperst om deze te reinigen.
5 Druk het document nogmaals af om te controleren of de kwaliteit is verbeterd.
6 Als de afdrukkwaliteit niet is verbeterd, kunt u de reinigingsprocedure nog maximaal twee keer uitvoeren.
Spuitopeningen en contactpunten van de inktcartridges
schoonvegen
1 Verwijder de inktcartridges uit de printer.
2 Maak een schone, pluisvrije doek vochtig met water.
3 Houd de doek voorzichtig ongeveer drie seconden tegen de spuitopeningen en veeg de spuitopeningen schoon
in de aangegeven richting.
Printer onderhouden
54