Operation Manual
Faxen
Dit hoofdstuk is alleen voor Windows-gebruikers.
Controleer het volgende voor u een fax verzendt:
• De printer is aangesloten op een computer met een actieve faxmodem en de printer en de computer zijn
ingeschakeld.
• Lexmark Faxoplossingen en Lexmark Productivity Studio zijn geïnstalleerd op de computer. Het installeren van
deze programma's is optioneel. Als u deze programma's niet hebt geïnstalleerd, verwijdert u de printersoftware
en installeert u deze opnieuw. Zorg dat u de installatieopties voor Lexmark Faxoplossingen en Lexmark
Productivity Studio selecteert.
Faxen verzenden
1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
2 Voer een van de volgende handelingen uit:
• Windows Vista: klik op Alle programma's en selecteer de programmamap van de printer.
• Windows XP en eerder: klik opStart Programma's of Alle programma's en selecteer de programmamap
van de printer.
3 Klik op LexmarkProductivity Studio.
4 Klik in het welkomstvenster op Faxen.
5 Selecteer de optie Document.
6 Klik op Start.
7 Geef de gegevens van de ontvanger op en klik op Volgende.
Opmerking: Een faxnummer kan maximaal 64 cijfers, komma's, punten, spaties en/of de volgende symbolen
bevatten: * # + - ( ).
8 Geef de gegevens voor het voorblad op en klik op Volgende.
9 Als u nog andere documenten wilt verzenden met de fax, voegt u deze nu toe en klikt u op Volgende.
10 U verzendt als volgt uw fax:
• Meteen: selecteer de optie Nu verzenden.
• Op een opgegeven tijdstip:
a Selecteer de optie Verzenden uitstellen tot.
b Stel een datum en tijd in.
11 Als u een papieren kopie wilt hebben van uw fax, selecteert u Kopie van de fax afdrukken.
12 Klik op Verzenden.
42