3500-4500 Series Gebruikershandleiding Maart 2007 www.lexmark.com Lexmark en Lexmark met het diamantlogo zijn gedeponeerde handelsmerken van Lexmark International, Inc. in de Verenigde Staten en/of andere landen. Andere handelsmerken zijn eigendom van hun respectieve houders. © 2007 Lexmark International, Inc. Alle rechten voorbehouden.
Belangrijke veiligheidsvoorschriften Gebruik alleen de netvoeding en het netsnoer die bij dit product zijn geleverd of een door de fabrikant goedgekeurd vervangend onderdeel. Sluit het netsnoer aan op een goed geaard en goed toegankelijk stopcontact in de buurt van het product. Neem contact op met een professionele onderhoudstechnicus voor onderhoud en reparaties die niet in de gebruikersdocumentatie worden beschreven.
Inhoudsopgave Informatie over de printer.............................................................................................9 Printer instellen............................................................................................................12 Inhoud van de doos controleren........................................................................................................12 Bedieningspaneel in een andere taal installeren.................................................................
Afdrukken.....................................................................................................................41 Documenten afdrukken.....................................................................................................................41 Afbeeldingen van hoge kwaliteit afdrukken.......................................................................................41 Webpagina afdrukken.............................................................................................
Foto's kopiëren..................................................................................................................................61 Kopieën zonder rand maken met het bedieningspaneel...................................................................61 Kopieën lichter of donkerder maken..................................................................................................62 Exemplaren sorteren met het bedieningspaneel.................................................................
Lexmark producten hergebruiken......................................................................................................79 Problemen oplossen....................................................................................................80 Installatieproblemen oplossen...........................................................................................................80 Onjuiste taal wordt weergegeven op de display ......................................................................
Geen computer aangesloten ...................................................................................................................... 99 Kan geen controlevel vinden ...................................................................................................................... 99 Fout 1104 ................................................................................................................................................. 100 Fout linkercartridge/Fout rechtercartridge ...........
Informatie over de printer Handleiding Snelle installatie Beschrijving Locatie De handleiding Snelle installatie bevat instructies voor het installeren van hardware en software. U vindt deze handleiding in de doos met de printer of op de website van Lexmark op www.lexmark.com. Brochure Aan de slag Beschrijving Locatie De brochure Aan de slag bevat instructies voor het instellen van de printer en algemene instructies voor het gebruik van de printer.
Help Beschrijving Locatie Als de printer is aangesloten op een computer, kunt u de Klik in een programma van Lexmark op Help, Tips Help gebruiken voor instructies over het gebruik van de Help, of Help Help-onderwerpen. software. Lexmark Printeroplossingen Beschrijving Locatie Lexmark Printeroplossingen wordt op de cd geleverd.
Beschrijving Locatie (Noord-Amerika) Locatie (rest van de wereld) Ondersteuning per e-mail Bezoek voor ondersteuning per e-mail onze website op: www.lexmark.com. Ondersteuning per e-mail verschilt per land of regio en is in bepaalde gevallen niet beschikbaar. Bezoek de website van Lexmark op www.lexmark.com. Selecteer een land of regio en klik op de koppeling voor klantenondersteuning. 1 2 3 4 5 Klik op CUSTOMER SUPPORT. Klik op Technical Support. Selecteer de printerfamilie.
Printer instellen Inhoud van de doos controleren Naam Beschrijving 1 Zwarte inktcartridge Cartridges die in de printer kunnen worden geplaatst. 2 Kleureninktcartridge Opmerking: u kunt verschillende cartridgecombinaties gebruiken, afhankelijk van het product. 3 Netsnoer Moet worden aangesloten op de netvoedingspoort achter op de printer. Opmerking: het netsnoer kan er anders uitzien dan het snoer dat wordt weergegeven.
Bedieningspaneel in een andere taal installeren Deze aanwijzingen zijn alleen van toepassing als er extra bedieningspanelen in andere talen zijn meegeleverd. 1 Til het bedieningspaneel op en verwijder het (als er een bedieningspaneel is geïnstalleerd). 2 Kies het juiste bedieningspaneel voor uw taal. 3 Lijn de klemmetjes op het bedieningspaneel uit met de gaten op de printer en druk het bedieningspaneel naar beneden.
Printer aansluiten op een netwerk Raadpleeg de brochure Aan de slag bij het product voor uitgebreide informatie over netwerken. Printer installeren op een netwerk Volg de aanwijzingen voor de netwerkmethode die u wilt gebruiken. Controleer of het geselecteerde netwerk is ingesteld en juist werkt, en dat alle relevante apparaten zijn ingeschakeld. Raadpleeg de netwerkdocumentatie of degene die het netwerk heeft opgezet voor meer informatie over uw specifieke netwerk.
4 Lijn de randen van de interne, draadloze afdrukserver uit met de gleuven aan de linker- en rechterkant. Schuif de draadloze afdrukserver vervolgens in de printer tot deze vastklikt. 5 Richt de antenne naar boven. 6 Plak het etiket met het MAC-adres op de achterzijde van de printer. U hebt dit adres later nodig wanneer u de printer aansluit op het netwerk. U kunt nu de interne, draadloze afdrukserver configureren voor gebruik op uw draadloze netwerk.
Informatie over de printer Onderdelen van de printer Onderdeel Handeling 1 Papiersteun Papier in de printer plaatsen. 2 Wi-Fi-aanduiding Draadloze status controleren: • Uit: dit geeft aan dat de printer niet is ingeschakeld of dat er geen draadloze optie is geïnstalleerd. • Oranje: dit geeft aan dat de printer gereed is voor draadloze verbinding, maar niet is aangesloten. • Oranje, knippert: dit geeft aan dat de printer is geconfigureerd maar niet kan communiceren met het draadloze netwerk.
Onderdeel Handeling 1 Scannereenheid Toegang krijgen tot de inktcartridges. 2 Cartridgehouder Een inktcartridge installeren, vervangen of verwijderen. 3 Lexmark N2050 (interne, draadloze afdrukserver) Printer aansluiten op een draadloos netwerk. Opmerking: alleen de 4500 Series wordt geleverd met een interne, draadloze afdrukserver. 4 USB-poort De printer rechtstreeks aansluiten op de computer met een USB-kabel. 5 Netvoedingsaansluiting Printer aansluiten op een voedingsbron.
2 5 3 6 4 7 1 Druk op 1 2 Handeling • De printer in- en uitschakelen. • De afdruk-, kopieer- of scantaak stoppen. Modus Kopiëren Het standaardvenster voor kopiëren openen en kopieën maken. Opmerking: de modus is geselecteerd wanneer het lampje brandt. 3 Modus Scannen Het standaardvenster voor scannen openen en documenten scannen. Opmerking: de modus is geselecteerd wanneer het lampje brandt. 4 Fotokaart Het standaardvenster voor foto's weergeven en foto's afdrukken.
1 2 4 3 5 Druk op Handeling 1 • Terugkeren naar het vorige venster. • Een letter of cijfer verwijderen. 2 • Een waarde verlagen. • Een letter of cijfer verwijderen. • Bladeren door menu's, submenu's of instellingen op de display. 3 • Een menu- of submenu-item selecteren op de display. • Papier in- of uitvoeren. 4 • Een waarde verhogen. • Een spatie opgeven tussen letters en cijfers. • Bladeren door menu's, submenu's of instellingen op de display.
Druk op Handeling 1 Kleur Een kopieer-, scan- of fototaak in kleur starten, afhankelijk van de geselecteerde modus. 2 Zwart Een kopieer-, scan- of fototaak in zwart-wit starten, afhankelijk van de geselecteerde modus. Menu Kopiëren gebruiken U kunt als volgt het menu Kopiëren openen en door het menu bladeren: 1 Selecteer op het bedieningspaneel de modus Kopiëren. Het standaardvenster voor kopiëren wordt geopend. 2 Als u geen instellingen wilt wijzigen, drukt u op Kleur of Zwart.
Optie Functie Exemplaren* Het aantal exemplaren opgeven dat u wilt afdrukken. Formaat wijzign* • Het percentage opgeven waarmee u het origineel wilt vergroten of verkleinen. • Een bepaald kopieerformaat opgeven. • Een poster van meerdere pagina's maken. Lichter/donkerder* De helderheid van een kopie aanpassen. Kwal.* De kwaliteit van een kopie aanpassen. Papierinstellingen Het formaat en de soort van het geplaatste papier opgeven. Afb.
Optie Handeling Kwal.* De kwaliteit van een scan aanpassen. Origineel* Het formaat van het originele document opgeven. * Tijdelijke instelling. Zie “Instellingen opslaan” op pagina 26 voor meer informatie over het opslaan van tijdelijke instellingen en andere instellingen. Menu Fotokaart gebruiken 1 Druk zo nodig op Fotokaart, plaats een geheugenkaart of sluit een flashstation aan op de printer. 2 Druk herhaaldelijk op of tot het gewenste menu-item wordt weergegeven.
Instellingen voor Papierformaat, Papiersoort of Fotoformaat opslaan 1 Druk op het bedieningspaneel op Instellingen. 2 Druk herhaaldelijk op of tot Papierinstellingen wordt weergegeven. of tot Papierformaat wordt weergegeven. of tot het gewenste formaat wordt weergegeven. 3 Druk op . 4 Druk herhaaldelijk op 5 Druk op . 6 Druk herhaaldelijk op 7 Druk op . 8 Druk op om naar het submenu Papiersoort te gaan. 9 Druk op . 10 Druk herhaaldelijk op of tot de gewenste instelling wordt weergegeven.
Het bericht PictBridge-camera gevonden. Druk op op de display. 2 Druk herhaaldelijk op om instellingen te wijzigen. verschijnt of tot het gewenste menu-item wordt weergegeven. of tot het gewenste submenu-item of de gewenste instelling wordt weergegeven. 3 Druk op . 4 Druk herhaaldelijk op 5 Druk op . Opmerking: Als u op drukt, wordt een instelling geselecteerd. Naast de geselecteerde instelling wordt een sterretje (*) wordt weergegeven.
Menu Instellingen gebruiken 1 Druk op het bedieningspaneel op Instellingen. 2 Druk herhaaldelijk op of tot het gewenste menu-item wordt weergegeven. of tot het gewenste submenu-item of de gewenste instelling wordt weergegeven. 3 Druk op . 4 Druk herhaaldelijk op 5 Druk op . Opmerking: wanneer u een waarde selecteert, verschijnt er een * naast de geselecteerde instelling. 6 Voor andere submenu's en instellingen, herhaalt ustap 4 enstap 5 indien nodig.
Instellingen opslaan De standaardinstelling in een menu met instellingen, wordt aangegeven met een sterretje (*). U wijzigt als volgt de instelling: 1 Druk herhaaldelijk op of tot de gewenste instelling wordt weergegeven. 2 Druk op om: • De meeste instellingen op te slaan. Naast de opgeslagen instelling wordt een sterretje (*) weergegeven. • Een tijdelijke instelling te selecteren. Naast de geselecteerde instelling wordt een sterretje (*) weergegeven.
c Druk op . d Druk herhaaldelijk op of tot Stndrd inst. verschijnt. of tot Huidige instellingen verschijnt. e Druk op . f Druk herhaaldelijk op g Druk op .
Informatie over de software In dit hoofdstuk wordt aangegeven hoe u de printer kunt gebruiken met Windows-besturingssystemen. Als u een Macintosh-besturingssysteem gebruikt, raadpleegt u de Mac Help: 1 Selecteer bureaublad in de Finder en dubbelklik op de map Lexmark 3500-4500 Series. 2 Dubbelklik op het pictogram van de Help voor de printer. Printersoftware gebruiken Software Handeling Lexmark Imaging Studio Documenten of foto's scannen, kopiëren, afdrukken of faxen, of een voorbeeld weergeven.
Knop Functie Details Fotobibliotheek weergeven/afdrukken Foto's doorzoeken, afdrukken of delen. Foto's overbrengen Foto's downloaden naar de fotobibliotheek vanaf een geheugenkaart, flashstation, cd of digitale PictBridgecamera. Fotowenskaarten Kaarten van hoge kwaliteit maken van uw foto's. Fotopakketten Meerdere foto's in verschillende formaten afdrukken. Diavoorstelling Foto's in beweging weergeven. Poster Een foto afdrukken als een poster van meerdere pagina's.
Printeroplossingen gebruiken Printeroplossingen biedt ondersteuning en bevat informatie over de printerstatus en inktvoorraden. Gebruik een van de volgende methoden om Printeroplossingen te openen: Methode 1 Methode 2 1 Dubbelklik op het pictogram Lexmark Imaging 1 Klik op Start Programma's of Alle programma's Lexmark 3500-4500 Series. Studio op het bureaublad. 2 Klik op Installatie en diagnose van de printer. 2 Kies Printeroplossingen.
Locatie Handelingen Geavanceerd • • • • • • De weergave van het venster Afdrukstatus wijzigen. Gesproken berichten voor afdruktaken in- of uitschakelen. Instellingen voor afdrukken over het netwerk wijzigen. Informatie met ons delen over het gebruik van de printer. Informatie weergeven over de versie van de software. Inktvoorraden weergeven en nieuwe inktcartridges bestellen. Opmerking: klik in de rechterbenedenhoek van het venster op Help voor meer informatie.
Tabblad Opties Papierinstellingen • Een instelling voor Papierformaat selecteren: Papier, Envelop, Banner of Zonder rand. • Een instelling voor Afdrukstand selecteren: Staand of Liggend. Afdrukindeling • Een instelling voor Indeling selecteren: Normaal, Banner, Spiegelen, N per vel, Poster, Brochure of Zonder rand. • Selecteren hoe de vellen moeten worden omgedraaid bij dubbelzijdig afdrukken.
Knop Handeling Snel Een volledige webpagina afdrukken met conceptkwaliteit. Zwart-wit Een volledige webpagina in zwart-wit afdrukken. Alleen tekst Alleen de tekst van een webpagina afdrukken. A Foto's Alleen de foto's of afbeeldingen van een webpagina afdrukken. Opmerking: het aantal foto's of afbeeldingen dat kan worden afgedrukt, wordt naast Foto's weergegeven. Voorbeeld Een voorbeeld van een webpagina weergeven voordat deze wordt afgedrukt.
4 Klik op het menu Instellingen opslaan. 5 Selecteer Fabrieksinstellingen (standaardwaarden). Opmerking: standaardfabrieksinstellingen kunnen niet worden verwijderd.
Papier en originele documenten in de printer plaatsen Papier in de printer plaatsen 1 Controleer het volgende: • U gebruikt papier dat geschikt is voor inkjetprinters. • Als u fotopapier, glossy papier of extra zwaar, mat papier gebruikt, moet u dit met de glanzende of afdrukzijde naar u toe plaatsen. (Raadpleeg de instructies die bij het papier zijn geleverd als u niet zeker weet welke zijde de afdrukzijde is.) • Het papier is niet reeds gebruikt of beschadigd.
Maximumaantal 10 enveloppen Aandachtspunten • • • • • De afdrukzijde van de enveloppen is naar u toe gericht. De locatie voor de postzegel bevindt zich in de linkerbovenhoek. De enveloppen die u gebruikt, zijn geschikt voor inkjetprinters. De enveloppen zijn in het midden van de papiersteun geplaatst. De papiergeleiders zijn tegen de randen van de enveloppen geschoven. Waarschuwing: gebruik geen enveloppen met sluitkoordjes en metalen klemmetjes of sluitingen.
Maximumaantal 50 transparanten Aandachtspunten • De ruwe zijde van de transparanten is naar u toe gericht. • Als de transparanten een verwijderbare strip hebben, moet de strip van u af en naar beneden (ten opzichte van de printer) gericht zijn. • De transparanten zijn in het midden van de papiersteun geplaatst. • De papiergeleiders zijn tegen de randen van de transparanten geschoven. Opmerkingen: • U kunt het beste geen transparanten met achtervellen van papier gebruiken.
Maximumaantal 100 vellen papier met aangepast formaat Aandachtspunten • De afdrukzijde van het papier is naar boven gericht. • Het papierformaat valt binnen de volgende afmetingen: Breedte: – 76,2–215,9 mm – 3,0–8,5 inch Lengte: – 127,0–355,6 mm – 5,0–17,0 inch • Het papier is in het midden van de papiersteun geplaatst. • De papiergeleiders zijn tegen de randen van het papier geschoven.
Originele documenten op de glasplaat plaatsen U kunt foto's, tekstdocumenten en artikelen uit tijdschriften, kranten en andere publicaties scannen en afdrukken. U kunt een document scannen voor faxen. 1 Controleer of de computer en printer zijn ingeschakeld. 2 Open de bovenklep. 3 Plaats het originele document of item met de bedrukte zijde naar beneden in de linkerbovenhoek van de glasplaat.
4 Sluit de bovenklep om te voorkomen dat er zwarte randen worden weergegeven op de gescande afbeelding.
Afdrukken Documenten afdrukken 1 Plaats papier in de printer. 2 Open het gewenste bestand en klik op Bestand Afdrukken. 3 Klik op Eigenschappen, Voorkeuren, Opties of Instellen. 4 Pas de instellingen aan. 5 Klik op OK. 6 Klik op OK of Afdrukken. Afbeeldingen van hoge kwaliteit afdrukken 1 Plaats papier in de printer. 2 Open de gewenste afbeelding en klik op Bestand Afdrukken. 3 Klik op Eigenschappen, Voorkeuren, Opties of Instellen. 4 Klik op de tab Kwaliteit/exemplaren.
4 Voer de volgende procedure uit als u de webpagina wilt bekijken voordat u deze afdrukt: a Klik op Voorbeeld. b Gebruik de opties op de werkbalk om door pagina's te bladeren, in of uit te zoomen of aan te geven of u tekst en afbeeldingen wilt afdrukken of alleen tekst. c Klik op: • Afdrukken of • Sluiten en ga verder met stap 5.
5 Klik op Gereed als u de wijzigingen hebt aangebracht. 6 Selecteer het gewenste formaat, het formaat van het papier in de printer en het aantal exemplaren. 7 Klik op Nu afdrukken. Gesorteerde exemplaren afdrukken Als u meerdere exemplaren van een document afdrukt, kunt u ervoor kiezen om elk exemplaar als een set (gesorteerd) af te drukken of de exemplaren af te drukken als groepen van dezelfde pagina's (niet gesorteerd). Gesorteerd Niet gesorteerd 1 Plaats papier in de printer.
Enveloppen afdrukken 1 Plaats de enveloppen in de printer. 2 Open het gewenste bestand en klik op Bestand Afdrukken. 3 Klik op Eigenschappen, Voorkeuren, Opties of Instellen. 4 Kies Afdrukken op een envelop in het menu Taken. 5 Selecteer in de lijst met envelopformaten het formaat van de enveloppen die in de printer zijn geplaatst. 6 Selecteer de afdrukstand Staand of Liggend. Opmerkingen: • Voor de meeste enveloppen wordt de afdrukstand Liggend gebruikt.
4 Selecteer N per vel in het gedeelte Afdrukindeling. 5 Selecteer het aantal pagina's dat u op elke pagina wilt afdrukken. 6 Selecteer Paginaranden afdrukken als u een rand wilt afdrukken om elke pagina. 7 Klik op OK. 8 Klik op OK of Afdrukken. Foto's rechtstreeks vanaf een geheugenkaart of flashstation afdrukken Opmerkingen: • Voor het afdrukken van Microsoft Office-bestanden moet de printer via een USB-kabel zijn aangesloten op een computer, en moeten zowel de printer als de computer zijn ingeschakeld.
3 Druk herhaaldelijk op of totdat de bestandsnaam van het document dat u wilt afdrukken wordt weergegeven. 4 Druk op Kleur of Zwart.
Werken met foto's • Controleer of de printerinstellingen geschikt zijn voor de foto's die u wilt afdrukken. Zie voor informatie over het instellen van de printer voor het afdrukken van foto's “Menu Fotokaart gebruiken” op pagina 22. • De volgende instellingen worden hersteld naar de standaardfabrieksinstellingen wanneer een geheugenkaart of flashstation wordt verwijderd: Foto-effecten, Indeling, Papierformaat, Papiersoort, Fotoformaat en Kwaliteit.
gegevens verloren gaan. Verwijder ook de geheugenkaart niet terwijl er wordt afgedrukt vanaf, gelezen van of geschreven naar een geheugenkaart. Als de printer detecteert dat er een geheugenkaart is geïnstalleerd, wordt het bericht Geheugenkaart gevonden weergegeven. Als de printer de geheugenkaart niet leest, verwijdert u de kaart en plaatst u deze opnieuw in de printer. Zie voor meer informatie “Problemen met geheugenkaarten oplossen” op pagina 96.
Opmerking: De printer herkent per keer slechts één opslagmedium. Als u meer dan één geheugenkaart plaatst, verschijnt een bericht op de display waarin u wordt gevraagd aan te geven welk apparaat moet worden herkend door de printer.
Geselecteerde foto's op een geheugenkaart overbrengen met de computer 1 Plaats een geheugenkaart in de printer en zorg dat het label naar het bedieningspaneel van de printer is gericht. Lexmark Imaging Studio wordt automatisch gestart op de computer. Opmerking: voor een draadloze netwerkverbinding moet u eerst de toepassing openen en vervolgens de printer selecteren die u wilt gebruiken. 2 Klik op de optie voor het selecteren van de foto's die u wilt opslaan. 3 Klik op Selectie opheffen.
Geselecteerde foto's overbrengen van een cd of flashstation met de computer 1 Plaats de cd in de computer of een flashstation in de printer. Zie “Flashstation in de printer plaatsen” op pagina 48 voor meer informatie. Lexmark Imaging Studio wordt automatisch geopend op de computer. 2 Als u Windows XP gebruikt, wordt het venster 'Wat wilt u dat Windows doet?' weergegeven. Klik op Foto's overbrengen naar de computer met Lexmark Imaging Studio.
Opmerkingen: • Als de foto's op de geheugenkaart op verschillende dagen zijn opgenomen, kunt u kiezen uit Laatste datum en Datumbereik. • Als u een datumbereik wilt selecteren, drukt u op en vervolgens herhaaldelijk op of tot de gewenste datum wordt weergegeven. Datumbereiken worden op maand en jaar weergegeven met de recentste maand eerst. • Als de computer ook is aangesloten, moet u USB selecteren als bestemming. 8 Druk op Kleur of Zwart.
13 Druk op . 14 Druk op Kleur of Zwart om het controlevel te scannen. 15 Plaats fotopapier in de printer met de glanzende zijde of afdrukzijde naar u toe. (Raadpleeg de instructies die bij het papier zijn geleverd als u niet zeker weet welke zijde de afdrukzijde is.) Zie voor meer informatie “Papier in de printer plaatsen” op pagina 35. Opmerking: controleer of het papier overeenkomt met het formaat dat u hebt geselecteerd op het controlevel. 16 Druk op Kleur of Zwart om de foto's af te drukken.
8 Druk op om een foto te selecteren. Opmerking: wanneer u een foto selecteert, verschijnt een asterisk (*) links van het nummer op de tweede regel in de display. 9 Als u nog meer foto's wilt selecteren, drukt u op of om naar het nummer te gaan, en drukt u op 10 Druk op Kleur of Zwart. De instellingen die worden gebruikt voor de afdruktaak, worden één voor één weergegeven op de tweede regel op de display. 11 Druk nogmaals op Kleur of Zwart.
5 Druk herhaaldelijk op of tot het gewenste kleureffect verschijnt. Opmerking: met de functie voor kleureffecten kunt u kiezen uit Sepia, Antiekgrijs en Antiekbruin. 6 Druk op . Opmerking: het kleureffect is van toepassing op alle foto's die u afdrukt tot de actieve geheugenkaart of het actieve flashstation wordt verwijderd. Foto's afdrukken vanaf een digitale camera met DPOF DPOF (Digital Print Order Format) is een functie die op bepaalde digitale camera's beschikbaar is.
Waarschuwing: Raak de USB-kabel, de netwerkadapter of het aangegeven gedeelte van de printer niet aan terwijl u afdrukt vanaf een digitale PictBridge-camera. Er kunnen gegevens verloren gaan. Verwijder de USBkabel of netwerkadapter niet wanneer u afdrukt vanaf een digitale PictBridge-camera. Opmerkingen: • Controleer of de PictBridge-camera is ingesteld op de juiste USB-modus. Raadpleeg de documentatie bij de camera voor meer informatie. • Er wordt één opslagmedium per keer gelezen.
7 Selecteer de gewenste opties in de tabel als u meerdere afdrukken van een foto wilt maken of andere fotoformaten dan 4 x 6 inch (10 x 15 cm) wilt gebruiken. Gebruik de keuzelijst in de laatste kolom om andere formaten weer te geven en te selecteren. 8 Klik op Nu afdrukken in de rechterbenedenhoek van het venster. Foto's op een opslagapparaat afdrukken met de computer 1 Plaats fotopapier in de printer met de glanzende zijde of afdrukzijde naar u toe.
Fotoprojecten maken Fotowenskaarten maken 1 Dubbelklik op het pictogram Lexmark Imaging Studio op het bureaublad. 2 Klik op Fotowenskaarten. 3 Klik op het tabblad Stijl op een stijl om deze te selecteren voor uw wenskaart. 4 Selecteer op het tabblad Foto een foto en sleep deze naar het voorbeeldvenster aan de rechterzijde van het scherm. 5 Klik op het tekstgedeelte om tekst toe te voegen aan de fotowenskaart. 6 Klik op OK als u klaar bent met het bewerken van de tekst.
7 Klik op Diavoorstelling weergeven onder aan het rechterdeelvenster. De diavoorstelling wordt weergegeven. Klik op Diavoorstelling beëindigen in de toepassing voor het weergeven van de diavoorstelling om de diavoorstelling te sluiten. 8 Klik op het tabblad Delen op Diavoorstelling opslaan als u de diavoorstelling wilt opslaan in de map Mijn afbeeldingen. 9 Geef een naam op in het gedeelte Bestandsnaam van het dialoogvenster. 10 Klik op Opslaan.
Kopiëren Opmerking: zie “Menu Kopiëren gebruiken” op pagina 20 als u de kopieerinstellingen wilt aanpassen. Kopieën maken 1 Plaats papier in de printer. 2 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. 3 Selecteer op het bedieningspaneel de modus Kopiëren. 4 Druk op Kleur of Zwart. Kopieerkwaliteit aanpassen Kwaliteit geeft de resolutie aan die wordt gebruikt voor de kopieertaak.
Foto's kopiëren 1 Plaats fotopapier in de printer met de glanzende zijde of afdrukzijde naar u toe. (Raadpleeg de instructies die bij het papier zijn geleverd als u niet zeker weet welke zijde de afdrukzijde is.) 2 Plaats een foto met de afdrukzijde naar beneden in de linkerbovenhoek van de glasplaat. Zie voor meer informatie “Originele documenten op de glasplaat plaatsen” op pagina 39. 3 Selecteer op het bedieningspaneel de modus Kopiëren. 4 Druk op .
8 Druk op . 9 Druk herhaaldelijk op of tot Papierinstellingen wordt weergegeven. of tot Papierformaat verschijnt. of tot het gewenste formaat wordt weergegeven. of tot Papiersoort wordt weergegeven. of tot Automatisch of Foto wordt weergegeven. 10 Druk op . 11 Druk herhaaldelijk op 12 Druk op . 13 Druk herhaaldelijk op 14 Druk op . 15 Druk herhaaldelijk op 16 Druk op . 17 Druk herhaaldelijk op 18 Druk op . 19 Druk op Kleur of Zwart.
1 Plaats papier in de printer. 2 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. 3 Selecteer op het bedieningspaneel de modus Kopiëren. 4 Druk op . 5 Druk herhaaldelijk op of tot Sorteren wordt weergegeven. of tot Aan wordt weergegeven. 6 Druk op . 7 Druk herhaaldelijk op Opmerking: u kunt exemplaren alleen sorteren als u geen wijzigingen hebt aangebracht in het menu Formaat wijzigen. 8 Druk op Kleur of Zwart.
Afbeeldingen vergroten of verkleinen 1 Plaats papier in de printer. Opmerking: Gebruik fotopapier of extra zwaar, mat papier als u foto's kopieert en zorg dat u het papier met de glanzende zijde of de afdrukzijde naar u toe in de printer plaatst. (Raadpleeg de instructies die bij het papier zijn geleverd als u niet zeker weet welke zijde de afdrukzijde is.) 2 Plaats een origineel document of originele foto met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
6 Selecteer het aantal exemplaren in de keuzelijst Exemplaren. 7 Selecteer een kopieerkwaliteit in de keuzelijst Kwaliteit. 8 Selecteer in de keuzelijst Formaat van papier in de printer het papierformaat. 9 Selecteer de kleuroptie waarmee u het document wilt afdrukken: Kleur, Grijstinten of Zwart-wit. 10 U kunt de helderheid aanpassen met de regelaar Helderheid. 11 Als u een aangepast afdrukformaat wilt selecteren, voert u een waarde in tussen 25 en 400 in het vak Afdrukformaat.
Scannen Opmerking: zie “Menu Scannen gebruiken” op pagina 21 als u de scaninstellingen wilt aanpassen. Documenten scannen 1 Controleer of de printer is aangesloten op een computer en of de printer en de computer zijn ingeschakeld. 2 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. 3 Selecteer Modus Scannen op het bedieningspaneel. 4 Druk herhaaldelijk op of tot de gewenste bestemming voor de scan wordt weergegeven. 5 Druk op Kleur of Zwart.
6 Druk herhaaldelijk op of tot de gewenste scanbestemming wordt weergegeven. 7 Druk op Kleur of Zwart. Documenten scannen met de computer 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. 2 Dubbelklik op het pictogram Lexmark Imaging Studio op het bureaublad. 3 Klik op Scannen. 4 Selecteer de optie Document. 5 Klik op Starten Het gescande document is geopend in uw standaardtekstverwerkingstoepassing. U kunt het bestand nu bewerken.
Afbeeldingen scannen voor bewerking 1 Controleer of de printer is aangesloten op een computer en de printer en de computer zijn ingeschakeld. 2 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. 3 Dubbelklik op het pictogram Lexmark Imaging Studio op het bureaublad. 4 Klik op Scannen. 5 Selecteer de optie Foto of Meerdere foto's. 6 Klik op Starten. U kunt de gescande afbeelding bewerken.
4 Selecteer de optie Meerdere foto's. 5 Klik op Starten Documenten of afbeeldingen scannen voor e-mailen U kunt gescande afbeeldingen als bijlagen verzenden met uw standaard-e-mailtoepassing. 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. 2 Dubbelklik op het pictogram Lexmark Imaging Studio op het bureaublad. 3 Klik op E-mailen. 4 Selecteer de optie Foto, Meerdere foto's of Document. 5 Klik op Starten.
9 Klik op Patronen verwijderen als u de afbeeldingspatronen wilt verwijderen uit scans van tijdschriften of kranten. 10 Selecteer in de keuzelijst de patronen die u wilt verwijderen. 11 Als u mogelijke strepen op kleurenfoto's wilt verminderen, schakelt u het selectievakje in en sleept u de schuifregelaar naar de gewenste waarde. 12 Klik op OK. De miniatuur wordt bijgewerkt. Scaninstellingen aanpassen met de computer 1 Dubbelklik op het pictogram Lexmark Imaging Studio op het bureaublad.
Faxen Controleer het volgende: • De printer is aangesloten op een computer die is uitgerust met een faxmodem. • De computer is aangesloten op een werkende telefoonlijn. • De printer en de computer zijn beide ingeschakeld. Fax verzenden met de software U kunt met de software een document naar de computer scannen en het document naar iemand faxen. 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. 2 Dubbelklik op het pictogram Lexmark Imaging Studio op het bureaublad.
Faxen automatisch ontvangen 1 Dubbelklik op het pictogram Lexmark Imaging Studio op het bureaublad. 2 Klik in het gedeelte Instellingen in het linkerdeelvenster van het welkomstvenster op Instellen en faxen beheren. 3 Klik in het menu Taken op Snelkeuzelijst en andere faxinstellingen aanpassen. 4 Klik op de tab Bellen en antwoorden. 5 Selecteer in het gedeelte Binnenkomende oproepen automatisch als fax beantwoorden de optie Aan in de keuzelijst Automatisch beantwoorden.
Printer onderhouden Inktcartridges vervangen Gebruikte inktcartridge verwijderen 1 Controleer of de printer is ingeschakeld. 2 Til de scannereenheid op. De cartridgehouder wordt naar de laadpositie verplaatst, tenzij de printer actief is. 3 Druk de hendel van de cartridgehouder naar beneden om het deksel van de cartridgehouder te openen. 4 Verwijder de gebruikte inktcartridge uit de printer. Opmerking: als u beide inktcartridges verwijdert, herhaalt u stap 3 en 4 voor de tweede inktcartridge.
2 Druk de hendel van de cartridgehouders naar beneden om de deksels van de cartridgehouders te openen. 3 Plaats de zwarte of foto-inktcartridge in de linkerhouder. Plaats de kleureninktcartridge in de rechterhouder. 4 Sluit de deksels. 5 Sluit de scannereenheid en zorg dat uw handen niet bekneld raken. Op het bedieningspaneel verschijnt een bericht waarin u wordt gevraagd papier in de printer te plaatsen en op te drukken om een uitlijningspagina af te drukken.
Opmerking: de scannereenheid moet zijn gesloten voordat u een nieuwe scan-, afdruk-, kopieer- of faxtaak kunt starten. Afdrukkwaliteit verbeteren Afdrukkwaliteit verbeteren Als u niet tevreden bent met de afdrukkwaliteit van een document, controleert u het volgende: • U gebruikt het juiste papier voor het document. Als u foto's of andere afbeeldingen van hoge kwaliteit afdrukt, moet u Lexmark premiumfotopapier of Lexmark fotopapier gebruiken voor de beste resultaten.
4 Druk op . 5 Druk herhaaldelijk op of tot Cartridges reinigen wordt weergegeven. 6 Druk op . Er wordt een pagina afgedrukt, waarbij inkt door de spuitopeningen wordt geperst om deze te reinigen. 7 Druk het document nogmaals af om te controleren of de kwaliteit is verbeterd. 8 Als de afdrukkwaliteit niet is verbeterd, voert u de reinigingsprocedure nog maximaal twee keer uit. Spuitopeningen en contactpunten van de inktcartridges schoonvegen 1 Verwijder de inktcartridges uit de printer.
9 Als de kwaliteit niet is verbeterd, reinigt u de spuitopeningen. Zie voor meer informatie “Spuitopeningen van de inktcartridges reinigen” op pagina 75. 10 Herhaal stap 9 nog maximaal twee keer. 11 Is de afdrukkwaliteit hierna nog steeds niet naar behoren, dan moet u de inktcartridges vervangen. Inktcartridges beschermen • Bewaar een nieuwe cartridge in de verpakking tot u de cartridge gaat installeren.
Item Artikelnummer Gemiddeld cartridgerendement voor normale pagina's is maximaal1 Kleureninktcartridge met hoog rendement 35 500 Foto-inktcartridge Niet van toepassing 31 1 Waarden op basis van doorlopend afdrukken. Vastgestelde rendementswaarde conform ISO/IEC 24711 (FDIS).
Papier Papierformaat Lexmark PerfectFinishTM fotopapier • • • • • Letter A4 4 x 6 inch 10 x 15 cm L Opmerking: de beschikbaarheid verschilt per land of regio. Voor informatie over het aanschaffen van Lexmark premiumfotopapier, Lexmark fotopapier of Lexmark PerfectFinish fotopapier in uw land of regio gaat u naar www.lexmark.com. Inktcartridges van Lexmark gebruiken Lexmark printers, inktcartridges en fotopapier zijn ontworpen om samen een zeer goede afdrukkwaliteit te leveren.
Problemen oplossen • • • • • • • • • “Installatieproblemen oplossen” op pagina 80 “Problemen met afdrukken oplossen” op pagina 84 “Problemen met kopiëren oplossen” op pagina 89 “Problemen met scannen oplossen” op pagina 91 “Problemen met vastgelopen en verkeerd ingevoerd papier oplossen” op pagina 94 “Problemen met geheugenkaarten oplossen” op pagina 96 “Foutberichten” op pagina 97 “Standaardfabrieksinstellingen herstellen” op pagina 103 “Verwijder de software en installeer de software opnieuw” op pagina 1
De aan/uit-knop brandt niet Probeer een of meer van de volgende oplossingen: Druk op de aan/uit-knop Zorg dat de printer is ingeschakeld door op te drukken. Maak het netsnoer los en sluit het snoer opnieuw aan 1 Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en maak het netsnoer los van de printer. 2 Sluit het netsnoer stevig aan op de netvoedingsaansluiting op de printer. 3 Sluit de printer aan op een stopcontact dat eerder voor andere elektrische apparaten is gebruikt.
Installeer de software opnieuw 1 Zet de computer uit en start deze opnieuw op. 2 Klik op Annuleren in alle vensters van de wizard Nieuwe hardware gevonden. 3 Plaats de cd-rom in de computer en volg de aanwijzingen op het scherm om de software opnieuw te installeren. Sluit de netvoeding opnieuw aan 1 Druk op om de printer uit te zetten. 2 Trek de stekker van het netsnoer van de printer uit het stopcontact. 3 Maak de netvoeding voorzichtig los van de printer. 4 Sluit de netvoeding weer aan op de printer.
Controleer de cartridges 1 Verwijder de inktcartridges uit de printer. 2 Controleer of sticker en tape zijn verwijderd van de cartridge. 1 2 3 Plaats de cartridges terug in de printer. Controleer de standaardinstellingen van de printer en de instellingen voor onderbreken 1 Klik op: • In Windows XP (standaard menu Start): Start Printers en faxapparaten. • In Windows XP (klassiek menu Start): Start Instellingen Printers en faxapparaten.
Zorg dat u een digitale PictBridge-camera gebruikt 1 Maak de camera los van de printer. 2 Sluit een digitale PictBridge-camera aan op de PictBridge-poort. Raadpleeg de documentatie bij de digitale camera om te bepalen of deze geschikt is voor PictBridge. Controleer de USB-kabel Gebruik alleen de USB-kabel die bij de camera is geleverd. Verwijder geheugenkaarten uit de printer Verwijder eventuele geheugenkaarten uit de printer.
3 Wacht tot Afdrukken met PictBridge wordt weergegeven op het bedieningspaneel van de printer. Opmerking: Als Fout met papier- of fotoformaat wordt weergegeven, drukt u op foutbericht te wissen. 4 Druk op om het . 5 Druk herhaaldelijk op of tot Fotoformaat verschijnt. of tot 4 x 6 inch of 10 x 15 cm wordt weergegeven. of tot Papierinstellingen wordt weergegeven. of tot Papierformaat verschijnt. of tot 10 x 15 cm wordt weergegeven. 6 Druk op . 7 Druk herhaaldelijk op 8 Druk op .
3 Verwijder de cartridges uit de printer en plaats de cartridges terug. Zie voor meer informatie “Gebruikte inktcartridge verwijderen” op pagina 73 en“Inktcartridges installeren” op pagina 73. Als de afdrukkwaliteit niet is verbeterd, gaat u verder met destap 4. 4 Veeg de spuitopeningen en contactpunten van de cartridge schoon. Zie voor meer informatie “Spuitopeningen en contactpunten van de inktcartridges schoonvegen” op pagina 76.
Verwijder de software en installeer de software opnieuw De software is mogelijk niet goed geïnstalleerd. Zie voor meer informatie “Verwijder de software en installeer de software opnieuw” op pagina 103.
Gebruik fotopapier U moet fotopapier gebruiken voor afdrukken zonder rand. Er worden smalle marges afgedrukt wanneer u de functie Zonder rand selecteeert wanneer u afdrukt op normaal papier. Controleer of het papierformaat overeenkomt met de instelling van de printer 1 Open het gewenste bestand en klik op Bestand Afdrukken. 2 Klik op Eiegenschappen, Voorkeuren, Opties of Instellen. 3 Klik op Papierinstellingen. 4 Controleer het papierformaat.
Foto bevat vlekken Raak de afdrukzijde van de foto's niet aan om vlekken te voorkomen. Voor de beste resultaten verwijdert u elk afgedrukt vel meteen uit de papieruitvoerlade en laat u de afdrukken ten minste 24 uur drogen voordat u ze op elkaar stapelt, laat zien of opbergt.
Scannereenheid sluit niet 1 Til de scannereenheid op. 2 Verwijder eventuele obstakels die de scannereenheid blokkeren. 3 Laat de scannereenheid zakken.
Controleer hoe het document is geplaatst Zorg dat het document of de foto met de bedrukte zijde naar beneden in de linkerbovenhoek van de glasplaat is geplaatst. Documenten of foto's worden slechts gedeeltelijk gekopieerd Probeer een of meer van de volgende oplossingen: Controleer hoe het document is geplaatst Zorg dat het document of de foto met de bedrukte zijde naar beneden in de linkerbovenhoek van de glasplaat is geplaatst.
3 Klik op Printer. • Controleer of de optie Afdrukken onderbreken is uitgeschakeld. • Als er geen vinkje verschijnt naast Als standaardprinter instellen, moet u het afdrukwachtrijapparaat selecteren voor elk bestand dat u wilt afdrukken. Verwijder de software en installeer de software opnieuw Zie voor meer informatie “Verwijder de software en installeer de software opnieuw” op pagina 103.
Reinig de glasplaat Als de glasplaat vies is, maakt u deze schoon met een vochtige, schone en pluisvrije doek. Pas de kwaliteit van de scan aan 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. 2 Dubbelklik op het pictogram Lexmark Imaging Studio op het bureaublad. 3 Klik in het linkerdeelvenster van het welkomstvenster op Scannen. 4 Klik op Aangepaste instellingen. 5 Selecteer een hogere scanresolutie.
Problemen met vastgelopen en verkeerd ingevoerd papier oplossen • • • • • “Er is papier vastgelopen in de printer” op pagina 94 “Er is papier vastgelopen in de papiersteun” op pagina 94 “Papier of speciaal papier wordt verkeerd ingevoerd” op pagina 94 “Printer voert geen papier, enveloppen of speciaal papier in” op pagina 95 “Bannerpapier is vastgelopen” op pagina 95 Er is papier vastgelopen in de printer Papier handmatig verwijderen 1 Druk op om de printer uit te zetten.
Pas de papiergeleiders aan Pas de papiergeleiders aan: • Als u materiaal gebruikt dat minder dan 8,5 inch (216 mm) breed is. • Plaats de geleiders tegen de rand van het afdrukmateriaal. Zorg ervoor dat het afdrukmateriaal niet omkrult. Printer voert geen papier, enveloppen of speciaal papier in Probeer een of meer van de volgende oplossingen: Controleer of er papier is vastgelopen Controleer of er papier is vastgelopen en verwijder zo nodig het vastgelopen papier.
Neem de controlelijst voor het afdrukken op bannerpapier door • Gebruik alleen het aantal vellen dat u nodig hebt voor de banner. • Selecteer de volgende instellingen om de printer in te stellen op doorlopende papierinvoer zonder dat daarbij het papier vastloopt: 1 2 3 4 5 6 7 8 Open het gewenste bestand en klik op Bestand Afdrukken. Klik op Eigenschappen, Voorkeuren, Opties of Instellen. Selecteer het tabblad Papierinstellingen. Selecteer Banner in het gedeelte Papierformaat.
Controleren of de geheugenkaart foto's bevat Plaats een geheugenkaart met foto's in de printer. De printer herkent alleen foto's met de JPEG-indeling. Raadpleeg de documentatie bij de digitale camera voor meer informatie. Aangesloten USB-kabel controleren 1 Controleer of de USB-kabel niet is beschadigd 2 Sluit het vierkante uiteinde van de USB-kabel stevig aan op de aansluiting achter op de printer. 3 Sluit het rechthoekige uiteinde van de USB-kabel stevig aan op de USB-poort van de computer. .
4 Druk op als de knop niet brandt. 5 Plaats de inktcartridges terug in de printer. Als de fout niet opnieuw optreedt, is het probleem verholpen. Als het probleem opnieuw optreedt, functioneert een van de cartridges niet correct. Voer de volgende procedure uit om te bepalen welke cartridge niet correct functioneert. 1 Verwijder de inktcartridges uit de inktcartridgehouders en sluit de deksels van de houders. 2 Trek de stekker van het netsnoer van de printer uit het stopcontact.
5 Sluit de scannereenheid. 6 Druk op om de printer uit te zetten. 7 Trek de stekker van het netsnoer van de printer uit het stopcontact. 8 Steek de stekker van het netsnoer weer in het stopcontact. 9 Druk op om de printer aan te zetten. 10 Plaats de inktcartridges terug in de printer. Zie voor meer informatie “Inktcartridges installeren” op pagina 73. 11 Sluit de scannereenheid. 12 Steek de stekker van het netsnoer in het stopcontact. 13 Druk op om de printer aan te zetten.
Fout 1104 1 Verwijder de inktcartridges uit de printer. 2 Plaats de zwarte of foto-inktcartridge in de linkerhouder. 3 Plaats de kleureninktcartridge in de rechterhouder. Fout linkercartridge/Fout rechtercartridge Deze fout kan ook worden weergegeven als Fout 1205 (Linkercartr.) of Fout 1206 (Rechtercartr.). 1 Verwijder de aangegeven inktcartridge uit de printer. 2 Trek de stekker van het netsnoer van de printer uit het stopcontact. 3 Steek de stekker van het netsnoer weer in het stopcontact.
Geheugenfout Probeer een of meer van de volgende oplossingen: Verminder het geheugengebruik Indien van toepassing: • Druk de ontvangen faxen in het geheugen af. • Verzend minder pagina's. Selecteer de instelling Na bellen 1 Dubbelklik op het pictogram Lexmark Imaging Studio op het bureaublad. 2 Klik in het linkerdeelvenster van het welkomstvenster op Instellen en faxen beheren. 3 Klik op Snelkeuzelijst en andere faxinstellingen aanpassen. 4 Klik op de tab Bellen en verzenden.
U kunt slechts één verbetering voor een foto tegelijk kiezen U hebt meerdere opties geselecteerd in stap 2 voor het fotocontrolevel dat u hebt afgedrukt en gescand. 1 Zorg dat u slechts één cirkel per optie volledig invult. 2 Druk op om door te gaan. U kunt slechts één foto/formaat tegelijk kiezen U hebt meerdere opties geselecteerd in stap 2 voor het fotocontrolevel dat u hebt afgedrukt en gescand. 1 Zorg dat u slechts één cirkel per optie volledig invult. 2 Druk op om door te gaan.
Instellingen worden niet opgeslagen Probeer een of meer van de volgende oplossingen: Wijzig de instellingen voor de herstelfunctie Als u op drukt om een instelling te selecteren, wordt er een sterretje (*) weergegeven naast de geselecteerde instelling. De printer herstelt de standaardinstelling na twee minuten inactiviteit of als de printer wordt uitgeschakeld. Zie “Instellingen opslaan” op pagina 26 voor informatie over hoe u deze herstelfunctie kunt wijzigen.
Als de software nog steeds niet correct kan worden geïnstalleerd, bezoekt u onze website op www.lexmark.com om te controleren of er nieuwe versies van de software beschikbaar zijn. 1 Selecteer uw land of regio (tenzij u in de Verenigde Staten woont). 2 Klik op de koppeling voor stuurprogramma's of voor downloads. 3 Selecteer de printerfamilie. 4 Selecteer het printermodel. 5 Selecteer het besturingssysteem. 6 Selecteer het bestand dat u wilt downloaden en volg de aanwijzingen op het scherm.
Kennisgevingen Productnaam: Lexmark 3500 Series Apparaattype: 4431 Model(len): 001, 003 Productnaam: Lexmark 4500 Series Apparaattype: 4431 Modelnummer 2: W02, W0E, W0J, W12, W1E, W1J Uitgavebericht Maart 2007 De volgende alinea is niet van toepassing op landen waar de voorwaarden strijdig zijn met de nationale wetgeving: LEXMARK INTERNATIONAL, INC.
PerfectFinish is een handelsmerk van Lexmark International, Inc. Andere handelsmerken zijn eigendom van hun respectieve houders. Conventies Opmerking: hiermee wordt aangegeven dat een bepaald gedeelte nuttige informatie bevat. Waarschuwing: hiermee wordt aangegeven dat een handeling kan leiden tot schade aan de hardware of software van het product. Let op: hiermee wordt aangegeven dat een handeling kan leiden tot lichamelijk letsel.
ENERGY STAR Stroomverbruik Stroomverbruik van het product In de volgende tabel worden de stroomverbruikskenmerken van het product weergegeven. Opmerking: sommige modi zijn wellicht niet van toepassing op uw product. Modus Beschrijving Stroomverbruik (Watt) Afdrukken Er worden papieren kopieën van elektronische invoer gemaakt met het product. Lexmark 3500 Series: 15; Lexmark 4500 Series: 18 Kopiëren Er worden papieren kopieën van papieren originelen gemaakt met het product.
Totaal energieverbruik Het is soms handig om het totale energieverbruik van het product te berekenen. Aangezien het stroomverbruik wordt aangegeven in watt, moet het stroomverbruik worden vermenigvuldigd met de tijd dat elke stand actief is op het product. Zo kunt u het energieverbruik berekenen. Het totale energieverbruik van het product is de som van het energieverbruik voor alle standen.
Index A aan/uit-knop brandt niet 81 aangepast papierformaat plaatsen 38 aansluiten digitale PictBridge-camera 55 flashstations 48 geheugenkaarten 47 afbeelding herhalen 63 afbeelding vergroten 64 afbeelding verkleinen 64 afbeeldingen e-mailen 69 afbeeldingen van hoge kwaliteit, afdrukken 41 Afdrukindeling (tabblad) 31 afdrukken afbeeldingen van hoge kwaliteit 41 alle foto's 53 bestanden van geheugenkaart of flashstation 45 briefkaarten 44 document 41 enveloppen 44 foto's met het controlevel 52 foto's met kl
É één verbetering voor een foto kan per keer worden gekozen 102 F faxen automatisch ontvangen 72 met de software 71 Faxen (knop) 28 flashstation aansluiten 48 alle foto's overbrengen met de computer 50 bestanden afdrukken van 45 foto's met het controlevel afdrukken 52 geselecteerde foto's overbrengen met de computer 51 foto bevat vlekken 89 foto van 4 x 6 inch (10 x 15 cm) wordt slechts gedeeltelijk afgedrukt met een digitale PictBridgecamera 84 foto's afdrukken met het controlevel 52 afdrukken met kleuref
I indeling, selecteren 31 indexkaarten afdrukken 44 plaatsen 37 informatie, zoeken over de printer 9 inhoud, doos 12 inkt, bestellen 30 inktcartridges beschermen 77 bestellen 77 installeren 73 reinigen 75 schoonvegen 76 uitlijnen 75 verwijderen 73 inktcartridges, bestellen 30 inktvoorraden lijken incorrect 89 inktvoorraden lijken snel af te nemen 89 inktvoorraden, controleren 30 installatieproblemen oplossen aan/uit-knop brandt niet 81 afdrukken vanaf de digitale PictBridge-camera is niet mogelijk 83 onjuis
geheugenkaartsleuven 16 glasplaat 16 netvoedingsaansluiting 17 papierbaanbeschermer 16 papiergeleider 16 papiersteun 16 papieruitvoerlade 16 PictBridge-poort 16 scannereenheid 17 USB-poort 17 Wi-Fi-aanduiding 16 Onderhoud (menu's) Instellingen (menu) 25 Onderhoud (tabblad) 30 onjuiste taal wordt weergegeven op de display 80 ontvangen, fax automatisch 72 opslaan instellingen voor fotoformaat 23 instellingen voor papierformaat 23 instellingen voor papiersoort 23 opslagmedium foto's afdrukken met de computer 5
geheugenkaart kan niet worden geplaatst 96 problemen oplossen, installatie aan/uit-knop brandt niet 81 afdrukken vanaf de digitale PictBridge-camera is niet mogelijk 83 onjuiste taal wordt weergegeven op de display 80 pagina wordt niet afgedrukt 82 software wordt niet geïnstalleerd 81 problemen oplossen, kopiëren documenten of foto's worden slechts gedeeltelijk gekopieerd 91 kopieerapparaat reageert niet 89 scannereenheid sluit niet 90 slechte kopieerkwaliteit 90 problemen oplossen, scannen documenten of fo
openen 31 Papierinstellingen (tabblad) 31 Voorkeursinstellingen voor afdrukken (tabbladen) 31 W webpagina afdrukken 41 alleen de foto's afdrukken 42 Website zoeken 9 weergeven foto's in de fotobibliotheek 56 weinig foto-inkt 97 weinig kleureninkt 97 weinig zwarte inkt 97 wenskaarten afdrukken 44 plaatsen 37 werkbalk voor het web alleen de foto's van een webpagina afdrukken 42 gebruiken 32 webpagina afdrukken 41 Wi-Fi-aanduiding 16 Z zoeken informatie over de printer 9 MAC-adres 15 publicaties 9 Website 9