Operation Manual

1
2
3
4
5
7
6
Druk op Handeling
1
De printer in- en uitschakelen.
De afdruk-, kopieer- of scantaak stoppen.
2
Modus Kopiëren Het standaardvenster voor kopiëren openen en kopieën maken.
Opmerking: de modus is geselecteerd wanneer het lampje brandt.
3
Modus Scannen Het standaardvenster voor scannen openen en documenten scannen.
Opmerking: de modus is geselecteerd wanneer het lampje brandt.
4
Fotokaart Het standaardvenster voor foto's weergeven en foto's afdrukken.
Opmerking: de modus is geselecteerd wanneer het lampje brandt.
5
Instellingen Het standaardvenster voor instellingen weergeven en printerinstellingen wijzigen.
Opmerking: wanneer deze knop is geselecteerd, branden de andere lampjes niet.
6
Lichter/donkerder De helderheid van een kopie of foto aanpassen.
7
Het menu Kopiëren, Scannen of Fotokaart weergeven, afhankelijk van de geselecteerde
modus.
18