Operation Manual

4 Druk op .
5 Druk herhaaldelijk op of tot Cartridges reinigen wordt weergegeven.
6 Druk op .
Er wordt een pagina afgedrukt, waarbij inkt door de spuitopeningen wordt geperst om deze te reinigen.
7 Druk het document nogmaals af om te controleren of de kwaliteit is verbeterd.
8 Als de afdrukkwaliteit niet is verbeterd, voert u de reinigingsprocedure nog maximaal twee keer uit.
Spuitopeningen en contactpunten van de inktcartridges schoonvegen
1 Verwijder de inktcartridges uit de printer.
2 Maak een schone, pluisvrije doek vochtig met water.
3 Houd de doek voorzichtig ongeveer drie seconden tegen de spuitopeningen en veeg de spuitopeningen schoon
in de aangegeven richting.
4 Houd een ander schoon gedeelte van de vochtige doek ongeveer drie seconden tegen de contactpunten en
veeg de contactpunten voorzichtig schoon in de aangegeven richting.
5 Met een schoon gedeelte van de vochtige doek herhaalt u stap 3 en stap 4.
6 Laat de spuitopeningen en de contactpunten volledig opdrogen.
7 Plaats de inktcartridges terug in de printer.
8 Druk het document nogmaals af.
76