Operation Manual
Table Of Contents
- Inhoudsopgave
- Veiligheidsinformatie
- Inleiding
- Printer instellen
- Beveiligingswaarschuwingen negeren tijdens software-installatie
- Printer instellen als kopieerapparaat
- Onderdelen van de printer
- Knoppen en menu's van het bedieningspaneel van de printer gebruiken
- Printersoftware gebruiken
- Schakelen tussen de achterste USB-poort en de Quick Connect-laptoppoort (alleen bepaalde modellen)
- De printer installeren op een draadloos netwerk (alleen bepaalde modellen)
- Compatibiliteit met draadloze netwerken
- Gegevens die vereist zijn om de printer te installeren op een draadloos netwerk
- Printer installeren op een draadloos netwerk
- Installatieaanwijzigen voor draadloze aansluitingen (alleen Frankrijk)
- IP-adres handmatig configureren.
- Uitleg van de kleuren van de Wi-Fi-aanduiding
- Draadloze instellingen wijzigen na de installatie
- Menu Netwerkconfiguratie gebruiken
- Printer installeren op andere computers
- Geavanceerde draadloze installatie
- Veelgestelde vragen
- Wat is een netwerk?
- Hoe worden thuisnetwerken geconfigureerd?
- Waarom heb ik een installatiekabel nodig?
- Installatiekabel aansluiten
- Wat is het verschil tussen infrastructuur- en ad-hocnetwerken?
- Signaalsterkte bepalen
- Hoe kan ik de signaalsterkte van het draadloze netwerk verbeteren?
- Wat is een SSID?
- Hoe bepaal ik welk type beveiliging voor mijn netwerk wordt gebruikt?
- Kan ik mijn printer tegelijkertijd via een draadloze en USB-verbinding gebruiken?
- Wat is een MAC-adres?
- Hoe vind ik het MAC-adres?
- Wat is een IP-adres?
- Wat is TCP/IP?
- Hoe zoek ik IP-adressen?
- Hoe worden IP-adressen toegewezen?
- Wat is een sleutelindex?
- Papier in de printer plaatsen
- Afdrukken
- Werken met foto's
- Geheugenkaart in de printer plaatsen
- Flashstation in de printer plaatsen
- Foto's ophalen en beheren
- Foto's afdrukken
- Foto's afdrukken met het bedieningspaneel van de printer
- Foto's afdrukken vanaf de computer met de printersoftware
- Foto's op een opslagapparaat afdrukken met de printersoftware
- Kleureffecten toepassen op foto's met het bedieningspaneel
- Foto's afdrukken vanaf een digitale PictBridge-camera
- Foto's op een opslagapparaat afdrukken met het controlevel
- Foto's afdrukken vanaf een digitale camera met DPOF
- Kopiëren
- Scannen
- Faxen
- Printer onderhouden
- Inktcartridges onderhouden
- Inktcartridges installeren
- Gebruikte inktcartridge verwijderen
- Inktcartridges opnieuw vullen
- Inktcartridges van Lexmark gebruiken
- Inktcartridges uitlijnen
- Spuitopeningen van de inktcartridges reinigen
- Inktvoorraden controleren
- Spuitopeningen en contactpunten van de inktcartridge schoonvegen
- Inktcartridges beschermen
- Glasplaat reinigen
- Buitenkant van de printer reinigen
- Supplies bestellen
- Fabrieksinstellingen herstellen
- Inktcartridges onderhouden
- Problemen oplossen
- Software voor oplossen van printerproblemen gebruiken (alleen voor Windows)
- Installatieproblemen oplossen
- Problemen met draadloze functies oplossen
- Controlelijst voor problemen met draadloze netwerken oplossen
- Netwerkconfiguratiepagina afdrukken
- Draadloze configuratie wordt niet voortgezet nadat de USB-kabel is aangesloten
- Kan niet afdrukken met draadloze netwerkprinter
- Kan niet afdrukken en er is een firewall aanwezig op de computer
- Wi-Fi-aanduiding brandt niet
- Wi-Fi-lampje brandt groen, maar de printer drukt niet af (alleen Windows)
- Wi-Fi-aanduiding knippert oranje tijdens de installatie (alleen voor Windows)
- Wi-Fi-aanduiding knippert oranje tijdens de installatie (alleen voor Macintosh)
- Wi-Fi-aanduiding brandt nog steeds oranje
- Draadloze afdrukserver is niet geïnstalleerd.
- Bericht Communicatie is niet beschikbaar verschijnt tijdens draadloos afdrukken
- Communicatie met de printer verbroken tijdens verbinding met VPN (Virtual Private Network)
- Interne, draadloze afdrukserver opnieuw instellen op de standaardfabrieksinstellingen
- Kennisgevingen
- Productinformatie
- Uitgavebericht
- Handelsmerken
- Kennisgevingen over licenties
- Blootstelling aan hoogfrequentie-energie
- Conformiteit met de richtlijnen van de Europese Gemeenschap (EG)
- Conformiteit met de richtlijnen van de Europese Gemeenschap voor radioproducten
- Geluidsemissie
- AEEA-richtlijn (Afgedankte elektrische en elektronische apparatuur)
- Verwijdering van het product
- Temperatuurgegevens:
- ENERGY STAR
- Stroomverbruik
- LICENTIEOVEREENKOMSTEN VAN LEXMARK
- Verklarende woordenlijst voor netwerken
- Index

Routers met beveiligingsmogelijkheden beschikken mogelijk over een filterfunctie voor MAC-adressen op
netwerken. Hiermee kan een beheerde lijst worden opgesteld van apparaten die netwerktoegang krijgen op basis
van hun MAC-adres. Door te filteren op MAC-adressen kunt u voorkomen dat ongewenste apparaten, bijvoorbeeld
van indringers op een draadloos netwerk, toegang krijgen tot het netwerk. Het kan echter ook voorkomen dat een
nieuw apparaat met een geldige netwerktoegang geen toegang krijgt tot het netwerk als u het MAC-adres niet hebt
toegevoegd aan de lijst van apparaten met netwerktoegang op de router. Als op uw netwerk een filter voor MAC-
adressen wordt gebruikt, moet u het MAC-adres van de printer opnemen in de lijst van apparaten met
netwerktoegang.
Hoe vind ik het MAC-adres?
De meeste netwerkapparatuur beschikt over een unieke hardware-identificatiecode waarmee het betreffende
netwerkapparaat kan worden onderscheiden van andere apparaten op het netwerk. Dit wordt het MAC-adres (Media
Access Control) genoemd.
Het MAC-adres bestaat uit een reeks letters en cijfers. Het adres vindt u aan de achterkant van de printer.
UAA: XX XX XX XX XX XX
UA
A
:
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Opmerking: Een lijst met MAC-adressen kan worden ingesteld op een toegangspunt (router) zodat alleen apparaten
met de juiste MAC-adressen het netwerk kunnen gebruiken. Dit wordt filteren op MAC-adres genoemd. Als filteren
op MAC-adres is ingeschakeld in uw toegangspunt (router) en u wilt een printer toevoegen aan uw netwerk, moet
het MAC-adres van de printer zijn opgenomen in de MAC-filterlijst.
Wat is een IP-adres?
Een IP-adres is een uniek getal dat wordt gebruikt door apparaten op een IP-netwerk, zoals een draadloze printer,
computer of een draadloos toegangspunt, om andere apparaten te zoeken en hiermee te communiceren. Apparaten
op een IP-netwerk kunnen alleen met elkaar communiceren als ze een uniek en geldig IP-adres hebben. Een uniek
IP-adres betekent dat apparaten op hetzelfde netwerk niet hetzelfde IP-adres mogen hebben.
Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten. Een voorbeeld van een IP-adres is
192.168.100.110.
Wat is TCP/IP?
Netwerken kunnen functioneren omdat computers, printers en andere apparaten gegevens naar elkaar kunnen
verzenden via kabels of met draadloze signalen. De overdracht van gegevens wordt mogelijk gemaakt door sets met
regels voor gegevensverzending die protocollen worden genoemd. Een protocol kan worden gezien als een taal, en
net als een taal heeft een protocol regels waardoor gebruikers kunnen communiceren met elkaar.
De printer installeren op een draadloos netwerk (alleen bepaalde modellen)
54