Operation Manual
Controleren of de geheugenkaart foto's bevat
Plaats een geheugenkaart met foto's in de printer. De printer herkent alleen foto's met de JPEG-indeling. Raadpleeg
de documentatie bij de digitale camera voor meer informatie.
Aangesloten USB-kabel controleren
1 Controleer of de USB-kabel niet is beschadigd
2 Sluit het vierkante uiteinde van de USB-kabel stevig aan op de aansluiting achter op de printer.
3 Sluit het rechthoekige uiteinde van de USB-kabel stevig aan op de USB-poort van de computer.
De USB-poort wordt aangegeven met het USB-symbool
.
Foutberichten
Uitlijningsfout
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Tape verwijderen van de inktcartridge
1 Verwijder de inktcartridge uit de printer.
2 Controleer of sticker en tape zijn verwijderd van de cartridge.
1
2
3 Plaats de cartridge terug in de printer.
4 Druk op om de inktcartridge uit te lijnen.
Zie voor meer informatie “Inktcartridges uitlijnen” op pagina 75.
Nieuw papier gebruiken
Plaats alleen normaal, ongemarkeerd papier in de printer als u de inktcartridge uitlijnt.
De uitlijningsfout kan optreden omdat eventuele markeringen op gebruikt papier mogelijk worden gelezen door de
printer.
Weinig zwarte inkt/Weinig kleureninkt/Weinig foto-inkt
1 Controleer de inktvoorraden en installeer zo nodig een of meer nieuwe inktcartridges.
Zie voor meer informatie over het bestellen van supplies “Supplies bestellen” op pagina 77.
2 Druk op om door te gaan.
Cartridgefout (1102, 1203, 1204 of 120F)
1 Verwijder de inktcartridges uit de inktcartridgehouders en sluit de deksels van de houders.
2 Trek de stekker van het netsnoer van de printer uit het stopcontact.
3 Steek de stekker van het netsnoer weer in het stopcontact.
97