Operation Manual

Table Of Contents
Opmerkingen:
U moet wellicht een pincode opgeven als dit vereist is voor de computer. Raadpleeg de Help van de
printersoftware voor uw besturingssysteem als u een computernaam en een pincode wilt toewijzen aan
de netwerkcomputer.
Verhoog of verlaag met de pijltoetsen de waarde van elk cijfer (de standaardwaarde is 0000) in de pincode
en druk op
elke keer nadat u een cijfer hebt geselecteerd.
c Selecteer een optie om de foto's op te slaan op de computer op het scherm.
d Volg de aanwijzingen op het scherm.
Lexmark Productivity Studio gebruiken in Windows
Als u Lexmark Productivity Studio hebt geïnstalleerd en als de printer is aangesloten op de computer met een
USB-kabel, wordt het programma gestart wanneer u het opslagapparaat plaatst. Volg de aanwijzingen op het
scherm om foto's over te dragen.
Als de printer is aangesloten op de computer via een netwerk:
1 Voer een van de volgende handelingen uit:
Windows Vista: klik op .
Windows XP en eerder: klik op Start.
2 Klik op Alle programma's of Programma's en selecteer de programmamap van de printer in de lijst.
3 Klik op Lexmark Productivity Studio.
4 Klik in het hoofdvenster op Downloaden naar bibliotheek in het gedeelte voor foto's afdrukken.
5 Blader naar de locatie van het opslagapparaat en klik op Overbrengen.
6 Selecteer de netwerkprinter.
7 Plaats het opslagapparaat in de netwerkprinter.
8 Volg de aanwijzingen op het scherm.
Lexmark Netwerkkaartlezer gebruiken in Macintosh
Als de printer is aangesloten op een computer via een netwerk, kunt u de foto's vanaf een geheugenkaart of
flashstation overbrengen naar de computer met Lexmark Netwerkkaartlezer. U moet wellicht een computer (en een
pincode als deze is vereist voor die computer) opgeven.
1 Plaats een geheugenkaart, flashstation of digitale camera die is ingesteld voor massaopslag.
2 Dubbelklik in de Finder op de printermap.
3 Dubbelklik op het pictogram Lexmark Netwerkkaartlezer.
4 Selecteer in de bronlijst de printer die u wilt gebruiken en klik op .
Miniaturen van de foto's die zijn opgeslagen op het opslagapparaat worden weergegeven op het dialoogvenster.
5 Als u de miniaturen wilt vergroten, klikt u op de schuifknop en verschuift u deze.
6 Selecteer de foto's die u wilt opslaan en klik op Opslaan.
7 Blader naar de locatie van de map waarin u de foto's en documenten wilt opslaan en klik Opslaan.
Opmerking: Raadpleeg de Help bij de toepassing voor meer informatie.
Werken met foto's
78