Operation Manual
Hierna volgen mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende oplossingen:
CONTROLEER OF HET VULPATROON JUIST IS
Als het vulpatroon niet juist is, selecteert u een ander vulpatroon in het programma.
CONTROLEER DE PAPIERSOORT
• Gebruik een andere papiersoort.
• Gebruik uitsluitend transparanten die door de printerfabrikant worden aanbevolen.
• Zorg dat de instelling voor papiersoort en papierstructuur overeenkomt met het papier dat in de lade of lader
is geplaatst.
ZORG DAT DE TONER GELIJKMATIG VERDEELD IS OVER DE CARTRIDGE
Verwijder de tonercartridge uit de printer en schud de cartridge heen en weer om de toner gelijkmatig te verdelen
en plaats hierna de cartridge terug in de printer.
DE CARTRIDGE IS MISSCHIEN BESCHADIGD OF BIJNA LEEG
Vervang de cartridge door de nieuwe cartridge.
Afdruk is te licht
Hierna volgen mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende oplossingen:
CONTROLEER DE INSTELLINGEN VOOR DONKERHEID, HELDERHEID EN CONTRAST.
De instelling Tonerintensiteit is te laag, de instelling Helderheid is te laag of de instelling Contrast is te laag.
• Wijzig deze instellingen via het menu Kwaliteit op het bedieningspaneel van de printer.
• Windows: wijzig deze instellingen via Printereigenschappen.
• Macintosh: wijzig deze instellingen via het dialoogvenster Druk af en de pop-upmenu's.
HET PAPIER HEEFT IN EEN VOCHTIGE OMGEVING GELEGEN EN HEEFT DAARDOOR VOCHT
OPGENOMEN
• Laad papier uit een nieuw pak.
• Bewaar papier altijd in de originele verpakking en pak het pas uit als u het gaat gebruiken.
problemen oplossen
308