Operation Manual
3 Klik op Draadloze configuratie.
Opmerking: als onderdeel van de configuratieprocedure wordt u mogelijk gevraagd om de printer opnieuw aan
te sluiten op de computer met de installatiekabel.
4 Volg de aanwijzingen op het scherm.
Controleer of de printer zich in hetzelfde draadloze netwerk bevindt als de computer
De SSID van de printer moet overeenkomen met de SSID van het draadloze netwerk.
Als u de SSID van het netwerk niet weet, voert u de volgende procedure uit om deze te verkrijgen voordat u het
hulpprogramma voor draadloze configuratie weer uitvoert om de printer opnieuw te installeren.
1 Geef het IP-adres van uw draadloze toegangspunt (draadloze router) op in de adresbalk van uw browser.
Als u het IP-adres van het draadloze toegangspunt (draadloze router) niet weet:
a Klik op:
• Windows Vista: Alle programma's Bureau-accessoires Opdrachtprompt.
• Windows XP en eerder: Start Programma's of Alle programma's Bureau-accessoires
Opdrachtprompt.
b Typ ipconfig.
c Druk op Enter.
• Het item Standaardgateway geeft gewoonlijk het draadloze toegangspunt (draadloze router) aan.
• Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten: 192.168.0.100. Het IP-adres kan
ook beginnen met de cijfers 10 of 169. Dit wordt bepaald door het besturingssysteem of de software
voor het draadloze netwerk.
2 Geef uw gebruikersnaam en wachtwoord op als dit wordt gevraagd.
3 Klik op OK.
4 Klik op de hoofdpagina op Draadloos of een andere optie waar de instellingen worden opgeslagen. De SSID
wordt weergegeven.
5 Noteer de SSID, het beveiligingstype en de beveiligingssleutels, als deze worden weergegeven.
Opmerking: noteer de gegevens nauwkeurig, inclusief eventuele hoofdletters.
6 Bewaar de SSID en de beveiligingssleutels op een veilige plaats, zodat u deze in de toekomst weer kunt
gebruiken.
Controleer de beveiligingssleutels
Een beveiligingssleutel is gelijk aan een wachtwoord. Alle apparaten op hetzelfde netwerk beschikken over dezelfde
beveiligingssleutel.
• Als u WPA-beveiliging gebruikt, moet u de juiste code invoeren. Beveiligingssleutels zijn hoofdlettergevoelig.
• Als u WEP-beveiliging gebruikt, moet u de sleutel invoeren als een serie tekens (0-9) en letters (A-F).
Opmerking: raadpleeg de documentatie van het draadloze netwerk of neem contact op met de persoon die het
draadloze netwerk heeft opgezet als u niet beschikt over deze gegevens.
122