Operation Manual

Klep geopend
Controleer of de scannereenheid is gesloten.
Fout 1104
1 Verwijder de inktcartridges uit de printer.
2 Plaats de zwarte of foto-inktcartridge in de linkerhouder.
3 Plaats de kleureninktcartridge in de rechterhouder.
Ongeldig apparaat
Het apparaat dat is aangesloten op de printer wordt niet ondersteund.
Sluit een ondersteund apparaat aan of gebruik andere printerfuncties.
Fout linkercartridge/Fout rechtercartridge
Deze fout kan ook worden weergegeven als Fout 1205 (Linkercartr.) of Fout 1206 (Rechtercartr.).
1 Verwijder de aangegeven inktcartridge uit de inktcartridgehouder en sluit het deksel van de houder.
2 Sluit de scannereenheid.
3 Trek de stekker van het netsnoer van de printer uit het stopcontact.
4 Steek de stekker van het netsnoer weer in het stopcontact.
5 Druk op als de knop niet brandt.
6 Plaats de inktcartridge terug in de printer en sluit het deksel van de houder.
7 Sluit de scannereenheid.
8 Als de fout:
niet opnieuw optreedt, is het probleem verholpen;
opnieuw optreedt, vervangt u de inktcartridge door een nieuwe cartridge en sluit u vervolgens het deksel
van de cartridgehouder en de scannereenheid.
Linkerinktcartridge is onjuist/Rechterinktcartridge is onjuist
1 Verwijder de aangegeven inktcartridge uit de inktcartridgehouder en sluit het deksel van de houder.
2 Sluit de scannereenheid.
3 Trek de stekker van het netsnoer van de printer uit het stopcontact.
4 Steek de stekker van het netsnoer weer in het stopcontact.
5 Druk op als de knop niet brandt.
6 Plaats de inktcartridge terug in de printer en sluit het deksel van de houder.
7 Sluit de scannereenheid.
8 Als de fout:
niet opnieuw optreedt, is het probleem verholpen;
opnieuw optreedt, vervangt u de inktcartridge door een nieuwe cartridge en sluit u vervolgens het deksel
van de cartridgehouder en de scannereenheid.
158