Operation Manual

5 Sluit de printer en zorg dat uw handen niet bekneld raken onder de scannereenheid.
Gebruikte inktcartridge verwijderen
1 Controleer of de printer is ingeschakeld.
2 Til de scannereenheid op.
De cartridgehouder wordt naar de laadpositie verplaatst, tenzij de printer actief is.
3 Druk de hendel van de cartridgehouder naar beneden om het deksel van de cartridgehouder te openen.
4 Verwijder de gebruikte inktcartridge uit de printer.
Opmerking: als u beide inktcartridges verwijdert, herhaalt u stap 3 en 4 voor de tweede inktcartridge.
Printer onderhouden
104