Operation Manual
10 Als u Fax doorsturen wilt uitschakelen, drukt u herhaaldelijk op of tot Uit wordt weergegeven.
11 Druk op om de instelling op te slaan.
Faxen kunnen worden ontvangen, maar kunnen niet worden verzonden
Dit zijn mogelijke oorzaken en oplossingen. Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Controleer de geselecteerde modus
Selecteer de modus Faxen om de printer in te stellen voor faxen.
Controleer hoe het document is geplaatst
Plaats het originele document met de bedrukte zijde naar beneden in de ADI.
Controleer de instelling voor het kiesvoorvoegsel
1 Selecteer op het bedieningspaneel de modus Faxen.
2 Druk op .
3 Druk herhaaldelijk op of tot Faxinstellingen wordt weergegeven.
4 Druk op .
5 Druk herhaaldelijk op of tot Bellen en verzenden verschijnt.
6 Druk op .
7 Druk herhaaldelijk op of tot Voorv. kzn wordt weergegeven.
8 Druk op .
9 Druk herhaaldelijk op of tot Maken wordt weergegeven als u de instelling wilt wijzigen.
10 Druk op .
11 Geef het kiesvoorvoegsel op dat voorafgaand aan elk telefoonnummer moet worden gekozen.
12 Druk op .
Controleer het snelkeuzenummer
• Controleer of er een snelkeuzeknop is geprogrammeerd voor het gewenste telefoonnummer. Zie “Snelkeuze
instellen” op pagina 64.
• U kunt eventueel het nummer handmatig kiezen.
Controleer of met de printer een kiestoon wordt vastgesteld
• Zie “Fax verzenden terwijl u een gesprek voert (Kzn hrn op haak) met het bedieningspaneel” op pagina 42.
• Controleer de instelling voor Belmethode.
1 Luister of u een kiestoon hoort. Als u wel een kiestoon hoort, maar de printer de verbinding verbreekt zonder
het nummer te kiezen, is de kiestoon niet herkend.
2 Selecteer op het bedieningspaneel de modus Faxen.
3 Druk op .
4 Druk herhaaldelijk op of tot Faxinstellingen wordt weergegeven.
5 Druk op .
119