Operation Manual
1
2
3
4
5
6
Onderdeel Handeling
1
Scannereenheid Toegang krijgen tot de inktcartridges.
2
Cartridgehouder Een inktcartridge installeren, vervangen of verwijderen.
3
USB-poort De printer rechtstreeks aansluiten op de computer met een USB-kabel.
4
EXT-poort
EXT
Extra apparaten, zoals een data-/faxmodem, telefoon of antwoordapparaat,
aansluiten op de printer.
Opmerking: verwijder de afdekplug uit de poort.
5
LINE-poort
LINE
De printer aansluiten op een werkende telefoonlijn om faxen te verzenden en
ontvangen. De printer moet zijn aangesloten op deze telefoonlijn om binnenko-
mende faxen te ontvangen.
Opmerking: sluit geen extra apparaten aan op de LINE-poort en sluit geen DSL-
modem (digital subscriber line), ISDN-modem (integrated services digital
network) of kabelmodem aan op de printer.
Printer instellen
24