X54x Series Gebruikershandleiding Augustus 2008 www.lexmark.com Lexmark en Lexmark met het diamantlogo zijn gedeponeerde handelsmerken van Lexmark International, Inc. in de Verenigde Staten en/of andere landen. Andere handelsmerken zijn eigendom van hun respectieve houders. © 2008 Lexmark International, Inc. Alle rechten voorbehouden.
Inhoudsopgave Veiligheidsinformatie......................................................................11 Algemene informatie.......................................................................13 Informatie zoeken over de printer................................................................................................................................13 Een locatie voor de printer selecteren.............................................................................................................
Handleiding voor papier en speciaal afdrukmateriaal.............47 Richtlijnen voor papier......................................................................................................................................................47 Papierkenmerken............................................................................................................................................................................ 47 Ongeschikt papier ............................................................
Kopieerinstellingen aanpassen......................................................................................................................................66 Van het ene formaat naar het andere kopiëren .................................................................................................................. 66 Kopieën maken op papier uit een bepaalde lade...............................................................................................................
Een snelkoppeling voor een faxbestemming maken met de Embedded Web Server ......................................... 94 Een snelkoppeling voor een faxbestemming maken met het bedieningspaneel van de printer .................... 95 Snelkoppelingen en het adresboek gebruiken........................................................................................................96 Snelkoppelingen voor faxbestemmingen gebruiken .....................................................................................
202 Papier vast...................................................................................................................................................................109 230 Papier vast...................................................................................................................................................................111 235 Papier vast.....................................................................................................................................
De status van supplies controleren vanaf een netwerkcomputer..............................................................................171 Zuinig omgaan met supplies........................................................................................................................................172 Supplies bestellen.............................................................................................................................................................
Problemen met kopiëren oplossen............................................................................................................................204 De kopieerfunctie reageert niet ..............................................................................................................................................204 De klep van de scannereenheid kan niet worden gesloten..........................................................................................
Op de pagina verschijnen lichte tonervegen of schaduwen op de achtergrond .................................................223 De toner laat los ............................................................................................................................................................................224 Tonervlekjes...................................................................................................................................................................................
Veiligheidsinformatie Sluit het netsnoer aan op een geaard stopcontact dat zich dicht in de buurt van het product bevindt en dat gemakkelijk bereikbaar is. Plaats dit product niet in de buurt van water of in vochtige omgevingen. LET OP—KANS OP LETSEL: Dit product maakt gebruik van een laser. het toepassen van bedieningswijzen, aanpassingsmethoden of procedures anders dan in deze publicatie worden beschreven, kan blootstelling aan gevaarlijke straling tot gevolg hebben.
Dit product is samen met specifieke onderdelen van de fabrikant ontwikkeld, getest en goedgekeurd volgens strikte, wereldwijd geldende veiligheidsnormen. De veiligheidsvoorzieningen van bepaalde onderdelen zijn niet altijd duidelijk zichtbaar. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor het gebruik van andere, vervangende onderdelen. LET OP—KANS OP LETSEL: U moet het netsnoer niet draaien, vastbinden, afknellen of zware objecten op het snoer plaatsen.
Algemene informatie Informatie zoeken over de printer Installatie-informatie Beschrijving Locatie De Installatie-informatie bevat aanwijzingen voor het U kunt de Installatie-informatie vinden in de doos van de printer instellen van de printer. Volg de aanwijzingen voor of op de website van Lexmark op www.lexmark.com. lokaal, netwerk of draadloos afhankelijk van wat u wilt.
Klantenondersteuning Beschrijving Locatie (Noord-Amerika) Telefonische ondersteuning Ons nummer Locatie (rest van de wereld) Telefoonnummers en ondersteuningsuren verschillen per land en regio. • VS: 1-800-332-4120 Maandag-vrijdag (8:00 AM-11:00 PM ET) Bezoek onze website op www.lexmark.com. Selecteer een land of Zaterdag (twaalf uur 's middags-6:00 PM regio en selecteer een koppeleing voor ET) klantenondersteuning.
1 100 mm (3,9 inch) 2 482.6 mm (19 inch) 3 100 mm (3,9 inch) 4 100 mm (3,9 inch) 5 360 mm (14 inch) Zorg dat u ruimte vrijhoudt rondom de printer wanneer u deze installeert.
Printerconfiguraties Basismodellen 1 Bedieningspaneel van de printer 2 Automatische documentinvoer (ADI) 3 Standaarduitvoerlade 4 Bovenklep 5 Rechterzijklep 6 Standaardlade voor 250 vel (lade 1) 7 Handmatige invoer 8 Optionele duolader voor 650 vel (lade 2) Basisfuncties van de scanner De scanner is speciaal bedoeld voor werkgroepen en biedt mogelijkheden voor kopiëren, faxen en scannen naar netwerk.
Informatie over de ADI (automatische documentinvoer) en de glasplaat Automatische documentinvoer (ADI) Glasplaat Gebruik de ADI voor documenten met meerdere pagina's. Gebruik de glasplaat voor één pagina, kleine voorwerpen (zoals briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften). U kunt de ADI of de glasplaat gebruiken om documenten te scannen. De ADI gebruiken Met de ADI kunt u meerdere pagina's scannen, inclusief dubbelzijdig afgedrukte pagina's.
Informatie over het bedieningspaneel van de printer Opmerking: Sommige functies zijn niet beschikbaar bij bepaalde printermodellen. Onderdeel Beschrijving 1 Selecties en instellingen Selecteer een functie, zoals Kopiëren, Scannen, E-mailen, of Faxen. Wijzig standaard kopieer- en scaninstellingen zoals het aantal kopieën, dubbelzijdig afdrukken, kopieeropties en schalen. Het adresboek gebruiken bij het scannen naar e-mail.
Onderdeel Beschrijving 3 Exemplaren Druk op Copies (Exemplaren) om het aantal te printen exemplaren in te voeren. 4 Schaal Druk op Scale (Schalen) om het formaat van de gekopieerde documenten te wijzigen, zodat ze op het geselecteerde papierformaat passen. 5 Opties Druk op Options (Opties) om de instellingen voor Origineel formaat, Papierbron, Papierbesparing en Sorteren te wijzigen.
Onderdeel Beschrijving 1 Menu Druk op 2 Display Scan-, kopieer-, fax- en afdrukopties en de status- en foutberichten bekijken. om de beheermenu's te openen. Opmerking: De faxfunctie is niet beschikbaar op bepaalde printermodellen. 3 Stoppen/Annuleren Druk op 4 Start kleur Druk op om in kleur te kopiëren of scannen. 5 Start zwart Druk op om in zwart-wit te kopiëren of scannen. 6 Pijl naar rechts Druk op om naar rechts te bladeren.
Onderdeel Beschrijving 8 Pijl naar links Druk op 9 Indicatielampje Geeft de printerstatus aan: om naar links te bladeren. • Uit: de stroom is uitgeschakeld. • Knippert groen: de printer is bezig met opwarmen, verwerken van gegevens of afdrukken. • Groen: de printer is ingeschakeld, maar niet actief. • Knippert rood - ingrijpen van gebruiker is vereist. 10 Terug Druk op om scherm voor scherm terug te keren naar het Gereed scherm.
Onderdeel Beschrijving 2 Toetsenblok Nummers, letters of symbolen invoeren op de display. 3 USB-poort aan de voorzijde Hiermee kunt u scannen naar een flashstation of naar ondersteunde bestandstypen af te drukken. Opmerking: Wanneer een apparaat met USB-flashgeheugen is aangesloten op de printer kan de printer alleen naar het USB-apparaat scannen of bestanden printen van het USB-apparaat. Alle andere functies van de printer zijn dan niet beschikbaar.
Extra installatieopties voor de printer Interne opties installeren LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Als u toegang wilt verkrijgen tot de systeemkaart of optionele hardware of geheugenkaarten wilt installeren nadat u de printer gebruiksklaar hebt gemaakt, moet u eerst de printer uitzetten en de stekker van het netsnoer uit het stopcontact halen. Als u andere apparaten hebt aangesloten op de printer, moet u deze ook uitzetten en alle kabels losmaken die zijn aangesloten op de printer.
Let op—Kans op beschadiging: De elektrische componenten van de systeemkaart raken bij statische elektriciteit gemakkelijk beschadigd. Raak daarom eerst een metalen onderdeel van de printer aan voordat u de elektrische componenten of aansluitingen van de systeemkaart aanraakt.
2 Onderstaande illustratie geeft aan waar de juiste connector te vinden is. Let op—Kans op beschadiging: De elektrische componenten van de systeemkaart raken bij statische elektriciteit gemakkelijk beschadigd. Raak daarom eerst een metalen onderdeel van de printer aan voordat u de elektrische componenten of aansluitingen van de systeemkaart aanraakt.
3 Open de vergrendelingen van de connector voor de geheugenkaart. 4 Haal de geheugenkaart uit de verpakking. Opmerking: Raak de aansluitpunten aan de rand van de kaart niet aan. 5 Breng de uitsparingen op de geheugenkaart op één lijn met de ribbels op de connector. 1 Uitsparingen 2 Ribbels 6 Duw de geheugenkaart recht in de connector tot de kaart vastklikt.
7 Plaats de toegangsklep van de systeemkaart terug. Een flashgeheugenkaart of lettertypenkaart installeren LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Als u toegang wilt verkrijgen tot de systeemkaart of optionele hardware of geheugenkaarten wilt installeren nadat u de printer gebruiksklaar hebt gemaakt, moet u eerst de printer uitzetten en de stekker van het netsnoer uit het stopcontact halen.
Let op—Kans op beschadiging: De elektrische componenten van de systeemkaart raken bij statische elektriciteit gemakkelijk beschadigd. Raak daarom eerst een metalen onderdeel van de printer aan voordat u de elektrische componenten of aansluitingen van de systeemkaart aanraakt.
2 Onderstaande illustratie geeft aan waar de juiste connector te vinden is. Let op—Kans op beschadiging: De elektrische componenten van de systeemkaart raken bij statische elektriciteit gemakkelijk beschadigd. Raak daarom eerst een metalen onderdeel van de printer aan voordat u de elektrische componenten of aansluitingen van de systeemkaart aanraakt. 1 Flashgeheugenkaart of lettertypenkaart connector 2 Connector voor geheugenkaart 3 Pak de flashgeheugen- of lettertypenkaart uit.
4 Houd de kaart aan de zijkanten vast en breng de pinnen aan de onderkant op gelijke hoogte met de uitsparingen in de systeemkaart. Op deze manier weet u zeker dat de pinnen precies goed voor de uitsparingen zitten. 1 Plastic pinnen 2 Metalen pinnen 5 Druk de kaart stevig op zijn plaats. Opmerkingen: • De connector van de kaart moet over de gehele lengte in aanraking zijn met de systeemkaart. • Let erop dat de aansluitpunten niet beschadigd raken.
6 Plaats de toegangsklep van de systeemkaart terug. Hardwareopties installeren Duolader voor 650 vel installeren De printer ondersteunt een optionele lader, waardoor er nog 650 vellen extra kunnen worden geplaatst. De lader bevat een universeellader.
3 Bevestig de klep aan de achterkant van de duolader voor 650 vel. 4 Breng de printer op gelijke hoogte met de duolader voor 650 vel en laat de printer op zijn plaats zakken. LET OP—KANS OP LETSEL: De printer weegt meer dan 27,22 kg en moet door twee of meer getrainde personeelsleden worden verplaatst.
Kabels aansluiten 1 Sluit de printer aan op een computer of een netwerk. • Gebruik voor een lokale verbinding een USB-kabel. • Gebrui voor een netwerkverbinding een Ethernet-kabel. Opmerkingen: • Voor meer informatie over faxverbindingen, zie “Initiële installatie fax” op pagina 79. • Controleer of de juiste software is geïnstalleerd voor u de printer inschakelt. Voor meer informatie, zie de Setup-Guide (Gebruikershandleiding). 2 Sluit het netsnoer eerst aan op de printer en vervolgens op een stopcontact.
Printerconfiguratie controleren Controleer nadat alle hardware- en softwareopties zijn geïnstalleerd en de printer is ingeschakeld of de printer correct is ingesteld door het volgende af te drukken: • Pagina met menu-instellingen: gebruik deze pagina om te controleren of alle printeropties correct zijn geïnstalleerd. Onder aan de pagina verschijnt een lijst met geïnstalleerde opties. Als een geïnstalleerde optie niet is vermeld, is deze niet correct geïnstalleerd.
De printersoftware instellen Printersoftware installeren Een printerstuurprogramma is software die zorgt voor de communicatie tussen de computer en de printer. De printersoftware wordt geïnstalleerd tijdens de eerste printerinstallatie. Gebruik de volgende aanwijzingen als u de software wilt installeren na de printerinstallatie: Windows 1 Sluit alle geopende softwareprogramma's. 2 Plaats de cd Software en documentatie in de computer. 3 Klik in het hoofddialoogvenster op Install (Installeren).
Windows XP a Klik op Start. b Klik op Printers and Faxes (Printers en faxapparaten). Windows 2000 a Klik op Start. b Klik op Settings (Instellingen) Printers. 2 Selecteer de printer. 3 Klik met de rechtermuisknop op de printer en selecteer vervolgens Eigenschappen. 4 Klik op het tabblad Install Options (Opties installeren). 5 Voeg onder Available Options (Beschikbare optie) eventuele geïnstalleerde hardwareopties toe. 6 Klik op Apply (Toepassen). Macintosh In Mac OS X versie 10.
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen In dit gedeelte wordt beschreven hoe u papier plaatst in de laden voor 250 en 550 vel, de universeellader en de handmatige invoer. Hierin vindt u ook informatie over de papierafdrukstand, het instellen van de papiersoort en het papierformaat en het koppelen en ontkoppelen van laden. Laden koppelen en ontkoppelen Laden koppelen Het koppelen van laden is handig bij grote afdruktaken of bij het afdrukken van meerdere exemplaren.
4 Druk op de pijltoetsen tot Formaat/soort verschijnt en druk op 5 Druk op de pijltoetsen en druk op . om de lade te selecteren. Het menu Paper Size (Papierformaat) verschijnt. 6 Druk op de pijltoetsen tot het menu Papiersoort verschijnt. 7 Druk op . 8 Druk op de pijltoetsen tot Aangepast of een andere aangepaste naam verschijnt en druk op . Wijzigingen verzenden verschijnt, gevolgd door Menu Papier. 9 Druk op en druk vervolgens op om terug te keren naar de stand Gereed.
• Invoerrichting Opmerking: het kleinste ondersteunde formaat is 76,2 x 127 mm (3 x 5 inch), het grootste formaat is 215,9 x 355,6 mm (8,5 x 14 inch). Een maateenheid opgeven 1 Zorg ervoor dat de printer is ingeschakeld en dat het bericht Gereed wordt weergegeven. 2 Druk op op het bedieningspaneel van de printer. 3 Druk op de pijltoetsen tot Menu Papier wordt weergegeven en druk op .
2 Druk de lengtegeleider naar binnen, zoals op de afbeelding wordt aangegeven, en schuif de geleider naar de juiste positie voor het formaat papier dat u plaatst. Opmerking: Stel de geleider in op de juiste positie met behulp van de formaatindicatoren aan de onderkant van de lade.
3 Als het papier langer is dan het Letter-formaat, drukt u op het groene nokje aan de achterkant van de lade om deze groter te maken. 4 Buig de vellen enkele malen heen en weer om de vellen los te maken. Waaier ze vervolgens uit. Vouw of kreuk het papier niet. Maak een rechte stapel op een vlakke ondergrond. 5 Plaats de papierstapel met de aanbevolen afdrukzijde naar boven. 6 Zorg ervoor dat de papiergeleiders goed tegen de zijkant van het papier zitten.
7 Plaats de lade terug. 8 Bij het plaatsen van een ander soort of formaat papier dan voorheen moet de instelling Papiersoort of Papierformaat voor de lade via het bedieningspaneel worden gewijzigd. Opmerking: Als u verschillende soorten en formaten papier in een papierlade gebruikt, kan dit leiden tot storingen. Optionele duolader voor 650 vel vullen De duolader voor 650 vel bestaat uit een lade voor 550 vel en een universeellader voor 100 vel.
Universeellader gebruiken 1 Druk de hendel van de universeellader naar links. 2 Open de universeellader. 3 Pak het verlengstuk vast en trek het recht naar buiten totdat het volledig is uitgetrokken. 4 Zorg dat het papier klaar is om geplaatst te worden. • Buig de vellen enkele malen om ze los te maken en waaier ze vervolgens uit. Vouw of kreuk het papier niet. Maak een rechte stapel op een vlakke ondergrond. • Houd transparanten bij de randen vast en waaier ze uit.
• Buig een stapel enveloppen enkele malen om deze los te maken en waaier ze vervolgens uit. Maak een rechte stapel op een vlakke ondergrond. 5 Kijk waar de indicator en het nokje voor de maximale stapelhoogte zich bevinden. Opmerking: Laat de stapel niet boven de maximale stapelhoogte uitkomen door te veel papier onder de indicator te duwen.
Opmerkingen: • Laad en sluit de universeellader niet tijdens het afdrukken. • Plaats nooit meer dan één papiersoort tegelijk in de lader. 7 Duw het papier voorzichtig en zo ver mogelijk in de universeellader. Het papier hoort vlak in de universeellader te liggen. Zorg ervoor dat het papier losjes in de universeellader past en niet is omgebogen of gekreukt. 8 Stel via het bedieningspaneel van de printer het papierformaat en de papiersoort in.
Opmerkingen: • Lijn de lange zijde van het papier uit met de rechterzijde van de handmatige invoer. • U bereikt de beste resultaten als u hoogwaardig papier gebruikt dat speciaal is ontworpen voor laserprinters. 3 Stel de breedtegeleider zo af dat deze het papier net aanraakt. Druk de breedtegeleider niet met kracht tegen het papier, anders kan het papier kreuken of scheuren. 4 Schuif het papier naar binnen tot het niet verder kan. De printer trekt het papier verder naar binnen.
Handleiding voor papier en speciaal afdrukmateriaal Aanvullende informatie over afdrukken op speciaal afdrukmateriaal vindt u in de Cardstock and Label Guide op Lexmark.com/publications. Richtlijnen voor papier Papierkenmerken De volgende papierkenmerken zijn van invloed op de afdrukkwaliteit en de betrouwbaarheid van de papierinvoer. Houd rekening met deze kenmerken wanneer u een nieuw type papier overweegt.
Voor afdrukmateriaal van 60 tot 176 g/m2 zijn vezels in de lengterichting het beste. Vezelgehalte Kwalitatief hoogwaardig xerografisch papier bestaat meestal voor 100% uit chemisch behandelde houtpulp. Papier met deze samenstelling is zeer stabiel, zodat er minder problemen optreden bij de invoer en de afdrukkwaliteit beter is. Als papier andere vezels bevat, bijvoorbeeld van katoen, kan dat eerder leiden tot problemen bij de verwerking.
Gebruik papier dat is bedrukt met hittebestendige inkt en dat geschikt is voor kopieerapparaten. De inkt moet bestand zijn tegen temperaturen van 200°C zonder te smelten of schadelijke stoffen af te geven. Gebruik geen inkten die worden beïnvloed door de hars in de toner. Inktsoorten op basis van water of olie zouden aan deze vereisten moeten voldoen. Latex-inkt zou echter problemen kunnen opleveren. Neem in geval van twijfel contact op met uw papierleverancier.
Papierformaat Afmetingen lade voor 250 vel (standaard) Lade voor 550 vel (optioneel) Statement 140 x 216 mm (5,5 x 8,5 in.) X X Letter 216 x 279 mm (8,5 x 11 in.) Folio 216 x 330 mm (8,5 x 13 in.) Oficio (Mexico) 216 x 340 mm (8,5 x 13 in.) Legal 216 x 356 mm (8,5 x 14 in.) Executive 184 x 267 mm (7,3 x 10,5 in.) X Universal* 148 x 210 mm (5,8 x 8,3 in.) tot 216 x 356 mm (8,5 x 14 in.) X 76 x 127 mm (3 x 5 in.) tot 216 x 356 mm (8,5 x 14 in.
Papierformaat Afmetingen lade voor 250 vel (standaard) Andere envelop 98 x 162 mm X (3,9 x 6,3 in.) tot 176 x 250 mm (6,9 x 9,8 in.) Lade voor 550 vel (optioneel) Optionele universeellader Handmatige invoer X Duplex Standaarduitvoerlade X * Wanneer Universeel is geselecteerd, wordt de aangepast voor 216 x 356 mm (8,5 x 14 inch) behalve als het formaat is opgegeven in de softwaretoepassing.
Door de printer ondersteunde papiersoorten en -gewichten Paper type (Papiersoort) Standaardlade voor 250 vel (lade 1) Licht1, 2 Optionele universeellader Handmatige invoer 60 tot 74,9 g/m2 - vezels 60 tot 74,9 g/m2 in lengterichting vezels in lengterichting 60 tot 74,9 g/m2 vezels in lengterichting 60 tot 74,9 g/m2 vezels in lengterichting Normaal1, 2 75 tot 89,9 g/m2 - vezels 75 tot 89,9 g/m2 in lengterichting vezels in lengterichting 75 tot 89,9 g/m2 vezels in lengterichting 75 tot 89,9 g/m2 ve
Papiercapaciteit Invoercapaciteit Papiersoort Standaardlade voor 250 vel (lade 1) Optionele lade voor 550 vel (lade 2) Optionele universeellader Papier 250 vel1 550 vel1 100 vel1 Etiketten 1002 2002 502 Transparanten 50 X 50 Enveloppen X X 10 Overig X X Verschillende hoeveelheden3 1 Op basis van papier met een gewicht van 75 g/m2 2Capaciteit varieert afhankelijk van etiketmateriaal en -samenstelling. 3Capaciteit varieert afhankelijk van het gewicht en het soort afdrukmateriaal.
Kringlooppapier, licht papier (<60 g/m2) en/of dun papier (<0,1 mm]) en papier dat in de breedte is gesneden voor printers met staande invoer (korte zijde), hebben mogelijk een lagere buigweerstand dan nodig voor betrouwbare papierinvoer. Raadpleeg uw papierleverancier voordat u deze papiersoorten gebruikt in uw (elektrofotografische) laserprinter.
Afdrukken Dit hoofdstuk gaat over afdrukken, afdrukrapporten en het annuleren van afdruktaken. De keuze en de verwerking van papier en speciaal afdrukmateriaal kunnen de betrouwbaarheid van het afdrukken beïnvloeden. Raadpleeg voor meer informatie "Papierstoringen voorkomen" en "Afdrukmateriaal bewaren". Een document afdrukken 1 Plaats papier in een lade of de lader.
Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal Tips voor het gebruik van briefhoofdpapier Wanneer u wilt afdrukken op briefhoofdpapier, is het belangrijk de juiste afdrukstand in te stellen. Gebruik de volgende tabel om te bepalen in welke richting u het briefhoofdpapier moet plaatsen: Bron of proces • Standaardlade voor 250 vel • Optionele lade voor 550 vel • Eenzijdig afdrukken (simplex) vanuit Afdrukzijde en afdrukstand van het papier Voorbedrukte zijde van briefhoofdpapier is naar boven gericht.
Bron of proces Afdrukzijde en afdrukstand van het papier Handmatige invoer (enkelzijdig afdrukken) Voorbedrukte zijde van briefhoofdpapier is naar boven gericht. De bovenste rand van het vel met het logo moet het eerst in de handmatige invoer worden gevoerd. Universeellader Handmatige invoer (dubbelzijdig afdrukken) Universeellader Voorbedrukte zijde van briefhoofdpapier is naar boven gericht. De bovenste rand van het vel met het logo moet het laatst in de handmatige invoer worden gevoerd.
Tips voor het afdrukken op enveloppen Maak eerst enkele proefafdrukken voordat u grote hoeveelheden enveloppen aanschaft. Houd u aan de volgende richtlijnen wanneer u wilt afdrukken op enveloppen: • Voer enveloppen in vanuit de handmatige invoer of optionele universeellader. • Stel de papiersoort in op Envelop en selecteer het formaat envelop. • Gebruik enveloppen die speciaal zijn ontworpen voor laserprinters.
• Gebruik geen etikettenvellen waarop etiketten ontbreken. Etiketten van incomplete vellen kunnen losraken tijdens het afdrukken, waardoor de vellen kunnen vastlopen en de kleefstof de printer en de cartridge kan vervuilen. Hierdoor kan de garantie voor de printer en de cartridge komen te vervallen. • Gebruik geen etiketten waarvan de lijm aan de oppervlakte ligt. • Druk niet af binnen 1 mm vanaf de rand van het etiket, vanaf de perforaties of tussen de snijranden van de etiketten.
Opmerkingen: • Wanneer een apparaat met USB-flashgeheugen is aangesloten op de printer kan de printer alleen naar het USBapparaat scannen of bestanden printen van het USB-apparaat. Alle andere functies van de printer zijn dan niet beschikbaar. • Hoge snelheid USB-apparaten moeten tevens de Volle snelheid standaard ondersteunen. Lage snelheid USBapparaten worden niet ondersteund. • USB-apparaten moeten het FAT-systeem (File Allocation Tables) gebruiken.
Foto's afdrukken vanaf een digitale PictBridgecamera U kunt een digitale PictBridge-camera aansluiten op de printer en de knoppen op de camera gebruiken om foto's te selecteren en af te drukken. 1 Sluit één uiteinde van de USB-kabel aan op de camera. Opmerking: Gebruik alleen de USB-kabel die bij de camera is geleverd. 2 Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de USB-poort aan de voorzijde van de printer. Opmerkingen: • Zorg dat de digitale PictBridge-camera is ingesteld op de juiste USB-modus.
4 Druk op de pijltoetsen tot Lettertypen afdrukken wordt weergegeven en druk op . 5 Druk op de pijltoetsen tot PCL-lettertypen, PostScript-lettertypens of PPDS-lettertypen wordt weergegeven en druk op . Nadat de lijst met lettertypevoorbeelden is afgedrukt, wordt het bericht Gereed weergegeven. Directorylijst afdrukken Een directorylijst bevat de bronnen die zijn opgeslagen in het flashgeheugen of op de vaste schijf.
3 Klik op Hardware and Sound (Hardware en geluiden). 4 Klik op Printers. 5 Dubbelklik op het printerpictogram. 6 Selecteer de taak die u wilt annuleren. 7 Druk op de toets Delete op het toetsenbord. Windows XP 1 Klik op Start. 2 Dubbelklik op het printerpictogram vanuit Printers and Faxes (Printers en faxapparaten). 3 Selecteer de taak die u wilt annuleren. 4 Druk op de toets Delete op het toetsenbord.
Kopiëren ADI Glasplaat Gebruik de ADI voor documenten met meerdere pagina's. Gebruik de glasplaat voor één pagina, kleine voorwerpen (zoals briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften). Kopieën maken Snel kopiëren 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in ADI of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
Kopiëren via de ADI 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de automatische documentinvoer (ADI). Opmerking: Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine voorwerpen, transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADI. Plaats deze items op de glasplaat. 2 Pas de papiergeleiders aan. 3 Druk op het bedieningspaneel op Copy (Kopiëren) of gebruik het toetsenblok om het aantal kopieën in te voeren.
3 Druk op het bedieningspaneel op Copy (Kopiëren) 4 Druk in het kopieergedeelte op Options (Opties). 5 Druk op de pijltoetsen tot Papierbron wordt weergegeven en druk op . 6 Druk op de pijltoetsen tot de lade of bron die de transparanten bevat wordt weergegeven en druk vervolgens op . 7 Geef de gewenste kopieerinstellingen op. 8 Druk op voor een zwarte-witte kopie of voor een kleurenkopie.
4 Druk in het kopieergedeelte op Options (Opties). Origineel format verschijnt. 5 Druk op . 6 Druk op de pijltoetsen tot het formaat van het originele document verschijnt en druk dan op 7 Druk op de pijltoetsen tot Papierbron wordt weergegeven en druk op . . 8 Druk op de pijltoetsen tot de lade of bron die papier met het gewenste kopieerformaat bevat en druk vervolgens op .
Kopiëren op beide zijden van het papier (duplex/dubbelzijdig) Opmerking: De duplexfunctie is niet beschikbaar op bepaalde printermodellen. 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in ADI of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Opmerking: Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine voorwerpen, transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADI. Plaats deze items op de glasplaat.
Een kopie lichter of donkerder maken 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in ADI of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Opmerking: Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine voorwerpen, transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADI. Plaats deze items op de glasplaat. 2 Als u een document in de ADI plaatst, moet u de papiergeleiders aanpassen.
Exemplaren sorteren Als u meerdere exemplaren van een document afdrukt, kunt u elk exemplaar als een set laten afdrukken (gesorteerd) of de exemplaren als groepen pagina's laten afdrukken (niet gesorteerd). Gesorteerd Niet gesorteerd Standaard is Sorteren ingeschakeld. Als u niet wilt dat de kopieën worden gesorteerd, wijzigt u de instelling in Uit.
Meerdere pagina's op één vel kopiëren Om papier te besparen kunt u twee of vier opeenvolgende pagina's van een document met meerdere pagina's op één vel papier kopiëren. Opmerkingen: • Het papierformaat moet zijn ingesteld op Letter, Legal, A4 of B5 (JIS). • Het kopieformaat moet op 100% zijn ingesteld. 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in ADI of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
De kopieerkwaliteit verbeteren Vraag Wanneer moet ik de modus Tekst gebruiken? Tip • Gebruik de modus Tekst als het behoud van de tekst het belangrijkste doel is van de kopie en als het behoud van de afbeeldingen op het origineel van ondergeschikt belang is. • We raden u deze modus aan voor ontvangstbewijzen, carbonformulieren en documenten die alleen uit tekst of fijne lijnen bestaan.
E-mailen ADI Gebruik de ADI voor documenten met meerdere pagina's. Glasplaat Gebruik de glasplaat voor één pagina, kleine voorwerpen (zoals briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften). U kunt de printer gebruiken om gescande documenten via e-mail naar één of meerdere ontvangers te verzenden. U kunt op drie manieren een e-mail verzenden vanaf de printer. U kunt het e-mailadres typen, een snelkoppelingsnummer gebruiken of het adresboek gebruiken.
Het adresboek instellen 1 Typ het IP-adres van de printer in het adresveld van uw webbrowser. Opmerking: Als u het IP-adres van de printer niet weet, drukt u een pagina met netwerkinstellingen af en zoekt u het adres in het TCP/IP-gedeelte. 2 Klik op Settings (Instellingen). 3 Klik op E-mail/FTP Settings (E-mail-/FTP-instellingen). 4 Klik op Manage E-mail Shortcuts (E-mailsnelkoppelingen beheren). 5 Geef de gewenste e-mailinstellingen op. 6 Klik op Submit (Verzenden).
3 Druk op het bedieningspaneel van de printer op Scan/Email (Scannen/E-mailen). Scannen naar e-mail verschijnt. 4 Druk op . Zoeken of Handmatige invoer verschijnt. Opmerking: Als het adresboek leeg is, verschijnt Handmatige invoer. 5 Druk op dan op om in het adresboek te zoeken of druk op de pijltjestoetsen totdat Handmatig verschijnt en druk om een e-mailadres te selecteren of in te voeren.
4 Druk op . Zoeken verschijnt. Opmerking: Als het adresboek leeg is, verschijnt Handmatige invoer. 5 Druk op en geef het snelkoppelingsnummer van de ontvanger. 6 Druk op 1 om een andere snelkoppeling in te voeren of druk op 2 om te stoppen met het invoeren van snelkoppelingen. Nadat u op 2 heeft gedrukt, verschijnt Druk op start om te beginnen. 7 Druk op om een zwart-wit e-mail te verzenden of op om een e-mail in kleur te verzenden.
De ADF wist alle pagina's uit de ADF en annuleert de taak. Wanneer de taak is geannuleerd, wordt het kopieerscherm weergegeven.
Faxen ADI Glasplaat Gebruik de ADI voor documenten met meerdere pagina's. Gebruik de glasplaat voor één pagina, kleine voorwerpen (zoals briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften). De printer voorbereiden voor faxen Mogelijk zijn de volgende verbindingsmethoden niet van toepassing voor alle landen of regio's. LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Gebruik de faxfunctie niet tijdens onweer.
Initiële installatie fax In veel landen en regio’s is het nodig dat uitgaande faxen de volgende informatie bevatten in de kantlijn aan de bovenkant of onderkant van elke verzonden pagina of op de eerste pagina van de overdracht: stationsnaam (identificatie van het bedrijf, de organisatie of de persoon die het bericht verstuurt) en het stationsnummer (telefoonnummer van het faxapparaat, bedrijf, organisatie of persoon).
3 Als Stationsnummer wordt weergegeven, voert u het faxnummer van de printer in. a Druk op de toets op het numerieke toetsenblok die correspondeert met het gewenste nummer. b Druk op de rechter pijltoets om naar de volgende spatie te gaan of wacht een paar seconden en de cursor gaat naar de volgende spatie. 4 Druk op nadat u het stationsnummer heeft ingevoerd. De Embedded Web Server gebruiken voor het instellen van de fax 1 Typ het IP-adres van de printer in het adresveld van uw webbrowser.
Apparatuur en ondersteuning opties Instellingen faxverbinding Aansluiten op een telefoonlijn, telefoon en antwoordapparaat Zie “Sluit een tweede telefoon of antwoordapparaat aan op dezelfde telefoonlijn” op pagina 84 Aansluiten via een adapter die in uw omgeving wordt gebruikt Raadpleeg “Aansluiten op een adapter voor uw land of regio” op pagina 86. Aansluiten op een computer met een modem Raadpleeg “Aansluiten op een computer met een modem” op pagina 90.
Als u bent geabonneerd op een DSL-dienst, neem dan contact op met de DSL-provider voor een DSL-filter en een telefoonkabel en volg de volgende stappen op de apparatuur aan te sluiten: 1 Sluit een uiteinde van de meegeleverde telefoonkabel aan op de LINE-poort aan de achterzijde van de printer. 2 Sluit het andere uiteinde van de telefoonkabel aan op de DSL-filter. Opmerking: Het kan zijn dat uw DSL-filter er anders uitziet als op de afbeelding.
Als u een PBX- of ISDN- converter of adapter gebruikt, dient u de volgende stappen uit te voeren om de apparatuur aan te sluiten: 1 Sluit een uiteinde van de meegeleverde telefoonkabel aan op de LINE-poort aan de achterzijde van de printer. 2 Sluit het andere uiteinde van de telefoonkabel aan op de poort voor fax- en telefoongebruik. Opmerkingen: • • • • • Zorg ervoor dat de adapter is ingesteld op het juiste schakelaartype voor uw regio.
3 Wijzig de instelling speciale belsignalen zodat die overeenkomt met de instelling waarop u wilt dat de printer antwoordt. a Druk op het bedieningspaneel van de printer op . b Druk op de pijltoetsen tot Instellingen wordt weergegeven en druk op . c Druk op de pijltoetsen tot Faxinstellingen wordt weergegeven en druk op . d Druk op de pijltoetsen tot Speciale belsignalen wordt weergegeven en druk op e Druk op de pijltoetsen tot het gewenste belsignaal wordt weergegeven en druk op . .
Let op—Kans op beschadiging: Raak de kabels of de printer niet aan in het aangegeven gebied als er een fax wordt verzonden of ontvangen.
Aansluiten op een adapter voor uw land of regio In de volgende landen of regio’s is er mogelijk een speciale adapter nodig om de telefoonkabel aan te sluiten op het stopcontact.
Faxen 87
3 Sluit het antwoordapparaat of de telefoon aan op de adapter Faxen 88
Oostenrijk, Duitsland en Zwitserland Er is een plug geïnstalleerd in de EXT-poort van de printer. van de printer. Deze plug is noodzakelijk voor de correcte werking Opmerking: Verwijder de plug niet. Als u deze wel verwijdert, werkt mogelijk andere telecommunicatieapparatuur in uw huis (zoals telefoons of antwoordapparaten) niet. 1 Sluit een uiteinde van de meegeleverde telefoonkabel aan op de LINE-poort aan de achterzijde van de printer.
3 Als u dezelfde telefoonlijn voor zowel de fax als de telefoon wilt gebruiken, sluit u een tweede telefoonlijn (niet meegeleverd) aan tussen de telefoon en de F-sleuf van een werkende telefoonwandcontactdoos. 4 Als u dezelfde telefoonlijn wilt gebruiken voor het opnemen van berichten op uw antwoordapparaat, sluit u een tweede telefoonlijn (niet meegeleverd) aan tussen het antwoordapparaat en de andere N-sleuf van de werkende telefoonwandcontactdoos.
2 Sluit een telefoonkabel aan op de LINE-poort van de printer en sluit de kabel vervolgens aan op een werkende telefoonwandcontactdoos. 3 Haal de beschermstekker uit de EXT-poort van de printer. 4 Sluit een tweede telefoonkabel aan op de telefoon en de computermodem.
5 Sluit een derde telefoonkabel aan op de computermodem en de EXT-poort van de printer. De naam en het nummer voor uitgaande faxen instellen Op de volgende wijze kunt u de toegewezen faxnaam en het faxnummer op uitgaande faxen afdrukken: 1 Typ het IP-adres van de printer in het adresveld van uw webbrowser. Opmerking: Als u het IP-adres van de printer niet weet, drukt u een pagina met netwerkinstellingen af en zoekt u het adres in het TCP/IP-gedeelte. 2 Klik op Settings (Instellingen).
Aanpassing aan zomertijd in- of uitschakelen De printer kan zo worden ingesteld dat deze automatisch de tijd aan de zomertijd aanpast: 1 Typ het IP-adres van de printer in het adresveld van uw webbrowser. Opmerking: Als u het IP-adres van de printer niet weet, drukt u een pagina met netwerkinstellingen af en zoekt u het adres in het TCP/IP-gedeelte. 2 Klik op Settings (Instellingen). 3 Klik op Set Date and Time (Datum en tijd instellen).
Een fax verzenden via de computer Door vanaf een computer te faxen kunt u elektronische documenten verzenden van achter uw bureau. Hierdoor hebt u de flexibiliteit om rechtstreeks vanuit softwareprogramma's documenten te faxen. Voor Windows-gebruikers 1 Klik in het softwareprogramma op File (Bestand) Print (Afdrukken). 2 Selecteer in het afdrukvenster de printer en klik op Properties (Eigenschappen). Opmerking: U hebt het PostScript-stuurprogramma voor uw printer nodig om deze functie te kunnen uitvoeren.
3 Klik op Manage Destinations (Bestemmingen beheren). Opmerking: u wordt mogelijk om een wachtwoord gevraagd. Vraag uw systeembeheerder om een gebruikersID en een wachtwoord als u deze nog niet hebt. 4 Klik op Fax Shortcut Setup (Instellingen faxsnelkoppeling). 5 Typ een unieke naam voor de snelkoppeling en geef het faxnummer op. Als u een snelkoppeling voor meerdere nummers wilt maken, dient u de faxnummers voor die groep op te geven.
Snelkoppelingen en het adresboek gebruiken Snelkoppelingen voor faxbestemmingen gebruiken Snelkoppelingen voor faxbestemmingen werken net als de snelkeuzenummers op een telefoon of faxapparaat. U kunt snelkoppelingsnummers toewijzen als u permanente faxbestemmingen maakt. Permanente faxbestemmingen of snelkeuzenummers worden gemaakt in de koppeling Bestemmingen beheren. Deze koppeling bevindt zich onder het tabblad Configuratie op de Embedded Web Server.
Faxinstellingen aanpassen De faxresolutie wijzigen Door het aanpassen van de instelling voor de resolutie wordt de kwaliteit van de fax gewijzigd. De instellingen variëren van Standaard (hoogste snelheid) tot Ultrafijn (laagste snelheid, hoogste kwaliteit). 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de ADI (automatische documentinvoer) of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
6 Druk op de pijltoetsen tot Vertraagd verzenden wordt weergegeven en druk op . Stel verzendtijdstip in verschijnt op de eerste regel en op de tweede regel verschijnt UU:MM met een knipperende cursor. 7 Geef met behulp van het numerieke toetsenblok het nummer op waarnaar u een fax wilt verzenden. Nadat u de tijd heeft ingevoerd, verplaatst de cursor naar het AM- of PM-veld als printerklok is ingesteld op12 Uur notatie. Druk op de pijltjestoetsen om te wisselen tussen AM en PM. 8 Druk op .
Informatie over faxopties Origineel formaat Met deze optie opent u een scherm waarin u het formaat kunt invoeren van de documenten die u wilt faxen. 1 Druk in het Faxgedeelte van het bedieningspaneel op Options (Opties). Origineel format verschijnt. 2 Druk op . 3 Druk op de pijltoetsen tot het formaat van het originele document verschijnt en druk dan op . Inhoud Deze optie geeft aan de printer door wat voor soort document het origineel is. U hebt de keuze uit Tekst, Tekst/foto of Foto.
Faxkwaliteit verbeteren Vraag Wanneer moet ik de modus Tekst gebruiken? Tip • Gebruik de modus Tekst als het behoud van de tekst het belangrijkste doel is van de fax en als het behoud van de afbeeldingen op het origineel van ondergeschikt belang is. • Deze modus is bij uitstek geschikt voor ontvangstbewijzen, carbonformulieren en documenten die alleen uit tekst of fijne lijnen bestaan.
c In het vak Tijd klikt u op de tijd waarop u de faxen in de wachtrij wilt vrijgeven. d In het vak Dag(en) klikt u op de dag waarop u de faxen in de wachtrij wilt vrijgeven. 9 Klik op Add (Voeg toe). Een fax doorsturen Met deze optie kunt u ontvangen faxen afdrukken en doorsturen naar een faxnummer, e-mailadres of LDSS. 1 Typ het IP-adres van de printer in het adresveld van uw webbrowser.
Scannen naar een computer of een apparaat met USB-flashgeheugen ADI Glasplaat Gebruik de ADI voor documenten met meerdere pagina's. Gebruik de glasplaat voor één pagina, kleine voorwerpen (zoals briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften). Met de scanner kunt u documenten rechtstreeks naar een computer of naar een apparaat met USB-flashgeheugen scannen.
8 Scan uw document. Er is automatisch een snelkoppelingsnummer toegekend toen u op Verzenden klikte. Gebruik dit snelkoppelingsnummer wanneer u uw documenten gaat scannen. a Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de automatische documentinvoer (ADI) of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
Informatie over de opties voor scannen naar de computer Zijden (Duplex) Deze optie geeft aan de printer door of het origineel eenzijdig (simplex) of dubbelzijdig (duplex) is bedrukt. De scanner weet nu wat er moet worden gescand om in het document te worden opgenomen. Opmerking: Dubbelzijdig scannen is niet beschikbaar op bepaalde printermodellen. Intensiteit Met deze optie geeft u aan hoeveel lichter of donkerder het gescande document moet worden in vergelijking met het origineel.
Het hulpprogramma ScanBack gebruiken Het hulpprogramma ScanBack gebruiken U kunt het LexmarkScanBackTM hulpprogramma gebruiken in plaats van de Embedded Web Server om de profielen Scannen naar PC te maken. Het ScanBack hulpprogramma staat op de cd Software en documentatie. 1 Uw scannen naar pc-profiel instellen. a Het hulpprogramma ScanBack openen b Selecteer de printer die u wilt gebruiken.
Storingen verhelpen Papierstoringen voorkomen De volgende tips kunnen papierstoringen helpen voorkomen: Aanbevelingen voor papierladen • Zorg ervoor dat het papier vlak in de lade is geplaatst. • Verwijder geen laden terwijl de printer bezig is met afdrukken. • Plaats geen afdrukmateriaal in de laden, universeellader of enveloppenlader terwijl de printer bezig is met afdrukken. Plaats het materiaal voordat u gaat afdrukken of wacht tot u wordt gevraagd afdrukmateriaal te plaatsen.
Informatie over storingsnummers en -locaties Als er een storing optreedt, toont de printer een bericht waarin de locatie van de storing wordt weergegeven. In de volgende afbeelding en tabel vindt u een overzicht van de papierstoringen die zich kunnen voordoen en de locatie van elke storing. Open alle kleppen en verwijder de laden zodat u bij de locaties kunt waar het afdrukmateriaal is vastgelopen.
200 Papier vast 1 Pak de handgreep vast en trek de standaardlade voor 250 vel (lade 1) en handinvoer naar buiten. 2 Verwijder het vastgelopen papier. Opmerking: Zorg dat u alle snippers papier eruit haalt. 3 Plaats de lade terug. 4 Druk op . 201 Papier vast 1 Pak de voorklep vast aan de handgrepen aan de zijkant en trek de klep naar u toe om deze te openen. LET OP—HEET OPPERVLAK: De binnenkant van de printer kan heet zijn.
2 Verwijder het vastgelopen papier. Opmerkingen: • zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd. • Als 200.xx Papier vast of 202.xx Papier vast wordt weergegeven, is er mogelijk een tweede vel vastgelopen. 3 Sluit de voorklep. 4 Druk op . 202 Papier vast 1 Pak de voorklep vast aan de handgrepen aan de zijkant en trek de klep naar u toe om deze te openen. LET OP—HEET OPPERVLAK: De binnenkant van de printer kan heet zijn.
2 Trek de groene hendel omhoog en trek de klep van het verhittingsstation naar u toe. 3 Houd de klep naar beneden gedrukt en verwijder het vastgelopen papier. De klep van het verhittingsstation gaat dicht wanneer u deze loslaat. Opmerking: zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd. 4 Sluit de voorklep. 5 Druk op .
230 Papier vast 1 Pak de voorklep vast aan de handgrepen aan de zijkant en trek de klep naar u toe om deze te openen. 2 Verwijder het vastgelopen papier. 3 Druk op . 235 Papier vast Deze papierstoring treedt op als het papier te kort is voor de duplexeenheid. 1 Pak de voorklep vast aan de handgrepen aan de zijkant en trek de klep naar u toe om deze te openen. 2 Verwijder het vastgelopen papier. 3 Vul de lade met papier van het juiste papierformaat (A4, letter, legal, folio). 4 Plaats de lade terug.
250 Papier vast 1 Druk op de hendel in de universeellader zodat u bij het vastgelopen papier kunt. 2 Verwijder het vastgelopen papier. Opmerking: Zorg dat u alle snippers papier eruit haalt. 3 Plaats de lade terug. 4 Druk op . 290 papier vast 1 Verwijder alle originele documenten uit de ADF. 2 Open de klep van de ADF en verwijder vastgelopen papier. 3 Sluit de klep van de ADI.
4 Open de klep van de scanner en verwijder vastgelopen pagina's. 5 Sluit de klep van de scanner. 6 Druk op .
Printermenu's Menuoverzicht Er is een aantal menu’s beschikbaar om op eenvoudige wijze uw printerinstellingen te wijzigen: deze menu’s kunnen worden geopend via het bedieningspaneel van de printer, de Embedded Web Server of het stuurprogramma van de toepassing. Opmerkingen: • Bepaalde menu's zijn niet beschikbaar bij bepaalde printermodellen. • De huidige standaardinstelling wordt aangegeven met een sterretje (*).
Menu supplies Menu-item Beschrijving Cyaan, magenta, gele of zwarte tonercartridges Eerste waarschuwing Laag Ongeldig Vervangen Ontbreekt of defect OK Niet-onderst. Hiermee kunt u de status van de tonercartridges weergeven. Beeldverwerkingskit OK Vervang zwarte beeldverwerkingskit Vervang zwarte en kleurenbeeldverwerkingskit Toont de status van de beeldverwerkingskit Toneroverloopbak Bijna vol Vervangen Ontbreekt OK Hiermee kunt u de status van de toneroverloopfles weergeven.
Menu Formaat/soort Menu-item Beschrijving Formaat lade Letter Legal Executive Oficio (Mexico) Folio Universal A4 A5 JIS B5 Hiermee wordt het papierformaat in elke lade opgegeven. Soort lade Normaal papier Karton Transparanten Kringlooppapier Glossy Etiketten Bankpost Briefhoofdpapier Voorbedrukt papier Gekleurd papier Licht papier Zwaar papier Ruw/katoen Aangepast Hiermee wordt de papiersoort in elke lade opgegeven. Pap.form/soort (handm.
Menu-item Beschrijving Pap.form/soort (handm.) Normaal papier Karton Transparanten Kringlooppapier Glossy Etiketten Bankpost Briefhoofdpapier Voorbedrukt papier Gekleurd papier Licht papier Zwaar papier Ruw/katoen Aangepast Hiermee wordt de papiersoort opgegeven die u handmatig plaatst. Formaat U-lader Letter Legal Executive Oficio (Mexico) Folio Statement Universal A4 A5 A5 JIS B5 Hiermee wordt het papierformaat in de universeellader opgegeven.
Menu-item Beschrijving Envelopformaat handm. invoer Hiermee wordt het envelopformaat opgegeven dat u handmatig plaatst. 10-envelop Opmerking: 10-envelop is de standaardinstelling in de VS. DL-envelop is de DL-envelop internationale standaardinstelling. C5-envelop B5-envelop Andere envelop 7 3/4-envelop 9-envelop Envelopsoort handm. invoer Envelop Aangepast Hiermee wordt de envelopsoort opgegeven die u handmatig plaatst. Opmerking: Envelop is de standaardinstelling.
Menu-item Beschrijving Struct bankpost Glad Normaal Ruw Hiermee wordt de relatieve structuur aangegeven van het papier dat in een specifieke lade is geplaatst. Struct envelop Glad Normaal Ruw Hiermee wordt de relatieve structuur aangegeven van de enveloppen die in een specifieke lade zijn geplaatst. Structuur briefhoofd Glad Normaal Ruw Hiermee wordt de relatieve structuur aangegeven van het papier dat in een specifieke lade is geplaatst.
Menu-item Beschrijving Papier aangepast Glad Normaal Ruw Hiermee wordt de relatieve structuur aangegeven van de aangepaste papiersoort die in een specifieke lade is geplaatst. Opmerkingen: • "Normaal" is de standaardinstelling. • Instellingen worden alleen weergegeven als de aangepaste soort wordt ondersteund.
Menu-items Definitie Lichtgewicht papier Licht Hiermee wordt het relatieve gewicht aangegeven van het lichtgewicht papier dat in een specifieke lade is geplaatst. Opmerkingen: • "Lichtgewicht" is de standaardinstelling. • Instellingen worden alleen weergegeven als lichtgewicht papier wordt ondersteund. Zwaar papier Zwaar Hiermee wordt het relatieve gewicht aangegeven van het zware papier dat in een specifieke lade is geplaatst. Opmerkingen: • "Zwaar" is de standaardinstelling.
Menu-item Beschrijving Briefhoofdpap. laden Dubbelzijdig Uit Hiermee bepaalt u of alle afdruktaken met "Briefhoofdpapier" als papiersoort dubbelzijdig worden afgedrukt. Voorbedrukt plaatsen Dubbelzijdig Uit Hiermee bepaalt u of alle afdruktaken met "Voorbedrukt papier" als papiersoort dubbelzijdig worden afgedrukt. Gekleurd laden Dubbelzijdig Uit Hiermee bepaalt u of alle afdruktaken met "Gekleurd" als papiersoort dubbelzijdig worden afgedrukt.
Menu-item Beschrijving Kringlooppapier Hiermee wordt een papiersoort opgegeven als de instelling Kringlooppapier wordt geselecteerd in andere menu's Papier Karton Opmerkingen: Transparanten • "Papier" is de standaardinstelling. Glossy • U kunt alleen afdrukken op de kringloopmateriaalsoort als deze wordt ondersteund door de Etiketten lade of invoer die u selecteert. Envelop Katoen Menu Aangepaste scanformaten) Menu-item Beschrijving Identiteitskaart Hiermee stelt u een niet-standaard scanformaat in.
Menu universele instellingen Met deze menu-items geeft u de hoogte en breedte op voor het universele papierformaat. De instelling voor het universele papierformaat is een door de gebruiker gedefinieerde instelling voor papierformaat. De instelling staat in de lijst met de andere papierformaatinstellingen en biedt soortgelijke opties, zoals ondersteuning voor dubbelzijdig afdrukken en meerdere pagina's afdrukken op één vel.
Menu-item Beschrijving Pagina Netwerkinstellingen Hiermee wordt een rapport afgedrukt met informatie over de instellingen van de netwerkprinter, zoals informatie over het TCP/IP-adres. Opmerking: Dit menu-item wordt alleen weergegeven op netwerkprinters of printers die zijn aangesloten op afdrukservers.
Menu Netwerk Menu-item Beschrijving PCL SmartSwitch Aan Uit Hiermee stelt u de printer zo in dat deze automatisch overschakelt op PCL-emulatie als dit door een afdruktaak wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal. Opmerkingen: • Aan is de standaardinstelling. • Als PCL SmartSwitch is ingesteld op Uit, controleert de printer de binnenkomende gegevens niet. • De printer gebruikt in dat geval PostScript-emulatie als PS SmartSwitch is ingesteld op Aan.
Menu-item Beschrijving Mac binair PS Aan Uit Auto Hiermee stelt u de printer in voor de verwerking van binaire PostScript-afdruktaken voor Macintosh. Opmerkingen: • Auto is de standaardinstelling. • Als Uit is ingesteld, filtert de printer afdruktaken die gebruikmaken van het standaardprotocol. • Als Aan is ingesteld, worden ruwe binaire PostScript-afdruktaken verwerkt. Netwerkinstallatie Hiermee worden alle menu's voor netwerkinstellingen weergegeven, ongeacht het actieve printernetwerk.
Menu USB Menu-item Beschrijving PCL SmartSwitch Hiermee stelt u de printer zo in dat deze automatisch overschakelt op PCL-emulatie als dit door een afdruktaak wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal. Aan Uit Opmerkingen: • Aan is de standaardinstelling. • Als PCL SmartSwitch is ingesteld op Uit, controleert de printer de binnenkomende gegevens niet. • De printer gebruikt in dat geval PostScript-emulatie als PS SmartSwitch is ingesteld op Aan.
Menu-item Beschrijving ENA-netmasker Hiermee stelt u de netmaskerinformatie in voor een externe afdrukserver die via een USB-kabel op de printer is aangesloten. Opmerking: Dit menu-item is alleen beschikbaar als de printer via de USB-poort is aangesloten op een externe afdrukserver. ENA-gateway Hiermee stelt u de gateway-informatie in voor een externe afdrukserver die via een USB-kabel op de printer is aangesloten.
Menu-item Beschrijving Ecomodus Uit Energie Energie/papier Papier Hiermee gebruikt u zo min mogelijk energie, papier of speciaal afdrukmateriaal. Opmerkingen: • Uit is de standaardinstelling. Met Uit worden op de printer de oorspronkelijke fabrieksinstellingen opnieuw ingesteld. • De instelling Energie beperkt het stroomgebruik van de printer tot een minimum. Mogelijk worden hierdoor de prestaties beïnvloed, maar niet de afdrukkwaliteit.
Menu-item Beschrijving Alarmen Alarminstelling Cartridge-alarm Hiermee wordt een alarm ingesteld dat klinkt wanneer de gebruiker moet ingrijpen. De beschikbare selecties voor elk alarmtype zijn: Uit Eén keer Continu Opmerkingen: • Eén keer is de standaardinstelling voor Alarminstelling. Als Eén keer is ingesteld, laat de printer drie korte alarmtonen horen. • Uit betekent dat er geen alarm klinkt. • Als Continu is ingesteld, herhaalt de printer de drie alarmtonen elke tien seconden.
Menu-item Beschrijving Afdrukherstel Herstel na storing Aan Uit Auto Hiermee geeft u op of de printer vastgelopen pagina's opnieuw afdrukt. Opmerkingen: • Auto is de standaardinstelling. De printer drukt vastgelopen pagina's opnieuw af, tenzij het geheugen om de pagina's op te slaan benodigd is voor andere afdruktaken. • Als Aan de instelling is, worden vastgelopen pagina's altijd opnieuw afgedrukt. • Als Uit de instelling is, worden vastgelopen pagina's nooit opnieuw afgedrukt.
Menu-item Beschrijving Zijden (Duplex) 1-zijdig naar 1-zijdig 1-zijdig naar 2-zijdig 2-zijdig naar 1-zijdig 2-zijdig naar 2-zijdig Hiermee geeft u op of een origineel document tweezijdig (duplex) of enkelzijdig (simplex) is bedrukt, en of dit vervolgens tweezijdig of enkelzijdig moet worden gekopieerd. Opmerkingen: • Duplex is niet beschikbaar op bepaalde printermodellen. • 1-zijdig naar 1-zijdig—De originele pagina is bedrukt aan één zijde. De gekopieerde pagina zal aan één kant worden bedrukt.
Menu-item Beschrijving Origineel Letter Legal Executive Folio Statement Universal Identiteitskaart 4 x 6 inch 3 x 5 inch Visitekaartje Aangepast scanformaat A4 A5 Oficio (Mexico) A6 JIS B5 Hiermee geeft u het papierformaat van het originele document op. Papierbron Lade Invoer voor losse vellen Invoer voor meerdere vellen Hiermee geeft u de papierbron voor kopieertaken op. Opmerkingen: • Letter is de standaardinstelling in de VS. A4 is de internationale standaardinstelling.
Menu-item Beschrijving Kopieën met prioriteit toestaan Maakt onderbreking van een afdruktaak mogelijk om een pagina of document te kopiëren. Aan Uit Opmerking: Aan is de standaardinstelling. Achtergrond verwijderen -4 tot +4 Hiermee stelt u in hoeveel van de achtergrond zichtbaar is op een kopie. Kleurbalans Cyaan–Rood Magenta-Groen Geel-Blauw Hiermee stelt u de kleurstelling in van-4 tot +4. Contrast 0-5 Beste instelling voor inhoud Hiermee kunt u het contrast voor de kopieertaak opgeven.
Menu-item Beschrijving Geheugengebruik Alles ontvangen Meestal ontvangen Gelijk Meestal verzenden Alles verzenden Hiermee bepaalt u de hoeveelheid niet-vluchtig geheugen die voor een faxtaak kan worden gebruikt. Opmerkingen: • Met de optie “Alles ontvangen” stelt u in dat in het hele geheugen faxtaken worden ontvangen. • Met de optie “Meestal ontvangen” stelt u in dat in het grootste deel van het geheugen faxtaken worden ontvangen. • Gelijk is de standaardinstelling.
Menu-item Beschrijving Origineel Letter Legal Executive Combinatie Letter/Legal Folio Statement A4 A5 A6 Oficio (Mexico) JIS B5 4x6 3x5 Identiteitskaart Universal Aangepast scanformaat Visitekaartje Hiermee geeft u het papierformaat op van het document dat wordt gescand. Duplex Uit Lange zijde Korte zijde Hiermee geeft u op in welke stand de tekst en afbeeldingen op de pagina worden afgedrukt. Opmerking: Letter is de standaardinstelling in de VS. A4 is de internationale standaardinstelling.
Menu-item Beschrijving Automatisch opnieuw kiezen 0–9 Hiermee geeft u op hoe vaak de printer moet proberen een fax naar het opgegeven nummer te verzenden. Opmerking: 5 is de standaardinstelling. Aantal keren opnieuw kiezen 1–200 Hiermee geeft u het aantal minuten op tussen elke kiespoging. Opmerking: De standaardinstelling is 3 minuten. Achter een PABX Ja Nee Hiermee kunt u het bellen zonder kiestoon inschakelen. ECM inschakelen Ja Nee Hiermee schakelt u de modus Foutcorrectie in voor faxtaken.
Menu-item Beschrijving Kleurenscans fax inschakelen Aan Uit Hiermee kunt u kleuren faxen. Kleurenfaxen automatisch converteren naar zwart-witfaxen Aan Uit Alle uitgaande faxen worden geconverteerd naar zwartwitfaxen. Opmerking: Aan is de standaardinstelling. Opmerking: Aan is de standaardinstelling. Faxontvangstinstellingen Menu-item Beschrijving Faxen ontvangen inschakelen Biedt de mogelijkheid faxtaken te ontvangen via de printer. Aan Opmerking: Aan is de standaardinstelling.
Menu-item Beschrijving Max. snelheid 2400 4800 9600 14400 33600 Hiermee geeft u in baud de maximumsnelheid op waarmee faxen worden ontvangen. Fax zonder naam blokkeren Aan Uit Hiermee kunt u inkomende faxen blokkeren die verzonden zijn vanaf een apparaat zonder station-ID. Opmerking: 33600 (baud) is de standaardinstelling. Opmerking: Uit is de standaardinstelling.
Luidsprekerinstellingen Menu-item Beschrijving Luidsprekermodus Opmerkingen: Altijd uit • Met de optie Altijd uit schakelt u de luidspreker uit. Aan tot verbinding • “Aan tot verbinding” is de standaardinstelling. De luidspreker is aan en geeft een geluid Altijd aan weer totdat er een faxverbinding tot stand is gebracht. • Met de optie Altijd aan schakelt u de luidspreker in. Luidsprekervolume Hiermee stelt u het volume in. Hoog Opmerking: Hoog is de standaardinstelling.
Scaninstellingen Menu-item Beschrijving Beeldformaat PDF (.pdf) TIFF (.tif) JPEG (.jpg) Hiermee geeft u de indeling van het bestand op. PDF-versie 1.2–1.6 Hiermee stelt u de versie in van het pdf-bestand die wordt gescand naar USB. Opmerking: PDF is de standaardinstelling. Opmerking: 1,5 is de standaardinstelling. Inhoud Tekst Tekst/foto Foto Hiermee geeft u het type inhoud op dat naar USB wordt gescand. Opmerkingen: • Tekst wordt gebruikt als het document hoofdzakelijk uit tekst bestaat.
Menu-item Beschrijving Origineel Letter Legal Executive Folio Statement Universal 4 x 6 inch 3 x 5 inch Visitekaartje Aangepast scanformaat A4 A5 Oficio (Mexico) A6 JIS B5 Hiermee geeft u het papierformaat op van het document dat wordt gescand. Zijden (Duplex) Uit Lange zijde Korte zijde Hiermee geeft u op in welke stand de tekst en afbeeldingen op de pagina worden afgedrukt. Opmerking: Letter is de standaardinstelling in de VS. A4 is de internationale standaardinstelling.
Menu-item Beschrijving Multipage TIFF gebruiken Aan Uit Hiermee kunt u kiezen tussen single-page en multi-page TIFFbestanden. Bij een scan van meerdere pagina's ten behoeve van een USB-taak, kan één TIFF-bestand worden gemaakt dat alle pagina's van de taak bevat of kunnen meerdere TIFF-bestanden worden gemaakt die elk één pagina van de taak bevatten. Opmerkingen: • Aan is de standaardinstelling. • Dit menu-item heeft betrekking op alle scanfuncties.
Afdrukinstellingen Menu Instellingen Menu-item Beschrijving Printertaal PS-emulatie PCL-emulatie PPDS-emulatie Hiermee bepaalt u welke printertaal de afdrukserver gebruikt om gegevens naar de printer te verzenden Afdrukgebied Normaal Passend maken Hele pagina Bepaalt afdrukgebied op papier Opmerking: PS is de standaardinstelling. Opmerking: Normaal is de standaardinstelling.
Menu-item Beschrijving Sorteren Aan Uit Hiermee houdt u de pagina's van een afdruktaak op volgorde als u meerdere exemplaren afdrukt. Opmerkingen: • Uit is de standaardinstelling. De pagina's worden niet gesorteerd. • Met de instelling Aan wordt de afdruktaak op volgorde gehouden. • Beide instellingen zorgen ervoor dat de gehele afdruktaak zo vaak wordt afgedrukt als is opgegeven in de menu-instelling Kopiëren.
Menu Kwaliteit Menu-item Beschrijving Kleurcorrectie Auto Uit Handmatig Hiermee wordt de kleuruitvoer op de gedrukte pagina aangepast. Opmerkingen: • Auto is de standaardinstelling. Met Auto past u op elk object op de afgedrukte pagina een andere kleurconversietabel toe. • Met de instelling Uit wordt de kleurcorrectie uitgeschakeld. • Met de instelling Handmatig kunnen de kleurtabellen worden aangepast op basis van de instellingen die in het menu Aangepaste kleur beschikbaar zijn.
Menu-item Beschrijving RGB-verzadiging 0-5 Hiermee wordt de verzadiging in de kleuruitvoer aangepast. Opmerkingen: • 0 is de standaardinstelling. • Dit menu-item heeft geen invloed op bestanden met CMYK-kleurspecificaties. Kleurbalans Cyaan Magenta Geel Zwart Standaardwaarden herstellen Hiermee kunt u de kleur van de afgedrukte uitvoer subtiel aanpassen door de hoeveelheid toner die wordt gebruikt voor elk kleurvlak afzonderlijk te wijzigen. Hiermee stelt u de kleurstelling in van-5 tot +5.
Menu-item Beschrijving Aangepaste kleur (CMYK) CMYK-kleurbeeld CMYK-tekst CMYK-afbeeldingen Hiermee kunnen CMYK-kleurconversies worden aangepast. De waarden voor de instellingen zijn: USCMYK EuroCMYK CMYK-levendig Uit Opmerkingen: • CMYK-VS is de standaardinstelling in de VS. • CMYK-Euro is de internationale standaardinstelling. • Met "CMYK-levendig wordt een tabel voor kleurconversie toegepast die helderder kleuren met een hogere verzadiging oplevert. • Met Uit wordt de kleurconversie uitgeschakeld.
Menu PostScript Menu-item Beschrijving PS-fout afdrukken Aan Uit Hiermee wordt een pagina afgedrukt die de PostScript-fout bevat. Opmerking: Uit is de standaardinstelling. Afbeelding gladmaken Hiermee worden het contrast en de scherpte verbeterd van afbeeldingen met een lage resolutie en worden de kleurovergangen soepeler gemaakt. Aan Uit Opmerkingen: • Uit is de standaardinstelling. • De instelling Afbeelding gladmaken is niet van invloed op afbeeldingen met een resolutie van 300 dpi of hoger.
Menu-item Beschrijving Instellingen menu PCL-emulatie Hiermee wijzigt u de puntgrootte van schaalbare typografische lettertypen. Puntgrootte Opmerkingen: 1,00-1008,00 • 12 is de standaardinstelling. • Puntgrootte heeft betrekking op de hoogte van de tekens in het lettertype. Eén punt is ongeveer gelijk aan 0,35 mm. • Puntgroottes kunnen worden aangepast in stappen van 0,25 punten.
Menu-item Beschrijving Instellingen menu PCL-emulatie Hiermee geeft u aan of de printer automatisch een nieuwe regel (NR) uitvoert na een opdracht voor een harde return (HR). Automatisch NR na HR Aan Opmerkingen: Uit • Uit is de standaardinstelling. • Het menu PPDS-emulatie neemt de gewijzigde instellingen over.
Menu-item Beschrijving Omkeren Aan Uit Hiermee keert u tweekleurige zwart-witafbeeldingen om. Opmerkingen: • Uit is de standaardinstelling. • De lettertypegrootte kan in stappen van 1 worden aangepast. • Deze instelling geldt niet voor GIF- of JPEG-afbeeldingen. Hiermee schaalt u de afbeelding zodat deze past op het geselecteerde papierformaat. Schaling Linkerbvnhoek verank. Opmerking: Meest gelijkend is de standaardinstelling.
Menu-item Beschrijving Indeling Auto Uit 2 per vel 3 per vel 4 per vel 6 per vel 9 per vel 12 per vel 16 per vel Index afdrukken Bepaalt het maximale aantal afbeeldingen dat op één kant van het papier kan worden afgedrukt Kwaliteit Normaal Concept Fijn Bepaalt welke waarden voor de resolutie, tonerintensiteit en kleur door het apparaat worden gebruikt bij het afdrukken van foto's die van een PictBridge-apparaat afkomstig zijn Opmerkingen: • Auto is de standaardinstelling.
Menu-item Beschrijving Tijdzone (Noord-, Midden- en Zuid-Amerika) Hawaï * Alaska Tijuana (PST) VS/Canada PST VS/Canada MST VS/Canada CST VS/Canada EST Canada AST Caracas (VET) Newfoundland (NST) Brasilia (BRT) Hiermee kunt u de tijdzone voor de fax instellen. Tijdzone (Europa en Afrika) Azoren (AZOT) Praia (CVT) * GMT (*) Dublin, Ierland Londen (BST) West-Europa Centraal-Europa Oost-Europa Cairo (EET) Pretoria (SAST) * Moskou (MSK) Hiermee kunt u de tijdzone voor de fax instellen.
Menu-item Beschrijving Tijdzone (Australië en landen in de Stille Oceaan) Australië WST Australië CST Darwin (CST) * Australië EST Queensland (EST) * Tasmanië (EST) Wellington (NZST) Niet in de lijst Hiermee kunt u de tijdzone voor de fax instellen. Zomertijd gebruiken Aan Uit Hiermee kunt zomertijd instellen (DST-modus).
Printerberichten Lijst met statusberichten en foutmeldingen USB openen na scan Er is een USB-station in de printer geplaatst tijdens het scannen. Druk op het toetsenblok op 1 om het station te openen na het scannen of druk op 2 om het USB-station te negeren. USB nu openen Er is een USB-station in de printer geplaatst terwijl de printer een taak (kopie, fax, e-mail of FTP) aan het configureren was of terwijl het menu was geopend.
bijna leeg Vervang de tonercartridge en wacht tot het bericht is verdwenen. Kiezen Er wordt een faxnummer gekozen. Bij een lang nummer dat niet op het scherm past, wordt alleen het woord Kiezen weergegeven. Wacht tot het bericht is verdwenen. NIET AANRAKEN De printer ontvangt een code voor het bijwerken van een bestand. Wacht tot het bericht is verdwenen. Let op—Kans op beschadiging: Schakel de printer niet uit en raak de printer niet aan zolang dit bericht op het display wordt weergegeven.
Inkomende oproep Dit bericht wordt weergegeven als de handmatige faxmodus wordt gebruikt. Druk op voor een kleurenfax. of op voor een zwart-witte fax Plaats invoerlade Schuif de aangegeven lade volledig in de printer. Ongeldige enginecode De enginecode is ongeldig. Neem contact op met de klantenservice. Ongeldige netwerkcode De netwerkcode is ongeldig. Neem contact op met de klantenservice.
Onderhoud De printer heeft onderhoud nodig. Bel voor service. Geheugen vol: kan geen faxen versturen Het geheugen van de printer is vol. Druk op om het bericht te wissen en de fax te annuleren. • Verklein de faxresolutie en probeer de fax opnieuw te verzenden. • Verklein het aantal pagina’s in de fax en prober de fax opnieuw te verzenden. Menu's zijn uitgeschakeld De printermenu's zijn uitgeschakeld. U kunt de printerinstellingen niet wijzigen via het bedieningspaneel.
Foto te groot De foto die naar de printer is verzonden is groter dan het huidige papierformaat. Druk op de pijltoetsen tot Meest overeenkomende fotoformaat of Passend maken wordt weergegeven en druk vervolgens op . Spaarstand Wanneer er geen afdruktaken zijn, schakelt de printer over naar de energiebesparende modus (Sleep-modus). • Stuur een afdruktaak naar de printer. • Raak aan om de printer op te laten warmen tot de normale bedrijfstemperatuur. Daarna wordt Gereed weergegeven.
Beheer op afstand actief De printer is offline tijdens het configureren van de instellingen. Wacht tot het bericht is verdwenen. Verwijder alle originele documenten uit de ADI. Verwijder papier uit de ADI om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. Verwijder verpakkingsmateriaal Controleer of er verpakkingsmaterialen zijn en verwijder deze van de tonercartridges. Verwijder papier uit standaarduitvoerlade Verwijder de stapel papier uit de standaarduitvoerlade.
Standaarduitvoerlade vol Leeg de standaarduitvoerlade om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. Lade leeg Probeer een van de volgende opties: • Vul de papierlade of een andere invoerlade met papier van de juiste soort en het juiste formaat. • Houd ingedrukt en druk vervolgens op om de actieve taak te annuleren. Lade bijna leeg Wacht to de printer niet meer aan het afdrukken is en vul de papierlade of een andere bron met papier van de juiste soort en het juiste formaat.
wachten, teveel gebeurtenissen Wacht tot het bericht is verdwenen. Let op—Kans op beschadiging: Schakel de printer niet uit zolang dit bericht op het display wordt weergegeven. 30.yy cartridge ontbreekt Plaats de ontbrekende tonercartridge om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. 31.yy cartridge defect Vervang de defecte tonercartridge door een nieuwe cartridge. 31.yy beeldverwerkingskit defect Vervang de beeldverwerkingskit. 32.
Probeer een van de volgende oplossingen: • Druk op en druk vervolgens op om het afdrukken te annuleren. • Vereenvoudig de afdruktaak door de hoeveelheid tekst of afbeeldingen op een pagina te verminderen en onnodige lettertypen en macro's te verwijderen. • Installeer extra printergeheugen. 39 Pagina is te complex. Bepaalde gegevens worden mogelijk niet afgedrukt De pagina is te complex om te worden afgedrukt. Druk op annuleren.
54 Netwerk Softwarefout De printer heeft geconstateerd dat er een netwerkpoort is geïnstalleerd, maar kan hier niet mee communiceren. De printer schakelt alle communicatie naar de bijbehorende netwerkinterface uit. Probeer een van de volgende opties: • Druk op om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. • Stel de printer opnieuw in door de printer uit- en weer in te schakelen. • Upgrade (flash) de netwerkfirmware in de printer of afdrukserver.
82 Vervang toneroverloopbak Vervang de toneroverloopfles. Raadpleeg voor meer informatie. “De toneroverloopfles vervangen” op pagina 173. 82.yy Toneroverloopbak ontbreekt Vervang de toneroverloopfles en druk op om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. 88.yy cartridge is bijna leeg Druk op om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. 88.yy Vervang cartridge Vervang de tonercartridge.
235 Papier vast, controleer duplex Er is een niet-ondersteund papierformaat vastgelopen in de duplexeenheid. 1 Open de voorklep 2 Verwijder het vastgelopen papier. 3 Selecteer de lade met het juiste papierformaat. 4 Druk op om het afdrukken te hervatten. 24x Papier vast, controleer lade x 1 Trek de lade naar buiten. 2 Verwijder het vastgelopen papier. 3 Plaats de lade weer in de printer. Nadat u alle vastgelopen papier hebt verwijderd wordt het afdrukken hervat.
1 Buig de pagina’s en waaier ze uit. 2 Plaats de pagina’s in de ADI. 3 Pas de ADI-geleiders aan. 4 Druk op het toetsenbord op om een zwart-witte taak te starten of op om een kleurentaak te starten. 293.02 Klep flatbed is open Sluit de klep van de scanner. 294 ADI-storing De locatie van deze storing kan ook worden aangeduid als 294.04 Duplexsensor staat uit-storing, 294.05 Scansensor staat uit-storing, of 294.06 ADI handmatige invoer-storing.
941.01 Druk de magenta tonercartridge naar beneden zodat deze goed is geïnstalleerd. Schakel de printer uit, wacht ongeveer 10 seconden en schakel de printer vervolgens weer in. 942.01 Druk de gele tonercartridge naar beneden zodat deze goed is geïnstalleerd. Schakel de printer uit, wacht ongeveer 10 seconden en schakel de printer vervolgens weer in 943.01 Druk de zwarte tonercartridge naar beneden zodat deze goed is geïnstalleerd.
De printer onderhouden Bepaalde taken moeten regelmatig worden uitgevoerd om een optimale afdrukkwaliteit te behouden. Supplies bewaren Bewaar supplies in een koele, schone ruimte. Supplies moeten altijd rechtop in de originele verpakking worden bewaard tot het moment waarop ze worden gebruikt. Stel de printersupplies niet bloot aan: • • • • • • direct zonlicht; temperaturen boven 35 °C; hoge vochtigheidsgraad (boven 80%); zilte lucht; corroderende gassen; grote hoeveelheden stof.
Zuinig omgaan met supplies U kunt op het bedieningspaneel van de printer bepaalde instellingen wijzigen om toner en papier te besparen. Raadpleeg voor meer informatie de menu's Supplies, Kwaliteit en Afwerking. Wilt u meerdere exemplaren afdrukken, dan kunt u supplies besparen door het eerste exemplaar af te drukken, dit eerst te controleren en daarna pas de rest af te drukken. U weet dan zeker dat alle afdrukken correct zijn.
Artikelnaam Artikelnummer C540-, C543- en X543-serie C544- en X544serie Extra hoog rendement cyaan retourprogramma tonercartridge C544X1CG Niet ondersteund Extra hoog rendement magenta retourprogramma tonercartridge C544X1MG Niet ondersteund Extra hoog rendement gele retourprogramma tonercartridge C544X1YG Niet ondersteund Extra hoog rendement zwarte tonercartridge C544X2KG Niet ondersteund Extra hoog rendement cyaan tonercartridge Tonercartridge C544X2CG Niet ondersteund Extra hoog rendeme
3 Open de bovenklep. 4 Verwijder de rechterzijklep.
5 Druk op de groene hendels aan beide zijden van de toneroverloopfles en verwijder de fles. 6 Plaats de toneroverloopfles in de meegeleverde verpakking. 7 Plaats de nieuwe toneroverloopfles. 8 Plaats de rechterzijklep terug.
9 Sluit de bovenklep. 10 Sluit de voorklep. Een zwarte beeldverwerkingskit vervangen Vervang de zwarte kit als Beeldverwerkingskit wordt weergegeven. 1 Pak de voorklep vast aan de handgrepen aan de zijkant en trek de klep naar u toe. LET OP—HEET OPPERVLAK: De binnenkant van de printer kan heet zijn. Om letsel te voorkomen, moet u een heet oppervlak eerst laten afkoelen voordat u het aanraakt.
2 Open de bovenklep. 3 Verwijder de tonercartridges door de handgrepen op te tillen en de tonercartridges voorzichtig uit de beeldverwerkingskit te trekken. 4 Verwijder de rechterzijklep.
5 Druk op de groene hendels aan beide zijden van de toneroverloopfles en verwijder de fles. 6 Licht de blauwe hendels van de beeldverwerkingskit op en trek de kit naar u toe. 7 Druk op de blauwe hendels, pak de groene handgrepen aan de zijkanten vast en trek de beeldverwerkingskit naar buiten. Let op—Kans op beschadiging: Raak de onderkant van de beeldverwerkingskit niet aan. Dit kan de beeldverwerkingskit beschadigen.
8 Verwijder de gele, cyaan en magenta developer-eenheden. 9 Haal de nieuwe zwarte kit uit de verpakking. Verwijder het verpakkingsmateriaal van de zwarte developer-eenheid niet. 10 Schud de zwarte developer-eenheid zachtjes heen en weer. 11 Verwijder het verpakkingsmateriaal van de zwarte developer-eenheid. 12 Plaats de zwarte developer-eenheid.
13 Plaats de gele, cyaan en magenta developer-eenheden terug. Opmerking: Zorg ervoor dat u elke developer-eenheid in de juiste sleuf voor de betreffende kleur plaatst. 14 Plaats de gebruikte zwarte kit in de meegeleverde verpakking. 15 Lijn de beeldverwerkingskit uit en plaats de kit in de printer. 16 Draai de blauwe hendels omlaag tot de beeldverwerkingskit vastklikt.
17 Vervang de toneroverloopfles. 18 Plaats de rechterzijklep terug. 19 Vervang de tonercartridges.
20 Sluit de bovenklep. 21 Sluit de voorklep. Een zwarte- en kleurenbeeldverwerkingskit vervangen Vervang de zwarte en kleurenbeeldverwerkingskit als Beeldverwerkingskit wordt weergegeven. 1 Pak de voorklep vast aan de handgrepen aan de zijkant en trek de klep naar u toe om deze te openen. LET OP—HEET OPPERVLAK: De binnenkant van de printer kan heet zijn. Om letsel te voorkomen, moet u een heet oppervlak eerst laten afkoelen voordat u het aanraakt.
2 Open de bovenklep. 3 Verwijder de tonercartridges door de handgrepen op te tillen en de tonercartridges voorzichtig uit de beeldverwerkingskit te trekken. 4 Verwijder de rechterzijklep.
5 Druk op de groene hendels aan beide zijden van de toneroverloopfles en verwijder de fles. 6 Licht de blauwe hendels van de beeldverwerkingskit op en trek de kit naar u toe. 7 Druk op de blauwe hendels, pak de groene handgrepen aan de zijkanten vast en trek de beeldverwerkingskit naar buiten. Let op—Kans op beschadiging: Raak de onderkant van de beeldverwerkingskit niet aan. Dit kan de beeldverwerkingskit beschadigen. 8 Haal de nieuwe zwarte en kleurenkit uit de verpakking.
9 Schud de gele, cyaan, magenta en zwarte developer-eenheden zachtjes heen en weer. 10 Verwijder het verpakkingsmateriaal van de gele, cyaan, magenta en zwarte developer-eenheden. 11 Plaats de gele, cyaan, magenta en zwarte developer-eenheden. 12 Plaats de gebruikte zwarte en kleurenkit in de meegeleverde verpakking. 13 Lijn de beeldverwerkingskit uit en plaats de kit in de printer.
14 Vervang de toneroverloopfles. 15 Plaats de rechterzijklep terug. 16 Vervang de tonercartridges.
17 Sluit de bovenklep. 18 Sluit de voorklep. Een tonercartridge vervangen Verwijder de betreffende tonercartridge (geel, cyaan, magenta of zwart) als 88 Vervang cartridge wordt weergegeven. De printer hervat het afdrukken pas nadat de betreffende cartridge is vervangen. Let op—Kans op beschadiging: Schade die wordt veroorzaakt door het gebruik van een tonercartridge die niet van het merk Lexmark is, valt niet onder de garantie.
3 Open de bovenklep. 4 Verwijder de tonercartridge door de hendel omhoog te drukken en deze voorzichtig uit de beeldverwerkingskit te trekken.
5 Lijn de nieuwe tonercartridge uit en druk deze vervolgens omlaag totdat de cartridge helemaal in de sleuf zit. 6 Sluit de bovenklep. Een developer-eenheid vervangen Vervang een developer-eenheid als er een probleem met de afdrukkwaliteit optreedt of als de printer is beschadigd. 1 Pak de voorklep vast aan de handgrepen aan de zijkant en trek de klep naar u toe om deze te openen. LET OP—HEET OPPERVLAK: De binnenkant van de printer kan heet zijn.
2 Open de bovenklep. 3 Verwijder de tonercartridges door de handgrepen op te tillen en de tonercartridges voorzichtig uit de beeldverwerkingskit te trekken.
4 Verwijder de rechterzijklep. 5 Druk op de groene hendels aan beide zijden van de toneroverloopfles en verwijder de fles. 6 Licht de blauwe hendels van de beeldverwerkingskit op en trek de kit naar u toe.
7 Druk op de blauwe hendels, pak de handgrepen aan de zijkanten vast en trek de beeldverwerkingskit naar buiten. Let op—Kans op beschadiging: Raak de onderkant van de beeldverwerkingskit niet aan. Dit kan de beeldverwerkingskit beschadigen. 8 Verwijder de gebruikte developer-eenheid. 9 Plaats de gebruikte developer-eenheid in de meegeleverde verpakking. 10 Haal de nieuwe developer-eenheid uit de verpakking. Verwijder het verpakkingsmateriaal van de developer-eenheid niet.
13 Plaats de developer-eenheid. 14 Lijn de beeldverwerkingskit uit en plaats de kit in de printer.
15 Vervang de toneroverloopfles. 16 Plaats de rechterzijklep terug. 17 Vervang de tonercartridges.
18 Sluit de bovenklep. 19 Sluit de voorklep. Lexmark producten hergebruiken U retourneert als volgt een Lexmark product voor hergebruik: 1 Als u een inktcartridge wilt retourneren, plaatst u deze in het retourzakje dat bij het product is geleverd. Opmerking: het retourzakje is niet in alle landen en regio's beschikbaar. 2 Bezoek de website van Lexmark op www.lexmark.com/recycle. 3 Volg de aanwijzingen op het scherm.
3 Maak een schone, stofvrije doek vochtig met water. Let op—Kans op beschadiging: Gebruik geen schoonmaak- of wasmiddelen. Hiermee kunt u de afwerking van de printer beschadigen. 4 Veeg alleen de buitenkant van de printer schoon, inclusief de standaarduitvoerlade. Let op—Kans op beschadiging: Als u de binnenkant van de printer reinigt met een vochtige doek, kunt u de printer beschadigen. 5 Controleer of de standaarduitvoerlade droog is voor u een nieuwe afdruktaak start.
De printer verplaatsen Voordat u de printer verplaatst LET OP—KANS OP LETSEL: De printer weegt meer dan 18 kg en moet door twee of meer getrainde personeelsleden worden verplaatst. LET OP—KANS OP LETSEL: neem de volgende richtlijnen door voor u de printer verplaatst om te voorkomen dat u zich bezeert of dat de printer beschadigd raakt: • Schakel de printer uit met de aan/uit-knop en haal de stekker uit het stopcontact. • Maak alle snoeren en kabels los van de printer voordat u de printer verplaatst.
Beheerdersondersteuning Geavanceerde netwerkinformatie en beheerdersinformatie weergeven In dit hoofdstuk worden de standaardondersteuningstaken voor beheerders beschreven. Raadpleeg de Handleiding netwerken op de cd Software en documentatie en de Embedded Web Server Administrator's Guide (beheerdershandleiding voor de Embedded Web Server) op de website van Lexmark op www.lexmark.com voor informatie over geavanceerde systeemondersteuningstaken.
7 Druk op de pijltoetsen om het aantal minuten in te voeren dat de printer moet wachten voordat deze overschakelt naar de spaarstand. Het instelbereik ligt tussen de 1 en 240 minuten. 8 Druk op . Wijzigingen verzenden wordt weergegeven. 9 Druk op en druk vervolgens op totdat Gereed wordt weergegeven. Opmerking: de instelling voor de spaarstand kunt u ook aanpassen door het IP-adres van de printer in het adresveld van de webbrowser te typen.
4 Selecteer de items waarvoor u meldingen wilt ontvangen en typ de e-mailadressen waarop u e-mailmeldingen wilt ontvangen. 5 Klik op Submit (Verzenden). Opmerking: neem contact op met de systeembeheerder om de e-mailserver in te stellen. Rapporten bekijken U kunt een aantal rapporten bekijken vanuit de Embedded Web Server. Deze rapporten zijn handig voor het bepalen van de status van de printer, het netwerk en de supplies.
Problemen oplossen Eenvoudige printerproblemen oplossen Als er algemene printerproblemen zijn of als de printer niet reageert, controleert u het volgende: • • • • • • Het netsnoer is goed aangesloten op de printer en op een geaard stopcontact. het stopcontact niet is uitgeschakeld met behulp van een schakelaar of stroomonderbreker; De printer niet is aangesloten op een spanningsbeveiliger, een UPS of een verlengsnoer. Andere elektrische apparatuur die op het stopcontact is aangesloten, werkt.
Er wordt een foutbericht over het lezen van het USB-station weergegeven Controleer of het USB-station wordt ondersteund. Raadpleeg de website van Lexmark op www.lexmark.com voor informatie over geteste en goedgekeurde apparaten met USB-flashgeheugen. Taken worden niet afgedrukt Hierna volgen mogelijke oplossingen.
SCHAKEL DE FUNCTIE PAGINABEVEILIGING UIT. 1 Druk op op het bedieningspaneel van de printer. 2 Druk op de pijltoetsen tot Instellingen wordt weergegeven en druk op . 3 Druk op de pijltoetsen tot Menu Instellingen wordt weergegeven en druk op 4 Druk op de pijltoetsen tot Afdrukherstel wordt weergegeven en druk op . 5 Druk op de pijltoetsen tot Paginabeveiliging wordt weergegeven en druk op 6 Druk op de pijltoetsen tot Uit wordt weergegeven en druk op . . .
grote afdruktaken worden niet gesorteerd Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende oplossingen: CONTROLEER OF SORTEREN IS INGESCHAKELD. Stel Sorteren in op Aan in het menu Afwerking op het bedieningspaneel van de printer, in Printereigenschappen of in het afdrukvenster. Opmerking: als u Sorteren uitschakelt in de software, wordt de instelling in het menu Afwerking overschreven. VERMINDER DE COMPLEXITEIT VAN DE AFDRUKTAAK.
De klep van de scannereenheid kan niet worden gesloten Controleer of de klep niet wordt geblokkeerd: 1 Open de klep van de scanner. 2 Verwijder eventuele blokkades terwijl u de klep open houdt. 3 Sluit de klep van de scanner.
DE KOPIE IS TE LICHT OF TE DONKER Pas de instelling voor kopieerintensiteit. CONTROLEER DE KWALITEIT VAN HET ORIGINEEL Zorg dat het document van goede kwaliteit is. CONTROLEER DE PLAATSING VAN HET ORIGINEEL Zorg dat het document of de foto linksboven op de glasplaat is geplaatst, met de bedrukte zijde naar beneden. ONGEWENSTE TONER OP DE ACHTERGROND • Wijzig de instelling voor intensiteit in een lichtere waarde. • Wijzig de instelling voor Achtergrond verwijderen in het menu Kopieerinstellingen.
Problemen met de scanner oplossen Een niet-reagerende scanner controleren Als de scanner niet reageert, controleer dan of: • de printer aan staat; • De printerkabel is goed aangesloten op de printer en op de hostcomputer, op de afdrukserver, optie of een ander netwerkapparaat. • • • • Het netsnoer is aangesloten op de printer en op een geaard stopcontact. Het stopcontact is niet uitgeschakeld met een schakelaar of een stroomonderbreker.
MOGELIJK IS DE GLASPLAAT VUIL. Reinig de glasplaat met een schone, stofvrije doek die met water is bevochtigd. Zie “De glasplaat reinigen” op pagina 196 voor meer informatie. PAS DE SCANRESOLUTIE AAN Verhoog de resolutie van de scan voor een betere kwaliteit van de uitvoer. CONTROLEER DE KWALITEIT VAN HET ORIGINEEL Zorg dat het document van goede kwaliteit is.
Problemen met faxen oplossen Nummerweergave werkt niet Neem contact op met uw telefoonmaatschappij om te controleren of u bent geabonneerd op de dienst Nummerweergave. Als er in uw regio meerdere patronen voor beller-ID's worden ondersteund, dient u mogelijk de standaardinstelling te wijzigen. Er zijn twee instellingen beschikbaar: FSK (signaal 1) en DTMF (signaal 2).
WERK DEZE CONTROLELIJST VOOR DIGITALE TELEFONIE AF De faxmodem is een analoog apparaat. U kunt bepaalde apparaten op de printer aansluiten om gebruik te maken van diensten voor digitale telefonie. • Als u een ISDN-lijn gebruikt, sluit u de printer op de analoge telefoonaansluiting (een zogenaamde Rinterfacepoort) van een ISDN-adapter aan. Neem voor meer informatie en voor het bestellen van een Rinterfacepoort contact op met uw ISDN-provider.
Kan wel faxen verzenden, maar niet ontvangen Hierna volgen mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende opties: CONTROLEER OF DE PAPIERLADE LEEG IS Vul de lade met papier. CONTROLEER DE INSTELLINGEN VOOR HET MAXIMALE AANTAL BELSIGNALEN. Het maximale aantal belsignalen is het aantal belsignalen dat wordt doorgegeven voordat de printer antwoordt.
Ontvangen fax heeft een slechte afdrukkwaliteit Hierna volgen mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende opties: VERZEND HET DOCUMENT OPNIEUW Vraag de afzender van de fax om: • Te controleren of het originele document van goede kwaliteit is. • Verzend de fax opnieuw. Er is mogelijk een probleem opgetreden met de kwaliteit van de telefoonverbinding. • Verhoog de scanresolutie van de fax (indien mogelijk).
5 Klik op No Name Fax (Fax zonder naam blokkeren). Deze optie blokkeert alle inkomende faxen zonder faxstationnaam of met een privégebruikers-ID. 6 Voer in het veld Lijst met geblokkeerde faxnummers de telefoonnummers of de faxstationnamen in van specifieke faxverzenders die u wilt blokkeren. Problemen met opties oplossen Optie functioneert niet goed of helemaal niet meer nadat deze is geïnstalleerd Hieronder volgen mogelijke oplossingen.
STEL DE PRINTER IN OP DE BEGINWAARDEN. Zet de printer uit. Wacht 10 seconden. Zet de printer weer aan. Universeellader CONTROLEER DE UNIVERSEELLADER. Controleer of de duolader voor 650 vel (universeellader) correct is geplaatst. VERHELP STORINGEN Verhelp eventuele storingen in de universeellader. CONTROLEER DE NETSNOERAANSLUITING Zorg dat: • Het netsnoer is goed aangesloten op de printer en op een geaard stopcontact. • Het stopcontact werkt. CONTROLEER HET PAPIER.
ZORG ERVOOR DAT ER NIET TE VEEL PAPIER IN DE PAPIERLADE LIGT Zorg ervoor dat u niet meer papier plaatst dan de maximale stapelhoogte die is aangegeven voor de papierlade of universeellader. CONTROLEER DE PAPIERGELEIDERS. Schuif de geleiders in de juiste positie voor het desbetreffende papierformaat. HET PAPIER BEVOND ZICH EERDER IN EEN VOCHTIGE OMGEVING EN HEEFT DAARDOOR VOCHT OPGENOMEN. • Vervang het papier. Gebruik papier uit een nieuw pak.
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen Met de informatie in de volgende onderwerpen kunt u problemen met de afdrukkwaliteit oplossen. Neem contact op met onze klantenondersteuning als het probleem door deze suggesties niet wordt opgelost. Mogelijk moet een printeronderdeel worden afgesteld of vervangen. Blanco pagina's Hieronder volgen mogelijke oplossingen.
CONTROLEER DE INSTELLING VOOR PAPIERFORMAAT Zorg dat de instelling voor papierformaat overeenkomt met het papier dat in de lade is geplaatst: 1 Controleer op het bedieningspaneel van de printer de instelling voor papierformaat in het menu Papier. 2 Geef de juiste instelling voor formaat op voor u de taak verzendt voor afdrukken: • Windows: geef het formaat op dat is ingesteld in Printereigenschappen. • Macintosh: geef het formaat op dat is ingesteld in het dialoogvenster Pagina-instelling.
Onjuiste marges Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een of meer van de volgende oplossingen: CONTROLEER DE PAPIERGELEIDERS. Schuif de geleiders in de juiste positie voor het desbetreffende papierformaat. CONTROLEER DE INSTELLING VOOR PAPIERFORMAAT Zorg dat de instelling voor papierformaat overeenkomt met het papier dat in de lade is geplaatst: 1 Controleer op het bedieningspaneel van de printer de instelling voor papierformaat in het menu Papier.
Gekruld papier Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende opties: CONTROLEER DE INSTELLING VOOR PAPIERSOORT. Zorg dat de instelling voor papiersoort overeenkomt met het papier dat in de lade is geplaatst. HEEFT HET PAPIER IN EEN VOCHTIGE OMGEVING GELEGEN EN DAARDOOR VOCHT OPGENOMEN? • Vervang het papier. Gebruik papier uit een nieuw pak. • Bewaar papier altijd in de originele verpakking en pak het pas uit als u het gaat gebruiken.
HET IS MOGELIJK DAT HET VERHITTINGSSTATION VERSLETEN OF DEFECT IS Vervang het verhittingsstation. Herhaalde storingen SPOREN KOMEN MEERDERE KEREN OP EEN PAGINA VOOR Print de Handleiding voor afdrukstoringen en vergelijk de storingen met de markeringen op een van de verticale lijnen. Volg de instructies in de Handleiding voor afdrukstoringen op om de oorzaak van de herhaalde storingen te bepalen.
3 Druk op de pijltoetsen tot menu Afdrukken verschijnt en druk vervolgens op . 4 Druk op de pijltoetsen tot menu Kwaliteit wordt weergegeven en druk vervolgens op . 5 Druk op de pijltoetsen tot Kleur aanpassen wordt weergegeven en druk vervolgens op . Bezig met kalibreren wordt weergegeven. CONTROLEER DE INSTELLINGEN VOOR DONKERHEID, HELDERHEID EN CONTRAST De instelling Tonerintensiteit is te laag, de instelling RGB-helderheid is te laag of de instelling RGB-contrast is te laag.
HET IS MOGELIJK DAT DE BEELDVERWERKINGSKIT VERSLETEN OF DEFECT IS. Vervang de beeldverwerkingskit. Opmerking: De printer beschikt over twee soorten beeldverwerkingskits: een zwarte en kleurenbeeldverwerkingskit en een zwarte verwerkingskit. De zwarte en kleurenbeeldverwerkingskit bevat cyaan, magenta, geel en zwart. De zwarte beeldverwerkingskit bevat alleen zwart. Afdruk is te donker Hierna volgen mogelijke oplossingen.
MOGELIJK IS EEN TONERCARTRIDGE DEFECT. Vervang de tonercartridge. Volledig gekleurde pagina's Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een of meer van de volgende oplossingen: CONTROLEER OF DE TONERCARTRIDGE CORRECT IS GEÏNSTALLEERD. Verwijder de tonercartridge uit de printer en schud de cartridge heen en weer om de toner gelijkmatig te verdelen en plaats hierna de cartridge terug in de printer. DE CARTRIDGE IS MISSCHIEN BESCHADIGD OF BIJNA LEEG Vervang de cartridge door de nieuwe cartridge.
De toner laat los Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een of meer van de volgende oplossingen: CONTROLEER DE INSTELLING VOOR PAPIERSOORT Zorg dat de instelling voor de papiersoort overeenkomt met het papier dat in de lade is geplaatst: 1 Controleer op het bedieningspaneel van de printer de instelling voor papiersoort in het menu Papier. 2 Geef de juiste instelling voor soort op voor u de taak verzendt voor afdrukken: • Windows: geef de soort op die is ingesteld in Printereigenschappen.
De afdrukkwaliteit van transparanten is slecht Probeer een of meer van de volgende oplossingen: TRANSPARANTEN CONTROLEREN Gebruik uitsluitend transparanten die door de printerfabrikant worden aanbevolen. CONTROLEER DE INSTELLING VOOR PAPIERSOORT Zorg dat de instelling voor de papiersoort overeenkomt met het papier dat in de lade is geplaatst: 1 Controleer op het bedieningspaneel van de printer de instelling voor papiersoort in het menu Papier.
MOGELIJK IS EEN TONERCARTRIDGE DEFECT. Verwijder de tonercartridges en installeer deze opnieuw. DE KLEUR KALIBREREN De printer kalibreert de kleuren automatisch telkens wanneer een nieuwe beeldverwerkingskit wordt gedetecteerd. Als een tonercartridge wordt vervangen, moet die handmatig worden uitgelijnd. 1 Druk op het bedieningspaneel van de printer op . 2 Druk vanuit het menu Beheerder op de pijltoetsen totdat Instellingen wordt weergegeven en druk vervolgens op .
Waarom komt de kleur op de afdruk niet overeen met de kleur op mijn beeldscherm? De kleurconversietabellen in de modus Automatische kleurcorrectie zijn meestal een benadering van een standaardcomputerbeeldscherm. Door technische verschillen tussen printers en beeldschermen zijn er veel kleuren die kunnen worden beïnvloed door verschillen in beeldschermen en lichtomstandigheden.
Het menu Aangepaste kleur Objecttype RGB-kleurbeeld RGB-tekst RGB-afbeeldingen Kleurconversietabellen • Levendig: geeft helderdere kleuren met een hogere verzadiging en kan worden toegepast op alle binnenkomende kleurformaten. • sRGB Display: geeft kleuren die de kleuruitvoer van een computerscherm benaderen. Het gebruik van zwarte toner wordt geoptimaliseerd voor het afdrukken van foto's. • Display—Echt zwart: geeft kleuren die de kleuruitvoer van een computerscherm benaderen.
Toegang krijgen tot een set met gedetailleerde kleurvoorbeelden vanaf de Embedded Web Server: 1 Typ het IP-adres van de printer in het adresveld van uw webbrowser. Opmerking: Als u het IP-adres van de printer niet weet, drukt u een netwerkconfiguratiepagina af en zoekt u het IP-adres op in het TCP/IP-gedeelte. 2 Klik op Configuration (Configuratie). 3 Klik op Color Samples (Kleurvoorbeelden). 4 Klik op Detailed Options (Gedetailleerde opties) om de set in te perken tot één kleurenreeks.
Kennisgevingen Productinformatie Productnaam: Lexmark X543, X544, X544, X544t, X544w Apparaattype: 7525 Model(len): 131, 133, 138, 332, 333, 336, 337, 352, 356, 382, 383, 386, 387 Informatie over deze uitgave Augustus 2008 De volgende alinea is niet van toepassing op landen waarin de volgende voorwaarden strijdig zijn met de plaatselijke wetgeving: LEXMARK INTERNATIONAL, INC.
UNITED STATES GOVERNMENT RIGHTS This software and any accompanying documentation provided under this agreement are commercial computer software and documentation developed exclusively at private expense. Handelsmerken Lexmark, Lexmark met het diamantlogo en MarkVision zijn als handelsmerken van Lexmark International, Inc. gedeponeerd in de Verenigde Staten en/of andere landen. ScanBack is een handelsmerk van Lexmark International, Inc. PCL® is een gedeponeerd handelsmerk van Hewlett-Packard Company.
Industry Canada (Canada) This device complies with Industry Canada specification RSS-210. Operation is subject to the following two conditions: (1) this device may not cause interference, and (2) this device must accept any interference, including interference that may cause undesired operation of the device. This device has been designed to operate only with the antenna provided. Use of any other antenna is strictly prohibited per regulations of Industry Canada.
De CE-markering geeft aan dat het product aan deze richtlijnen voldoet. Gebruik is toegestaan in alle landen van de EU en de EVA, maar mag alleen binnenshuis worden gebruikt. Een verklaring waarin staat dat het product voldoet aan de veiligheidseisen van de EG-richtlijnen kan worden verkregen bij de Director of Manufacturing and Technical Support, Lexmark International, S. A., Boigny, Frankrijk.
Norsk Lexmark International, Inc. erklærer herved at dette produktet er i samsvar med de grunnleggende krav og øvrige relevante krav i direktiv 1999/5/EF. Polski Niniejszym Lexmark International, Inc. oświadcza, że niniejszy produkt jest zgodny z zasadniczymi wymogami oraz pozostałymi stosownymi postanowieniami Dyrektywy 1999/5/EC. Português A Lexmark International Inc. declara que este este produto está conforme com os requisitos essenciais e outras disposições da Diretiva 1999/5/CE.
Het AEEA-logo geeft aan dat er in de Europese Unie specifieke programma's en procedures zijn voor het hergebruiken van elektronische producten. Wij moedigen het hergebruiken van onze producten aan. Als u meer vragen hebt over de mogelijkheden voor hergebruik, bezoekt u de Lexmark website op www.lexmark.com voor het telefoonnummer van uw lokale verkoopafdeling. Verwijdering van het product Gooi de printer of onderdelen niet weg met het huishoudelijke afval.
Waarschuwingsetiket voor de laser Op de printer kan een etiket met informatie over de laser zijn aangebracht. Zie afbeelding: Energieverbruik Stroomverbruik van het product In de volgende tabel worden de stroomverbruikskenmerken van het product weergegeven. Opmerking: sommige modi zijn wellicht niet van toepassing op uw product. Modus Beschrijving Stroomverbruik (Watt) Afdrukken Er worden papieren kopieën van elektronische invoer gemaakt met het product.
Printer is uitgeschakeld Als dit product een stand heeft waarin het is uitgeschakeld maar er nog steeds een kleine hoeveelheid energie wordt verbruikt en u wilt het stroomverbruik van het product volledig stoppen, moet u de stekker van het product uit het stopcontact trekken. Totaal energieverbruik Het is soms handig om het totale energieverbruik van het product te berekenen.
LICENTIEOVEREENKOMST VOOR LEXMARK SOFTWARE Deze Softwarelicentieovereenkomst ('Softwarelicentieovereenkomst') is een legale overeenkomst tussen u (een individu of een rechtspersoon) en Lexmark International, Inc.
3 BEPERKING VAN VERHAALSMOGELIJKHEDEN. VOOR ZOVER TOEGESTAAN OP GROND VAN TOEPASSELIJK RECHT IS DE AANSPRAKELIJKHEID VAN LEXMARK OP BASIS VAN DEZE SOFTWARELICENTIEOVEREENKOMST UITDRUKKELIJK BEPERKT TOT EEN MAXIMUM VAN VIJF AMERIKAANSE DOLLAR (OF HET EQUIVALENT HIERVAN IN DE LOKALE VALUTA) OF HET BEDRAG DAT U HEBT BETAALD VOOR HET SOFTWAREPROGRAMMA, INDIEN DIT HOGER IS.
c Voorbehoud van rechten. Het Softwareprogramma, inclusief alle lettertypen, is auteursrechtelijk beschermd en eigendom van Lexmark International, Inc. en/of zijn leveranciers. Alle rechten die niet expliciet worden verleend aan u in deze Softwarelicentieovereenkomst, zijn voorbehouden aan Lexmark. d Freeware.
13 TOEPASSELIJKE WETGEVING. Deze Softwarelicentieovereenkomst wordt beheerst door de wetgeving van het gemenebest van Kentucky, Verenigde Staten van Amerika. Het is niet mogelijk om de wetgeving van een bepaald rechtsgebied te kiezen. Het Verdrag der Verenigde Naties inzake internationale koopovereenkomsten betreffende roerende zaken (Het Weens koopverdrag) is niet van toepassing. 14 BEPERKTE RECHTEN AMERIKAANSE OVERHEID. Het Softwareprogramma is volledig op eigen kosten ontwikkeld.
Index Cijfers 150 weergegeven 167 200 Papier vast 167 201.yy Papier vast 167 202.yy Papier vast 167 230.yy Papier vast 167 235 Papier vast, controleer duplex 168 24x Papier vast, controleer lade x 168 250.yy Papier vast 168 290–292 ADI-scanstoring 168 293 Geen papier 168 293.02 Klep flatbed is open 169 294 ADI-storing 169 30.yy cartridge ontbreekt 164 31.
fout bij lezen USB-station 202 gekruld papier 219 Grote afdruktaken worden niet gesorteerd 204 laden koppelen lukt niet 203 meertalige PDF's worden niet afgedrukt 201 onjuiste marges 218 papier loopt regelmatig vast 214 taak wordt afgedrukt op verkeerd papier 203 taak wordt afgedrukt vanuit verkeerde lade 203 taken worden niet afgedrukt 202 vastgelopen pagina wordt niet opnieuw afgedrukt 215 verkeerde tekens worden afgedrukt 203 afdruktaak annuleren vanuit Macintosh 62 annuleren vanuit Windows 62 annuleren
naam en nummer voor uitgaande faxen instellen 92 resolutie wijzigen 97 snelkoppelingen gebruiken 96 snelkoppelingen maken met de Embedded Web Server 94 snelkoppelingen maken met het bedieningspaneel van de printer 95 verbeteren van faxkwaliteit 100 verzenden met het bedieningspaneel van de printer 93 verzenden via de computer 94 via het adresboek 96 faxen doorsturen 101 faxen in wachtrij 100 Faxinstellingen, menu 135 faxkwaliteit verbeteren 100 Faxoproep voltooid 158 faxverbinding aansluiten op een PBX of I
Leesfout 161 Lijn bezet 159 lijst lettertypevoorbeelden afdrukken 61 M Magenta bijna op 158 meerdere pagina's op één vel 71 menu's Aangepaste scanformaten 123 Aangepaste soorten 122 Actieve ntw.interf.
293.02 Klep flatbed is open 169 294 ADI-storing 169 30.yy cartridge ontbreekt 164 31.yy beeldverwerkingskit defect 164 34 Papier te kort 164 35 Onvoldoende geheugen om de functie Bronnenopslag te ondersteunen 164 37 Onvoldoende geheugen om de taak te sorteren 164 38 Geheugen vol 164 39 Pagina is te complex.
niet-reagerende scanner controleren 207 Veelgestelde vragen over afdrukken in kleur 226 problemen oplossen faxen blokkeren van ongewenste faxen 212 kan geen faxen verzenden of ontvangen 209 kan wel faxen ontvangen, maar niet verzenden 211 kan wel faxen verzenden, maar niet ontvangen 211 nummerweergave werkt niet 209 ontvangen fax heeft een slechte afdrukkwaliteit 212 problemen oplossen, afdrukken afdrukken taak duurt langer dan verwacht 202 er komen onverwachte paginaeinden voor 204 fout bij lezen USB-stati
kan niet vanaf een computer scannen 208 klep scannereenheid sluit niet 205 scannen duurt te lang of de computer loopt vast tijdens scannen 207 scannen mislukt 207 Sluit klep 157 snelkoppelingen maken e-mail 74 faxbestemming 94, 95 sorteren, exemplaren 70 Spaarstand 161 aanpassen 198 Standaardbron, menu 115 standaardlade vullen 39 Standaarduitvoerlade vol 163 status van supplies controleren 171 storingen cijfers 107 kleppen en laden zoeken 107 locaties 107 voorkomen 106 supplies opslaan 171 status van 171 zu