X54x-serie Gebruikershandleiding August 2009 Machine type: 7525 Modelnummers: 131, 133, 138, 332, 333, 336, 337, 352, 356, 382, 383, 386, 387 www.lexmark.
Inhoudsopgave Veiligheidsinformatie......................................................................11 Algemene informatie over de printer..........................................13 Informatie zoeken over de printer................................................................................................................................13 Een locatie voor de printer selecteren.........................................................................................................................
Geluid van de printer reduceren............................................................................................................................................... 47 Spaarstand aanpassen .................................................................................................................................................................. 47 Recycling.........................................................................................................................................
Ondersteunde flashstations en bestandstypen.......................................................................................................73 Foto's afdrukken vanaf een digitale PictBridge-camera.......................................................................................73 Pagina's met informatie afdrukken...............................................................................................................................74 Lijst met lettertypevoorbeelden afdrukken ...............
Een e-mail annuleren.........................................................................................................................................................89 Faxen..................................................................................................91 De printer gereedmaken voor faxen............................................................................................................................91 Initiële installatie fax ............................................
Scannen naar een FTP-adres via het toetsenblok.............................................................................................................113 Scannen naar een FTP-adres met behulp van een snelkoppelingsnummer ..........................................................114 Een FTP-snelkoppeling maken met de Embedded Web Server......................................................................114 Scannen naar een computer of een apparaat met USBflashgeheugen................................
Menu universele instellingen ...................................................................................................................................................137 Rapporten, menu..............................................................................................................................................................137 Menu rapporten ...........................................................................................................................................
Beheerdersondersteuning...........................................................213 Geavanceerde netwerkinformatie en beheerdersinformatie weergeven...................................................213 Fabrieksinstellingen herstellen....................................................................................................................................213 De Geïntegreerde webserver gebruiken........................................................................................................
Laders................................................................................................................................................................................................228 Universeellader..............................................................................................................................................................................229 Geheugenkaart........................................................................................................
Veiligheidsinformatie Sluit het netsnoer aan op een geaard stopcontact dat zich dicht in de buurt van het product bevindt en dat gemakkelijk bereikbaar is. Plaats dit product niet in de buurt van water of in vochtige omgevingen. LET OP—KANS OP LETSEL: Dit product maakt gebruik van een laser. het toepassen van bedieningswijzen, aanpassingsmethoden of procedures anders dan in deze publicatie worden beschreven, kan blootstelling aan gevaarlijke straling tot gevolg hebben.
Dit product is samen met specifieke onderdelen van de fabrikant ontwikkeld, getest en goedgekeurd volgens strikte, wereldwijd geldende veiligheidsnormen. De veiligheidsvoorzieningen van bepaalde onderdelen zijn niet altijd duidelijk zichtbaar. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor het gebruik van andere, vervangende onderdelen. LET OP—KANS OP LETSEL: U moet het netsnoer niet draaien, vastbinden, afknellen of zware objecten op het snoer plaatsen.
Algemene informatie over de printer Informatie zoeken over de printer Installatie-informatie Beschrijving Locatie De Installatie-informatie bevat aanwijzingen voor het U kunt de Installatie-informatie vinden in de doos van de printer instellen van de printer. Volg de aanwijzingen voor of op de website van Lexmark op www.lexmark.com. lokaal, netwerk of draadloos afhankelijk van wat u wilt.
Klantenondersteuning Beschrijving Locatie (Noord-Amerika) Locatie (rest van de wereld) Telefoonnummers en ondersteuTelefonische ondersteuning Ons nummer ningsuren verschillen per land en regio. • VS: 1-800-332-4120 Maandag-vrijdag (8:00 AM-11:00 PM ET) Bezoek onze website op www.lexmark.com. Selecteer een land of Zaterdag (twaalf uur 's middags-6:00 PM regio en selecteer een koppeleing voor ET) klantenondersteuning. • Bel in de Verenigde Staten of Canada Opmerking: Raadpleeg de gedrukte (1-800-539-6275).
1 102 mm (4 inch) 2 508 mm (20 inch) 3 152 mm (6 inch) 4 76 mm (3 inch) 5 254 mm (10 inch) Algemene informatie over de printer 15
Printerconfiguraties Basismodellen 1 Bedieningspaneel van de printer 2 Automatische documentinvoer (ADI) 3 Standaarduitvoerlade 4 Bovenklep 5 Rechterzijklep 6 Standaardlade voor 250 vel (lade 1) 7 Handinvoer 8 Duolader voor 650 vel met geïntegreerde universeellader (Lade 2) 9 Optionele lade voor 550 vel (lade 3) Basisfuncties van de scanner De scanner is speciaal bedoeld voor werkgroepen en biedt mogelijkheden voor kopiëren, faxen en scannen naar netwerk.
Informatie over de ADI (automatische documentinvoer) en de glasplaat Automatische documentinvoer (ADI) Gebruik de ADI voor documenten met meerdere pagina's. Glasplaat Gebruik de glasplaat voor één pagina, kleine voorwerpen (zoals briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften). U kunt de ADI of de glasplaat gebruiken om documenten te scannen. De ADI gebruiken Met de ADI kunt u meerdere pagina's scannen, inclusief dubbelzijdig afgedrukte pagina's.
Informatie over het bedieningspaneel van de printer Opmerking: Sommige functies zijn niet beschikbaar bij bepaalde printermodellen. Onderdeel Beschrijving 1 Selecties en instellingen Selecteer een functie, zoals Kopiëren, Scannen, E-mailen, of Faxen. Wijzig standaard kopieer- en scaninstellingen zoals het aantal kopieën, dubbelzijdig afdrukken, kopieeropties en schalen. Het adresboek gebruiken bij het scannen naar e-mail.
Onderdeel Beschrijving 3 Exemplaren Druk op Copies (Exemplaren) om het aantal te printen exemplaren in te voeren. 4 Schaal Druk op Scale (Schalen) om het formaat van de gekopieerde documenten te wijzigen, zodat ze op het geselecteerde papierformaat passen. 5 Opties Druk op Options (Opties) om de instellingen voor Origineel formaat, Papierbron, Papierbesparing en Sorteren te wijzigen.
Onderdeel Beschrijving 1 Menu Druk op 2 Display Scan-, kopieer-, fax- en afdrukopties en de status- en foutberichten bekijken. om de beheermenu's te openen. Opmerking: De faxfunctie is niet beschikbaar op bepaalde printermodellen. 3 Stoppen/Annuleren Druk op 4 Start kleur Druk op om in kleur te kopiëren of scannen. 5 Start zwart Druk op om in zwart-wit te kopiëren of scannen. 6 Pijl naar rechts Druk op om naar rechts te bladeren.
Onderdeel Beschrijving 8 Pijl naar links Druk op 9 Indicatielampje Geeft de printerstatus aan: om naar links te bladeren. • Uit: de stroom is uitgeschakeld. • Knippert groen: de printer is bezig met opwarmen, verwerken van gegevens of afdrukken. • Groen: de printer is ingeschakeld, maar niet actief. • Knippert rood - ingrijpen van gebruiker is vereist. 10 Terug Druk op om scherm voor scherm terug te keren naar het Gereed scherm.
Onderdeel Beschrijving 2 Toetsenblok Nummers, letters of symbolen invoeren op de display. 3 USB-poort aan de voorzijde Hiermee kunt u scannen naar een flashstation of naar ondersteunde bestandstypen af te drukken. Opmerking: Wanneer een apparaat met USB-flashgeheugen is aangesloten op de printer kan de printer alleen naar het USB-apparaat scannen of bestanden printen van het USB-apparaat. Alle andere functies van de printer zijn dan niet beschikbaar.
Extra installatieopties voor de printer Interne opties installeren LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: wanneer u toegang wilt verkrijgen tot de systeemkaart of als u optionele hardware of geheugenkaarten wilt installeren nadat u de printer gebruiksklaar hebt gemaakt, moet u de printer eerst uitzetten en de stekker van het netsnoer uit het stopcontact halen. Als u andere apparaten hebt aangesloten op de printer, moet u deze ook uitzetten en alle kabels losmaken die zijn aangesloten op de printer.
Let op—Kans op beschadiging: De elektrische componenten van de systeemkaart raken bij statische elektriciteit gemakkelijk beschadigd. Raak daarom eerst een metalen onderdeel van de printer aan voordat u de elektrische componenten of aansluitingen van de systeemkaart aanraakt. 2 Onderstaande illustratie geeft aan waar de juiste connector te vinden is. Let op—Kans op beschadiging: De elektrische componenten van de systeemkaart raken bij statische elektriciteit gemakkelijk beschadigd.
1 Flashgeheugenkaart of lettertypenkaart connector 2 Connector voor geheugenkaart 3 Open de vergrendelingen van de connector voor de geheugenkaart.
4 Haal de geheugenkaart uit de verpakking. Opmerking: Raak de aansluitpunten aan de rand van de kaart niet aan. 5 Breng de uitsparingen op de geheugenkaart op één lijn met de ribbels op de connector. 1 Uitsparingen 2 Ribbels 6 Duw de geheugenkaart recht in de connector tot de kaart vastklikt. 7 Plaats de toegangsklep van de systeemkaart terug.
Een flashgeheugenkaart of lettertypenkaart installeren LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Als u toegang wilt verkrijgen tot de systeemkaart of optionele hardware of geheugenkaarten wilt installeren nadat u de printer gebruiksklaar hebt gemaakt, moet u eerst de printer uitzetten en de stekker van het netsnoer uit het stopcontact halen. Als u andere apparaten hebt aangesloten op de printer, moet u deze ook uitzetten en alle kabels losmaken die zijn aangesloten op de printer.
1 Flashgeheugenkaart of lettertypenkaart connector 2 Connector voor geheugenkaart 3 Pak de flashgeheugen- of lettertypenkaart uit. Opmerking: Raak de aansluitpunten aan de rand van de kaart niet aan.
4 Houd de kaart aan de zijkanten vast en breng de pinnen aan de onderkant op gelijke hoogte met de uitsparingen in de systeemkaart. Op deze manier weet u zeker dat de pinnen precies goed voor de uitsparingen zitten. 1 Plastic pinnen 2 Metalen pinnen 5 Druk de kaart stevig op zijn plaats. Opmerkingen: • De connector van de kaart moet over de gehele lengte in aanraking zijn met de systeemkaart. • Let erop dat de aansluitpunten niet beschadigd raken.
6 Plaats de toegangsklep van de systeemkaart terug. Hardwareopties installeren Een optionele lade of lader installeren De printer ondersteunt twee extra invoerbronnen: een optionele lade voor 550 vel en een duolader voor 650 vel (lade 2) met een geïntegreerde universeellader. Opmerking: De optionele lade voor 550 vel wordt mogelijk niet ondersteund door sommige printermodellen.
3 Breng de duolader voor 650 vel op gelijke hoogte met de optionele lade voor 550 vel en laat deze op zijn plaats zakken. 4 Breng de printer op gelijke hoogte met de duolader voor 650 vel, laat de printer op zijn plaats zakken en bevestig de stofkappen. LET OP—KANS OP LETSEL: de printer weegt meer dan 18 kg en moet door twee of meer getrainde personeelsleden worden verplaatst.
Opmerking: Nadat de printersoftware en eventuele opties zijn geïnstalleerd, is het wellicht nodig om de opties handmatig toe te voegen in het printerstuurprogramma om deze beschikbaar te maken voor afdruktaken.Zie “Beschikbare opties bijwerken in het printerstuurprogramma” op pagina 35 voor meer informatie. Kabels aansluiten 1 Sluit de printer aan op een computer of een netwerk. • Gebruik voor een lokale verbinding een USB-kabel. • Gebrui voor een netwerkverbinding een Ethernet-kabel.
1 Aansluiting van de stroomkabel 2 Ethernet-poort Opmerking: De Ethernet-poort is alleen op netwerkprinters beschikbaar. 3 USB-poort Printerconfiguratie controleren Als alle hardware- en softwareopties zijn geïnstalleerd en de printer is ingeschakeld, controleert u of de printer correct is ingesteld door het volgende af te drukken: • Pagina met menu-instellingen: gebruik deze pagina om te controleren of alle printeropties correct zijn geïnstalleerd.
Pagina's met menu-instellingen worden afgedrukt Druk pagina's met menu-instellingen af om de huidige menu-instellingen te bekijken en te controleren of de printeropties correct zijn geïnstalleerd. Opmerking: Als u nog geen wijzigingen hebt aangebracht in de instellingen van de menu-items, worden op de pagina's met menu-instellingen alle standaardinstellingen weergegeven.
De printersoftware installeren Printersoftware installeren Een printerstuurprogramma is software die zorgt voor de communicatie tussen de computer en de printer. De printersoftware wordt geïnstalleerd tijdens de eerste printerinstallatie. Gebruik de volgende aanwijzingen als u de software wilt installeren na de printerinstallatie: Windows 1 Sluit alle geopende softwareprogramma's. 2 Plaats de cd Software en documentatie in de computer. 3 Klik in het hoofddialoogvenster op Install (Installeren).
5 Klik met de rechtermuisknop op de printer en selecteer vervolgens Eigenschappen. 6 Klik op de tab Opties installeren. 7 Voeg onder Beschikbare opties eventuele geïnstalleerde hardwareopties toe. Opmerking: Wanneer de printer een faxoptie heeft, selecteert u Faxen en voegt u de optie vervolgens als een geïnstalleerde optie toe. 8 Klik op Toepassen.
Printer installeren op een draadloos netwerk (Windows) Controleer het volgende voor u de printer installeert op een draadloos netwerk: • Het draadloze netwerk is geconfigureerd en functioneert correct. • De computer die u gebruikt is aangesloten op het draadloze netwerk waarop u de printer wilt installeren. 1 Sluit het netsnoer aan op de printer en daarna op een geaard stopcontact en zet vervolgens de printer aan. weergegeven.
7 Sluit tijdelijk een USB-kabel aan tussen de computer op het draadloze netwerk en de printer. Opmerking: nadat u de printer hebt geconfigureerd, geeft de software aan dat u de tijdelijke USB-kabel kunt losmaken, zodat u draadloos kunt afdrukken. 8 Volg de instructies op het computerscherm om de software-installatie te voltooien. Opmerking: Standaard is het pad dat wordt aangeraden. Kies alleen Geavanceerd als u de installatie wilt aanpassen.
In Mac OS X versie 10.4 en eerder a Klik op het bureaublad van de Finder op Ga > Toepassingen. b Dubbelklik in de map Toepassingen op Internetverbinding. c Klik in de werkbalk op AirPort. 2 Selecteer afdrukserver xxxxxx in het pop-upmenu Netwerk, waarbij de x-en de laatste zes cijfers aangeven van het MAC-adres op het vel met het MAC-adres. 3 Open de Safari-browser. 4 Kies Toon in het menu Bladwijzers. 5 Selecteer Bonjour of Rendezvous bij Verzamelingen en dubbelklik op de printernaam.
c Klik in het welkomstvenster op Doorgaan. d Klik nogmaals op Doorgaan nadat u het Leesmij-bestand hebt gelezen. e Lees de licentieovereenkomst door, klik op Doorgaan en klik vervolgens op Akkoord om akkoord te gaan met de voorwaarden van de overeenkomst. f Kies een bestemming en klik op Doorgaan. g Klik in het scherm voor eenvoudige installatie op Installeren. h Voer het gebruikerswachtwoord in en klik vervolgens op OK. Alle benodigde software wordt op de computer geïnstalleerd.
6 7 8 9 10 Klik op Meer printers. Kies AppleTalk in het eerste pop-upmenu. Selecteer Lokale AppleTalk-zone in het tweede pop-upmenu. Selecteer de printer uit de lijst. Klik op Toevoegen. De printer op een bedraad netwerk installeren Gebruik de volgende aanwijzingen om de printer op een bedraad netwerk te installeren. Deze instructies gelden voor ethernet- en glasvezelnetwerkverbindingen.
3 Als u het IP-adres van de printer niet weet, drukt u een pagina met netwerkinstellingen af en zoekt u het adres in het TCP/IP-gedeelte. U hebt het IP-adres nodig als u de toegang voor computers configureert die zich op een ander subnet bevinden dan de printer. 4 Installeer de stuurprogramma's en voeg de printer toe. a Installeer een PPD-bestand op de computer: 1 Plaats de cd Software en documentatie in het cd- of dvd-station. 2 Dubbelklik op het installatiepakket voor de printer.
In Mac OS X versie 10.4 en eerder 1 Klik op het bureaublad van de Finder op Ga > Toepassingen. 2 Dubbelklik op Hulpprogramma's. 3 Dubbelklik op Afdrukbeheer of Printerconfiguratie. 4 Klik op Toevoegen in de printerlijst. 5 Selecteer het tabblad Standaardbrowser. 6 Klik op Meer printers. 7 Kies AppleTalk in het eerste pop-upmenu. 8 Selecteer Lokale AppleTalk-zone in het tweede pop-upmenu. 9 Selecteer de printer uit de lijst. 10 Klik op Toevoegen.
Minimaliseer de invloed die uw printer op het milieu heeft Lexmark hecht veel belang aan duurzaamheid en verbetert voortdurend zijn printers om de invloed ervan op het milieu te verminderen. Wij houden bij het ontwerpen rekening met het milieu, maken onze verpakkingen zelf om het materiaalgebruik terug te brengen en zorgen voor inzamel- en recyclingprogramma’s. Zie voor meer informatie: • Het hoofdstuk Kennisgevingen • Het gedeelte Duurzaamheid van de Lexmark website op www.lexmark.
Kringlooppapier heeft een betere kwaliteit dan ooit. Echter, de hoeveelheid hergebruikt materiaal in papier heeft invloed op de controle over ongewenste effecten. En hoewel het gebruik van kringlooppapier een goede manier is om op een milieubewuste manier af te drukken, is deze methode niet perfect. De energie die nodig is om inkt te verwijderen en om toevoegingen zoals kleuren en "lijm" te verwerken, levert vaak een grotere koolstofuitstoot op dan de productie van normaal papier.
Zuinig omgaan met supplies Er zijn een aantal manieren waarop u de hoeveelheid papier en toner die u bij het afdrukken gebruikt kunt reduceren. U kunt: Beide zijden van het papier gebruiken Als uw printermodel dubbelzijdig afdrukken ondersteunt, kunt u voor een af te drukken document instellen of er op een of twee zijden van het papier moet worden afgedrukt door Dubbelzijdig afdrukken te selecteren in het dialoogvenster Afdrukken of de Lexmark werkbalk.
U selecteert als volgt een Ecomodusinstelling: 1 Druk op het bedieningspaneel van de printer op . 2 Druk op de pijltoetsen tot Instellingen wordt weergegeven en druk op . 3 Druk op de pijltoetsen tot Algemene instellingen wordt weergegeven en druk op 4 Druk op de pijltoetsen tot Ecomodus wordt weergegeven en druk op 5 Selecteer de gewenste instelling en druk vervolgens op . . . Wijzigingen indienen verschijnt. Geluid van de printer reduceren.
7 Druk op de pijltoetsen om het aantal minuten in te voeren dat de printer moet wachten voordat deze overschakelt naar de spaarstand. Het instelbereik ligt tussen de 1 en 240 minuten. 8 Druk op . Wijzigingen verzenden wordt weergegeven. 9 Druk op en druk vervolgens op totdat Gereed wordt weergegeven. Opmerking: de instelling voor de spaarstand kunt u ook aanpassen door het IP-adres van de printer in het adresveld van de webbrowser te typen.
Om Lexmark cartridges terug te sturen voor hergebruik of recycling, volgt u de instructies op die bij uw printer of cartridge zijn geleverd en gebruikt u het retouretiket. U kunt ook: 1 Onze website bezoeken op www.lexmark.com/recycle. 2 Selecteer in het gedeelte Tonercartridges uw land in de lijst. 3 Volg de instructies op het beeldscherm.
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe papier moet worden geplaatst in de lader voor 250 vel, de lader voor handmatige invoer, een optionele lader voor 550 vel en de duolader voor 650 vel met geïntegreerde universeellader. Hier vindt u ook informatie over de papierafdrukstand, het instellen van de papiersoort en het papierformaat en het koppelen en ontkoppelen van laden.
3 Druk op de pijltoetsen tot Menu Papier verschijnt en druk op . 4 Druk op de pijltoetsen tot Formaat/soort verschijnt en druk op 5 Druk op de pijltoetsen en druk op . om de lade te selecteren. Het menu Papierformaat wordt weergegeven. 6 Druk op de pijltoetsen tot het menu Papiersoort verschijnt. 7 Druk op . 8 Druk op de pijltoetsen tot Aangepast of een andere aangepaste naam verschijnt en druk op . Wijzigingen verzenden verschijnt, gevolgd door Menu Papier.
• Invoerrichting Opmerking: het kleinste ondersteunde formaat is 76,2 x 127 mm (3 x 5 inch), het grootste formaat is 215,9 x 355,6 mm (8,5 x 14 inch). Een maateenheid opgeven 1 Zorg ervoor dat de printer is ingeschakeld en dat het bericht Gereed wordt weergegeven. 2 Druk op op het bedieningspaneel van de printer. 3 Druk op de pijltoetsen tot Menu Papier wordt weergegeven en druk op .
2 Druk de lengtegeleider naar binnen, zoals op de afbeelding wordt aangegeven, en schuif de geleider naar de juiste positie voor het formaat papier dat u plaatst. Opmerking: Stel de geleider in op de juiste positie met behulp van de formaatindicatoren aan de onderkant van de lade.
3 Als het papier langer is dan het Letter-formaat, drukt u op het groene nokje aan de achterkant van de lade om deze groter te maken. 4 Buig de vellen enkele malen heen en weer om de vellen los te maken en waaier ze vervolgens uit. Vouw of kreuk het papier niet. Maak de stapel recht op een vlakke ondergrond. 5 Plaats de papierstapel met de aanbevolen afdrukzijde naar boven. 6 Zorg ervoor dat de papiergeleiders goed tegen de zijkant van het papier zitten.
7 Plaats de lade terug. 8 Bij het plaatsen van een ander soort of formaat papier dan voorheen moet de instelling Papiersoort of Papierformaat voor de lade via het bedieningspaneel worden gewijzigd. Opmerking: Als u verschillende soorten en formaten papier in een papierlade gebruikt, kan dit leiden tot storingen. Duolader voor 650 vel vullen De duolader voor 650 vel (Lade 2) bestaat uit een lade voor 550 vel en een geïntegreerde universeellader voor 100 vel.
Universeellader gebruiken 1 Druk de hendel van de universeellader naar links. 2 Open de universeellader. 3 Pak het verlengstuk vast en trek het recht naar buiten totdat het volledig is uitgetrokken. 4 Zorg dat het papier klaar is om geplaatst te worden. • Buig de vellen enkele malen om ze los te maken en waaier ze vervolgens uit. Vouw of kreuk het papier niet. Maak een rechte stapel op een vlakke ondergrond. • Houd transparanten bij de randen vast en waaier ze uit.
• Buig een stapel enveloppen enkele malen om deze los te maken en waaier ze vervolgens uit. Maak een rechte stapel op een vlakke ondergrond. 5 Kijk waar de indicator en het nokje voor de maximale stapelhoogte zich bevinden. Opmerking: Laat de stapel niet boven de maximale stapelhoogte uitkomen door te veel papier onder de indicator te duwen.
Opmerkingen: • Laad en sluit de universeellader niet tijdens het afdrukken. • Plaats nooit meer dan één papiersoort tegelijk in de lader. 7 Duw het papier voorzichtig en zo ver mogelijk in de universeellader. Het papier hoort vlak in de universeellader te liggen. Zorg ervoor dat het papier losjes in de universeellader past en niet is omgebogen of gekreukt. 8 Stel via het bedieningspaneel van de printer het papierformaat en de papiersoort in.
2 Wanneer Vul Invoer voor losse vellen met wordt weergegeven, plaatst u het papier met de afdrukzijde naar beneden in de handmatige invoer. Plaats enveloppen met de klepzijde omhoog. Opmerking: lijn de lange zijde van het afdrukmateriaal zo uit dat het gelijk ligt met de rechterzijde van de handmatige invoer. 3 Pas de breedtegeleiders zo aan dat ze het vel papier net raken. Druk de breedtegeleiders niet hard tegen het materiaal, anders kan dit beschadigen.
Handleiding voor papier en speciaal afdrukmateriaal Aanvullende informatie over afdrukken op speciaal afdrukmateriaal vindt u in de Cardstock and Label Guide op Lexmark.com/publications. Richtlijnen voor papier Papierkenmerken De volgende papierkenmerken zijn van invloed op de afdrukkwaliteit en de betrouwbaarheid van de papierinvoer. Houd rekening met deze kenmerken wanneer u een nieuw type papier overweegt.
Voor afdrukmateriaal van 60 tot 176 g/m2 zijn vezels in de lengterichting het beste. Vezelgehalte Kwalitatief hoogwaardig xerografisch papier bestaat meestal voor 100% uit chemisch behandelde houtpulp. Papier met deze samenstelling is zeer stabiel, zodat er minder problemen optreden bij de invoer en de afdrukkwaliteit beter is. Als papier andere vezels bevat, bijvoorbeeld van katoen, kan dat eerder leiden tot problemen bij de verwerking.
Gebruik papier dat is bedrukt met hittebestendige inkt en dat geschikt is voor kopieerapparaten. De inkt moet bestand zijn tegen temperaturen van 200°C zonder te smelten of schadelijke stoffen af te geven. Gebruik geen inkten die worden beïnvloed door de hars in de toner. Inktsoorten op basis van water of olie zouden aan deze vereisten moeten voldoen. Latex-inkt zou echter problemen kunnen opleveren. Neem in geval van twijfel contact op met uw papierleverancier.
Papierformaat Afmetingen Lade voor 250 vel Optionele lade voor 550 vel JIS B5 182 x 257 mm (7,2 x 10,1 inch) A6 105 x 148 mm (4,1 x 5,8 inch) X X Statement 140 x 216 mm (5,5 x 8,5 inch) X X Letter 216 x 279 mm (8,5 x 11 inch) Folio 216 x 330 mm (8,5 x 13 inch) Oficio (Mexico) 216 x 340 mm (8,5 x 13 inch) Legal 216 x 356 mm (8,5 x 14 inch) Executive 184 x 267 mm (7,3 x 10,5 inch) Universal* 148 x 210 mm (5,8 x 8,3 inch) tot 216 x 356 mm (8,5 x 14 inch) 76 x 127 mm (3 x 5 inch) X tot
Papierformaat Afmetingen Lade voor 250 vel Optionele lade voor 550 vel Andere envelop 98 x 162 mm (3,9 x 6,3 inch) tot 176 x 250 mm (6,9 x 9,8 inch) X X Universeellader Handinvoer * Wanneer Universeel is geselecteerd, wordt de pagina aangepast voor 216 x 356 mm (8,5 x 14 inch) behalve als het formaat is opgegeven in de softwaretoepassing.
Papiersoort Lade voor 250 vel Optionele lade voor 550 vel Licht1, 2 60 tot 74,9 g/m2 met de 60 tot 74,9 g/m2 met de 60 tot 74,9 g/m2 met de 60 tot 74,9 g/m2 met de vezel in de lengtevezel in de lengtevezel in de lengtevezel in de lengterichting richting richting richting Normaal1, 2 75 tot 89,9 g/m2 met de 75 tot 89,9 g/m2 met de 75 tot 89,9 g/m2 met de 75 tot 89,9 g/m2 met de vezel in de lengtevezel in de lengtevezel in de lengtevezel in de lengterichting richting richting richting Zwaar1, 2 90 tot
Papiercapaciteit Invoercapaciteit Opmerkingen: • Uw printermodel heeft mogelijk een duolader voor 650 vel, die bestaat uit een lade voor 550 vel en een geïntegreerde universeellader voor 100 vel. De lade voor 550 vel in de duolader voor 650 vel ondersteunt hetzelfde papier als de optionele lade voor 550 vel. De geïntegreerde universeellader ondersteunt verschillende papierformaten, -soorten en -gewichten. • de optionele lade voor 550 vel is niet voor alle printermodellen beschikbaar.
Afdrukken Dit hoofdstuk gaat over afdrukken, afdrukrapporten en het annuleren van afdruktaken. De keuze en de verwerking van papier en speciaal afdrukmateriaal kunnen de betrouwbaarheid van het afdrukken beïnvloeden. Raadpleeg voor meer informatie "Papierstoringen voorkomen" en "Afdrukmateriaal bewaren". Een document afdrukken 1 Plaats papier in een lade of de lader.
Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal Tips voor het gebruik van briefhoofdpapier Wanneer u wilt afdrukken op briefhoofdpapier, is het belangrijk de juiste afdrukstand in te stellen. Gebruik de volgende tabel om te bepalen in welke richting u het briefhoofdpapier moet plaatsen: Bron of proces • Standaardlade voor 250 vel • Optionele lade voor 550 vel • Eenzijdig afdrukken (simplex) vanuit Afdrukzijde en afdrukstand van het papier Voorbedrukte zijde van briefhoofdpapier is naar boven gericht.
Bron of proces Afdrukzijde en afdrukstand van het papier Handmatige invoer (enkelzijdig afdrukken) Universeellader Voorbedrukte zijde van briefhoofdpapier is naar boven gericht. De bovenste rand van het vel met het logo moet het eerst in de handmatige invoer worden gevoerd. Handmatige invoer (dubbelzijdig afdrukken) Universeellader Voorbedrukte zijde van briefhoofdpapier is naar boven gericht. De bovenste rand van het vel met het logo moet het laatst in de handmatige invoer worden gevoerd.
Tips voor het afdrukken op enveloppen Maak eerst enkele proefafdrukken voordat u grote hoeveelheden enveloppen aanschaft. Houd u aan de volgende richtlijnen wanneer u wilt afdrukken op enveloppen: • Voer enveloppen in vanuit de handmatige invoer of optionele universeellader. • Stel de papiersoort in op Envelop en selecteer het formaat envelop. • Gebruik enveloppen die speciaal zijn ontworpen voor laserprinters.
• Gebruik geen etikettenvellen waarop etiketten ontbreken. Etiketten van incomplete vellen kunnen losraken tijdens het afdrukken, waardoor de vellen kunnen vastlopen en de kleefstof de printer en de cartridge kan vervuilen. Hierdoor kan de garantie voor de printer en de cartridge komen te vervallen. • Gebruik geen etiketten waarvan de lijm aan de oppervlakte ligt. • Druk niet af binnen 1 mm vanaf de rand van het etiket, vanaf de perforaties of tussen de snijranden van de etiketten.
Afdrukken vanaf een flashstation Op het bedieningspaneel van de printer bevindt zich een USB-poort. Sluit een flashstation aan om de ondersteunde bestandstypen af te drukken. Opmerkingen: • Wanneer een USB-flashstation is aangesloten op de printer kan de printer alleen naar het flashstation scannen of bestanden printen van het flashstation. Alle andere functies van de printer zijn dan niet beschikbaar.
Ondersteunde flashstations en bestandstypen Flashstation Bestandstype • Lexar JumpDrive 2.0 • Pro (met een geheugen van 256 MB, 512 MB of 1G) of • SanDisk Cruzer Mini (met een geheugen van 256 MB, 512 MB of 1G) Opmerkingen: • Hi-Speed (hoge snelheid) USB-flashstations moeten full-speed (volle snelheid) standaard ondersteunen. Low-speed (lage snelheid) USB-apparaten worden niet ondersteund. • USB-flashstations moeten het FAT-systeem (File Allocation Tables) gebruiken.
3 Volg de aanwijzingen op de camera om foto's te selecteren en af te drukken. Opmerking: Als de printer wordt uitgeschakeld terwijl de camera is aangesloten, moet u de camera loskoppelen en vervolgens opnieuw aansluiten. Pagina's met informatie afdrukken Raadpleeg “Pagina's met menu-instellingen worden afgedrukt” op pagina 34 en “Pagina met netwerkinstellingen afdrukken” op pagina 34 voor meer informatie over het afdrukken van deze pagina's.
Afdruktaak annuleren Een afdruktaak annuleren via het bedieningspaneel van de printer 1 Druk op . Bezig met stoppen… wordt weergegeven, gevolgd door Afdruktaak annuleren. 2 Druk op . Annuleren wordt weergegeven. Een afdruktaak annuleren vanaf de computer U kunt als volgt een afdruktaak annuleren: Voor Windows-gebruikers 1 Klik op of op Start en klik vervolgens op Uitvoeren. 2 Typ bij Start > Zoeken of Start > Uitvoeren Printerbeheer. 3 Druk op Enter of klik op OK. De printermap wordt geopend.
3 Dubbelklik op het printerpictogram. 4 Selecteer in het printervenster de taak die u wilt annuleren. 5 Klik op het pictogram Verwijderen in de balk met pictogrammen bovenin het venster.
Kopiëren ADI Glasplaat Gebruik de ADI voor documenten met meerdere pagina's. Gebruik de glasplaat voor één pagina, kleine voorwerpen (zoals briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften). Kopieën maken Snel kopiëren 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in ADI of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
Kopiëren via de ADI 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de automatische documentinvoer (ADI). Opmerking: Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine voorwerpen, transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADI. Plaats deze items op de glasplaat. 2 Pas de papiergeleiders aan. 3 Druk op het bedieningspaneel op Copy (Kopiëren) of gebruik het toetsenblok om het aantal kopieën in te voeren.
3 Druk op het bedieningspaneel op Copy (Kopiëren) 4 Druk in het kopieergedeelte op Options (Opties). 5 Druk op de pijltoetsen tot Papierbron wordt weergegeven en druk op . 6 Druk op de pijltoetsen tot de lade of bron die de transparanten bevat wordt weergegeven en druk vervolgens op . 7 Geef de gewenste kopieerinstellingen op. 8 Druk op voor een zwarte-witte kopie of voor een kleurenkopie.
4 Druk in het kopieergedeelte op Options (Opties). Origineel format verschijnt. 5 Druk op . 6 Druk op de pijltoetsen tot het formaat van het originele document verschijnt en druk dan op 7 Druk op de pijltoetsen tot Papierbron wordt weergegeven en druk op . . 8 Druk op de pijltoetsen tot de lade of bron die papier met het gewenste kopieerformaat bevat en druk vervolgens op .
Kopiëren op beide zijden van het papier (duplex/dubbelzijdig) Opmerking: De duplexfunctie is niet beschikbaar op bepaalde printermodellen. 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in ADI of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Opmerking: Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine voorwerpen, transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADI. Plaats deze items op de glasplaat.
Een kopie lichter of donkerder maken 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in ADI of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Opmerking: Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine voorwerpen, transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADI. Plaats deze items op de glasplaat. 2 Als u een document in de ADI plaatst, moet u de papiergeleiders aanpassen.
Exemplaren sorteren Als u meerdere exemplaren van een document afdrukt, kunt u elk exemplaar als een set laten afdrukken (gesorteerd) of de exemplaren als groepen pagina's laten afdrukken (niet gesorteerd). Gesorteerd Niet gesorteerd Standaard is Sorteren ingeschakeld. Als u niet wilt dat de kopieën worden gesorteerd, wijzigt u de instelling in Uit.
Meerdere pagina's op één vel kopiëren Om papier te besparen kunt u twee of vier opeenvolgende pagina's van een document met meerdere pagina's op één vel papier kopiëren. Opmerkingen: • Het papierformaat moet zijn ingesteld op Letter, Legal, A4 of B5 (JIS). • Het kopieformaat moet op 100% zijn ingesteld. 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in ADI of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
De kopieerkwaliteit verbeteren Vraag Wanneer moet ik de modus Tekst gebruiken? Tip • Gebruik de modus Tekst als het behoud van de tekst het belang- rijkste doel is van de kopie en als het behoud van de afbeeldingen op het origineel van ondergeschikt belang is. • We raden u deze modus aan voor ontvangstbewijzen, carbonformulieren en documenten die alleen uit tekst of fijne lijnen bestaan.
E-mailen ADI Gebruik de ADI voor documenten met meerdere pagina's. Glasplaat Gebruik de glasplaat voor één pagina, kleine voorwerpen (zoals briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften). U kunt de printer gebruiken om gescande documenten per e-mail naar één of meerdere ontvangers te verzenden. U kunt op drie manieren een e-mail verzenden vanaf de printer. U kunt het e-mailadres typen, een snelkoppelingsnummer gebruiken of het adresboek gebruiken.
Het adresboek instellen 1 Typ het IP-adres van de printer in het adresveld van uw webbrowser. Opmerking: Als u het IP-adres van de printer niet weet, drukt u een pagina met netwerkinstellingen af en zoekt u het adres in het TCP/IP-gedeelte. 2 Klik op Settings (Instellingen). 3 Klik op E-mail/FTP Settings (E-mail-/FTP-instellingen). 4 Klik op Manage E-mail Shortcuts (E-mailsnelkoppelingen beheren). 5 Geef de gewenste e-mailinstellingen op. 6 Klik op Submit (Verzenden).
3 Druk op het bedieningspaneel van de printer op Scan/Email (Scannen/E-mailen). Scannen naar e-mail verschijnt. 4 Druk op . Zoeken of Handmatige invoer verschijnt. Opmerking: Als het adresboek leeg is, verschijnt Handmatige invoer. 5 Druk op dan op om in het adresboek te zoeken of druk op de pijltjestoetsen totdat Handmatig verschijnt en druk om een e-mailadres te selecteren of in te voeren.
4 Druk op . Zoeken verschijnt. Opmerking: Als het adresboek leeg is, verschijnt Handmatige invoer. 5 Druk op en geef het snelkoppelingsnummer van de ontvanger. 6 Druk op 1 om een andere snelkoppeling in te voeren of druk op 2 om te stoppen met het invoeren van snelkoppelingen. Nadat u op 2 heeft gedrukt, verschijnt Druk op start om te beginnen. 7 Druk op om een zwart-wit e-mail te verzenden of op om een e-mail in kleur te verzenden.
De ADF wist alle pagina's uit de ADF en annuleert de taak. Wanneer de taak is geannuleerd, wordt het kopieerscherm weergegeven.
Faxen ADI Glasplaat Gebruik de ADI voor documenten met meerdere pagina's. Gebruik de glasplaat voor één pagina, kleine voorwerpen (zoals briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften). De printer gereedmaken voor faxen Mogelijk zijn de volgende verbindingsmethoden niet van toepassing op alle landen of regio's. LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: gebruik de faxfunctie niet tijdens onweer.
Initiële installatie fax In veel landen en regio’s is het nodig dat uitgaande faxen de volgende informatie bevatten in de kantlijn aan de bovenkant of onderkant van elke verzonden pagina of op de eerste pagina van de overdracht: stationsnaam (identificatie van het bedrijf, de organisatie of de persoon die het bericht verstuurt) en het stationsnummer (telefoonnummer van het faxapparaat, bedrijf, organisatie of persoon).
3 Als Stationsnummer wordt weergegeven, voert u het faxnummer van de printer in. a Druk op de toets op het numerieke toetsenblok die correspondeert met het gewenste nummer. b Druk op de rechter pijltoets om naar de volgende spatie te gaan of wacht een paar seconden en de cursor gaat naar de volgende spatie. 4 Druk op nadat u het stationsnummer heeft ingevoerd. De Embedded Web Server gebruiken voor het instellen van de fax 1 Typ het IP-adres van de printer in het adresveld van uw webbrowser.
Apparatuur en ondersteuning opties Instellingen faxverbinding Aansluiten op een telefoonlijn, telefoon en antwoordapparaat Zie “Sluit een tweede telefoon of antwoordapparaat aan op dezelfde telefoonlijn” op pagina 96 Aansluiten via een adapter die in uw omgeving wordt gebruikt Raadpleeg “Aansluiten op een adapter voor uw land of regio” op pagina 97. Aansluiten op een computer met een modem Raadpleeg “Aansluiten op een computer met een modem” op pagina 102.
Aansluiten op een PBX- of ISDN-systeem Als u een PBX- of ISDN- converter of adapter gebruikt, dient u de volgende stappen uit te voeren om de apparatuur aan te sluiten: 1 Sluit een uiteinde van de meegeleverde telefoonkabel aan op de bovenste LINE-poort aan de achterzijde van de printer. 2 Sluit het andere uiteinde van de telefoonkabel aan op de poort voor fax- en telefoongebruik. Opmerkingen: • • • • • Zorg ervoor dat de adapter is ingesteld op het juiste schakelaartype voor uw regio.
Sluit een tweede telefoon of antwoordapparaat aan op dezelfde telefoonlijn 1 Verwijder de plug uit de onderste EXT-poort aan de achterzijde van de printer. 2 Sluit uw telecommunicatieapparatuur direct aan op de onderste EXT-poort Faxen 96 aan de achterzijde van de printer.
Aansluiten op een adapter voor uw land of regio In de volgende landen of regio’s is er mogelijk een speciale adapter nodig om de telefoonkabel aan te sluiten op het stopcontact. Land/regio • • • • • • • • Oostenrijk Cyprus Denemarken Finland Frankrijk Duitsland Ierland • • • • • • • Nieuw-Zeeland Nederland Noorwegen Portugal Zweden Zwitserland Verenigd Koninkrijk Italië Andere landen of regio’s dan Duitsland Voor sommige landen of regio’s is een telefoonlijnadapter bijgevoegd in de doos.
1 Sluit een uiteinde van de meegeleverde telefoonkabel aan op de bovenste LINE-poort de printer. aan de achterzijde van 2 Sluit het andere uiteinde van de telefoonkabel aan op de adapter en sluit vervolgens de adapter aan op de wandcontactdoos. Opmerking: uw telefoonadapter ziet er mogelijk anders uit dan die in het voorbeeld. Hij zal in de telefoonwandcontactdoos passen die in uw omgeving wordt gebruikt.
3 Sluit het antwoordapparaat of de telefoon aan op de adapter Faxen 99
Duitsland van de printer. Deze plug is noodzakelijk voor de correcte Er is een plug geïnstalleerd in de onderste EXT-poort werking van de faxfunctie en de correcte werking van telefoons die zich lager in het netwerk bevinden. Opmerking: Verwijder de plug niet. Als u deze wel verwijdert, werkt mogelijk andere telecommunicatieapparatuur in uw huis (zoals telefoons of antwoordapparaten) niet. 1 Sluit een uiteinde van de meegeleverde telefoonkabel aan op de bovenste LINE-poort de printer.
3 Als u dezelfde telefoonlijn voor zowel de fax als de telefoon wilt gebruiken, sluit u een tweede telefoonlijn (niet meegeleverd) aan tussen de telefoon en de F-sleuf van een werkende telefoonwandcontactdoos.
4 Als u dezelfde telefoonlijn wilt gebruiken voor het opnemen van berichten op uw antwoordapparaat, sluit u een tweede telefoonlijn (niet meegeleverd) aan tussen het antwoordapparaat en de andere N-sleuf van de werkende telefoonwandcontactdoos. Aansluiten op een computer met een modem Sluit de printer aan op een computer met een modem als u faxen wilt verzenden vanuit de softwaretoepassing. Opmerking: Welke installatiestappen u precies moet uitvoeren, is afhankelijk van het land of de regio.
3 Haal de beschermstekker uit de onderste EXT-poort van de printer. 4 Sluit een tweede telefoonkabel aan op de telefoon en de computermodem. Opmerking: Raadpleeg de handleiding van uw computer voor de telefoonaansluitingen. 5 Sluit een derde telefoonkabel aan op de computermodem en de onderste EXT-poort Faxen 103 van de printer.
De naam en het nummer voor uitgaande faxen instellen Op de volgende wijze kunt u de toegewezen faxnaam en het faxnummer op uitgaande faxen afdrukken: 1 Typ het IP-adres van de printer in het adresveld van uw webbrowser. Opmerking: Als u het IP-adres van de printer niet weet, drukt u een pagina met netwerkinstellingen af en zoekt u het adres in het TCP/IP-gedeelte. 2 Klik op Settings (Instellingen). 3 Klik op Fax Settings (Faxinstellingen). 4 Klik op Analog Fax Setup (Analoge faxinstellingen).
Een fax verzenden Een fax verzenden via het bedieningspaneel van de printer 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de ADI of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Opmerking: Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine voorwerpen, transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADI. Plaats deze items op de glasplaat.
Voor gebruikers van Mac OS X versie 10.2 en 10.3 1 Open het gewenste bestand en kies Archief > Druk af. 2 Selecteer Afdruktaken doorsturen in het pop-upmenu met afdrukopties. 3 Selecteer Faxen en voer de naam, het nummer en andere benodigde informatie van de ontvanger in. 4 Klik op Druk af. Voor gebruikers van Mac OS X versie 10.4 of later 1 Open het gewenste bestand en kies Archief > Druk af. 2 Kies PDF faxen in het PDF-pop-upmenu.
6 Wijs een snelkoppelingsnummer toe. Als u een nummer invoert dat al in gebruik is, wordt u gevraagd een ander nummer te kiezen. 7 Klik op Add (Voeg toe). Een snelkoppeling voor een faxbestemming maken met het bedieningspaneel van de printer 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de automatische documentinvoer (ADI) of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
Snelkoppelingen en het adresboek gebruiken Snelkoppelingen voor faxbestemmingen gebruiken Snelkoppelingen voor faxbestemmingen werken net als de snelkeuzenummers op een telefoon of faxapparaat. U kunt snelkoppelingsnummers toewijzen als u permanente faxbestemmingen maakt. Permanente faxbestemmingen of snelkeuzenummers worden gemaakt in de koppeling Bestemmingen beheren. Deze koppeling bevindt zich onder het tabblad Configuratie op de Embedded Web Server.
Faxinstellingen aanpassen De faxresolutie wijzigen Door het aanpassen van de instelling voor de resolutie wordt de kwaliteit van de fax gewijzigd. De instellingen variëren van Standaard (hoogste snelheid) tot Ultrafijn (laagste snelheid, hoogste kwaliteit). 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de ADI (automatische documentinvoer) of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
6 Druk op de pijltoetsen tot Vertraagd verzenden wordt weergegeven en druk op . Stel verzendtijdstip in verschijnt op de eerste regel en op de tweede regel verschijnt UU:MM met een knipperende cursor. 7 Geef met behulp van het numerieke toetsenblok het nummer op waarnaar u een fax wilt verzenden. Nadat u de tijd heeft ingevoerd, verplaatst de cursor naar het AM- of PM-veld als printerklok is ingesteld op12 Uur notatie. Druk op de pijltjestoetsen om te wisselen tussen AM en PM. 8 Druk op .
Informatie over faxopties Origineel formaat Met deze optie opent u een scherm waarin u het formaat kunt invoeren van de documenten die u wilt faxen. 1 Druk in het Faxgedeelte van het bedieningspaneel op Options (Opties). Origineel format verschijnt. 2 Druk op . 3 Druk op de pijltoetsen tot het formaat van het originele document verschijnt en druk dan op . Inhoud Deze optie geeft aan de printer door wat voor soort document het origineel is. U hebt de keuze uit Tekst, Tekst/foto of Foto.
Faxkwaliteit verbeteren Vraag Wanneer moet ik de modus Tekst gebruiken? Tip • Gebruik de modus Tekst als het behoud van de tekst het belangrijkste doel is van de fax en als het behoud van de afbeeldingen op het origineel van ondergeschikt belang is. • Deze modus is bij uitstek geschikt voor ontvangstbewijzen, carbonformulieren en documenten die alleen uit tekst of fijne lijnen bestaan.
Scannen naar een FTP-adres ADI Glasplaat Gebruik de ADI voor documenten met meerdere pagina's. Gebruik de glasplaat voor één pagina, kleine voorwerpen (zoals briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften). Met de scanner kunt u documenten rechtstreeks scannen naar een FTP-server (File Transfer Protocol). U kunt per keer slechts één FTP-adres naar de server verzenden.
Scannen naar een FTP-adres met behulp van een snelkoppelingsnummer 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde omhoog en de korte zijde als eerste in de ADI of met de bedrukte zijde omlaag op de glasplaat. Opmerking: plaats geen briefkaarten, foto's, kleine voorwerpen, transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADI. Gebruik in plaats daarvan de glasplaat. 2 Als u een document in de ADI plaatst, moet u de papiergeleiders aanpassen.
Scannen naar een computer of een apparaat met USB-flashgeheugen ADI Glasplaat Gebruik de ADI voor documenten met meerdere pagina's. Gebruik de glasplaat voor één pagina, kleine voorwerpen (zoals briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften). Met de scanner kunt u documenten rechtstreeks naar een computer of naar een apparaat met USB-flashgeheugen scannen.
8 Scan uw document. Er is automatisch een snelkoppelingsnummer toegekend toen u op Verzenden klikte. Gebruik dit snelkoppelingsnummer wanneer u uw documenten gaat scannen. a Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de automatische documentinvoer (ADI) of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
Informatie over de opties voor scannen naar de computer Zijden (Duplex) Deze optie geeft aan de printer door of het origineel eenzijdig (simplex) of dubbelzijdig (duplex) is bedrukt. De scanner weet nu wat er moet worden gescand om in het document te worden opgenomen. Opmerking: Dubbelzijdig scannen is niet beschikbaar op bepaalde printermodellen. Intensiteit Met deze optie geeft u aan hoeveel lichter of donkerder het gescande document moet worden in vergelijking met het origineel.
Het hulpprogramma ScanBack gebruiken Het hulpprogramma ScanBack gebruiken U kunt het LexmarkScanBackTM hulpprogramma gebruiken in plaats van de Embedded Web Server om de profielen Scannen naar PC te maken. Het ScanBack hulpprogramma staat op de cd Software en documentatie. 1 Uw scannen naar pc-profiel instellen. a Het hulpprogramma ScanBack openen b Selecteer de printer die u wilt gebruiken.
Storingen verhelpen Papierstoringen voorkomen De volgende tips kunnen papierstoringen helpen voorkomen: Aanbevelingen voor papierladen • Zorg ervoor dat het papier vlak in de lade is geplaatst. • Verwijder geen laden terwijl de printer bezig is met afdrukken. • Plaats geen afdrukmateriaal in de laden, universeellader of enveloppenlader terwijl de printer bezig is met afdrukken. Plaats het materiaal voordat u gaat afdrukken of wacht tot u wordt gevraagd afdrukmateriaal te plaatsen.
Informatie over storingsnummers en -locaties Als er een storing optreedt, toont de printer een bericht waarin de locatie van de storing wordt weergegeven. In de volgende afbeelding en tabel vindt u een overzicht van de papierstoringen die zich kunnen voordoen en de locatie van elke storing. Open alle kleppen en verwijder de laden zodat u bij de locaties kunt waar het afdrukmateriaal is vastgelopen.
Storingnummer Storingslocatie 7 250 Instructies 1 Druk de ontgrendeling naar links om de In de universeellader universeellader vrij te geven. 2 Controleer de universeellader en verwijder vervolgens vastgelopen papier. 3 Sluit de universeellader. Opmerking: mogelijk moet u de duolader voor 650 vel openen om vastgelopen pagina’s achter de universeellader te verwijderen. 8 290 ADI Open de klep van de ADI en verhelp de storing.
2 Verwijder het vastgelopen papier. Opmerkingen: • zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd. • Als 200.xx Papier vast of 202.xx Papier vast wordt weergegeven, is er mogelijk een tweede vel vastgelopen. 3 Sluit de voorklep. 4 Druk op . 202 Papier vast 1 Pak de voorklep vast aan de handgrepen aan de zijkant en trek de klep naar u toe om deze te openen. LET OP—HEET OPPERVLAK: De binnenkant van de printer kan heet zijn.
2 Trek de groene hendel omhoog en trek de klep van het verhittingsstation naar u toe. 3 Houd de klep naar beneden gedrukt en verwijder het vastgelopen papier.
De klep van het verhittingsstation gaat dicht wanneer u deze loslaat. Opmerking: zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd. 4 Sluit de voorklep. 5 Druk op . 230 Papier vast 1 Pak de voorklep vast aan de handgrepen aan de zijkant en trek de klep naar u toe om deze te openen. 2 Verwijder het vastgelopen papier. 3 Druk op . 235 Papier vast Deze papierstoring treedt op als het papier te kort is voor de duplexeenheid.
242 en 243 Papier vast 1 Pak de hendel en trek de optionele lade voor 550 vel naar buiten. Opmerking: de optionele lade voor 550 vel is niet voor alle printermodellen beschikbaar. 2 Verwijder het vastgelopen papier. Opmerking: zorg dat u alle snippers papier verwijdert. 3 Plaats de lade terug. 4 Druk op . 250 Papier vast 1 Druk op de hendel in de universeellader zodat u bij het vastgelopen papier kunt. 2 Verwijder het vastgelopen papier. Opmerking: Zorg dat u alle snippers papier eruit haalt.
290 papier vast 1 Verwijder alle originele documenten uit de ADF. 2 Open de klep van de ADF en verwijder vastgelopen papier. 3 Sluit de klep van de ADI. 4 Open de klep van de scanner en verwijder vastgelopen pagina's. 5 Sluit de klep van de scanner. 6 Druk op .
Informatie over printermenu's Menuoverzicht Er is een aantal menu's beschikbaar waarmee u op eenvoudige wijze printerinstellingen kunt wijzigen. Deze menu’s kunnen worden geopend via het bedieningspaneel van de printer, de Embedded Web Server of het stuurprogramma van de toepassing. Opmerkingen: • Bepaalde menu's zijn niet beschikbaar bij bepaalde printermodellen. • De huidige standaardinstelling wordt aangegeven met een sterretje (*).
Menu supplies Menu-item Beschrijving Cyaan, magenta, gele of zwarte tonercartridges Eerste waarschuwing Laag Ongeldig Vervangen Ontbreekt of defect OK Niet-onderst. Hiermee kunt u de status van de tonercartridges weergeven. Beeldverwerkingskit OK Vervang zwarte beeldverwerkingskit Vervang zwarte en kleurenbeeldverwerkingskit Toont de status van de beeldverwerkingskit Toneroverloopbak Bijna vol Vervangen Ontbreekt OK Hiermee kunt u de status van de toneroverloopfles weergeven.
Menu Formaat/soort Menu-item Beschrijving Formaat lade Letter Legal Executive Oficio (Mexico) Folio Universal A4 A5 JIS B5 Hiermee wordt het papierformaat in elke lade opgegeven. Soort lade Normaal papier Karton Transparanten Kringlooppapier Glossy Etiketten Bankpost Briefhoofdpapier Voorbedrukt papier Gekleurd papier Licht papier Zwaar papier Ruw/katoen Aangepast Hiermee wordt de papiersoort in elke lade opgegeven. Pap.form/soort (handm.
Menu-item Beschrijving Pap.form/soort (handm.) Normaal papier Karton Transparanten Kringlooppapier Glossy Etiketten Bankpost Briefhoofdpapier Voorbedrukt papier Gekleurd papier Licht papier Zwaar papier Ruw/katoen Aangepast Hiermee wordt de papiersoort opgegeven die u handmatig plaatst. Formaat U-lader Letter Legal Executive Oficio (Mexico) Folio Statement Universal A4 A5 A5 JIS B5 Hiermee wordt het papierformaat in de universeellader opgegeven.
Menu-item Beschrijving Envelopformaat handm. invoer Hiermee wordt het envelopformaat opgegeven dat u handmatig plaatst. 10-envelop Opmerking: 10-envelop is de standaardinstelling in de VS. DL-envelop is de DL-envelop internationale standaardinstelling. C5-envelop B5-envelop Andere envelop 7 3/4-envelop 9-envelop Envelopsoort handm. invoer Envelop Aangepast Hiermee wordt de envelopsoort opgegeven die u handmatig plaatst. Opmerking: Envelop is de standaardinstelling.
Menu-item Beschrijving Struct bankpost Glad Normaal Ruw Hiermee wordt de relatieve structuur aangegeven van het papier dat in een specifieke lade is geplaatst. Struct envelop Glad Normaal Ruw Hiermee wordt de relatieve structuur aangegeven van de enveloppen die in een specifieke lade zijn geplaatst. Structuur briefhoofd Glad Normaal Ruw Hiermee wordt de relatieve structuur aangegeven van het papier dat in een specifieke lade is geplaatst.
Menu-item Beschrijving Papier aangepast Glad Normaal Ruw Hiermee wordt de relatieve structuur aangegeven van de aangepaste papiersoort die in een specifieke lade is geplaatst. Opmerkingen: • "Normaal" is de standaardinstelling. • Instellingen worden alleen weergegeven als de aangepaste soort wordt ondersteund.
Menu-items Definitie Lichtgewicht papier Licht Hiermee wordt het relatieve gewicht aangegeven van het lichtgewicht papier dat in een specifieke lade is geplaatst. Opmerkingen: • "Lichtgewicht" is de standaardinstelling. • Instellingen worden alleen weergegeven als lichtgewicht papier wordt ondersteund. Zwaar papier Zwaar Hiermee wordt het relatieve gewicht aangegeven van het zware papier dat in een specifieke lade is geplaatst. Opmerkingen: • "Zwaar" is de standaardinstelling.
Menu-item Beschrijving Briefhoofdpap. laden Dubbelzijdig Uit Hiermee bepaalt u of alle afdruktaken met "Briefhoofdpapier" als papiersoort dubbelzijdig worden afgedrukt. Voorbedrukt plaatsen Dubbelzijdig Uit Hiermee bepaalt u of alle afdruktaken met "Voorbedrukt papier" als papiersoort dubbelzijdig worden afgedrukt. Gekleurd laden Dubbelzijdig Uit Hiermee bepaalt u of alle afdruktaken met "Gekleurd" als papiersoort dubbelzijdig worden afgedrukt.
Menu-item Beschrijving Kringlooppapier Hiermee wordt een papiersoort opgegeven als de instelling Kringlooppapier wordt geselecteerd in andere menu's Papier Karton Opmerkingen: Transparanten • "Papier" is de standaardinstelling. Glossy • U kunt alleen afdrukken op de kringloopmateriaalsoort als deze wordt ondersteund door de Etiketten lade of invoer die u selecteert. Envelop Katoen Menu Aangepaste scanformaten) Menu-item Beschrijving Hiermee stelt u een niet-standaard scanformaat in.
Menu universele instellingen Met deze menu-items geeft u de hoogte en breedte op voor het universele papierformaat. De instelling voor het universele papierformaat is een door de gebruiker gedefinieerde instelling voor papierformaat. De instelling staat in de lijst met de andere papierformaatinstellingen en biedt soortgelijke opties, zoals ondersteuning voor dubbelzijdig afdrukken en meerdere pagina's afdrukken op één vel.
Menu-item Beschrijving Pagina Netwerkinstellingen Hiermee wordt een rapport afgedrukt met informatie over de instellingen van de netwerkprinter, zoals informatie over het TCP/IP-adres. Opmerking: Dit menu-item wordt alleen weergegeven op netwerkprinters of printers die zijn aangesloten op afdrukservers.
Menu Netwerk Menu-item Beschrijving PCL SmartSwitch Aan Uit Hiermee stelt u de printer zo in dat deze automatisch overschakelt op PCL-emulatie als dit door een afdruktaak wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal. Opmerkingen: • Aan is de standaardinstelling. • Als PCL SmartSwitch is ingesteld op Uit, controleert de printer de binnenkomende gegevens niet. • De printer gebruikt in dat geval PostScript-emulatie als PS SmartSwitch is ingesteld op Aan.
Menu-item Beschrijving Mac binair PS Aan Uit Auto Hiermee stelt u de printer in voor de verwerking van binaire PostScript-afdruktaken voor Macintosh. Opmerkingen: • Auto is de standaardinstelling. • Als Uit is ingesteld, filtert de printer afdruktaken die gebruikmaken van het standaardprotocol. • Als Aan is ingesteld, worden ruwe binaire PostScript-afdruktaken verwerkt. Netwerkinstallatie Hiermee worden alle menu's voor netwerkinstellingen weergegeven, ongeacht het actieve printernetwerk.
Menu USB Menu-item Beschrijving PCL SmartSwitch Hiermee stelt u de printer zo in dat deze automatisch overschakelt op PCL-emulatie als dit door een afdruktaak wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal. Aan Uit Opmerkingen: • Aan is de standaardinstelling. • Als PCL SmartSwitch is ingesteld op Uit, controleert de printer de binnenkomende gegevens niet. • De printer gebruikt in dat geval PostScript-emulatie als PS SmartSwitch is ingesteld op Aan.
Menu-item Beschrijving ENA-netmasker Hiermee stelt u de netmaskerinformatie in voor een externe afdrukserver die via een USB-kabel op de printer is aangesloten. Opmerking: Dit menu-item is alleen beschikbaar als de printer via de USB-poort is aangesloten op een externe afdrukserver. ENA-gateway Hiermee stelt u de gateway-informatie in voor een externe afdrukserver die via een USB-kabel op de printer is aangesloten.
Menu-item Beschrijving Ecomodus Uit Energie Energie/papier Papier Hiermee gebruikt u zo min mogelijk energie, papier of speciaal afdrukmateriaal. Opmerkingen: • Uit is de standaardinstelling. Met Uit worden op de printer de oorspronkelijke fabrieksinstellingen opnieuw ingesteld. • De instelling Energie beperkt het stroomgebruik van de printer tot een minimum. Mogelijk worden hierdoor de prestaties beïnvloed, maar niet de afdrukkwaliteit.
Menu-item Beschrijving Alarmen Alarminstelling Cartridge-alarm Hiermee wordt een alarm ingesteld dat klinkt wanneer de gebruiker moet ingrijpen. De beschikbare selecties voor elk alarmtype zijn: Uit Eén keer Continu Opmerkingen: • Eén keer is de standaardinstelling voor Alarminstelling. Als Eén keer is ingesteld, laat de printer drie korte alarmtonen horen. • Uit betekent dat er geen alarm klinkt. • Als Continu is ingesteld, herhaalt de printer de drie alarmtonen elke tien seconden.
Menu-item Beschrijving Afdrukherstel Herstel na storing Aan Uit Auto Hiermee geeft u op of de printer vastgelopen pagina's opnieuw afdrukt. Opmerkingen: • Auto is de standaardinstelling. De printer drukt vastgelopen pagina's opnieuw af, tenzij het geheugen om de pagina's op te slaan benodigd is voor andere afdruktaken. • Als Aan de instelling is, worden vastgelopen pagina's altijd opnieuw afgedrukt. • Als Uit de instelling is, worden vastgelopen pagina's nooit opnieuw afgedrukt.
Menu-item Beschrijving Zijden (Duplex) 1-zijdig naar 1-zijdig 1-zijdig naar 2-zijdig 2-zijdig naar 1-zijdig 2-zijdig naar 2-zijdig Hiermee geeft u op of een origineel document tweezijdig (duplex) of enkelzijdig (simplex) is bedrukt, en of dit vervolgens tweezijdig of enkelzijdig moet worden gekopieerd. Opmerkingen: • Duplex is niet beschikbaar op bepaalde printermodellen. • 1-zijdig naar 1-zijdig—De originele pagina is bedrukt aan één zijde. De gekopieerde pagina zal aan één kant worden bedrukt.
Menu-item Beschrijving Origineel Letter Legal Executive Folio Statement Universal Identiteitskaart 4 x 6 inch 3 x 5 inch Visitekaartje Aangepast scanformaat A4 A5 Oficio (Mexico) A6 JIS B5 Hiermee geeft u het papierformaat van het originele document op. Papierbron Lade Invoer voor losse vellen Invoer voor meerdere vellen Hiermee geeft u de papierbron voor kopieertaken op. Opmerkingen: • Letter is de standaardinstelling in de VS. A4 is de internationale standaardinstelling.
Menu-item Beschrijving Kopieën met prioriteit toestaan Maakt onderbreking van een afdruktaak mogelijk om een pagina of document te kopiëren. Aan Uit Opmerking: Aan is de standaardinstelling. Achtergrond verwijderen -4 tot +4 Hiermee stelt u in hoeveel van de achtergrond zichtbaar is op een kopie. Kleurbalans Cyaan–Rood Magenta-Groen Geel-Blauw Hiermee stelt u de kleurstelling in van-4 tot +4. Contrast 0-5 Beste instelling voor inhoud Hiermee kunt u het contrast voor de kopieertaak opgeven.
Menu-item Beschrijving Geheugengebruik Alles ontvangen Meestal ontvangen Gelijk Meestal verzenden Alles verzenden Hiermee bepaalt u de hoeveelheid niet-vluchtig geheugen die voor een faxtaak kan worden gebruikt. Opmerkingen: • Met de optie “Alles ontvangen” stelt u in dat in het hele geheugen faxtaken worden ontvangen. • Met de optie “Meestal ontvangen” stelt u in dat in het grootste deel van het geheugen faxtaken worden ontvangen. • Gelijk is de standaardinstelling.
Menu-item Beschrijving Origineel Letter Legal Executive Combinatie Letter/Legal Folio Statement A4 A5 A6 Oficio (Mexico) JIS B5 4x6 3x5 Identiteitskaart Universal Aangepast scanformaat Visitekaartje Hiermee geeft u het papierformaat op van het document dat wordt gescand. Duplex Uit Lange zijde Korte zijde Hiermee geeft u op in welke stand de tekst en afbeeldingen op de pagina worden afgedrukt. Opmerking: Letter is de standaardinstelling in de VS. A4 is de internationale standaardinstelling.
Menu-item Beschrijving Automatisch opnieuw kiezen 0–9 Hiermee geeft u op hoe vaak de printer moet proberen een fax naar het opgegeven nummer te verzenden. Opmerking: 5 is de standaardinstelling. Aantal keren opnieuw kiezen 1–200 Hiermee geeft u het aantal minuten op tussen elke kiespoging. Opmerking: De standaardinstelling is 3 minuten. Achter een PABX Ja Nee Hiermee kunt u het bellen zonder kiestoon inschakelen. ECM inschakelen Ja Nee Hiermee schakelt u de modus Foutcorrectie in voor faxtaken.
Menu-item Beschrijving Kleurenscans fax inschakelen Aan Uit Hiermee kunt u kleuren faxen. Kleurenfaxen automatisch converteren naar zwart-witfaxen Aan Uit Alle uitgaande faxen worden geconverteerd naar zwartwitfaxen. Opmerking: Aan is de standaardinstelling. Opmerking: Aan is de standaardinstelling. Faxontvangstinstellingen Menu-item Beschrijving Faxen ontvangen inschakelen Biedt de mogelijkheid faxtaken te ontvangen via de printer. Aan Opmerking: Aan is de standaardinstelling.
Menu-item Beschrijving Max. snelheid 2400 4800 9600 14400 33600 Hiermee geeft u in baud de maximumsnelheid op waarmee faxen worden ontvangen. Fax zonder naam blokkeren Aan Uit Hiermee kunt u inkomende faxen blokkeren die verzonden zijn vanaf een apparaat zonder station-ID. Opmerking: 33600 (baud) is de standaardinstelling. Opmerking: Uit is de standaardinstelling.
Luidsprekerinstellingen Menu-item Beschrijving Luidsprekermodus Opmerkingen: Altijd uit • Met de optie Altijd uit schakelt u de luidspreker uit. Aan tot verbinding • “Aan tot verbinding” is de standaardinstelling. De luidspreker is aan en geeft een geluid Altijd aan weer totdat er een faxverbinding tot stand is gebracht. • Met de optie Altijd aan schakelt u de luidspreker in. Luidsprekervolume Hiermee stelt u het volume in. Hoog Opmerking: Hoog is de standaardinstelling.
Scaninstellingen Menu-item Beschrijving Beeldformaat PDF (.pdf) TIFF (.tif) JPEG (.jpg) Hiermee geeft u de indeling van het bestand op. PDF-versie 1.2–1.6 Hiermee stelt u de versie in van het pdf-bestand die wordt gescand naar USB. Opmerking: PDF is de standaardinstelling. Opmerking: 1,5 is de standaardinstelling. Inhoud Tekst Tekst/foto Foto Hiermee geeft u het type inhoud op dat naar USB wordt gescand. Opmerkingen: • Tekst wordt gebruikt als het document hoofdzakelijk uit tekst bestaat.
Menu-item Beschrijving Origineel Letter Legal Executive Folio Statement Universal 4 x 6 inch 3 x 5 inch Visitekaartje Aangepast scanformaat A4 A5 Oficio (Mexico) A6 JIS B5 Hiermee geeft u het papierformaat op van het document dat wordt gescand. Zijden (Duplex) Uit Lange zijde Korte zijde Hiermee geeft u op in welke stand de tekst en afbeeldingen op de pagina worden afgedrukt. Opmerking: Letter is de standaardinstelling in de VS. A4 is de internationale standaardinstelling.
Menu-item Beschrijving Multipage TIFF gebruiken Aan Uit Hiermee kunt u kiezen tussen single-page en multi-page TIFFbestanden. Bij een scan van meerdere pagina's ten behoeve van een USB-taak, kan één TIFF-bestand worden gemaakt dat alle pagina's van de taak bevat of kunnen meerdere TIFF-bestanden worden gemaakt die elk één pagina van de taak bevatten. Opmerkingen: • Aan is de standaardinstelling. • Dit menu-item heeft betrekking op alle scanfuncties.
Afdrukinstellingen Menu Instellingen Menu-item Beschrijving Printertaal PS-emulatie PCL-emulatie PPDS-emulatie Hiermee bepaalt u welke printertaal de afdrukserver gebruikt om gegevens naar de printer te verzenden Afdrukgebied Normaal Passend maken Hele pagina Bepaalt afdrukgebied op papier Opmerking: PS is de standaardinstelling. Opmerking: Normaal is de standaardinstelling.
Menu-item Beschrijving Sorteren Aan Uit Hiermee houdt u de pagina's van een afdruktaak op volgorde als u meerdere exemplaren afdrukt. Opmerkingen: • Uit is de standaardinstelling. De pagina's worden niet gesorteerd. • Met de instelling Aan wordt de afdruktaak op volgorde gehouden. • Beide instellingen zorgen ervoor dat de gehele afdruktaak zo vaak wordt afgedrukt als is opgegeven in de menu-instelling Kopiëren.
Menu Kwaliteit Menu-item Beschrijving Kleurcorrectie Auto Uit Handmatig Hiermee wordt de kleuruitvoer op de gedrukte pagina aangepast. Opmerkingen: • Auto is de standaardinstelling. Met Auto past u op elk object op de afgedrukte pagina een andere kleurconversietabel toe. • Met de instelling Uit wordt de kleurcorrectie uitgeschakeld. • Met de instelling Handmatig kunnen de kleurtabellen worden aangepast op basis van de instellingen die in het menu Aangepaste kleur beschikbaar zijn.
Menu-item Beschrijving RGB-verzadiging 0-5 Hiermee wordt de verzadiging in de kleuruitvoer aangepast. Opmerkingen: • 0 is de standaardinstelling. • Dit menu-item heeft geen invloed op bestanden met CMYK-kleurspecificaties. Kleurbalans Cyaan Magenta Geel Zwart Standaardwaarden herstellen Hiermee kunt u de kleur van de afgedrukte uitvoer subtiel aanpassen door de hoeveelheid toner die wordt gebruikt voor elk kleurvlak afzonderlijk te wijzigen. Hiermee stelt u de kleurstelling in van-5 tot +5.
Menu-item Beschrijving Aangepaste kleur (CMYK) CMYK-kleurbeeld CMYK-tekst CMYK-afbeeldingen Hiermee kunnen CMYK-kleurconversies worden aangepast. De waarden voor de instellingen zijn: USCMYK EuroCMYK CMYK-levendig Uit Opmerkingen: • CMYK-VS is de standaardinstelling in de VS. • CMYK-Euro is de internationale standaardinstelling. • Met "CMYK-levendig wordt een tabel voor kleurconversie toegepast die helderder kleuren met een hogere verzadiging oplevert. • Met Uit wordt de kleurconversie uitgeschakeld.
Menu PostScript Menu-item Beschrijving PS-fout afdrukken Aan Uit Hiermee wordt een pagina afgedrukt die de PostScript-fout bevat. Opmerking: Uit is de standaardinstelling. Afbeelding gladmaken Hiermee worden het contrast en de scherpte verbeterd van afbeeldingen met een lage resolutie en worden de kleurovergangen soepeler gemaakt. Aan Uit Opmerkingen: • Uit is de standaardinstelling. • De instelling Afbeelding gladmaken is niet van invloed op afbeeldingen met een resolutie van 300 dpi of hoger.
Menu-item Beschrijving Instellingen menu PCL-emulatie Hiermee wijzigt u de puntgrootte van schaalbare typografische lettertypen. Puntgrootte Opmerkingen: 1,00-1008,00 • 12 is de standaardinstelling. • Puntgrootte heeft betrekking op de hoogte van de tekens in het lettertype. Eén punt is ongeveer gelijk aan 0,35 mm. • Puntgroottes kunnen worden aangepast in stappen van 0,25 punten.
Menu-item Beschrijving Instellingen menu PCL-emulatie Hiermee geeft u aan of de printer automatisch een nieuwe regel (NR) uitvoert na een opdracht voor een harde return (HR). Automatisch NR na HR Aan Opmerkingen: Uit • Uit is de standaardinstelling. • Het menu PPDS-emulatie neemt de gewijzigde instellingen over.
Menu-item Beschrijving Omkeren Aan Uit Hiermee keert u tweekleurige zwart-witafbeeldingen om. Opmerkingen: • Uit is de standaardinstelling. • De lettertypegrootte kan in stappen van 1 worden aangepast. • Deze instelling geldt niet voor GIF- of JPEG-afbeeldingen. Hiermee schaalt u de afbeelding zodat deze past op het geselecteerde papierformaat. Schaling Linkerbvnhoek verank. Opmerking: Meest gelijkend is de standaardinstelling.
Menu-item Beschrijving Indeling Auto Uit 2 per vel 3 per vel 4 per vel 6 per vel 9 per vel 12 per vel 16 per vel Index afdrukken Bepaalt het maximale aantal afbeeldingen dat op één kant van het papier kan worden afgedrukt Kwaliteit Normaal Concept Fijn Bepaalt welke waarden voor de resolutie, tonerintensiteit en kleur door het apparaat worden gebruikt bij het afdrukken van foto's die van een PictBridge-apparaat afkomstig zijn Opmerkingen: • Auto is de standaardinstelling.
Menu-item Beschrijving Tijdzone (Noord-, Midden- en Zuid-Amerika) Hawaï * Alaska Tijuana (PST) VS/Canada PST VS/Canada MST VS/Canada CST VS/Canada EST Canada AST Caracas (VET) Newfoundland (NST) Brasilia (BRT) Hiermee kunt u de tijdzone voor de fax instellen. Tijdzone (Europa en Afrika) Azoren (AZOT) Praia (CVT) * GMT (*) Dublin, Ierland Londen (BST) West-Europa Centraal-Europa Oost-Europa Cairo (EET) Pretoria (SAST) * Moskou (MSK) Hiermee kunt u de tijdzone voor de fax instellen.
Menu-item Beschrijving Tijdzone (Australië en landen in de Stille Oceaan) Australië WST Australië CST Darwin (CST) * Australië EST Queensland (EST) * Tasmanië (EST) Wellington (NZST) Niet in de lijst Hiermee kunt u de tijdzone voor de fax instellen. Zomertijd gebruiken Aan Uit Hiermee kunt zomertijd instellen (DST-modus).
Informatie over printerberichten Lijst met statusberichten en foutmeldingen USB openen na scan Er is een USB-station in de printer geplaatst tijdens het scannen. Druk op het toetsenblok op 1 om het station te openen na het scannen of druk op 2 om het USB-station te negeren. USB nu openen Er is een USB-station in de printer geplaatst terwijl de printer een taak (kopie, fax, e-mail of FTP) aan het configureren was of terwijl het menu was geopend.
bijna leeg Vervang de tonercartridge en wacht tot het bericht is verdwenen. Kiezen Er wordt een faxnummer gekozen. Bij een lang nummer dat niet op het scherm past, wordt alleen het woord Kiezen weergegeven. Wacht tot het bericht is verdwenen. NIET AANRAKEN De printer ontvangt een code voor het bijwerken van een bestand. Wacht tot het bericht is verdwenen. Let op—Kans op beschadiging: Schakel de printer niet uit en raak de printer niet aan zolang dit bericht op het display wordt weergegeven.
Inkomende oproep Dit bericht wordt weergegeven als de handmatige faxmodus wordt gebruikt. Druk op of op voor een kleurenfax. voor een zwart-witte fax Plaats invoerlade Schuif de aangegeven lade volledig in de printer. Ongeldige enginecode De enginecode is ongeldig. Neem contact op met de klantenservice. Ongeldige netwerkcode De netwerkcode is ongeldig. Neem contact op met de klantenservice.
Onderhoud De printer heeft onderhoud nodig. Bel voor service. Geheugen vol: kan geen faxen versturen Het geheugen van de printer is vol. Druk op om het bericht te wissen en de fax te annuleren. • Verklein de faxresolutie en probeer de fax opnieuw te verzenden. • Verklein het aantal pagina’s in de fax en prober de fax opnieuw te verzenden. Menu's zijn uitgeschakeld De printermenu's zijn uitgeschakeld. U kunt de printerinstellingen niet wijzigen via het bedieningspaneel.
Foto te groot De foto die naar de printer is verzonden is groter dan het huidige papierformaat. Druk op de pijltoetsen tot Meest overeenkomende fotoformaat of Passend maken wordt weergegeven en druk vervolgens op . Spaarstand Wanneer er geen afdruktaken zijn, schakelt de printer over naar de energiebesparende modus (Sleep-modus). • Stuur een afdruktaak naar de printer. • Raak aan om de printer op te laten warmen tot de normale bedrijfstemperatuur. Daarna wordt Gereed weergegeven.
Beheer op afstand actief De printer is offline tijdens het configureren van de instellingen. Wacht tot het bericht is verdwenen. Verwijder alle originele documenten uit de ADI. Verwijder papier uit de ADI om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. Verwijder verpakkingsmateriaal Controleer of er verpakkingsmaterialen zijn en verwijder deze van de tonercartridges. Verwijder papier uit standaarduitvoerlade Verwijder de stapel papier uit de standaarduitvoerlade.
Standaarduitvoerlade vol Leeg de standaarduitvoerlade om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. Lade leeg Probeer een van de volgende opties: • Vul de papierlade of een andere invoerlade met papier van de juiste soort en het juiste formaat. • Houd ingedrukt en druk vervolgens op om de actieve taak te annuleren. Lade bijna leeg Wacht to de printer niet meer aan het afdrukken is en vul de papierlade of een andere bron met papier van de juiste soort en het juiste formaat.
wachten, teveel gebeurtenissen Wacht tot het bericht is verdwenen. Let op—Kans op beschadiging: Schakel de printer niet uit zolang dit bericht op het display wordt weergegeven. 30.yy cartridge ontbreekt Plaats de ontbrekende tonercartridge om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. 31.yy cartridge defect Vervang de defecte tonercartridge door een nieuwe cartridge. 31.yy beeldverwerkingskit defect Vervang de beeldverwerkingskit. 32.
Probeer een van de volgende oplossingen: • Druk op en druk vervolgens op om het afdrukken te annuleren. • Vereenvoudig de afdruktaak door de hoeveelheid tekst of afbeeldingen op een pagina te verminderen en onnodige lettertypen en macro's te verwijderen. • Installeer extra printergeheugen. 39 Pagina is te complex. Bepaalde gegevens worden mogelijk niet afgedrukt De pagina is te complex om te worden afgedrukt. Druk op annuleren.
54 Netwerk Softwarefout De printer heeft geconstateerd dat er een netwerkpoort is geïnstalleerd, maar kan hier niet mee communiceren. De printer schakelt alle communicatie naar de bijbehorende netwerkinterface uit. Probeer een van de volgende opties: • Druk op om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. • Stel de printer opnieuw in door de printer uit- en weer in te schakelen. • Upgrade (flash) de netwerkfirmware in de printer of afdrukserver.
4 Steek de stekker van het netsnoer in een goed geaard stopcontact. 5 Zet de printer weer aan. 59 Incompatibele invoerlade Alleen opties die speciaal voor deze printer zijn ontworpen, worden ondersteund. Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Verwijder de gespecificeerde lade. • Druk op om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken zonder de aangegeven lade te gebruiken. 82 Vervang toneroverloopbak Vervang de toneroverloopfles. Raadpleeg voor meer informatie.
230.yy Papier vast 1 Maak de papierbaan vrij. 2 Open de voorklep en verwijder het vastgelopen papier. 3 Sluit de voorklep. 4 Druk op om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. Opmerking: als er meerdere storingen zijn opgetreden, wordt het aantal vastgelopen pagina's aangegeven in het bericht. 235 Papier vast, controleer duplex Er is een niet-ondersteund papierformaat vastgelopen in de duplexeenheid. 1 Open de voorklep 2 Verwijder het vastgelopen papier.
3 Plaats de pagina’s in de ADI. 4 Pas de ADI-geleiders aan. 5 Druk op het toetsenbord op om een zwart-witte taak te starten of op om een kleurentaak te starten. 293 Geen papier De scanner kreeg opdracht om te scannen via de ADI, maar de ADI bevat geen papier. Opmerking: Wanneer de pagina’s in de ADI wordt geplaatst verdwijnt de melding. 1 Buig de pagina’s en waaier ze uit. 2 Plaats de pagina’s in de ADI. 3 Pas de ADI-geleiders aan.
4 Plaats het document in de ADI. 5 Druk op om een zwart-witte taak te starten of op om een kleurentaak te starten. Opmerking: Neem contact op met uw systeembeheerder als de melding niet verdwijnt na het uitschakelen en dan weer inschakelen van de printer. 940.01 Druk de cyaan tonercartridge naar beneden zodat deze goed is geïnstalleerd. Schakel de printer uit, wacht ongeveer 10 seconden en schakel de printer vervolgens weer in 941.
Als het onderhoudsbericht opnieuw wordt weergegeven, neemt u contact op met de klantenondersteuning.
Printer onderhouden Bepaalde taken moeten regelmatig worden uitgevoerd om een optimale afdrukkwaliteit te behouden. Supplies bewaren Bewaar supplies in een koele, schone ruimte. Supplies moeten altijd rechtop in de originele verpakking worden bewaard tot het moment waarop ze worden gebruikt. Stel de printersupplies niet bloot aan: • • • • • • direct zonlicht; temperaturen boven 35 °C; hoge vochtigheidsgraad (boven 80%); zilte lucht; corroderende gassen; grote hoeveelheden stof.
Supplies bestellen Als u in de VS supplies wilt bestellen, belt u +1-800-539-6275 voor informatie over geautoriseerde dealers van Lexmark supplies in uw omgeving. In andere landen of regio's kunt u terecht op de website van Lexmark op www.lexmark.com of neemt u contact op met de winkel waar u de printer hebt gekocht. Opmerking: de geschatte resterende levensduur van de printersupplies is gebaseerd op gewoon papier van A4- of Letter-formaat.
Artikelnaam Artikelnummer C540-, C543- en X543-serie C544-, X544- en X546-serie Retourneerprogramma magenta tonercartridge met extra hoog rendement C544X1MG Niet ondersteund Retourneerprogramma gele tonercartridge met extra hoog rendement C544X1YG Niet ondersteund Zwarte tonercartridge met extra hoog rendement C544X2KG Niet ondersteund Cyaan tonercartridge met extra hoog rendement C544X2CG Niet ondersteund Magenta tonercartridge met extra hoog rendement C544X2MG Niet ondersteund Gele tonerc
Supplies vervangen De toneroverloopfles vervangen Vervang de toneroverloopfles als 82 Vervang toneroverloop wordt weergegeven. De printer hervat het afdrukken pas nadat de toneroverloopfles is vervangen. 1 Haal de nieuwe toneroverloopfles uit de verpakking. 2 Pak de voorklep vast aan de handgrepen aan de zijkant en trek de klep naar u toe. LET OP—HEET OPPERVLAK: De binnenkant van de printer kan heet zijn. Om letsel te voorkomen, moet u een heet oppervlak eerst laten afkoelen voordat u het aanraakt.
4 Verwijder de rechterzijklep. 5 Druk op de groene hendels aan beide zijden van de toneroverloopfles en verwijder de fles. 6 Plaats de toneroverloopfles in de meegeleverde verpakking. 7 Plaats de nieuwe toneroverloopfles.
8 Plaats de rechterzijklep terug. 9 Sluit de bovenklep. 10 Sluit de voorklep.
Een zwarte beeldverwerkingskit vervangen Vervang de zwart/wit-kit als Vervang zwarte beeldverwerkingskit wordt weergegeven. 1 Pak de voorklep vast aan de handgrepen aan de zijkant en trek de klep naar u toe. LET OP—HEET OPPERVLAK: de binnenkant van de printer kan heet zijn. Om letstel te voorkomen, moet u een heet oppervlak eerst laten afkoelen voordat u het aanraakt. 2 Open de bovenklep.
3 Verwijder de tonercartridges door de handgrepen op te tillen en de tonercartridges voorzichtig uit de beeldverwerkingskit te trekken. 4 Verwijder de rechterzijklep. 5 Druk op de groene hendels aan beide zijden van de toneroverloopfles en verwijder de fles.
6 Licht de blauwe hendels van de beeldverwerkingskit op en trek de kit naar u toe. 7 Druk op de blauwe hendels, pak de groene handgrepen aan de zijkanten vast en trek de beeldverwerkingskit naar buiten. Let op—Kans op beschadiging: Raak de onderkant van de beeldverwerkingskit niet aan. Dit kan de beeldverwerkingskit beschadigen. 8 Verwijder de gele, cyaan en magenta developer-eenheden. 9 Haal de nieuwe zwart/wit-kit uit de verpakking.
11 Verwijder de rode transportbescherming van de zwarte developer-eenheid. 12 Plaats de zwarte developer-eenheid. 13 Plaats de gele, cyaan en magenta developer-eenheden terug. Opmerking: Zorg ervoor dat u elke developer-eenheid in de juiste sleuf voor de betreffende kleur plaatst. 14 Plaats de gebruikte zwarte kit in de meegeleverde verpakking.
15 Lijn de beeldverwerkingskit uit en plaats de kit in de printer. 16 Draai de blauwe hendels omlaag tot de beeldverwerkingskit vastklikt. 17 Vervang de toneroverloopfles.
18 Plaats de rechterzijklep terug. 19 Vervang de tonercartridges. 20 Sluit de bovenklep.
21 Sluit de voorklep. Een zwarte- en kleurenbeeldverwerkingskit vervangen Vervang de zwarte en kleurenkit als Vervang kleurenbeeldverwerkingskit wordt weergegeven. 1 Pak de voorklep vast aan de handgrepen aan de zijkant en trek de klep naar u toe om deze te openen. LET OP—HEET OPPERVLAK: de binnenkant van de printer kan heet zijn. Om letstel te voorkomen, moet u een heet oppervlak eerst laten afkoelen voordat u het aanraakt. 2 Open de bovenklep.
3 Verwijder de tonercartridges door de handgrepen op te tillen en de tonercartridges voorzichtig uit de beeldverwerkingskit te trekken. 4 Verwijder de rechterzijklep. 5 Druk op de groene hendels aan beide zijden van de toneroverloopfles en verwijder de fles.
6 Licht de blauwe hendels van de beeldverwerkingskit op en trek de kit naar u toe. 7 Druk op de blauwe hendels, pak de groene handgrepen aan de zijkanten vast en trek de beeldverwerkingskit naar buiten. Let op—Kans op beschadiging: Raak de onderkant van de beeldverwerkingskit niet aan. Dit kan de beeldverwerkingskit beschadigen. 8 Haal de nieuwe zwarte en kleurenkit uit de verpakking. Verwijder het verpakkingsmateriaal van de developer-eenheden niet.
11 Plaats de gele, cyaan, magenta en zwarte developer-eenheden. 12 Plaats de gebruikte zwarte en kleurenkit in de meegeleverde verpakking. 13 Lijn de beeldverwerkingskit uit en plaats de kit in de printer.
14 Vervang de toneroverloopfles. 15 Plaats de rechterzijklep terug. 16 Vervang de tonercartridges.
17 Sluit de bovenklep. 18 Sluit de voorklep. Een tonercartridge vervangen Verwijder de betreffende tonercartridge (geel, cyaan, magenta of zwart) als 88 Vervang cartridge wordt weergegeven. De printer hervat het afdrukken pas nadat de betreffende cartridge is vervangen. Let op—Kans op beschadiging: Schade die wordt veroorzaakt door het gebruik van een tonercartridge die niet van het merk Lexmark is, valt niet onder de garantie.
3 Open de bovenklep. 4 Verwijder de tonercartridge door de hendel omhoog te drukken en deze voorzichtig uit de beeldverwerkingskit te trekken.
5 Lijn de nieuwe tonercartridge uit en druk deze vervolgens omlaag totdat de cartridge helemaal in de sleuf zit. 6 Sluit de bovenklep. Een developer-eenheid vervangen Vervang een developer-eenheid als er een probleem met de afdrukkwaliteit optreedt of als de printer is beschadigd. 1 Pak de voorklep vast aan de handgrepen aan de zijkant en trek de klep naar u toe om deze te openen. LET OP—HEET OPPERVLAK: De binnenkant van de printer kan heet zijn.
2 Open de bovenklep. 3 Verwijder de tonercartridges door de handgrepen op te tillen en de tonercartridges voorzichtig uit de beeldverwerkingskit te trekken.
4 Verwijder de rechterzijklep. 5 Druk op de groene hendels aan beide zijden van de toneroverloopfles en verwijder de fles. 6 Licht de blauwe hendels van de beeldverwerkingskit op en trek de kit naar u toe.
7 Druk op de blauwe hendels, pak de handgrepen aan de zijkanten vast en trek de beeldverwerkingskit naar buiten. Let op—Kans op beschadiging: Raak de onderkant van de beeldverwerkingskit niet aan. Dit kan de beeldverwerkingskit beschadigen. 8 Verwijder de gebruikte developer-eenheid. 9 Plaats de gebruikte developer-eenheid in de meegeleverde verpakking. 10 Haal de nieuwe developer-eenheid uit de verpakking. Verwijder het verpakkingsmateriaal van de developer-eenheid niet.
13 Plaats de developer-eenheid. 14 Lijn de beeldverwerkingskit uit en plaats de kit in de printer.
15 Vervang de toneroverloopfles. 16 Plaats de rechterzijklep terug. 17 Vervang de tonercartridges.
18 Sluit de bovenklep. 19 Sluit de voorklep. De buitenkant van de printer reinigen 1 Controleer of de printer is uitgeschakeld en de stekker van het netsnoer van de printer uit het stopcontact is getrokken. LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Om het risico op elektrische schokken te vermijden, trekt u de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en maakt u alle kabels los die op de printer zijn aangesloten voor u de buitenkant van de printer reinigt. 2 Verwijder het papier uit de standaarduitvoerlade.
De glasplaat reinigen Reinig de glasplaat als er problemen zijn met de afdrukkwaliteit, bijvoorbeeld als er strepen worden weergegeven op gekopieerde of gescande afbeeldingen. Opmerking: Reinig beide zijden van de glasplaat en beide witte gedeeltes van de onderkant. 1 Maak een zachte, pluisvrije doek of een papieren doekje enigszins vochtig met water. 2 Open de klep van de scanner.
• Til de printer van de optionele lade en zet de printer opzij, in plaats van de printer en lade tegelijk te verplaatsen. Opmerking: Gebruik de handgrepen aan de zijkanten om de printer van de optionele lade te tillen. Let op—Kans op beschadiging: Schade aan de printer door onjuist transport valt niet onder de garantie.
Beheerdersondersteuning Geavanceerde netwerkinformatie en beheerdersinformatie weergeven In dit hoofdstuk worden de standaardondersteuningstaken voor beheerders beschreven. Raadpleeg de Handleiding netwerken op de cd Software en documentatie en de Embedded Web Server Administrator's Guide (beheerdershandleiding voor de Embedded Web Server) op de website van Lexmark op www.lexmark.com voor informatie over geavanceerde systeemondersteuningstaken.
• Wachtwoordbeveiliging voor webpagina instellen • PIN-beveiliging paneel instellen • De datum en tijd instellen Ga als volgt te werk om toegang te krijgen tot de Embedded Web Server: 1 Typ het IP-adres van de printer in het adresveld van uw webbrowser. Als u het IP-adres van de printer niet weet, kunt u: • het IP-adres op het bedieningspaneel van de printer vinden in het TCP/IP-gedeelte in het menu Netwerken/Poorten.
Als u het IP-adres van de printer niet weet, kunt u: • het IP-adres op het bedieningspaneel van de printer vinden in het TCP/IP-gedeelte in het menu Netwerken/Poorten. • een pagina met netwerkinstellingen afdrukken en het IP-adres in het TCP/IP-gedeelte zoeken. 2 Klik op Rapporten en klik vervolgens op het type rapport dat u wilt bekijken.
Problemen oplossen Eenvoudige printerproblemen oplossen Als er algemene printerproblemen zijn of als de printer niet reageert, controleert u het volgende: • • • • • • Het netsnoer is goed aangesloten op de printer en op een geaard stopcontact. het stopcontact niet is uitgeschakeld met behulp van een schakelaar of stroomonderbreker; De printer niet is aangesloten op een spanningsbeveiliger, een UPS of een verlengsnoer. Andere elektrische apparatuur die op het stopcontact is aangesloten, werkt.
Er wordt een foutbericht over het lezen van het USB-station weergegeven Controleer of het USB-station wordt ondersteund. Raadpleeg de website van Lexmark op www.lexmark.com voor informatie over geteste en goedgekeurde apparaten met USB-flashgeheugen. Taken worden niet afgedrukt Hierna volgen mogelijke oplossingen.
SCHAKEL DE FUNCTIE PAGINABEVEILIGING UIT. 1 Druk op op het bedieningspaneel van de printer. 2 Druk op de pijltoetsen tot Instellingen wordt weergegeven en druk op . 3 Druk op de pijltoetsen tot Menu Instellingen wordt weergegeven en druk op 4 Druk op de pijltoetsen tot Afdrukherstel wordt weergegeven en druk op . 5 Druk op de pijltoetsen tot Paginabeveiliging wordt weergegeven en druk op 6 Druk op de pijltoetsen tot Uit wordt weergegeven en druk op . . .
grote afdruktaken worden niet gesorteerd Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende oplossingen: CONTROLEER OF SORTEREN IS INGESCHAKELD. Stel Sorteren in op Aan in het menu Afwerking op het bedieningspaneel van de printer, in Printereigenschappen of in het afdrukvenster. Opmerking: als u Sorteren uitschakelt in de software, wordt de instelling in het menu Afwerking overschreven. VERMINDER DE COMPLEXITEIT VAN DE AFDRUKTAAK.
De klep van de scannereenheid kan niet worden gesloten Controleer of de klep niet wordt geblokkeerd: 1 Open de klep van de scanner. 2 Verwijder eventuele blokkades terwijl u de klep open houdt. 3 Sluit de klep van de scanner.
DE KOPIE IS TE LICHT OF TE DONKER Pas de instelling voor kopieerintensiteit. CONTROLEER DE KWALITEIT VAN HET ORIGINEEL Zorg dat het document van goede kwaliteit is. CONTROLEER DE PLAATSING VAN HET ORIGINEEL Zorg dat het document of de foto linksboven op de glasplaat is geplaatst, met de bedrukte zijde naar beneden. ONGEWENSTE TONER OP DE ACHTERGROND • Wijzig de instelling voor intensiteit in een lichtere waarde. • Wijzig de instelling voor Achtergrond verwijderen in het menu Kopieerinstellingen.
Problemen met de scanner oplossen Een niet-reagerende scanner controleren Als de scanner niet reageert, controleer dan of: • de printer aan staat; • De printerkabel is goed aangesloten op de printer en op de hostcomputer, op de afdrukserver, optie of een ander netwerkapparaat. • • • • Het netsnoer is aangesloten op de printer en op een geaard stopcontact. Het stopcontact is niet uitgeschakeld met een schakelaar of een stroomonderbreker.
MOGELIJK IS DE GLASPLAAT VUIL. Reinig de glasplaat met een schone, stofvrije doek die met water is bevochtigd. Zie “De glasplaat reinigen” op pagina 211 voor meer informatie. PAS DE SCANRESOLUTIE AAN Verhoog de resolutie van de scan voor een betere kwaliteit van de uitvoer. CONTROLEER DE KWALITEIT VAN HET ORIGINEEL Zorg dat het document van goede kwaliteit is.
Faxproblemen oplossen Nummerweergave werkt niet Neem contact op met uw telefoonmaatschappij om te controleren of u bent geabonneerd op de dienst Nummerweergave. Als er in uw regio meerdere patronen voor beller-ID's worden ondersteund, dient u mogelijk de standaardinstelling te wijzigen. Er zijn twee instellingen beschikbaar: FSK (signaal 1) en DTMF (signaal 2).
WERK DEZE CONTROLELIJST VOOR DIGITALE TELEFONIE AF De faxmodem is een analoog apparaat. U kunt bepaalde apparaten op de printer aansluiten om gebruik te maken van diensten voor digitale telefonie. • Als u een ISDN-lijn gebruikt, sluit u de printer op de analoge telefoonaansluiting (een zogenaamde R- interfacepoort) van een ISDN-adapter aan. Neem voor meer informatie en voor het bestellen van een Rinterfacepoort contact op met uw ISDN-provider.
Kan wel faxen verzenden, maar niet ontvangen Hierna volgen mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende opties: CONTROLEER OF DE PAPIERLADE LEEG IS Vul de lade met papier. CONTROLEER DE INSTELLINGEN VOOR HET MAXIMALE AANTAL BELSIGNALEN. Het maximale aantal belsignalen is het aantal belsignalen dat wordt doorgegeven voordat de printer antwoordt.
Ontvangen fax heeft een slechte afdrukkwaliteit Hierna volgen mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende opties: VERZEND HET DOCUMENT OPNIEUW Vraag de afzender van de fax om: • Te controleren of het originele document van goede kwaliteit is. • Verzend de fax opnieuw. Er is mogelijk een probleem opgetreden met de kwaliteit van de telefoonverbinding. • Verhoog de scanresolutie van de fax (indien mogelijk).
5 Klik op No Name Fax (Fax zonder naam blokkeren). Deze optie blokkeert alle inkomende faxen zonder faxstationnaam of met een privégebruikers-ID. 6 Voer in het veld Lijst met geblokkeerde faxnummers de telefoonnummers of de faxstationnamen in van specifieke faxverzenders die u wilt blokkeren. Problemen met opties oplossen Optie functioneert niet goed of helemaal niet meer nadat deze is geïnstalleerd Hieronder volgen mogelijke oplossingen.
STEL DE PRINTER IN OP DE BEGINWAARDEN. Zet de printer uit. Wacht 10 seconden. Zet de printer weer aan. Universeellader CONTROLEER DE UNIVERSEELLADER. Controleer of de duolader voor 650 vel (universeellader) correct is geplaatst. VERHELP STORINGEN Verhelp eventuele storingen in de universeellader. CONTROLEER DE NETSNOERAANSLUITING Zorg dat: • Het netsnoer is goed aangesloten op de printer en op een geaard stopcontact. • Het stopcontact werkt. CONTROLEER HET PAPIER.
ZORG ERVOOR DAT ER NIET TE VEEL PAPIER IN DE PAPIERLADE LIGT Zorg ervoor dat u niet meer papier plaatst dan de maximale stapelhoogte die is aangegeven voor de papierlade of universeellader. CONTROLEER DE PAPIERGELEIDERS. Schuif de geleiders in de juiste positie voor het desbetreffende papierformaat. HET PAPIER BEVOND ZICH EERDER IN EEN VOCHTIGE OMGEVING EN HEEFT DAARDOOR VOCHT OPGENOMEN. • Vervang het papier. Gebruik papier uit een nieuw pak.
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen Met de informatie in de volgende onderwerpen kunt u problemen met de afdrukkwaliteit oplossen. Neem contact op met onze klantenondersteuning als het probleem door deze suggesties niet wordt opgelost. Mogelijk moet een printeronderdeel worden afgesteld of vervangen. Blanco pagina's Hieronder volgen mogelijke oplossingen.
CONTROLEER DE INSTELLING VOOR PAPIERFORMAAT Zorg dat de instelling voor papierformaat overeenkomt met het papier dat in de lade is geplaatst: 1 Controleer op het bedieningspaneel van de printer de instelling voor papierformaat in het menu Papier. 2 Geef de juiste instelling voor formaat op voor u de taak verzendt voor afdrukken: • Windows: geef het formaat op dat is ingesteld in Printereigenschappen. • Macintosh: geef het formaat op dat is ingesteld in het dialoogvenster Pagina-instelling.
Onjuiste marges Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een of meer van de volgende oplossingen: CONTROLEER DE PAPIERGELEIDERS. Schuif de geleiders in de juiste positie voor het desbetreffende papierformaat. CONTROLEER DE INSTELLING VOOR PAPIERFORMAAT Zorg dat de instelling voor papierformaat overeenkomt met het papier dat in de lade is geplaatst: 1 Controleer op het bedieningspaneel van de printer de instelling voor papierformaat in het menu Papier.
Gekruld papier Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende opties: CONTROLEER DE INSTELLING VOOR PAPIERSOORT. Zorg dat de instelling voor papiersoort overeenkomt met het papier dat in de lade is geplaatst. HEEFT HET PAPIER IN EEN VOCHTIGE OMGEVING GELEGEN EN DAARDOOR VOCHT OPGENOMEN? • Vervang het papier. Gebruik papier uit een nieuw pak. • Bewaar papier altijd in de originele verpakking en pak het pas uit als u het gaat gebruiken.
HET IS MOGELIJK DAT HET VERHITTINGSSTATION VERSLETEN OF DEFECT IS Vervang het verhittingsstation. Herhaalde storingen SPOREN KOMEN MEERDERE KEREN OP EEN PAGINA VOOR Print de Handleiding voor afdrukstoringen en vergelijk de storingen met de markeringen op een van de verticale lijnen. Volg de instructies in de Handleiding voor afdrukstoringen op om de oorzaak van de herhaalde storingen te bepalen.
3 Druk op de pijltoetsen tot menu Afdrukken verschijnt en druk vervolgens op . 4 Druk op de pijltoetsen tot menu Kwaliteit wordt weergegeven en druk vervolgens op . 5 Druk op de pijltoetsen tot Kleur aanpassen wordt weergegeven en druk vervolgens op . Bezig met kalibreren wordt weergegeven. CONTROLEER DE INSTELLINGEN VOOR DONKERHEID, HELDERHEID EN CONTRAST De instelling Tonerintensiteit is te laag, de instelling RGB-helderheid is te laag of de instelling RGB-contrast is te laag.
HET IS MOGELIJK DAT DE BEELDVERWERKINGSKIT VERSLETEN OF DEFECT IS. Vervang de beeldverwerkingskit. Opmerking: De printer beschikt over twee soorten beeldverwerkingskits: een zwarte en kleurenbeeldverwerkingskit en een zwarte verwerkingskit. De zwarte en kleurenbeeldverwerkingskit bevat cyaan, magenta, geel en zwart. De zwarte beeldverwerkingskit bevat alleen zwart. Afdruk is te donker Hierna volgen mogelijke oplossingen.
MOGELIJK IS EEN TONERCARTRIDGE DEFECT. Vervang de tonercartridge. Volledig gekleurde pagina's Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een of meer van de volgende oplossingen: CONTROLEER OF DE TONERCARTRIDGE CORRECT IS GEÏNSTALLEERD. Verwijder de tonercartridge uit de printer en schud de cartridge heen en weer om de toner gelijkmatig te verdelen en plaats hierna de cartridge terug in de printer. DE CARTRIDGE IS MISSCHIEN BESCHADIGD OF BIJNA LEEG Vervang de cartridge door de nieuwe cartridge.
De toner laat los Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een of meer van de volgende oplossingen: CONTROLEER DE INSTELLING VOOR PAPIERSOORT Zorg dat de instelling voor de papiersoort overeenkomt met het papier dat in de lade is geplaatst: 1 Controleer op het bedieningspaneel van de printer de instelling voor papiersoort in het menu Papier. 2 Geef de juiste instelling voor soort op voor u de taak verzendt voor afdrukken: • Windows: geef de soort op die is ingesteld in Printereigenschappen.
De afdrukkwaliteit van transparanten is slecht Probeer een of meer van de volgende oplossingen: TRANSPARANTEN CONTROLEREN Gebruik uitsluitend transparanten die door de printerfabrikant worden aanbevolen. CONTROLEER DE INSTELLING VOOR PAPIERSOORT Zorg dat de instelling voor de papiersoort overeenkomt met het papier dat in de lade is geplaatst: 1 Controleer op het bedieningspaneel van de printer de instelling voor papiersoort in het menu Papier.
MOGELIJK IS EEN TONERCARTRIDGE DEFECT. Verwijder de tonercartridges en installeer deze opnieuw. DE KLEUR KALIBREREN De printer kalibreert de kleuren automatisch telkens wanneer een nieuwe beeldverwerkingskit wordt gedetecteerd. Als een tonercartridge wordt vervangen, moet die handmatig worden uitgelijnd. 1 Druk op het bedieningspaneel van de printer op . 2 Druk vanuit het menu Beheerder op de pijltoetsen totdat Instellingen wordt weergegeven en druk vervolgens op .
Waarom komt de kleur op de afdruk niet overeen met de kleur op mijn beeldscherm? De kleurconversietabellen in de modus Automatische kleurcorrectie zijn meestal een benadering van een standaardcomputerbeeldscherm. Door technische verschillen tussen printers en beeldschermen zijn er veel kleuren die kunnen worden beïnvloed door verschillen in beeldschermen en lichtomstandigheden.
Het menu Aangepaste kleur Objecttype RGB-kleurbeeld RGB-tekst RGB-afbeeldingen Kleurconversietabellen • Levendig: geeft helderdere kleuren met een hogere verzadiging en kan worden toegepast op alle binnenkomende kleurformaten. • sRGB Display: geeft kleuren die de kleuruitvoer van een computerscherm benaderen. Het gebruik van zwarte toner wordt geoptimaliseerd voor het afdrukken van foto's. • Display—Echt zwart: geeft kleuren die de kleuruitvoer van een computerscherm benaderen.
Toegang krijgen tot een set met gedetailleerde kleurvoorbeelden vanaf de Embedded Web Server: 1 Typ het IP-adres van de printer in het adresveld van uw webbrowser. Opmerking: Als u het IP-adres van de printer niet weet, drukt u een netwerkconfiguratiepagina af en zoekt u het IP-adres op in het TCP/IP-gedeelte. 2 Klik op Configuration (Configuratie). 3 Klik op Color Samples (Kleurvoorbeelden). 4 Klik op Detailed Options (Gedetailleerde opties) om de set in te perken tot één kleurenreeks.
Kennisgevingen Productinformatie Productnaam: Lexmark X543, X544, X544n, X544dn, X544dw, X544dtn, X546dtn Apparaattype: 7525, 4989 Model(len): 131, 133, 138, 332, 333, 336, 337, 352, 356, 382, 383, 386, 387, 392, 393, 396, 397 Informatie over deze uitgave August 2009 De volgende alinea is niet van toepassing op landen waar de voorwaarden strijdig zijn met de nationale wetgeving: LEXMARK INTERNATIONAL, INC.
UNITED STATES GOVERNMENT RIGHTS This software and any accompanying documentation provided under this agreement are commercial computer software and documentation developed exclusively at private expense. Handelsmerken Lexmark, Lexmark met het diamantlogo en MarkVision zijn als handelsmerken van Lexmark International, Inc. gedeponeerd in de Verenigde Staten en/of andere landen. ScanBack is een handelsmerk van Lexmark International, Inc. PCL® is een gedeponeerd handelsmerk van Hewlett-Packard Company.
Het AEEA-logo geeft aan dat er in de Europese Unie specifieke programma's en procedures zijn voor het hergebruiken van elektronische producten. Wij moedigen het hergebruiken van onze producten aan. Als u meer vragen hebt over de mogelijkheden voor hergebruik, bezoekt u de Lexmark website op www.lexmark.com voor het telefoonnummer van uw lokale verkoopafdeling.
Laserinformatie Deze printer is in de Verenigde Staten gecertificeerd als een product dat voldoet aan de vereisten van DHHS 21 CFR paragraaf J voor laserproducten van klasse I (1). Elders is de printer gecertificeerd als een laserproduct van klasse I dat voldoet aan de vereisten van IEC 60825-1. Laserproducten van klasse I worden geacht geen gevaar op te leveren.
De stroomverbruikniveaus in de vorige tabel zijn metingen op basis van tijdgemiddelden. Stroompieken kunnen aanzienlijk hoger zijn dan het gemiddelde. Waarden kunnen gewijzigd worden. Zie www.lexmark.com voor de huidige waarden. Spaarstand Dit product werd ontworpen met een energiebesparende modus, namelijk de Spaarstand. De spaarstandmodus is het equivalent van de slaapmodus.
Kennisgevingen over regelgevingen voor draadloze producten Dit gedeelte bevat informatie over de regelgeving voor draadloze producten die zenders bevatten, zoals onder andere netwerkkaartlezers en smartcardlezers. Blootstelling aan hoogfrequentie-energie De hoeveelheid hoogfrequentie-energie die door dit draadloze apparaat wordt uitgestraald, ligt ver onder de limieten voor hoogfrequentie-energie die zijn vastgesteld door de FCC en andere regelgevende instanties.
Česky Společnost Lexmark International, Inc. tímto prohlašuje, že výrobek tento výrobek je ve shodě se základními požadavky a dalšími příslušnými ustanoveními směrnice 1999/5/ES. Dansk Lexmark International, Inc. erklærer herved, at dette produkt overholder de væsentlige krav og øvrige relevante krav i direktiv 1999/5/EF. Deutsch Hiermit erklärt Lexmark International, Inc.
Slovensko Lexmark International, Inc. izjavlja, da je ta izdelek v skladu z bistvenimi zahtevami in ostalimi relevantnimi določili direktive 1999/5/ES. Svenska Härmed intygar Lexmark International, Inc. att denna produkt står i överensstämmelse med de väsentliga egenskapskrav och övriga relevanta bestämmelser som framgår av direktiv 1999/5/EG.
garantieperiode. De garantieperiode is negentig (90) dagen en begint op de datum waarop de Software wordt geleverd aan de oorspronkelijke eindgebruiker. Deze beperkte garantie is alleen van toepassing op Softwarematerialen die zijn aangeschaft bij Lexmark of een geautoriseerde Lexmark wederverkoper of leverancier. Lexmark zal de Software vervangen als wordt bepaald dat het materiaal niet voldoet aan deze beperkte garantie. 2 AFWIJZING EN BEPERKING VAN GARANTIES.
5 LICENTIEVERLENING. Lexmark verleent u de volgende rechten, onder voorwaarde dat u voldoet aan alle voorwaarden in deze Licentieovereenkomst: a Gebruik. U mag één (1) exemplaar van de Software Gebruiken. De term “Gebruik” verwijst naar het laden, installeren, uitvoeren of weergeven van de Software. Als Lexmark de Software aan u heeft verstrekt voor gelijktijdig gebruik, dient u het aantal geautoriseerde gebruikers te beperken tot het aantal dat is aangegeven in uw overeenkomst met Lexmark.
11 BELASTINGEN. U stemt ermee in dat u verantwoordelijk bent voor de betaling van belastingen, met inbegrip van, maar niet beperkt tot, belastingen voor goederen en diensten en persoonlijke belastingen, die voortvloeien uit deze Overeenkomst of uw gebruik van de Software. 12 BEPERKING VAN JURIDISCHE STAPPEN.
KENNISGEVING OVER ADOBE SYSTEMS INCORPORATED Bevat Flash®-, Flash® Lite™- en/of Reader®-technologie van Adobe Systems Incorporated Dit product bevat Adobe® Flash® Player-software onder licentie van Adobe Systems Incorporated, Copyright © 1995-2007 Adobe Macromedia Software LLC. Alle rechten voorbehouden. Adobe, Reader en Flash zijn handelsmerken van Adobe Systems Incorporated.
Index Cijfers 150 weergegeven 180 200 Papier vast 180 201.yy Papier vast 180 202.yy Papier vast 180 230.yy Papier vast 181 235 Papier vast, controleer duplex 181 24x Papier vast, controleer lade 181 250.yy Papier vast 181 290–292 ADI-scanstoringen 181 293 Papier Ontbreekt 182 293.02 Klep flatbed is open 182 294 ADI-storing 182 30.yy Cartridge ontbreekt 177 31.
fout bij lezen USB-station 217 gekruld papier 234 grote afdruktaken worden niet gesorteerd 219 laden koppelen lukt niet 218 meertalige PDF's worden niet afgedrukt 216 onjuiste marges 233 papier loopt regelmatig vast 229 taak wordt afgedrukt op verkeerd papier 218 taak wordt afgedrukt vanuit verkeerde lade 218 taken worden niet afgedrukt 217 vastgelopen pagina wordt niet opnieuw afgedrukt 230 verkeerde of vreemde tekens worden afgedrukt 218 afdruktaak annuleren vanuit Macintosh 75 annuleren vanuit Windows 75
adresboek gebruiken 108 annuleren 110 de datum en tijd instellen 104 doorsturen, faxen 112 fax verzenden op een gepland tijdstip 109 faxen lichter of donkerder maken 109 faxinstellingen 92 faxlog bekijken 110 faxverbinding kiezen 93 instellen, naam en nummer voor uitgaande faxen 104 opties 111 resolutie wijzigen 109 snelkoppelingen gebruiken 108 snelkoppelingen maken met de Geïntegreerde webserver 106 snelkoppelingen maken met het bedieningspaneel van de printer 107 verbeteren van faxkwaliteit 112 verzenden
meerdere pagina's op één vel 84 naar transparanten 78 op beide zijden van het papier (duplex) 81 op briefhoofdpapier 79 scheidingsvellen invoegen tussen exemplaren 83 snel kopiëren 77 sorteren, exemplaren 83 van het ene formaat naar het andere 79 verbeteren, kopieerkwaliteit 85 vergroten 81 verlagen 81 via de glasplaat 78 kopiëren, problemen oplossen documenten of foto's worden gedeeltelijk gekopieerd 221 klep scannereenheid sluit niet 220 kopieerfunctie reageert niet 219 slechte kopieerkwaliteit 220 slecht
papierformaten ondersteund door de printer 62 papierinvoer, problemen oplossen bericht blijft staan nadat storing is verholpen 230 papiersoorten ondersteund door de printer 64 waar laden 64 papiersoorten en -gewichten ondersteund door de printer 64 papierstoringen voorkomen 119 Papierstructuur, menu 131 PCL Emul, menu 163 PDF, menu 162 PictBridge, menu 166 Plaats afgedrukte pagina's opnieuw in lade 174 Plaats invoerlade 172 PostScript, menu 163 printer configuraties 16 minimale installatieruimte 14
Niet-ondersteund USB-apparaat, verwijder 176 Niet-ondersteunde Modus 176 Niet-ondersteunde USB-hub, verwijder 176 Onderhoud 173 Ongeldige enginecode 172 Ongeldige netwerkcode 172 Plaats afgedrukte pagina's opnieuw in lade 174 Plaats invoerlade 172 pXX Ontvangen 174 Scandocument te lang 175 Scannen naar USB mislukt 175 Sluit klep 170 Spaarstand 174 Standaarduitvoerlade vol 176 Telefoon in gebruik 173 USB nu openen 170 USB openen na scan 170 USB-station uitgeschakeld 176 Verstuurt pXX 175 Vervang fc-k
R rapporten bekijken 214 Rapporten, menu 137 recycling 247 Lexmark producten 48 Lexmark verpakkingsmateriaal 48 tonercartridges 48 WEEE-verklaring 246 reduceren, geluid 47 reinigen buitenkant van de printer 210 glasplaat 211 resolutie, fax wijzigen 109 richtlijnen briefhoofdpapier 68 enveloppen 70 etiketten, papier 70 karton 71 transparanten 69 S Scan Center-functies 117 Scandocument te lang 175 scankwaliteit verbeteren 117 scannen naar computer opties 117 scannen naar een apparaat met USB-flashgeheugen
Zwart bijna op 171 Index 264