Operation Manual
Faxinstellingen aanpassen
De faxresolutie wijzigen
Door het aanpassen van de instelling voor de resolutie wordt de kwaliteit van de fax gewijzigd. De instellingen
variƫren van Standaard (hoogste snelheid) tot Ultrafijn (laagste snelheid, hoogste kwaliteit).
1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de ADI
(automatische documentinvoer) of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
Opmerking: Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine voorwerpen, transparanten, fotopapier of dun materiaal
(zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADI. Plaats deze items op de glasplaat.
2 Als u een document in de automatische documentinvoer plaatst, moet u de papiergeleiders aanpassen.
3 Druk in het Faxgedeelte van het bedieningspaneel op het Resolution (Resolutie) gedeelte.
4 Druk op de pijltoetsen tot de gewenste resolutiewaarde wordt weergegeven en druk op .
5 Druk op voor een zwarte kopie of op voor een kleurenkopie.
Een fax lichter of donkerder maken
1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de automatische
documentinvoer (ADI) of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
Opmerking: Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine voorwerpen, transparanten, fotopapier of dun materiaal
(zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADI. Plaats deze items op de glasplaat.
2 Als u een document in de automatische documentinvoer plaatst, moet u de papiergeleiders aanpassen.
3 Druk op het bedieningspaneel van de printer op Darkness (Intensiteit).
4 Gebruik de pijltjestoetsen om de fax lichter of donkerder te maken.
5 Druk op .
6 Druk op om een zwart-wit fax te verzenden of op om een kleurenfax te verzenden.
Een fax verzenden op een gepland tijdstip
1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de automatische
documentinvoer (ADI) of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
Opmerking: Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine voorwerpen, transparanten, fotopapier of dun materiaal
(zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADI. Plaats deze items op de glasplaat.
2 Als u een document in de automatische documentinvoer plaatst, moet u de papiergeleiders aanpassen.
3 Druk op het bedieningspaneel van de printer op Fax (Faxen).
Naar: verschijnt op de eerste regel en de tijd en datum verschijnen op de tweede regel.
4 Voer het faxnummer in en druk op .
5 Druk in de faxlijst op de knop Options (Opties).
Faxen
109