Operation Manual

3 Druk op de pijltoetsen tot Standaardwaarden netwerkadapter verschijnt en druk op .
4 Druk op de pijltoetsen tot Ja wordt weergegeven en druk op .
De standaardfabrieksinstellingen van de interne, draadloze afdrukserver worden hersteld. Druk ter controle een
netwerkconfiguratiepagina af.
Problemen met faxen oplossen
Er kunnen geen faxen worden verzonden of ontvangen
Dit zijn mogelijke oplossingen. Voer een van de volgende handelingen uit:
CONTROLEER DE BERICHTEN
Als er een foutbericht verschijnt, volgt u de aanwijzingen in het foutbericht.
CONTROLEER DE STROOMVOORZIENING
Als het lampje niet brandt, controleert u of het netsnoer correct is aangesloten op de printer en op een geaard
stopcontact dat ook door andere apparaten is gebruikt.
CONTROLEER DE KABELVERBINDINGEN
Controleer indien van toepassing of de volgende hardwareonderdelen stevig zijn aangesloten:
Netvoeding
Telefoon
Hoorn
Antwoordapparaat
CONTROLEER DE WANDAANSLUITING VOOR TELEFOONS
1 Sluit een telefoon aan op de wandaansluiting.
2 Luister of u een kiestoon hoort. Als u een kiestoon hoort, werkt de wandaansluiting.
3 Als u geen kiestoon hoort, sluit u een andere telefoon aan op de wandaansluiting.
4 Als u nog steeds geen kiestoon hoort, sluit u de telefoon aan op een andere wandaansluiting.
5 Als u een kiestoon hoort, sluit u de printer aan op die wandaansluiting.
CONTROLEER DE CONTROLELIJST VOOR DIGITALE TELEFOONDIENSTEN
De faxmodem is een analoog apparaat. Bepaalde apparaten kunnen op de printer worden aangesloten zodat u
digitale telefoondiensten kunt gebruiken.
Als u een ISDN-telefoondienst gebruikt, sluit u de printer aan op een analoge telefoonpoort (R-interfacepoort)
op een ISDN-adapter. Neem contact op met uw ISDN-leverancier voor meer informatie en om een R-
interfacepoort aan te vragen.
Als u DSL gebruikt, sluit u de printer aan op een DSL-filter of -router die ondersteuning biedt voor analoog
gebruik. Neem contact op met uw DSL-leverancier voor meer informatie.
Problemen oplossen
150