Operation Manual

13 Stel de datum en tijd in.
a Geef met het toetsenblok op het bedieningspaneel van de printer de maand, de dag en het jaar op en druk
op om deze gegevens op te slaan.
b Voer de tijd in en druk op om op te slaan.
c Druk op de pijltoetsen om een tijdnotatie te selecteren en druk op om op te slaan.
14 Geef de naam en het nummer voor de fax op.
a Voer een faxnummer in en druk op om op te slaan.
b Voer een faxnaam in en druk op om op te slaan.
15 Open de printer en druk de hendels van de inktcartridgehouders naar beneden.
16 Open de folieverpakking van de kleureninktcartridge en verwijder de kleurencartridge uit de verpakking.
17 Als er een opslageenheid wordt bijgeleverd, verwijdert u de kleureninktcartridge uit de opslageenheid.
1
2
Printer instellen
17