Operation Manual

4 Selecteer de optie Document.
5 Klik op Start.
6 Geef de gegevens van de ontvanger op en klik op Volgende.
Opmerking: een faxnummer kan maximaal 64 cijfers, komma's, punten, spaties en/of de volgende symbolen
bevatten: * # + - ( ).
7 Geef de gegevens voor het voorblad op en klik op Volgende.
8 Als u nog andere documenten wilt verzenden met de fax, voegt u deze nu toe en klikt u op Volgende.
9 U verzendt als volgt uw fax:
Meteen: selecteer de optie Nu verzenden.
Op een opgegeven tijdstip:
a Selecteer de optie Verzenden uitstellen tot.
b Stel een datum en tijd in.
10 Als u een papieren kopie wilt hebben van uw fax, selecteert u Kopie van de fax afdrukken.
11 Klik op Verzenden.
Fax verzenden met het bedieningspaneel
Controleer of de printer is ingeschakeld.
1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
2 Selecteer op het bedieningspaneel de modus Faxen.
3 Geef een faxnummer op met:
Het tekstvak
Geef een faxnummer op met het toetsenblok.
Opmerkingen:
U kunt een telefoonkaartnummer opnemen als onderdeel van het faxnummer.
Een faxnummer kan uit maximaal 64 cijfers, komma's, punten en/of de
volgende symbolen bestaan: * #.
Druk op Pauze/Opnieuw kiezen om een onderbreking van drie seconden in
te voegen in het nummer dat u opgeeft om te wachten op een buitenlijn of om
een geautomatiseerd antwoordsysteem te doorlopen.
Snelkeuze of groepskeuze
a Druk op Telefoonboek.
b Geef een snelkeuzenummer of groepskeuzenummer op.
Druk herhaaldelijk op of tot het gewenste snelkeuzenummer of
groepskeuzenummer wordt weergegeven.
Geef met het toetsenblok het nummer van het snelkeuze-item (1-89) of
groepskeuze-item (90-99) op.
Opmerkingen:
Zie voor informatie over het toevoegen van snelkeuze- of groepssnel-
keuze-items met de computer “Snelkeuze instellen” op pagina 133.
Zie voor informatie over het toevoegen van snelkeuze- of groepssnel-
keuze-items met het bedieningspaneel “Telefoonboek van het bedie-
ningspaneel gebruiken” op pagina 124.
119