Operation Manual
Alleen gebruikers van Windows 2000 en Windows XP:
1 Raadpleeg de installatie-instructies bij de printer voor meer informatie.
2 Klik op Start Instellingen Printers.
3 Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram en kies Delen.
4 Klik op Gedeeld als en geef de printer een naam.
5 Volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien.
De gedeelde printer installeren op andere netwerkcomputers (op de clientcomputers)
Met de peer-to-peer-methode Met de point-and-print-methode
1 Ga naar een netwerkcomputer waarmee u wilt
afdrukken naar de gedeelde printer.
2 Plaats de cd met printersoftware in de computer.
3 Ga akkoord met de licentieovereenkomst en klik op
Volgende.
4 Selecteer Handmatig configureren.
5 Selecteer in het dialoogvenster Netwerkprinter
instellen de clientoptie Peer-to-Peer en klik op
Volgende.
6 Selecteer de gewenste printer in de lijst en klik op
Volgende.
7 Selecteer de software die u wilt installeren en klik op
Volgende.
8 Als de installatie is voltooid, klikt u op Voltooid.
9 Herhaal deze procedure voor elke netwerkcomputer
waarmee u wilt afdrukken naar de gedeelde printer.
1 Ga naar een netwerkcomputer waarmee u wilt
afdrukken naar de gedeelde printer.
2 Blader op het netwerk tot u de naam vindt van de
printer die u hebt toegewezen in stap 4 op
pagina 57.
3 Klik met de rechtermuisknop op het printerpic-
togram en kies Openen of Verbinden.
4 Hiermee wordt een subset van de printersoftware
gekopieerd vanaf de hostcomputer. Er wordt een
printerobject toegevoegd aan de map Printers op de
clientcomputer.
Netwerkprinters configureren
Configureren
Als u een netwerkprinter wilt configureren, selecteert u een printer in de lijst in het venster. Klik op Configureren
om een IP-adres aan de printer toe te wijzen. Neem contact op met de systeembeheerder voor meer informatie.
Printers toevoegen
Hiermee kunt u externe subnetten gebruiken voor printers die rechtstreeks zijn aangesloten op een netwerk. Als
een dergelijke printer wordt gevonden, selecteert u de printer eerst in het venster. Vervolgens klikt u op
Configureren om handmatig een IP-adres aan de printer toe te wijzen. Neem contact op met de systeembeheerder
voor meer informatie.
Opmerking: printers op externe subnetten worden niet automatisch geconfigureerd.
Vernieuwen
Als u op Vernieuwen klikt, worden nieuw toegevoegde printers die worden aangetroffen, automatisch
geconfigureerd.
Typen draadloze netwerken
Er zijn twee soorten netwerken: infrastructuur en ad-hoc. U kunt het beste een netwerk opzetten in
infrastructuurmodus met de installatie-cd die bij de printer is geleverd.
57