Operation Manual

4 Druk herhaaldelijk op tot Cartridges uitlijnen is gemarkeerd.
5 Druk op .
Er wordt een uitlijningspagina afgedrukt.
Als u de cartridges hebt uitgelijnd om de afdrukkwaliteit te verbeteren, drukt u het document nogmaals af. Als de
afdrukkwaliteit niet is verbeterd, reinigt u de spuitopeningen van de inktcartridges.
Spuitopeningen van de inktcartridges reinigen
1 Plaats normaal papier in de printer.
2 Druk herhaaldelijk op of tot Onderhoud is gemarkeerd.
3 Druk op .
4 Druk herhaaldelijk op of tot Cartridges reinigen is gemarkeerd.
5 Druk op .
Er wordt een pagina afgedrukt, waarbij inkt door de spuitopeningen wordt geperst om deze te reinigen.
6 Druk het document nogmaals af om te controleren of de kwaliteit is verbeterd.
7 Als de afdrukkwaliteit niet is verbeterd, voert u de reinigingsprocedure nog maximaal twee keer uit.
Spuitopeningen en contactpunten van de inktcartridge
schoonvegen
1 Verwijder de inktcartridges uit de printer.
2 Maak een schone, pluisvrije doek vochtig met water en plaats de doek op een plat oppervlak.
3 Houd de spuitopeningen voorzichtig ongeveer drie seconden tegen de doek en veeg in de aangegeven richting.
146