Operation Manual
Alleen gebruikers van Windows XP
1 Klik op Start Instellingen Printers en faxapparaten.
2 Controleer het volgende:
• Bij het printerpictogram staat niet de aanduiding Onderbroken. Als de printer is onderbroken, klikt u met
de rechtermuisknop op het pictogram en kiest u Doorgaan met afdrukken.
• Bij het printerpictogram staat de aanduiding Gereed. Als de aanduiding Off line bij het pictogram staat,
klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram en kiest u Printer on line gebruiken.
• Er staat een vinkje naast het printerpictogram dat aangeeft dat de printer is ingesteld als standaardprinter.
Als dit niet het geval is, klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram en kiest u Als standaardprinter
instellen.
Alleen gebruikers van Windows 2000
1 Klik op Start Instellingen Printers.
2 Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Lexmark 7500 Series.
3 Controleer het volgende:
• Als standaardprinter instellen is geselecteerd.
• Afdrukken onderbreken is niet geselecteerd.
• Printer off line gebruiken is niet geselecteerd.
Instellingen worden niet opgeslagen
Dit zijn mogelijke oplossingen. Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
Wijzig de instellingen voor de herstelfunctie
Als u op drukt om een instelling te selecteren, wordt er een sterretje (*) weergegeven naast de geselecteerde
instelling. De printer herstelt de standaardinstelling na twee minuten inactiviteit of als de printer wordt uitgeschakeld.
Sla de instellingen op
Als u op drukt om een instelling te selecteren, wordt er een sterretje (*) weergegeven naast de geselecteerde
instelling.
Gereedheid van de printer controleren
Misschien is de printer niet gereed om af te drukken. Controleer het volgende. Wanneer u denkt dat het probleem
is opgelost, test u de oplossing door het document naar de printer te sturen.
Controleer of de printer papier bevat en of het papier correct is geplaatst
Zorg dat u de juiste plaatsingsinstructies hebt gevolgd voor de printer.
Verwijder de sticker en de tape van de inktcartridges
1 Til de scannereenheid op.
2 Verwijder de inktcartridges uit de inktcartridgehouder.
3 Controleer of de sticker en de tape zijn verwijderd van de onder- en achterzijde van de cartridges.
177