Operation Manual
3 Druk op de pijl omhoog of omlaag tot Bellen en verzenden is gemarkeerd en druk op OK.
4 Druk op de pijl omhoog of omlaag tot Max. verz.snelheid is gemarkeerd en druk op OK.
5 Druk op de pijl omhoog of omlaag om een lagere verzendsnelheid te selecteren en druk op OK.
6 Druk op .
7 Verzend de fax opnieuw.
8 Als het probleem blijft aanhouden, herhaalt u 1 tot en met 5 om de fax opnieuw te verzenden met steeds lagere
verzendsnelheden.
Opmerking: 2400 bps is de laagste verzendsnelheid.
Opmerkingen:
• Hoe lager de verzendsnelheid, des te langer het duurt om de fax te verzenden.
• Met deze oplossing worden alle faxen met een lagere snelheid verzonden tot u de verzendsnelheid aanpast.
Gegevens van nummerweergave worden niet weergegeven
P
ATROON NUMMERWEERGAVE IS WELLICHT NIET CORRECT INGESTELD
De printer ondersteunt twee soorten nummerweergave: Patroon 1 (FSK) en Patroon 2 (DTMF). Afhankelijk van het
land of de regio waar u woont en de telecomaanbieder die u gebruikt, moet u mogelijk overschakelen naar een
ander patroon om nummerweergave te activeren. Raadpleeg de instructies voor het instellen van
nummerweergave voor meer informatie.
Fout met fax
De communicatie tussen de faxapparaten is verbroken.
Verzend de fax opnieuw. Mogelijk is de kwaliteit van de telefoonverbinding niet optimaal.
Faxmodus niet ondersteund
Het ontvangende faxapparaat is niet geschikt voor de fax die u wilt verzenden. Als het probleem wordt veroorzaakt
door:
• De scanresolutie, moet u een lagere resolutie gebruiken.
1 Druk op het bedieningspaneel van de printer op .
2 Druk op de pijl omhoog of omlaag tot Kwaliteit is gemarkeerd.
3 Druk op de pijl omhoog of omlaag tot een lagere kwaliteit wordt weergegeven.
4 Druk op OK.
• Bij papier van het formaat Legal, moet u het documentformaat wijzigen in A4.
Problemen oplossen
145