X790 Series Gebruikershandleiding Augustus 2011 Machinetype(n): 7562, 4917 Model(len): 432, 436, dn1, dn2, gd1, gd2, dt1, dt2, gt1, gt2, df1, df2, gf1, gf2, d01, d02, g01, g02, t01, t02, g91, g92, f01, f02, g81, g82 www.lexmark.
Inhoudsopgave Veiligheidsinformatie.................................................................................16 Informatie over de printer..........................................................................18 Hartelijk dank voor het kiezen voor deze printer!..................................................................................18 Informatie over de printer......................................................................................................................
Printersoftware installeren...............................................................................................................................56 Beschikbare opties bijwerken in het printerstuurprogramma .........................................................................57 Draadloos afdrukken instellen................................................................................................................
Richtlijnen voor papier en special afdrukmateriaal.....................................86 Richtlijnen voor papier............................................................................................................................86 Papiereigenschappen........................................................................................................................................86 Papier kiezen.....................................................................................................
Foto's op film kopiëren..........................................................................................................................105 Kopiëren op speciaal afdrukmateriaal..................................................................................................105 Kopiëren op transparanten.............................................................................................................................105 Kopiëren op briefhoofdpapier ..........................................
Een document per e-mail verzenden....................................................................................................118 E-mail verzenden met het aanraakscherm .....................................................................................................118 Een e‑mail verzenden door een snelkoppelingsnummer te gebruiken ..........................................................118 Een e-mail verzenden via het adresboek...................................................................
Faxinstellingen aanpassen.....................................................................................................................133 De faxresolutie wijzigen..................................................................................................................................133 Faxen lichter of donkerder maken..................................................................................................................133 Fax verzenden op een opgegeven tijdstip ..................
Scannen naar een computer of flashstation..............................................144 Scannen naar een computer.................................................................................................................144 Scannen naar een flashstation..............................................................................................................145 Informatie over Scan Center-functies...................................................................................................
Menu Draadloos .............................................................................................................................................170 Menu AppleTalk..............................................................................................................................................171 Menu Standaard-USB .....................................................................................................................................172 Menu Parallel ..................
Een verhittingsstation of een overdrachtsmodule bestellen..........................................................................255 Toneroverloopfles bestellen ...........................................................................................................................256 Nietjeshouders bestellen ................................................................................................................................256 ADI-kit bestellen ...............................................
Problemen oplossen.................................................................................278 Eenvoudige printerproblemen oplossen...............................................................................................278 Printerberichten....................................................................................................................................278 Kleur aanpassen...........................................................................................................
Plaats lade [x] terug ........................................................................................................................................285 Plaats lade terug [x] – [y] ................................................................................................................................286 Verwijder verpakkingsmateriaal, controleer [naam gebied] ..........................................................................286 Verwijder papier uit standaarduitvoerlade .............
62 Schijf vol.....................................................................................................................................................293 80.xx Verhittingsstation bijna versleten .........................................................................................................293 80.xx Verhittingsstation versleten ..................................................................................................................293 80.xx Vervang verhittingsstation ..........
Fax- en e-mailfuncties zijn niet ingesteld........................................................................................................304 Nummerweergave werkt niet.........................................................................................................................305 Kan geen faxen verzenden of ontvangen .......................................................................................................305 Faxen kunnen worden verzonden, maar kunnen niet worden ontvangen...
Slechte afdrukkwaliteit op transparanten ......................................................................................................325 Onregelmatige afdrukintensiteit ....................................................................................................................326 Problemen met kleurkwaliteit oplossen...............................................................................................326 veelgestelde vragen over afdrukken in kleur.................................
Veiligheidsinformatie Sluit het netsnoer aan op een geaard stopcontact dat zich dicht in de buurt van het product bevindt en dat gemakkelijk bereikbaar is. Plaats dit product niet in de buurt van water of in vochtige omgevingen. LET OP—KANS OP LETSEL: Dit product maakt gebruik van een laser. het toepassen van bedieningswijzen, aanpassingsmethoden of procedures anders dan in deze publicatie worden beschreven, kan blootstelling aan gevaarlijke straling tot gevolg hebben.
LET OP—KANS OP LETSEL: U moet het netsnoer niet snijden, draaien, vastbinden, afknellen of zware objecten op het snoer plaatsen. Zorg dat er geen schaafplekken op het netsnoer kunnen ontstaan of dat het snoer onder druk komt te staan. Zorg dat het netsnoer niet bekneld raakt tussen twee objecten, zoals een meubelstuk en een muur. Als een van deze dingen gebeurt, is er een kans op brand of elektrische schokken. Controleer het netsnoer regelmatig op dergelijke problemen.
Informatie over de printer Hartelijk dank voor het kiezen voor deze printer! We hebben ons best gedaan om er zeker van te zijn dat hij aan uw verwachtingen zal voldoen. Als u uw nieuwe printer meteen wilt gebruiken, kunt u de installatiematerialen van de printer gebruiken en de Gebruikershandleiding doornemen om de zien hoe u de elementaire taken uitvoert. Om de printer optimaal te laten functioneren, leest u de Gebruikershandleiding zorgvuldig door en kijkt u op onze website voor de nieuwste updates.
Gewenste informatie Locatie Hulp bij het gebruik van de printersoftware Hulp voor Windows of Mac: open een printersoftwareprogramma of – toepassing en klik vervolgens op Help. Klik op ? om contextgevoelige informatie weer te geven. Opmerkingen: • De Help wordt automatisch geïnstalleerd met de printersoftware. • De printersoftware bevindt zich in de map van het printerprogramma of op het bureaublad, afhankelijk van uw besturingssysteem.
1 2 5 3 4 1 458 mm 2 100 mm 3 380 mm 4 432 mm 5 150 mm Printerconfiguraties LET OP—KAN OMVALLEN: Voor configuraties die op de grond staan, zijn extra onderdelen nodig ter bevordering van de stabiliteit. Gebruik een printerstandaard of printerstelling als u een lader met hoge capaciteit, een duplexeenheid en een of meer invoeropties gebruikt. Ook hebt u mogelijk extra onderdelen nodig voor een multifunctionele printer (MFP) waarmee u kunt scannen, kopiëren en faxen. Zie www.lexmark.
U kunt de basisprinter aanpassen door optionele laden toe te voegen. 1 2 3 4 5 8 7 6 10 9 9 11 12 1 Automatische documentinvoer (ADI) 2 Invoerlade van ADI 3 Bedieningspaneel van de printer 4 Standaarduitvoerlade 5 Voorklep 6 Standaardladen voor 550 vel (lade 1) 7 Universeellader 8 Zijklep 9 Toegangskleppen voor storingen 10 Optionele lader met hoge capaciteit voor 2.
Informatie over de ADI en de glasplaat Automatische documentinvoer (ADI) Glasplaat Gebruik de ADI als u meerdere pagina's wilt scannen, inclusief dubbelzijdig afgedrukte pagina's. Gebruik de glasplaat voor losse pagina's of boekpagina's, kleine voorwerpen (zoals briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften of lichte formulieren zonder carbon).
Informatie over het bedieningspaneel van de printer 1 2 3 4 5 8 9 Onderdeel 1 Display 2 Indicatielampje 7 6 Beschrijving Hiermee kunt u opties voor scannen, kopiëren, faxen en afdrukken, en status- en foutberichten weergeven. • Uit: de voeding is uitgeschakeld. • Knippert groen: de printer is bezig met opwarmen, met het verwerken van gegevens of met afdrukken. • Brandt groen: de printer staat aan, maar is niet actief. • Knippert rood: ingrijpen van gebruiker is vereist.
Informatie over het startscherm Informatie over het beginscherm Als de printer wordt ingeschakeld, wordt op het display een basisscherm weergegeven. Dit wordt het beginscherm genoemd. Raak de knoppen en pictogrammen in het beginscherm aan als u een handeling wilt uitvoeren zoals kopiëren, faxen, scannen, het openen van het menuscherm of het beantwoorden van berichten.
Raak Naar Bladwijzers Hiermee kunt een verzameling met bladwijzers (URL's) maken, indelen en opslaan in een structuurweergave met mappen en bestandskoppelingen. Opmerking: De structuurweergave ondersteunt alleen bladwijzers die met deze functie zijn gemaakt; bladwijzers van andere toepassingen worden niet ondersteund. Wachttaken Hiermee worden alle huidige taken in de wachtstand weergegeven.
Knoppen op het aanraakscherm gebruiken Opmerking: Het startscherm, de pictogrammen en knoppen kunnen verschillen afhankelijk van de aanpassingen voor het startscherm en de beheerdersinstellingen. Voorbeeld van aanraakscherm Submit Knop Functie Verzenden De wijzigingen die zijn aangebracht in de printerinstellingen verzenden. Voorbeeldkopie Een voorbeeldkopie afdrukken. Pijl naar rechts Naar rechts bladeren. Pijl naar links Naar links bladeren. Startpagina Terugkeren naar het startscherm.
Knop Functie Afsluiten Het huidige venster sluiten. Tips Een dialoogvenster met contextgevoelige Help op het aanraakscherm openen. Andere knoppen op het aanraakscherm Knop Functie Accepteren Een instelling opslaan. Annuleren Herstellen • Een actie of een selectie annuleren. • Een venster sluiten en terugkeren naar het vorige venster zonder wijzigingen op te slaan. Waarden op het scherm herstellen. Keuzerondje Een item selecteren of de selectie opheffen.
Functies Functie Beschrijving Menupad: Boven in elk menuscherm wordt een pad weergegeven. De functie geeft het pad weer naar het huidige menu Menu's > Instellingen > Kopieerinstellingen > Aantal exemplaren U kunt elk onderstreepte woord aanraken om naar het betreffende menu terug te gaan. Aantal exemplaren is niet onderstreept, aangezien dit het actieve scherm is.
Toepassingen van het startscherm instellen en gebruiken Opmerkingen: • Het startscherm, de pictogrammen en knoppen kunnen verschillen afhankelijk van de aanpassingen voor het startscherm, beheerdersinstellingen en actieve geïntegreerde toepassingen. Sommige toepassingen worden alleen ondersteund op bepaalde printermodellen. • U kunt wellicht extra oplossingen en toepassingen aanschaffen. Ga naar www.lexmark.com voor meer informatie. Of neem contact met de winkel waar u het product hebt gekocht.
Formulieren en favorieten Pictogram Beschrijving Met deze toepassing kunt u werkprocessen vereenvoudigen en stroomlijnen doordat u snel veelgebruikte onlineformulieren kunt terugvinden en afdrukken vanuit het beginscherm. U kunt bijvoorbeeld de meest recente versie van een formulier afdrukken op het moment dat u het nodig hebt. U hoeft dus geen afgedrukte formulieren te bewaren, die snel verouderd raken.
Mijn MFP Pictogram Beschrijving Met de toepassing kunt u de instellingen van het aanraakscherm aanpassen en die voorkeuren vervolgens opslaan op een flashstation. Als u wilt kopiëren, faxen of scannen, moet u het flashstation in de USB-poort van de printer plaatsen. Al uw persoonlijke voorkeursinstellingen, zoals taakinstellingen, beginschermvoorkeuren en adresboek, worden automatisch geüpload.
Een configuratie exporteren en importeren met de Embedded Web Server U kunt configuratie-instellingen exporteren naar een tekstbestand dat vervolgens kan worden geïmporteerd en gebruikt om de instellingen toe te passen op een of meer extra printers. Een configuratie exporteren 1 Klik in Embedded Web Server op Instellingen of Configuratie. 2 Klik op Device Solutions > Solutions (eSF) of klik op Embedded Solutions. 3 Klik bij Geïnstalleerde programma's op de naam van de toepassing die u wilt configureren.
Extra printer instellen Interne opties installeren LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Als u de systeemkaart opent of optionele hardware of geheugenapparaten installeert nadat u de printer hebt ingesteld, moet u voordat u doorgaat eerst de printer uitschakelen en de stekker uit het stopcontact halen. Als u andere apparaten hebt aangesloten op de printer, schakelt u deze ook uit en koppelt u de kabels los van de printer.
De vergrendelingsfunctie gebruiken De printer is voorzien van een vergrendelingsfunctie. De printer is vergrendeld als een vergrendeling is gebruikt die compatibel is met de meeste laptopcomputers. De metalen plaat en de systeemkaart kunnen niet worden verwijderd als de printer is vergrendeld. Bevestig een vergrendeling op de printer op de hieronder aangegeven plaats.
Toegang tot de systeemkaart LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Als u de systeemkaart opent of optionele hardware of geheugenapparaten installeert nadat u de printer hebt ingesteld, moet u voordat u doorgaat eerst de printer uitschakelen en de stekker uit het stopcontact halen. Als u andere apparaten hebt aangesloten op de printer, schakelt u deze ook uit en koppelt u de kabels los van de printer. Opmerking: Voor deze taak hebt u een schroevendraaier met platte kop nodig. 1 Open de klep.
b Schuif het metalen paneel naar links zodat de haakjes worden ontgrendeld en trek het paneel naar voren om het te verwijderen. 3 Gebruik de volgende illustratie om de juiste connectoren te vinden. Let op—Kans op beschadiging: De elektrische componenten van de systeemkaart raken gemakkelijk beschadigd door statische elektriciteit. Raak daarom eerst een metalen voorwerp aan voordat u de elektrische componenten of aansluitingen van de systeemkaart aanraakt.
4 Plaats de systeemkaartklep terug. Let op—Kans op beschadiging: De elektrische componenten van de systeemkaart raken gemakkelijk beschadigd door statische elektriciteit. Raak daarom eerst een metalen voorwerp aan voordat u de elektrische componenten of aansluitingen van de systeemkaart aanraakt. a Plaats de haakjes aan de linkerzijde van het metalen paneel weer in de sleuven op de systeemkaartbehuizing en schuif het paneel naar rechts.
b Lijn de schroeven uit en draai de schroeven naar rechts om ze vast te draaien. c Sluit de klep. Een geheugenkaart installeren LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Als u de systeemkaart opent of optionele hardware of geheugenapparaten installeert nadat u de printer hebt ingesteld, moet u voordat u doorgaat eerst de printer uitschakelen en de stekker uit het stopcontact halen. Als u andere apparaten hebt aangesloten op de printer, schakelt u deze ook uit en koppelt u de kabels los van de printer.
3 Open de vergrendelingen van de geheugenkaartconnectoren op de systeemkaart. 4 Lijn de uitsparingen op de geheugenkaart uit met de richels op de connector.
5 Duw de geheugenkaart recht in de connector tot de kaart vastklikt. 6 Plaats de systeemkaartklep terug. Een flashgeheugenkaart of firmwarekaart installeren De systeemkaart heeft twee connectoren voor een optionele flashgeheugenkaart of firmwarekaart. Er kan slechts één van elk worden geïnstalleerd, maar de connectoren zijn uitwisselbaar.
3 Houd de kaart aan de zijkanten vast en breng de pinnen aan de onderkant op gelijke hoogte met de uitsparingen in de systeemkaart. 2 1 1 Plastic pinnen 2 Metalen pinnen 4 Druk de kaart stevig op zijn plaats. Opmerkingen: • De connector van de kaart moet over de gehele lengte in aanraking zijn met de systeemkaart. • Let erop dat de aansluitpunten niet beschadigd raken. 5 Plaats de systeemkaartklep terug.
Internal Solutions Port installeren De systeemkaart ondersteunt één optionele Lexmark Internal Solutions Port (ISP). Opmerking: Voor deze taak hebt u een schroevendraaier met platte kop nodig. LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Als u de systeemkaart opent of optionele hardware of geheugenapparaten installeert nadat u de printer hebt ingesteld, moet u voordat u doorgaat eerst de printer uitschakelen en de stekker uit het stopcontact halen.
5 Verwijder de metalen klep van de ISP-opening. 1 2 6 Lijn de staafjes van het plastic T-stuk uit met de openingen in de systeemkaart en druk het T-stuk dan naar beneden tot het vastklikt. Controleer of elk staafje van het T-stuk volledig is vastgeklikt en of het T-stuk stevig op de systeemkaart is bevestigd.
7 Installeer de ISP op het plastic T-stuk. Lijn de ISP uit met het plastic T-stuk en breng de ISP steeds dichter bij het Tstuk zodat alle uitstekende connectoren in de ISP-openingen van de systeemkaartbehuizing passen. 8 Laat de ISP richting het plastic T-stuk zakken totdat de ISP zich tussen de geleiders van het plastic T-stuk bevindt.
9 Plaats de lange vleugelmoer en draai deze rechtsom tot de ISP vastzit, maar draai de vleugelmoer nu nog niet stevig aan. 10 Bevestig de twee meegeleverde schroeven om de montagebeugel van de ISP aan de systeemkaartbehuizing vast te maken. 11 Draai de lange vleugelmoer stevig aan. Let op—Kans op beschadiging: Draai de vleugelmoer niet te hard aan. 12 Plaats de plug van de ISP-interfacekabel in de aansluiting op de systeemkaart. Opmerking: De pluggen en connectors zijn kleurgecodeerd.
13 Plaats de systeemkaartklep terug. Vaste schijf van de printer installeren Opmerking: Voor deze taak hebt u een schroevendraaier met platte kop nodig. LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Als u de systeemkaart opent of optionele hardware of geheugenapparaten installeert nadat u de printer hebt ingesteld, moet u voordat u doorgaat eerst de printer uitschakelen en de stekker uit het stopcontact halen.
3 Kijk waar de juiste connector zich op de systeemkaart bevindt. Opmerking: als er een optionele ISP is geïnstalleerd, moet de vaste schijf van de printer op de ISP worden geïnstalleerd. U installeert de vaste schijf van een printer als volgt op de ISP: a Draai de schroeven los met een schroevendraaier met platte kop. b Verwijder de schroeven waarmee de montagebeugel aan de vaste schijf van de printer is bevestigd en verwijder vervolgens de montagebeugel.
c Lijn de afstandbussen van de vaste schijf uit met de openingen in de ISP en druk de vaste schijf omlaag totdat de afstandbussen op de goede plaats zitten. d Plaats de plug van de interfacekabel van de vaste schijf in de aansluiting op de ISP. Opmerking: De pluggen en connectors zijn kleurgecodeerd.
U kunt als de vaste schijf van een printer rechtstreeks installeren op de systeemkaart: a Lijn de afstandbussen van de vaste schijf uit met de openingen in de systeemkaart en druk de vaste schijf omlaag totdat de afstandbussen op de goede plaats zitten. b Gebruik de twee meegeleverde schroeven om de montagebeugel van de vaste schijf vast te zetten. c Plaats de plug van de interfacekabel van de vaste schijf in de aansluiting op de systeemkaart. Opmerking: De pluggen en connectors zijn kleurgecodeerd.
4 Plaats de systeemkaartklep terug.
Vaste schijf van de printer verwijderen Opmerking: Voor deze taak hebt u een schroevendraaier met platte kop nodig. LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Als u de systeemkaart opent of optionele hardware of geheugenapparaten installeert nadat u de printer hebt ingesteld, moet u voordat u doorgaat eerst de printer uitschakelen en de stekker uit het stopcontact halen. Als u andere apparaten hebt aangesloten op de printer, schakelt u deze ook uit en koppelt u de kabels los van de printer.
3 Verwijder de schroeven terwijl u de vaste schijf van de printer op de plaats houdt en verwijder vervolgens de vaste schijf. 1 2 4 Leg de vaste schijf van de printer opzij. 5 Plaats de systeemkaartklep terug. Volgorde van installatie LET OP—KANS OP LETSEL: De printer weegt meer dan 18 kg en moet door twee of meer getrainde personeelsleden worden opgetild. LET OP—KAN OMVALLEN: Voor configuraties die op de grond staan, zijn extra onderdelen nodig ter bevordering van de stabiliteit.
Optionele laden installeren De printer ondersteunt de volgende optionele invoerbronnen: • Lade voor 550 vel • Hoge-capaciteitslader voor 2000 vel LET OP—KANS OP LETSEL: De printer weegt meer dan 18 kg en moet door twee of meer getrainde personeelsleden worden opgetild.
1 2 1 Standaardlade voor 550 vel (lade 1) 2 Optionele laden voor 550 vel 5 Zet de printer weer aan. 6 Stel de printersoftware zo in dat de optionele invoerbron kan worden herkend. Zie “Beschikbare opties bijwerken in het printerstuurprogramma” op pagina 57 voor meer informatie. Kabels aansluiten LET OP—KANS OP LETSEL: Gebruik de faxfunctie niet tijdens onweer.
2 1 1 USB-poort Let op—Kans op beschadiging: Raak tijdens het afdrukken niet de USB-kabel, netwerkadapters of het aangegeven deel van de printer aan. Dit kan leiden tot gegevensverlies of een storing.
Netwerkconfiguratiepagina afdrukken Als de printer op een netwerk is aangesloten, kunt u de netwerkaansluiting controleren door een netwerkconfiguratiepagina af te drukken. Deze pagina bevat ook informatie die van belang is bij de configuratie van het afdrukken via een netwerk. 1 Blader in het startscherm naar: > Rapporten > Netwerkconfiguratiepagina 2 Controleer het eerste gedeelte van de pagina met netwerkinstellingen om te zien of bij Status wordt aangegeven dat de printer is aangesloten.
3 Download het stuurprogramma en installeer de printersoftware. Opmerking: Mogelijk is er bijgewerkte printersoftware beschikbaar op http://support.lexmark.com. Beschikbare opties bijwerken in het printerstuurprogramma Nadat de printersoftware en eventuele opties zijn geïnstalleerd, is het wellicht nodig om de opties handmatig toe te voegen in het printerstuurprogramma om deze beschikbaar te maken voor afdruktaken.
Draadloos afdrukken instellen Opmerking: Een SSID (Service Set Identifier) is een naam die is toegewezen aan een draadloos netwerk. WEP (Wireless Encryption Protocol) en WPA (Wi-Fi Protected Access) zijn beveiligingstypen die in een netwerk worden gebruikt. Benodigde gegevens voor het instellen van een printer op een draadloos netwerk Opmerking: sluit de installatie- of netwerkkabel niet aan totdat dit wordt aangegeven door de installatiesoftware.
1 Sluit het netsnoer aan op de printer en steek de stekker in een geaard stopcontact, schakel de stroom in. 2 1 Zorg dat de printer en computer helemaal zijn ingeschakeld en klaar voor gebruik. Sluit de USB-kabel niet aan voordat dit wordt aangegeven op het scherm. 2 Plaats de cd Software en documentatie. 3 Klik op Installeren en volg de aanwijzingen op het scherm. 4 Als u wordt gevraagd een verbindingstype te selecteren, selecteert u Draadloze verbinding.
6 Sluit tijdelijk een USB-kabel aan tussen de computer op het draadloze netwerk en de printer. Opmerking: Als de printer eenmaal is geconfigureerd, dan zal de software u de instructie geven de tijdelijke USB-kabel te verwijderen; hierna kunt u draadloos afdrukken. 7 Volg de instructies op het beeldscherm. Opmerking: Raadpleeg de Handleiding netwerken voor meer informatie over andere computers toestaan op het netwerk de draadloze printer te gebruiken.
Voer de printerinformatie in 1 Open de opties voor AirPort: In Mac OS X versie 10.5 en later Ga in het Apple-menu naar: Systeemvoorkeuren > Netwerk > AirPort Mac OS X 10.4 en eerder Blader in de Finder naar: Programma's > Internetverbinding > AirPort 2 Selecteer vanuit het pop-upmenu Netwerknaam afdrukserver [yyyyyy], waarbij de y'en staan voor de laatste zes cijfers van het MAC-adres dat u hebt gevonden op het blad met het MAC-adres. 3 Open een webbrowser. 4 Selecteer Toon of Toon alle bladwijzers.
Configureer uw computer voor draadloos gebruik van de printer Om af te drukken met een netwerkprinter, dient elke Macintosh-gebruiker een aangepast printerstuurprogramma te installeren en een afdrukwachtrij te maken in Printer instellen of Afdrukbeheer. 1 Installeer een printerstuurprogramma op de computer: a Plaats de cd Software en documentatie in de computer en dubbelklik op het installatiepakket voor de printer. b Volg de instructies op het beeldscherm. c Kies een bestemming en klik op Ga door.
6 Kies Lokale AppleTalk-zone in het tweede voorgrondmenu. 7 Selecteer de printer in de lijst en klik op Voeg toe. Printer installeren op een bedraad netwerk Deze instructies gelden voor Ethernet- en glasvezelnetwerkverbindingen. Opmerking: voer eerst de eerste installatie van de printer uit. Voor Windows-gebruikers 1 Plaats de cd Software en documentatie . Als het installatievenster niet wordt weergegeven na een minuut, start u de cd handmatig: a Klik op of klik op Start en klik op Uitvoeren.
5 Voer het gebruikerswachtwoord in en klik vervolgens op OK. Alle benodigde toepassingen worden op de computer geïnstalleerd. 6 Klik op Sluiten wanneer de installatie is voltooid. b Voeg de printer toe: • Voor afdrukken via IP: Mac OS X 10.5 of hoger 1 Ga in het Apple-menu naar: Systeemvoorkeuren > Afdrukken en faxen 2 Klik op + en klik op de knop IP . 3 Typ het IP-adres van de printer in het adresveld en klik op Voeg toe. Mac OS X 10.
Poortinstellingen wijzigen na het installeren van een nieuwe netwerk-ISP (Internal Solutions Port) Wanneer een nieuwe Lexmark ISP (Internal Solutions Port) in de printer wordt geïnstalleerd, moeten de printerconfiguraties worden bijgewerkt op computers die toegang hebben tot de printer omdat de printer een nieuw IP-adres krijgt toegewezen. Alle computers die toegang tot de printer hebben, moeten worden bijgewerkt met dit nieuwe IP-adres.
9 Typ het nieuwe IP-adres in het veld Printernaam of IP-adres. 10 Klik op OK > Sluiten>. Voor Macintosh-gebruikers 1 Typ het IP-adres van uw printer in de adresbalk van uw webbrowser. Als u het IP-adres van de printer niet weet, kunt u: • het IP-adres op het bedieningspaneel van de printer vinden in het TCP/IP-gedeelte in het menu Netwerken/Poorten. • een pagina met netwerkinstellingen afdrukken en het IP-adres in het TCP/IP-gedeelte zoeken.
f Kies Lokale AppleTalk-zone in het tweede voorgrondmenu. g Selecteer een printer in de lijst en klik vervolgens op Voeg toe. Serieel afdrukken instellen Bij serieel afdrukken worden gegevens met één bit tegelijk overgedragen. Hoewel serieel afdrukken over het algemeen trager is dan parallel afdrukken, verdient het de voorkeur wanneer er een grote afstand is tussen de printer en de computer of wanneer er een interface met betere overdrachtsnelheid beschikbaar is.
Nadat het printerstuurprogramma is geïnstalleerd, moet u de seriële parameters instellen voor de COM-poort die is toegewezen aan het printerstuurprogramma. Opmerking: De seriële parameters van de COM-poort moeten exact overeenkomen met de seriële parameters die zijn ingesteld op de printer. a Open Apparaatbeheer. 1 Klik op of klik op Start en dan op Uitvoeren. 2 Typ in het vakje van Start zoeken of Uitvoeren devmgmt.msc. 3 Druk op Enter of klik op OK.
Impact van uw printer op het milieu minimaliseren Lexmark hecht veel belang aan duurzaamheid en verbetert voortdurend zijn printers om de invloed ervan op het milieu te verminderen. Wij houden bij het ontwerpen rekening met het milieu, maken onze verpakkingen zelf om het materiaalgebruik terug te brengen en zorgen voor inzamel- en recyclingprogramma’s. Zie voor meer informatie: • Het hoofdstuk Kennisgevingen • Het gedeelte Duurzaamheid van de Lexmark website op www.lexmark.
Vermijd papierstoringen Stel de papiersoort en het formaat correct in om te voorkomen dat het papier vastloopt. Zie “Papierstoringen voorkomen” op pagina 266 voor meer informatie. Afdrukken in zwart-wit Stel de printer in op Alleen zwart om alle tekst en afbeeldingen alleen met de zwarte cartridge af te drukken. Zie “Afdrukken in zwart-wit” op pagina 95 voor meer informatie. Energie besparen Ecomodus gebruiken 1 Typ het IP-adres van de printer in het adresveld van uw webbrowser.
Optie Functie Uit Standaardinstellingen gebruiken. Deze instelling ondersteunt de prestatiespecificaties Opmerking: Als u Foto selecteert voor uw printer. vanuit het stuurprogramma, wordt de stille modus mogelijk uitgeschakeld en worden de afdrukkwaliteit en de afdruksnelheid verbeterd. Aan Geluid van de printer beperken. • De verwerking van afdruktaken duurt langer. • Motoren van de printer starten niet tot een document gereed is om te worden afgedrukt.
Sluimerstand gebruiken In de sluimerstand verbruikt de printer bijna geen stroom. Als de printer in de sluimerstand is ingesteld, is de printer uitgeschakeld en worden alle andere systemen en apparaten veilig uitgeschakeld. Opmerking: De sluimerstand en slaapstand kunnen worden gepland. Embedded Web Server gebruiken 1 Typ het IP-adres van de printer in het adresveld van uw webbrowser.
3 Raak Verzenden aan. De standaarduitvoerlade op laag instellen Om energie te besparen kunt u de uitvoerlampjes voor de standaarduitvoerlade instellen op gedimd of ze uitschakelen. De beschikbare instellingen zijn Uit, Gedimd en Helder. In de modus Normaal/Stand-by is de standaardinstelling Helder. Als de Ecomodus is ingesteld op Energie of Energie/papier, brandt het lampje Gedimd. Als de slaapmodus is ingesteld, is het lampje uit.
3 Volg de aanwijzingen op het scherm. Opmerking: Printersupplies en -hardware die niet zijn opgenomen in het inzamelingsprogramma van Lexmark kunt u recyclen via uw plaatselijke recyclingcentrum. Neem contact op met uw plaatselijke recyclingcentrum voor informatie over de artikelen die hier worden geaccepteerd. Lexmark verpakkingsmateriaal recyclen Lexmark streeft voortdurend naar het minimaliseren van het verpakkingsmateriaal.
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen In dit gedeelte wordt beschreven hoe u papier plaatst in de laden voor 550 en 2.000 vel en de universeellader. Hier vindt u ook informatie over de papierafdrukstand, het instellen van de papiersoort en het papierformaat en het koppelen en ontkoppelen van laden. Papierformaat en papiersoort instellen De instelling Papierformaat wordt automatisch vastgesteld aan de hand van de positie van de papiergeleiders in de laden, behalve de universeellader.
Papier plaatsen in de standaardlade of optionele lade voor 550 vel De printer heeft een standaardlade voor 550 vel (lade 1) en mogelijk een of meer optionele laden voor 550 vel. Alle laden voor 550 vel ondersteunen dezelfde papierformaten en -soorten. LET OP—KANS OP LETSEL: Zorg ervoor dat u papier afzonderlijk in elke lade of lader plaatst om instabiliteit van de apparatuur te voorkomen. Houd alle overige laden of laders gesloten tot u ze nodig hebt. 1 Trek de lade naar buiten.
2 Druk de breedtegeleider in en schuif deze naar de juiste positie voor het formaat papier dat u in de lade plaatst. 3 Druk de lengtegeleider in en schuif deze naar de juiste positie voor het formaat papier dat u in de lade plaatst. Opmerking: De lengtegeleider heeft een vergrendelingsonderdeel. Duw de knop op de lengtegeleider naar achteren om de geleider te ontgrendelen. Duw de knop naar voren om de geleider te vergrendelen nadat u een lengte hebt ingesteld.
Opmerkingen: • • • • Plaats de papierstapel met de afdrukzijde omlaag als u dubbelzijdig wilt afdrukken. Plaats geperforeerd papier met de gaatjes naar voren. Plaats briefhoofdpapier met de afdrukzijde omhoog met het briefhoofd naar links. Plaats briefhoofdpapier met de afdrukzijde omlaag met het briefhoofd naar rechts voor dubbelzijdig afdrukken. • Zorg ervoor dat het papier niet hoger komt dan de maximumstapelhoogte op de rand van de papierlade.
De hoge-capaciteitslader voor 2000 vel vullen In de hoge-capaciteitslader past 2.000 vel papier van het formaat A4, Letter en Legal (80 g/m2). LET OP—KANS OP LETSEL: Zorg ervoor dat u papier afzonderlijk in elke lade of lader plaatst om instabiliteit van de apparatuur te voorkomen. Houd alle overige laden of laders gesloten tot u ze nodig hebt. 1 Trek de lade naar buiten. 2 Pas de breedtegeleider zo nodig aan. 2 1 3 Buig de vellen enkele malen om de vellen los te maken. Vouw of kreuk het papier niet.
C B A 4 Plaats het papier met de afdrukzijde omhoog in de papierlade. Opmerking: Zorg ervoor dat het papier niet hoger komt dan de maximumstapelhoogte op de rand van de papierlade. Bij een te volle lade kan het papier in de printer vastlopen. Opmerkingen: • Plaats geperforeerd papier met de gaatjes naar voren. • Plaats briefhoofdpapier met de afdrukzijde omhoog met het briefhoofd naar links. • Plaats briefhoofdpapier met de afdrukzijde omlaag met het briefhoofd naar rechts voor dubbelzijdig afdrukken.
De universeellader vullen De universeellader is geschikt voor afdrukmateriaal van diverse formaten en soorten, zoals transparanten, etiketten, karton en enveloppen. De universeellader kan worden gebruikt voor enkelzijdig of handmatig afdrukken of als extra lade.
3 Buig de vellen papier of speciaal afdrukmateriaal enkele malen om ze los te maken. Vouw of kreuk ze niet. Maak op een vlakke ondergrond de stapel recht. Papier Enveloppen Transparanten Opmerking: raak de afdrukzijde niet aan en zorg dat er geen krassen op komen. 4 Duw op het papiertransportlipje en plaats het papier of speciale materiaal. Schuif het materiaal voorzichtig in de universeellader tot het niet meer verder kan en laat het papiertransportlipje los.
• Plaats enveloppen met de klep naar boven en naar rechts. Let op—Kans op beschadiging: Gebruik geen enveloppen met postzegels, klemmetjes, drukkers, vensters, bedrukte binnenzijde of zelfklevende sluitingen. Het gebruik van deze enveloppen kan de printer ernstig beschadigen. Opmerkingen: • Laat de stapel niet boven de maximale stapelhoogte uitkomen door te veel papier of transparanten onder de indicator te duwen. • Plaats nooit papier van verschillende formaten en soorten tegelijk.
De printer detecteert automatisch de instelling Papierformaat aan de hand van de positie van de papiergeleiders in de laden, met uitzondering van de standaardlade voor 550 vel en de universeellader. De printer kan de papierformaten A4, A5, JIS B5, Letter, Legal, Executive en Universal detecteren. De universeellader en laden die andere papierformaten gebruiken, kunnen handmatig worden gekoppeld via het menu Papierformaat in het menu Papierformaat/-soort.
• het IP-adres op het bedieningspaneel van de printer vinden in het TCP/IP-gedeelte in het menu Netwerken/Poorten. • een pagina met netwerkinstellingen afdrukken en het IP-adres in het TCP/IP-gedeelte zoeken. 2 Klik op Instellingen > Menu Papier > Aangepaste naam > typ een naam > Verzenden. Opmerking: Deze aangepaste naam komt op de plaats van de naam van Aangepast in de menu's Aangepaste soorten en Papierformaat/-soort. 3 Klik op Aangepaste soorten > selecteer een papiersoort > Verzenden.
Richtlijnen voor papier en special afdrukmateriaal Richtlijnen voor papier Papiereigenschappen De volgende papiereigenschappen zijn van invloed op de afdrukkwaliteit en de betrouwbaarheid van de printer. Houd rekening met deze kenmerken wanneer u een nieuw type papier overweegt. Gewicht De printer kan automatisch papier invoeren met een gewicht van 60 tot 176‑g/m2 met de vezel in de lengterichting.
Glasvezelgehalte Kwalitatief hoogwaardig xerografisch papier bestaat meestal voor 100% uit chemisch behandelde houtpulp. Dit gehalte aan houtcellulose voorziet het papier van een grote mate van stabiliteit, waardoor er minder invoerproblemen optreden en de afdrukkwaliteit verbetert. Als papier andere vezels bevat, bijvoorbeeld van katoen, kan dat eerder leiden tot problemen bij de verwerking.
• Ruwheid van oppervlak (gemeten in Sheffield-eenheden, heeft invloed op de afdrukhelderheid en hoe goed de toner aan het papier hecht) • Oppervlakfrictie (bepaalt hoe makkelijk vellen van elkaar kunnen worden gescheiden) • Vezels en vorming (heeft invloed op omkrullen, dat weer invloed heeft op de manier waarop het papier zich door de printer beweegt) • Helderheid en textuur (uiterlijk en gevoel) Kringlooppapier heeft een betere kwaliteit dan ooit.
• Papier lichter dan 60 g/m2. • Formulieren of documenten die uit meerdere delen bestaan Ga naar de website van Lexmark op www.lexmark.com voor meer informatie. Algemene informatie over duurzaamheid kunt u vinden via de koppeling Duurzaamheid. Papier bewaren Houd de volgende richtlijnen voor het bewaren van papier aan om een regelmatige afdrukkwaliteit te garanderen en te voorkomen dat er papierstoringen ontstaan.
Papierformaat Afmetingen Legal 215,9 x 355,6 mm (8,5 x 14 inch) Executive 184,2 x 266,7 mm (7,25 x 10,5 inch) X Oficio (Mexico) 215,9 x 340,4 mm (8,5 x 13,4 inch) X Folio 215,9 x 330,2 mm (8,5 x 13 inch) X Statement 139,7 x 215,9 mm (5,5 x 8,5 inch) X Universal 148 x 210 mm tot 215,9 x 355,6 mm (5,83 x 8,27 inch tot 8,5 x 14 inch) X Opmerking: Schakel automatisch vaststellen van het papierformaat uit om universele formaten te ondersteunen die dichtbij de standaardformaten van materialen l
Papierformaat Afmetingen Andere envelop2 85.7 x 165 mm tot X 215,9 x 355,6 mm (3,375 x 6,50 inch tot 8,5 x 14 inch) 1 Standaardlade voor 550 vel (lade 1) Optionele lade voor 550 vel Optionele lade voor 2.000 vel X X Universeellader Duplexer X Alleen ondersteund door X790-modellen. 2 Hiermee wordt de ingedeeld op basis van de afmetingen 215,9 x 355,6 mm (8,5 x 14 inch), tenzij het formaat wordt opgegeven in het programma.
Papiersoort Standaardlade voor Optionele lade Optionele lade Universeellader 550 vel (lade 1) voor 550 vel voor 2000 vel Duplexer X Etiketten3 • Papier • Vinyl Enveloppen4 X X X 1 Dit materiaal wordt alleen ondersteund in de universeellader. 2 Gebruik geen inkjet- of 3M CG3710-transparanten. X 3 Papieren etiketten worden ondersteund.
2 1 1 Standaarduitvoerlade 2 Finisherlade Standaarduitvoerlade • De papiercapaciteit is 500 vel. • Deze lade ondersteunt geen afwerkopties. • Enveloppen worden in deze eenheid verwerkt. Finisherlade • De papiercapaciteit is 500 vel. • Enveloppen en papier van het formaat A5, A6 en Statement worden niet ondersteund in deze lade.
Papierformaat Perforeren (2 gaten) Perforeren (3 of 4 gaten) Mailbox met 5 laden Nietfinisher voor 500 vel Executive Folio X JIS B5 Legal Letter Statement X X Universal X X Enveloppen (alle formaten) X X X Oficio Richtlijnen voor papier en special afdrukmateriaal 94
Afdrukken Dit hoofdstuk bevat informatie over afdrukken, printerrapporten en het annuleren van taken. De keuze en de verwerking van papier en speciaal afdrukmateriaal kunnen de betrouwbaarheid van het afdrukken beïnvloeden. Zie “Papierstoringen voorkomen” op pagina 266 en “Papier bewaren” op pagina 89 voor meer informatie. Documenten afdrukken Documenten afdrukken 1 Stel op het bedieningspaneel van de printer in het menu Papier de papiersoort en het papierformaat in, op basis van het geplaatste papier.
Als u het IP-adres van de printer niet weet, kunt u: • het IP-adres op het bedieningspaneel van de printer vinden in het TCP/IP-gedeelte in het menu Netwerken/Poorten. • een pagina met netwerkinstellingen afdrukken en het IP-adres in het TCP/IP-gedeelte zoeken. 2 Klik op Instellingen > Afdrukinstellingen > Menu Kwaliteit > Tonerintensiteit. 3 Pas de instelling voor tonerintensiteit aan. 4 Klik op Verzenden.
Let op—Kans op beschadiging: Raak de USB-kabel, netwerkadapter, de aansluiting, geheugenkaart of de aangegeven gedeelten van de printer niet aan terwijl er wordt afgedrukt vanaf, gelezen van of geschreven naar het opslagapparaat. Er kunnen anders gegevens verloren gaan. 2 Raak op het bedieningspaneel van de printer Afdrukken vanaf USB aan en selecteer het document dat u wilt afdrukken. 3 Raak de pijlen aan om het aantal kopieën dat u wilt maken te verhogen en raak Afdrukken aan.
Ondersteunde flashstations en bestandstypen flashstation Bestandstype Documenten: • Lexar JumpDrive 2.0 Pro (256 MB, 512 MB of 1 GB) • SanDisk Cruzer Mini (256 MB, 512 MB of 1 GB) • .pdf • .xps Opmerkingen: • Hi-Speed (hoge snelheid) USB-flashstations moeten full-speed (volle snelheid) standaard ondersteunen. Low‑speed (lage snelheid) USB-apparaten worden niet ondersteund. • USB-flashstations moeten het FAT-systeem (File Allocation Tables) gebruiken.
Tips voor het gebruik van transparanten • • • • Maak eerst een testpagina voordat u grote hoeveelheden transparanten aanschaft. Voer transparanten alleen in vanuit de universeellader. Stel Soort U-lader in op Transparanten in het menu Papier. Gebruik transparanten die speciaal zijn ontworpen voor laserprinters. Transparanten moeten temperaturen kunnen weerstaan van 230 °C zonder te smelten, te verkleuren, om te krullen of gevaarlijke stoffen af te scheiden.
Raadpleeg de Card Stock & Label Guide (alleen Engelstalig) voor meer informatie over het afdrukken, de kenmerken en het ontwerp van etiketten. U vindt deze publicatie op de website van Lexmark, op http://support.lexmark.com Let bij het afdrukken op etiketten op het volgende: • Gebruik etiketten die speciaal zijn ontworpen voor laserprinters.
Afdrukken van vertrouwelijke taken en andere taken in de wachtrij Afdruktaken opslaan op de printer U kunt de printer zo instellen dat afdruktaken worden opgeslagen in het printergeheugen tot u de afdruktaak start vanaf het bedieningspaneel van de printer. Alle afdruktaken die bij de printer zelf kunnen worden uitgevoerd door de gebruiker, worden taken in wacht genoemd.
Vanuit het startscherm: • Blader voor vertrouwelijke afdruktaken naar: Taken in wacht > uw gebruikersnaam > Vertrouwelijke taken > uw pincode > naam van de afdruktaak > aantal exemplaren > Afdrukken • Blader voor andere afdruktaken naar: Taken in wacht > uw gebruikersnaam > naam van de afdruktaak > aantal exemplaren > Afdrukken Voor Macintosh-gebruikers 1 Open een document en klik op Archief > Druk af. Klik zo nodig op het driehoekje om meer opties weer te geven.
Afdruktaak annuleren Afdruktaak annuleren via het bedieningspaneel van de printer 1 Raak Taken annuleren aan op het aanraakscherm of druk op op het toetsenblok. 2 Raak de taak aan die u wilt annuleren en raak Geselecteerde taken verwijderen aan. Afdruktaak annuleren vanaf de computer Voor Windows-gebruikers 1 Open de map Printers: a Klik op of op Start en vervolgens op Uitvoeren. b Typ control printers in het vak Zoekopdracht starten of Uitvoeren. c Druk op Enter of klik op OK.
Kopiëren ADI Glasplaat Gebruik de ADI voor documenten met meerdere pagina's. Gebruik de glasplaat voor losse pagina's, kleine items (zoals briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dunne voorwerpen (zoals knipsels uit tijdschriften). Kopiëren Snel kopiëren 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de automatische documentinvoer (ADF) of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
Kopiëren met de glasplaat 1 Plaats een origineel document met de afdrukzijde naar beneden in de linkerbovenhoek van de glasplaat. 2 Blader in het startscherm naar: Kopiëren > wijzig de kopieerinstellingen > Kopiëren 3 Plaats het volgende document op de glasplaat en raak Volgende pagina scannen aan als u nog meer pagina's wilt scannen. 4 Raak Taak voltooien aan om terug te keren naar het beginscherm.
3 Blader in het startscherm naar: Kopiëren > Kopiëren van > formaat an het originele document > Kopiëren naar > Handmatige invoer 4 Plaats het briefhoofdpapier met de bedrukte zijde omhoog en de voorste rand naar voren in de universeellader. 5 Selecteer het formaat van het briefhoofd.
3 Blader in het startscherm naar: Kopiëren > Kopiëren van > formaat van het originele document > Kopiëren naar 4 Raak Handmatige invoer aan of selecteer de lade met het gewenste soort papier. Opmerking: als u Handinvoer kiest, moet u ook de papiersoort en het papierformaat selecteren. 5 Raak Kopiëren aan. Kopiëren op verschillende papierformaten Gebruik de ADI om originele documenten te kopiëren met verschillende papierformaten.
Kopiëren op beide zijden van het papier (dubbelzijdig afdrukken) 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde omhoog en de korte zijde naar voren in de ADI of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Opmerking: Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine items, transparanten, fotopapier of dunne voorwerpen (zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADI. Plaats deze items op de glasplaat. 2 Als u een document in de ADI plaatst, moet u de papiergeleiders aanpassen.
4 Raak de knop aan die het beste de inhoud beschrijft van het document dat u wilt kopiëren: • Tekst: gebruik deze instelling als de inhoud van het originele document vooral bestaat uit tekst en lijnillustraties. • Grafisch: gebruik deze instelling als het originele document vooral bestaat uit zakelijke illustraties zoals cirkeldiagram, staafdiagram en animaties. • Tekst/foto: gebruik deze functie als het originele document bestaat uit een combinatie van tekst, afbeeldingen en foto's.
Scheidingsvellen invoegen tussen exemplaren 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde omhoog en de korte zijde naar voren in de ADI of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Opmerking: Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine items, transparanten, fotopapier of dunne voorwerpen (zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADI. Plaats deze items op de glasplaat. 2 Als u een document in de ADI plaatst, moet u de papiergeleiders aanpassen.
De definitie van een set hangt af van de scanbron: • Als u een document scant via de glasplaat, bestaat een set uit één pagina. • Als u meerdere pagina's scant via de ADI, bestaat een set uit alle pagina's die worden gescand totdat de ADI leeg is. • Als u één pagina scant via de ADI, bestaat een set uit één pagina. Bijvoorbeeld: 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde omhoog en de korte zijde naar voren in de ADI of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
Een overlay-bericht boven aan elke pagina afdrukken Boven aan elke pagina kan een overlay-bericht worden geplaatst. U hebt de keuze uit Dringend, Vertrouwelijk, Kopie, Aangepast en Concept. U plaatst als volgt een bericht boven aan een pagina: 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde omhoog en de korte zijde naar voren in de ADI of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
Informatie over de kopieerschermen en kopieeropties Kopiëren van Met deze optie opent u een scherm waarin u het papierformaat kunt invoeren van het originele document. • Raak het papierformaat aan dat overeenkomt met het originele document. • Raak Gemengde formaten aan om een origineel document te kopiëren dat verschillende papierformaten met dezelfde breedte bevat. • Raak Automatische formaatdetectie aan om de scanner automatisch het formaat van het originele document te laten bepalen.
Zijden (Duplex) Gebruik deze optie om instellingen voor dubbelzijdig afdrukken te selecteren. U kunt documenten op een of twee zijden afdrukken, dubbelzijdige (duplex) kopieën van dubbelzijdige originelen maken, dubbelzijdige kopieën van enkelzijdige originelen maken of enkelzijdige (simplex) kopieën van dubbelzijdige originelen maken. Sorteren Met deze optie houdt u de pagina's van een afdruktaak op volgorde als u meerdere exemplaren van het document afdrukt.
• Geavanceerde beeldverwerking: hiermee kunt u instellingen voor Automatisch centreren, Achtergrond verwijderen, Kleurbalans, Kleur wegfilteren, Contrast, Spiegelbeeld, Negatiefafbeelding, Van rand tot rand scannen, Schaduwdetail, Scherpte en Temperatuur opgeven of aanpassen voor u het document kopieert. • Boekje maken: hiermee kunt u een boekje maken. U kunt kiezen uit enkelzijde en dubbelzijdige boekjes.
E-mailen ADI Glasplaat Gebruik de ADI voor documenten met meerdere pagina's. Gebruik de glasplaat voor losse pagina's, kleine items (zoals briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dunne voorwerpen (zoals knipsels uit tijdschriften). U kunt de printer gebruiken om gescande documenten via e-mail naar een of meer ontvangers te verzenden. U kunt op drie manieren e-mail verzenden vanaf de printer. U kunt het e-mailadres typen, een snelkoppelingsnummer invoeren of het adresboek gebruiken.
Als u het IP-adres van de printer niet weet, kunt u: • het IP-adres op het bedieningspaneel van de printer vinden in het TCP/IP-gedeelte in het menu Netwerken/Poorten. • een pagina met netwerkinstellingen afdrukken en het IP-adres in het TCP/IP-gedeelte zoeken. 2 Klik op Instellingen > Instellingen e-mail/FTP > E-mailiinstellingen. 3 Voer de betreffende informatie in de velden in. 4 Klik op Verzenden.
Een document per e-mail verzenden E-mail verzenden met het aanraakscherm 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de automatische documentinvoer (ADF) of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Opmerking: Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine voorwerpen, transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADI. Plaats deze items op de glasplaat.
3 Blader in het startscherm naar: E-mailen >Ontvanger(s) > > naam van de ontvanger > Snelkoppelingen zoeken 4 Raak de naam van de ontvanger aan. Raak Volgend adres aan als u meerdere ontvangers wilt invoeren. Vervolgens kunt u de e-mailadressen of de snelkoppelingsnummers invoeren die u wilt toevoegen of in het adresboek zoeken. 5 Raak Gereed aan.
• TIFF: hiermee kunt u meerdere bestanden of één bestand maken. Als u TIFF met meerdere pagina's uitschakelt in het menu Instellingen van de Embedded Web Server, wordt met TIFF elke pagina opgeslagen in een afzonderlijk bestand. Het bestand is gewoonlijk groter dan de JPEG-variant. • JPEG: hiermee kunt u afzonderlijke bestanden voor elke pagina van het originele document maken en bijvoegen, die kunnen worden weergegeven in de meeste webbrowsers en grafische programma's.
Origineel Met deze optie opent u een scherm waarin u het formaat kunt invoeren van de documenten die u per e-mail wilt verzenden. • Raak de knop voor een papierformaat aan om het betreffende formaat te selecteren als instelling voor Origineel formaat. Het e-mailscherm wordt weergegeven met de nieuwe instelling. • Als u Origineel Formaat instelt op Gemengde formaten, kunt u een origineel document scannen dat verschillende papierformaten bevat.
Donker Met deze optie geeft u aan hoeveel lichter of donkerder het gescande document moet worden in vergelijking met het origineel. Verzenden als Met deze optie stelt u de bestandsindeling in voor de gescande afbeelding (PDF, TIFF, JPEG of XPS). • PDF: hiermee wordt een bestand met meerdere pagina's gemaakt dat kan worden weergegeven met Adobe Reader. Adobe Reader wordt gratis aangeboden door Adobe en kan worden gedownload vanaf www.adobe.com.
• Rand wissen: met deze functie verwijdert u vlekken of informatie rondom de randen van een document. U kunt een heel gebied langs alle zijden van het papier weghalen of een bepaalde rand aangeven. Met Rand wissen wist u alles wat in het geselecteerde gebied ligt, zodat er niets wordt afgedrukt op dat gedeelte van het papier. • Transmissielog: hiermee drukt u het transmissielog of het transmissiefoutenlog af.
Faxen Opmerking: Niet alle printermodellen beschikken over faxfunctionaliteit. ADI Glasplaat Gebruik de ADI voor documenten met meerdere pagina's. Gebruik de glasplaat voor losse pagina's, kleine items (zoals briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dunne voorwerpen (zoals knipsels uit tijdschriften). Printer voorbereiden voor faxen de volgende verbindingsmethoden zijn mogelijk niet van toepassing op alle landen of regio's.
Eerste faxconfiguratie In veel landen en regio’s is het nodig dat uitgaande faxen de volgende informatie bevatten in de kantlijn aan de bovenkant of onderkant van elke verzonden pagina of op de eerste pagina van de overdracht: stationsnaam (identificatie van het bedrijf, de organisatie of de persoon die het bericht verstuurt) en het stationsnummer (telefoonnummer van het faxapparaat, bedrijf, organisatie of persoon).
2 Klik op Instellingen > Faxinstellingen > Analoge faxinstellingen. 3 Geef in het veld Faxnaam of Stationsnaam de naam op die moet worden afgedrukt op alle uitgaande faxen. 4 Geef in het veld Faxnummer of Stationsnummer het faxnummer van de printer op. 5 Klik op Verzenden. Faxverbinding kiezen Opmerkingen: • De printer is een analoog apparaat dat het beste werkt als het rechtstreeks wordt aangesloten op een telefoonaansluiting.
Aansluiten op een DSL-verbinding Als u bent geabonneerd op een DSL-dienst, neem dan contact op met de DSL-provider voor een DSL-filter en een telefoonkabel en volg de volgende stappen op de apparatuur aan te sluiten: 1 Sluit een uiteinde van de meegeleverde telefoonkabel aan op de LINE-poort van de printer . 2 Sluit het andere uiteinde van de telefoonkabel aan op de DSL-filter. Opmerking: Het kan zijn dat uw DSL-filter er anders uitziet dan op de afbeelding.
Abonneren op speciale belsignalen Een abonnement op speciale belsignalen is mogelijk beschikbaar bij uw telefoonprovider. Dit abonnement maakt het mogelijk om meerdere telefoonnummers te hebben op één telefoonlijn, waarbij elk telefoonnummer een ander signaal heeft. Dit kan nuttig zijn als u onderscheid wilt maken tussen faxoproepen en telefoongesprekken.
Voor sommige landen of regio’s is een telefoonlijnadapter bijgevoegd in de doos. U gebruikt deze adapter om een antwoordapparaat, telefoon of een ander telecommunicatieapparaat aan te sluiten op de printer. 1 Sluit een uiteinde van de meegeleverde telefoonkabel aan op de LINE-poort van de printer. 2 Sluit het andere uiteinde van de telefoonkabel aan op de adapter en sluit vervolgens de adapter aan op de werkende telefoonwandcontactdoos.
3 Geef de huidige datum en tijd op in het veld Datum en tijd instellen. 4 Klik op Verzenden. Opmerking: U kunt het beste deze netwerktijd gebruiken. Printer configureren voor zomertijd U kunt instellen dat de printer automatisch wordt aangepast aan de zomertijd: 1 Typ het IP-adres van de printer in het adresveld van uw webbrowser. Als u het IP-adres van de printer niet weet, kunt u: • het IP-adres op het bedieningspaneel van de printer vinden in het TCP/IP-gedeelte in het menu Netwerken/Poorten.
Een snelkoppeling voor een faxbestemming maken met het aanraakscherm 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde omhoog en de korte zijde naar voren in de ADI of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Opmerking: Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine items, transparanten, fotopapier of dunne voorwerpen (zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADI. Plaats deze items op de glasplaat. 2 Als u een document in de ADI plaatst, moet u de papiergeleiders aanpassen.
3 Voer in het veld Faxnummer(s) een of meer faxnummers van de ontvanger in. Faxnummers kunnen handmatig worden ingevoerd of met de functie Telefoonboek. 4 Geef zo nodig een voorvoegsel op in het veld Kiesvoorvoegsel. 5 Selecteer in het juiste paperformaat en de juiste afdrukstand. 6 Schakel het selectievakje Voorblad toevoegen aan fax in en voer de juiste informatie in als u een voorblad wilt toevoegen aan de fax. 7 Klik op OK.
3 Blader in het startscherm naar: Faxen > > Snelkoppelingen zoeken 4 Typ met het virtuele toetsenbord de naam of een gedeelte van de naam van de persoon wiens faxnummer u zoekt. Opmerking: u moet niet tegelijkertijd naar meerdere namen zoeken. 5 Raak Gereed > Faxen aan. Faxinstellingen aanpassen De faxresolutie wijzigen De instellingen variëren van Standaard (hoogste snelheid) tot Ultrafijn (laagste snelheid, hoogste kwaliteit).
Fax verzenden op een opgegeven tijdstip 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde omhoog en de korte zijde naar voren in de ADI of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Opmerking: Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine items, transparanten, fotopapier of dunne voorwerpen (zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADI. Plaats deze items op de glasplaat. 2 Als u een document in de ADI plaatst, moet u de papiergeleiders aanpassen.
Uitgaande fax annuleren Een fax annuleren terwijl de originele documenten nog worden gescand • Als u de ADF gebruikt, raakt u Cancel Job (Taak annuleren) aan als Bezig met scannen wordt weergegeven. • Als u de glasplaat (flatbed) gebruikt, raakt u Cancel Job (Taak annuleren) aan als Bezig met scannen wordt weergegeven of als Volgende pagina scannen / Taak voltooien wordt weergegeven. Een fax annuleren nadat de originelen naar het geheugen zijn gescand 1 Raak Taken annuleren aan op het beginscherm.
Resolutie Met deze opties geeft u aan u hoe nauwkeurig de scanner het document bekijkt dat u wilt faxen. Als u een foto, een tekening met fijne lijnen of een document met zeer kleine letters wilt faxen, moet u de resolutie verhogen. Hierdoor duurt het scannen langer en wordt de kwaliteit van de uitgevoerde fax verbeterd.
Geavanceerde opties Raak de knop Geavanceerd optie aan om een scherm te openen waarin u de volgende instellingen kunt wijzigen: • Scheve items rechtzetten (ADI): hiermee kunt u een gescande afbeelding enigszins rechtzetten. • Geavanceerde beeldverwerking: hiermee kunt u instellingen voor Achtergrond verwijderen, Contrast, Kleurbalans, Negatiefafbeelding, Spiegelbeeld, Van rand tot rand scannen, Schaduwdetail, Scherpte en Temperatuur aanpassen voor u het document faxt.
Fax doorsturen Met deze optie kunt u ontvangen faxen afdrukken en doorsturen naar een faxnummer, e-mailadres, FTP-site of LDSS. 1 Typ het IP-adres van uw printer in de adresbalk van uw webbrowser. Als u het IP-adres van de printer niet weet, kunt u: • het IP-adres op het bedieningspaneel van de printer vinden in het TCP/IP-gedeelte in het menu Netwerken/Poorten. • een pagina met netwerkinstellingen afdrukken en het IP-adres in het TCP/IP-gedeelte zoeken. 2 Klik op Instellingen > Faxinstellingen.
Scannen naar een FTP-adres ADI Glasplaat Gebruik de ADI voor documenten met meerdere pagina's. Gebruik de glasplaat voor losse pagina's, kleine items (zoals briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dunne voorwerpen (zoals knipsels uit tijdschriften). Met de scanner kunt u documenten rechtstreeks scannen naar een FTP-server (File Transfer Protocol). U kunt per keer slechts één FTP-adres naar de server verzenden.
Scannen naar een FTP-adres met een snelkoppelingsnummer 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde omhoog en de korte zijde naar voren in de ADI of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Opmerking: Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine items, transparanten, fotopapier of dunne voorwerpen (zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADI. Plaats deze items op de glasplaat. 2 Als u een document in de ADI plaatst, moet u de papiergeleiders aanpassen.
6 Voer een snelkoppelingsnummer in. Als u een nummer invoert dat al in gebruik is, wordt u gevraagd een ander nummer te kiezen. 7 Klik op Toevoegen. Een FTP-snelkoppeling maken met het aanraakscherm 1 Blader in het startscherm naar: FTP > typ het FTP-adres > > voor een naam in voor de snelkoppeling > Gereed 2 Controleer of de naam en het nummer van de snelkoppeling juist zijn en raak vervolgens OK aan. Als de naam en het nummer niet juist zijn, raakt u Annuleren aan en voert u de gegevens opnieuw in.
• TIFF: hiermee worden een of meer bestanden gemaakt. Als u TIFF met meerdere pagina's uitschakelt in het menu Instellingen van de Embedded Web Server, wordt met TIFF elke pagina opgeslagen in een afzonderlijk bestand. Een TIFF-bestand is meestal groter dan een gelijkwaardig JPEG-bestand. • JPEG: hiermee wordt voor elke pagina van het originele document een bestand gemaakt en toegevoegd. De pagina's kunnen worden weergegeven met de meeste webbrowsers en grafische programma's.
• • • • • • Inkjet: gebruik deze instelling als het originele document is afgedrukt met een inkjetprinter. Foto/film: gebruik deze instelling als het originele document vooral bestaat uit foto's van film. Tijdschrift: gebruik deze instelling als het originele document uit een tijdschrift afkomstig is. Krant: gebruik deze instelling als het originele document uit een krant afkomstig is. Drukpers: gebruik deze instelling als het originele document is afgedrukt met een drukpers.
Scannen naar een computer of flashstation ADI Glasplaat Gebruik de ADI voor documenten met meerdere pagina's. Gebruik de glasplaat voor losse pagina's, kleine items (zoals briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dunne voorwerpen (zoals knipsels uit tijdschriften). Met de scanner kunt u documenten rechtstreeks naar een computer of naar een flashstation scannen. De computer hoeft niet rechtstreeks op de printer te zijn aangesloten om afbeeldingen via Scannen naar PC te kunnen ontvangen.
Er is automatisch een snelkoppelingsnummer toegewezen nadat u op Verzenden hebt geklikt. Als u klaar bent om uw documenten te scannen, kunt u dit snelkoppelingsnummer gebruiken. a Plaats een origineel document met de bedrukte zijde omhoog en de korte zijde naar voren in de ADI of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Opmerking: Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine items, transparanten, fotopapier of dunne voorwerpen (zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADI.
Het hulpprogramma ScanBack gebruiken U kunt het hulpprogramma LexmarkScanBackTM gebruiken om profielen te maken voor het scannen naar pc's. U kunt het hulpprogramma ScanBack downloaden van de website van Lexmark op http://support.lexmark.com. 1 Uw profiel voor scannen naar pc instellen: a Open het hulpprogramma ScanBack. b Selecteer de printer.
Inhoud Met deze optie kunt u het type materiaal en de bron van het origineel opgeven. U kunt kiezen uit de inhoudstypen Tekst, Tekst/foto, Foto of Afbeeldingen. • Tekst: gebruik deze instelling als de inhoud van het originele document vooral bestaat uit tekst en lijnillustraties. • Afbeeldingen: gebruik deze instelling als het originele document vooral bestaat uit zakelijke illustraties zoals cirkeldiagrammen, staafdiagrammen en animaties.
Geavanceerde opties Raak de knop Geavanceerd optie aan om een scherm te openen waarin u de volgende instellingen kunt wijzigen: • Scheve items rechtzetten (ADI): hiermee kunt u een gescande afbeelding enigszins rechtzetten. • Geavanceerde beeldverwerking: hiermee kunt u instellingen voor Achtergrond verwijderen, Kleurbalans, Kleur wegfilteren, Contrast, JPEG-kwaliteit, Spiegelbeeld, Negatiefafbeelding, Van rand tot rand scannen, Schaduwdetail, Scherpte en Temperatuur aanpassen voor u het document scant.
Printermenu's Lijst met menu's Supplies Menu Papier Rapporten Instellingen Vervang supply Standaardbron Pagina met menu-instellingen Algemene instellingen Cyaan cartridge Papierformaat/-soort Apparaatstatistieken Kopieerinstellingen Magenta cartridge Configuratie U-lader Netwerkconfiguratiepagina Faxinstellingen Gele cartridge Ander formaat Pagina met netwerkinstellingen [x] E-mailinstellingen Zwarte cartridge Papierstructuur Snelkoppelingenlijst FTP-instellingen Scheidingsrolmechanis
Menu Supplies Menuoptie Beschrijving Vervang supply Met deze optie kunt u de supplyteller voor het scheidingsrolmechanisme en de rol Scheidingsrolmechanisme en rol opnieuw instellen. • Selecteer Ja om de teller terug te zetten. • Selecteer Nee om af te sluiten.
Menuoptie Beschrijving Toneroverloopfles Bijna vol Vervangen Ontbreekt OK Hiermee kunt u de status van de toneroverloopfles weergeven. Verhittingsstation Eerste waarschuwing Laag Vervangen Ontbreekt OK Hiermee wordt de status van het verhittingsstation weergegeven.
Menu Papier Menu Standaardbron Menuoptie Beschrijving Standaardbron Lade [x] Universeellader Handmatige papierinvoer Handmatige envelopinvoer Hiermee stelt u de standaardpapierbron in voor alle afdruktaken Opmerkingen: • Lade 1 (standaardlade) is de standaardinstelling. • In het menu Papier stelt u Configuratie U‑lader in op Cassette om U‑lader als menu‑instelling weer te geven.
Menuoptie Beschrijving Soort lade [x] Normaal papier Karton Transparant Kringlooppapier Glossy Zware glossy Etiketten Vinyletiketten Bankpost Letterhead Voorgedrukt Gekleurd papier Licht papier Zwaar papier Ruw papier/katoenpapier Aangepast [x] Hiermee wordt de papiersoort in elke lade opgegeven.
Menuoptie Beschrijving Soort U-lader Aangepast [x] Normaal papier Karton Transparant Kringlooppapier Glossy Zware glossy Etiketten Vinyletiketten Bankpost Envelop Ruwe envelop Letterhead Voorgedrukt Gekleurd papier Licht papier Zwaar papier Ruw papier/katoenpapier Hiermee wordt de papiersoort in de universeellader opgegeven. Papierformaat handm. invoer Letter Legal Executive Oficio (Mexico) Folio Statement Universal A4 A5 A6 JIS B5 Hiermee wordt het papierformaat opgegeven dat u handmatig plaatst.
Menuoptie Beschrijving Papiersoort handm. invoer Normaal papier Karton Transparant Kringlooppapier Glossy Zware glossy Etiketten Vinyletiketten Bankpost Letterhead Voorgedrukt Gekleurd papier Licht papier Zwaar papier Ruw papier/katoenpapier Aangepast [x] Hiermee wordt de papiersoort opgegeven die u handmatig plaatst. Opmerking: Normaal papier is de standaardinstelling. Envelopformaat handm. invoer Hiermee wordt het envelopformaat opgegeven dat u handmatig plaatst.
Menu Ander formaat Menuoptie Beschrijving Hiermee vervangt u een opgegeven papierformaat als het gewenste papierformaat niet beschikbaar is. Ander formaat Alles in lijst Opmerkingen: Uit Statement/A5 • Alles in lijst is de standaardinstelling. Alle beschikbare vervangende formaten zijn toegestaan. • De waarde Uit geeft aan dat geen andere formaten zijn toegestaan. Letter/A4 • Als u een ander formaat instelt, wordt de afdruktaak voortgezet zonder dat het bericht Vervang papier wordt weergegeven.
Menuoptie Beschrijving Structuur vinyletiketten Normaal Zwaar Licht Hiermee kunt u de relatieve structuur van de geplaatste vinyletiketten opgeven Struct bankpost Zwaar Licht Normaal Hiermee kunt u de relatieve structuur van het geplaatste bankpostpapier opgeven Struct envelop Normaal Zwaar Licht Hiermee kunt u de relatieve structuur van de geplaatste enveloppen opgeven Structuur ruwe envelop Zwaar Hiermee kunt u de relatieve structuur van de geplaatste enveloppen opgeven Opmerking: Normaal is de
Menu Papiergewicht Menuoptie Beschrijving Gewicht normaal Normaal Zwaar Lampje Hiermee kunt u het relatieve gewicht van het geplaatste normale papier opgeven Gewicht karton Normaal Zwaar Lampje Hiermee kunt u het relatieve gewicht van het geplaatste karton opgeven Opmerking: Normaal is de standaardinstelling. Opmerkingen: • Normaal is de standaardinstelling. • Instellingen worden alleen weergegeven als karton wordt ondersteund.
Menuoptie Beschrijving Gewicht ruwe envelop Zwaar Lampje Normaal Hiermee kunt u het relatieve gewicht van de geplaatste enveloppen opgeven Gewicht briefhoofd Normaal Zwaar Lampje Hiermee kunt u het relatieve gewicht van het geplaatste briefhoofdpapier opgeven Gewicht voorbedrukt Normaal Zwaar Lampje Hiermee kunt u het relatieve gewicht van het geplaatste voorbedrukte papier opgeven Gewicht gekleurd Normaal Zwaar Lampje Hiermee kunt u het relatieve gewicht van het geplaatste gekleurde papier opgeven
Menuoptie Beschrijving Kringl.pap. plaatsen Uit Dubbelzijdig afdrukken Hiermee bepaalt u of alle afdruktaken met Kringlooppapier als papiersoort dubbelzijdig worden afgedrukt. Glossy plaatsen Uit Dubbelzijdig afdrukken Hiermee bepaalt u of alle afdruktaken met Glossy als papiersoort dubbelzijdig worden afgedrukt. Zware Glossy plaatsen Uit Dubbelzijdig afdrukken Hiermee bepaalt u of alle afdruktaken met Zware glossy als papiersoort dubbelzijdig worden afgedrukt.
Menuoptie Beschrijving Aangepast [x] plaatsen Uit Dubbelzijdig afdrukken Hiermee bepaalt u of alle afdruktaken met Aangepast [x] als papiersoort dubbelzijdig worden afgedrukt. Opmerkingen: • Uit is de standaardinstelling. • Aangepast [x] plaatsen is alleen beschikbaar als de aangepaste papiersoort wordt ondersteund.
Aangepaste ladenamen, menu Menu-item Beschrijving Standaarduitvoerlade Hier kunt u een aangepast naam opgeven voor de standaardlade. Lade [x] Hier kunt u een aangepaste naam opgeven voor lade [x] Menu Aangepaste scanformaten Menuoptie Beschrijving Aangepast scanformaat [x] Naam scanformaat Breedte 25–215,9 mm (1–8,5 inch) Hoogte 25–635 mm (1–25 inch) Richting Staand Liggend 2 scans per zijde Uit Aan Hiermee kunt u de naam opgeven voor het aangepaste scanformaat en de scanformaten en opties instellen.
Menuoptie Beschrijving Hoogte Staand Hiermee stelt u de hoogte van de portretstand (staand) in. 3–48 inch Opmerkingen: 76–1219 mm • Als de ingestelde waarde groter is dan de maximale hoogte, gebruikt de printer de maximaal toegestane hoogte. • 14 inch is de standaardinstelling in de VS. 356 mm is de internationale standaardinstelling. • De hoogte kan worden verhoogd in stappen van 0,01 inch of 1 mm. Invoerrichting Korte zijde Lange zijde Hiermee geeft u de invoerrichting aan.
Menuoptie Beschrijving Hiermee selecteert u een uitvoerlade voor elke ondersteunde papiersoort. Soort/lade toewijzen Lade normaal papier Selecteer een van de volgende opties voor de afzonderlijke soorten: Lade karton Uitgeschakeld Lade transparanten Standaardlade Lade kringlooppapier Uitvoerlade [x] Glossylade Opmerking: Uitgeschakeld is de standaardinstelling.
Menuoptie Beschrijving Snelkoppelingenlijst Hiermee wordt een rapport afgedrukt met informatie over geconfigureerde snelkoppelingen. Faxtaaklog Hiermee wordt een rapport afgedrukt met informatie over de laatste 200 voltooide faxen. Opmerking: dit menu-item is alleen beschikbaar als Opdrachtlog inschakelen in het menu Faxinstellingen is ingesteld op Aan.
Menuoptie Beschrijving PCL SmartSwitch Aan Uit Hiermee stelt u de printer zo in dat deze automatisch overschakelt op PCL-emulatie als dit door een afdruktaak wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal. Opmerkingen: • Aan is de standaardinstelling. • Als Uit is ingesteld, controleert de printer de binnenkomende gegevens niet. De printer gebruikt PostScript-emulatie als de PS-SmartSwitch is ingesteld op Aan.
Menuoptie Beschrijving Taken in buffer Uit Aan Automatisch Hiermee slaat u afdruktaken tijdelijk op de vaste schijf van de printer op voordat deze worden afgedrukt. Dit menu wordt alleen weergegeven als er een geformatteerde vaste schijf is geïnstalleerd. Opmerkingen: • Uit is de standaardinstelling. • Als Aan is ingesteld, worden afdruktaken op de vaste schijf van de printer opgeslagen.
Menu Netwerkkaart Dit menu is beschikbaar vanuit het menu Netwerk/poorten: Netwerk/poorten > Standaardnetwerk of Netwerk [x] > Standaardnetwerkinstellingen of Netwerk [x] instellen > Netwerkkaart Menuoptie Beschrijving Kaartstatus weergeven Aangesloten Verbinding verbroken Hiermee kunt u de verbindingsstatus van de netwerkkaart bekijken.
Menuoptie Beschrijving Gateway Hiermee kunt u de huidige TCP/IP-gateway bekijken of wijzigen.
Menuoptie Beschrijving IPv6 inschakelen Aan Uit Hiermee schakelt u IPv6 op de printer in. Autom. configuratie Aan Uit Hiermee stelt u in of de netwerkadapter de door een router automatisch geconfigureerde IPv6adressen accepteert. Hostnaam instellen Hier kunt u uw hostnaam instellen Adres weergeven Opmerking: deze instellingen kunt u alleen wijzigen via de Embedded Web Server. Opmerking: Aan is de standaardinstelling. Opmerking: Aan is de standaardinstelling.
Menuoptie Beschrijving Netwerk kiezen [lijst met beschikbare netwerken] Hiermee kunt u een beschikbaar netwerk voor de printer selecteren Signaalsterkte weergeven Hiermee kunt u de kwaliteit van de draadloze verbinding bekijken Beveiligingsmodus weergeven Hiermee kunt u de coderingsmethode voor een draadloos netwerk bekijken Opmerking: WPS (Wi-Fi Protected Setup) is een eenvoudige en veilige configuratie waarmee u een draadloos thuisnetwerk kunt opzetten en netwerkbeveiliging kunt inschakelen zonder
Menu Standaard-USB Menuoptie Beschrijving PCL SmartSwitch Aan Uit Hiermee stelt u de printer zo in dat deze automatisch overschakelt op PCL-emulatie als dit door een afdruktaak op de USB-poort wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal. Opmerkingen: • Aan is de standaardinstelling. • Als deze instelling is ingesteld op Uit, controleert de printer de binnenkomende gegevens niet. De printer gebruikt PostScript-emulatie als PS SmartSwitch is ingesteld op Aan.
Menuoptie Beschrijving Taken in buffer Uit Aan Automatisch Hiermee slaat u afdruktaken tijdelijk op de vaste schijf van de printer op voordat deze worden afgedrukt. Opmerkingen: • Uit is de standaardinstelling. • Als Aan is ingesteld, worden afdruktaken op de vaste schijf van de printer opgeslagen. • Afdruktaken worden alleen automatisch opgeslagen in de buffer als de printer bezig is met de verwerking van gegevens vanaf een andere invoerpoort.
Menuoptie Beschrijving PS SmartSwitch Aan Uit Hiermee stelt u de printer zo in dat deze automatisch overschakelt op PS-emulatie als dit door een afdruktaak op een seriële poort wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal. Opmerkingen: • Aan is de standaardinstelling. • Als deze instelling is ingesteld op Uit, controleert de printer de binnenkomende gegevens niet. De printer gebruikt PS-emulatie als de PCL SmartSwitch is ingesteld op Aan.
Menuoptie Beschrijving Uitgebreide status Aan Uit Hiermee schakelt u bidirectionele communicatie via de parallelle interface in. Protocol Fastbytes Standaard Hiermee stelt u een protocol in voor de parallelle poort. Opmerkingen: • Aan is de standaardinstelling. • Uit schakelt onderhandeling op de parallelle poort uit. Opmerkingen: • Fastbytes is de standaardinstelling. Deze instelling biedt compatibiliteit met de meeste parallelle poorten en is de aanbevolen instelling.
Menu Serieel [x] Menuoptie Beschrijving PCL SmartSwitch Aan Uit Hiermee stelt u de printer zo in dat deze automatisch overschakelt op PCL-emulatie als dit door een afdruktaak op een seriële poort wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal. Opmerkingen: • Aan is de standaardinstelling. • Als deze instelling is ingesteld op Uit, controleert de printer de binnenkomende gegevens niet. De printer gebruikt PostScript-emulatie als de PS-SmartSwitch is ingesteld op Aan.
Menuoptie Beschrijving Seriële buffer Automatisch 3 KB tot [maximum toegestane grootte] Uitgeschakeld Hiermee stelt u de grootte van de seriële invoerbuffer in. Opmerkingen: • Automatisch is de standaardinstelling. • Met de waarde Uitgeschakeld schakelt u het opslaan van taken in de buffer uit. Afdruktaken die al in de schijfbuffer zijn opgenomen, worden afgedrukt voordat het normaal verwerken van nieuwe afdruktaken wordt hervat.
Menuoptie Beschrijving Baud 9600 19200 38400 57600 115200 138200 172800 230400 345600 1200 2400 4800 Hiermee stelt u in met welke snelheid gegevens via de seriële poort kunnen worden ontvangen. Databits 8 7 Hiermee stelt u in hoeveel databits per transmissieframe worden verzonden. Pariteit Geen Negeren Even Oneven Hiermee selecteert u de pariteit voor seriële in- en uitvoerframes. DSR honoreren Uit Aan Hiermee bepaalt u of de printer al dan niet het DSR-signaal gebruikt.
Menuoptie Beschrijving Antwoordadres Hiermee geeft u het antwoordadres van maximaal 128 tekens op in e-mailberichten die door de printer worden verzonden SSL gebruiken Uitgeschakeld Onderhandelen Vereist Hiermee wordt de printer ingesteld op het gebruik van SSL voor extra veiligheid bij het maken van een verbinding met de SMTP-server Opmerkingen: • Uitgeschakeld is de standaardinstelling. • Wanneer de instelling Onderhandelen wordt gebruikt, bepaalt de SMTP-server of SSL wordt gebruikt.
Menu Beveiliging Menu Beveiligingsinstellingen bewerken Menu-item Beschrijving Reservewachtwoord bewerken Hiermee wordt een reservewachtwoord gemaakt Opmerking: Dit menu-item wordt alleen weergegeven wanneer er een reservewachtwoord is.
Menuoptie Beschrijving Hiermee wijzigt u de waarde van de beveiligingsinstellingen. Jumper voor opnieuw instellen beveiliging Opmerkingen: Toegangsbeheer = Geen beveiliging • Als u Toegangsbeheer = Geen beveiliging selecteert, blijven alle Geen effect beveiligingsgegevens behouden die de gebruiker heeft opgegeven. Geen Standaardfabrieksinstellingen beveiliging is de standaardinstelling.
Menuoptie Beschrijving Vervaltijd taak Uit 1 uur 4 uur 24 uur 1 week Hiermee beperkt u de duur dat een beveiligde afdruktaak in de printer blijft staan voordat de taak wordt verwijderd Opmerkingen: • "Uit" is de standaardinstelling. • Als de instelling voor Vervaltijd taak wordt gewijzigd terwijl er beveiligde afdruktaken op de RAM-schijf of de harde schijf van de printer staan, wordt de vervaltijd van deze afdruktaken niet aan de nieuwe standaardwaarde aangepast.
Menuoptie Beschrijving Automatische methode Alle schijfruimte die door een vorige afdruktaak is gebruikt wordt gemarkeerd zodat het bestandssysteem die ruimte niet opnieuw kan gebruiken voordat deze is gewist Eén doorgang Meerdere Opmerkingen: doorgangen • Eén doorgang is de standaardinstelling. • Alleen Automatisch wissen biedt gebruikers de mogelijkheid om Schijf wissen in te schakelen zonder dat ze de printer een tijd lang moeten uitschakelen.
Menuoptie Beschrijving Hiermee wordt opgegeven of en hoe de Log configureren controlelogbestanden worden gemaakt. Controle inschakelen Opmerking: Standaard is het beveiligingslog ingeschakeld.
Menuoptie Beschrijving NTP-server Hiermee kunt u het NTP-serveradres weergeven. Verificatie inschakelen Uit Aan Hiermee kunt u de verificatie-instelling in- of uitschakelen. Opmerking: Uit is de standaardinstelling.
Menuoptie Beschrijving Ecomodus Uit Stroom Energie/papier Papier Hiermee gebruikt u zo min mogelijk energie, papier of speciaal afdrukmateriaal. Opmerkingen: • Uit is de standaardinstelling. Met Uit worden de oorspronkelijke fabrieksinstellingen opnieuw ingesteld op de printer. • De instelling Energie beperkt het stroomgebruik van de printer tot een minimum. De prestaties kunnen hierdoor worden beïnvloed, maar de afdrukkwaliteit niet.
Menuoptie Beschrijving Toetsenbord Type toetsenbord Engels Frans Frans (Canada) Duits Italiaans Spaans Grieks Deens Noors Nederlands Zweeds Suomi Portugees Russisch Pools Zwitsers-Duits Frans (Zwitserland) Korean Magyar Turks Tsjechië Vereenvoudigd Chinees Traditioneel Chinees Japans Aangepaste toets [x] Hiermee geeft u een taal en informatie op voor de aangepaste toets op het toetsenbord van het bedieningspaneel van de printer.
Menuoptie Beschrijving Weergegeven informatie Linkerkant Rechterkant Aangepaste tekst [x] [x] toner Verhittingsstation Overdrachtsmodule Hiermee kunt u opgeven wat in de rechter- en linkerhoek boven in het startscherm wordt weergegeven.
Menuoptie Beschrijving Weergegeven informatie Toneroverloopfles Vastgelopen papier Plaats papier Fouten die onderhoud vereisen Hiermee kunt u de weergegeven informatie aanpassen voor Toneroverloopfles, Papier vast, Plaats papier en Servicefouten Maak een keuze uit de volgende opties: Weergeven Nee Ja Weergegeven bericht Standaard Alternatief Standaard [tekstinvoer] Alternatief [tekstinvoer] Opmerkingen: • Nee is de standaardinstelling voor Weergeven.
Menuoptie Beschrijving Kopie van één pagina Uit Aan Hiermee stelt u het aantal exemplaren vanaf de glasplaat in op één pagina per keer Uitvoerverlichting Modus Normaal/stand-by Uit Dimmen Helder Hiermee stelt u de hoeveelheid licht in voor de standaarduitvoerlade Slaapstand Uit Dimmen Helder Opmerking: Uit is de standaardinstelling. Opmerkingen: • Gedimd is de standaardinstelling voor Modus Normaal/stand-by wanneer de Ecomodus is ingesteld op Energie of Energie/papier.
Menuoptie Beschrijving Vernieuwingsfrequentie webpagina Hiermee stelt u het aantal seconden in voordat de Embedded Web Server wordt vernieuwd. 30–300 Opmerking: 120 seconden is de standaardinstelling. Contactpersoon Hier kunt u een contactpersoon opgeven voor de printer. Opmerking: de contactpersoon wordt opgeslagen op de Embedded Web Server. Locatie Hier kunt u de locatie van de printer opgeven. Opmerking: De locatie wordt opgeslagen op de Embedded Web Server.
Menuoptie Beschrijving Time-outs Afdruktime-out Uitgeschakeld 1-255 seconden Hiermee wordt de tijd (in seconden) ingesteld die de printer wacht om een melding voor einde taak te ontvangen voordat de rest van de afdruktaak wordt geannuleerd. Opmerkingen: • 90 seconden is de standaardinstelling. • Als de ingestelde tijd is verstreken, wordt een gedeeltelijk afgedrukte pagina die zich nog steeds in de printer bevindt, afgedrukt en controleert de printer of er nog nieuwe afdruktaken in de wachtrij staan.
Menuoptie Beschrijving Druk op slaapknop Slapen Sluimerstand Niets doen Hiermee bepaalt u hoe de printer in de inactieve stand reageert als er kort op de slaapknop wordt gedrukt Opmerkingen: • Slapen is de standaardinstelling. • Met Slapen of Sluimerstand wordt de printer ingesteld op een configuratie met lager stroomverbruik. • Als de printer zich in de slaapstand bevindt, is het aanraakscherm uitgeschakeld en wordt de slaapknop geel.
Menu Kopieerinstellingen Menuoptie Beschrijving Inhoudstype Tekst/foto Tekst Afbeeldingen Foto Hiermee geeft u het type inhoud van de kopieertaak aan. Opmerkingen: • Tekst/foto is de standaardinstelling. Tekst/foto wordt gebruikt als het originele document bestaat uit een combinatie van tekst, afbeeldingen en foto's. • Tekst wordt gebruikt als de inhoud van het originele document vooral bestaat uit tekst en lijnillustraties.
Menuoptie Beschrijving Zijden (Duplex) 1-zijdig naar 1-zijdig 1-zijdig naar 2-zijdig 2-zijdig naar 1-zijdig 2-zijdig naar 2-zijdig Hiermee geeft u op of een origineel document dubbelzijdig (duplex) of enkelzijdig (simplex) is bedrukt, en of dit vervolgens dubbelzijdig of enkelzijdig moet worden gekopieerd. Opmerkingen: • 1-zijdig naar 1-zijdig: de originele pagina is aan één zijde bedrukt en de gekopieerde pagina wordt ook aan één zijde bedrukt.
Menuoptie Beschrijving Origineel Letter Legal Executive Folio Statement Universal 4 x 6 inch 3 x 5 inch Visitekaartje Identiteitskaart Aangepast scanformaat [x] A4 A5 Oficio (Mexico) JIS B4 JIS B5 Book (origineel) Automatische formaatdetectie Gemengde formaten Hiermee geeft u het papierformaat van het originele document op. Kopiëren naar bron Lade [x] Auto formaataanpassing Handinvoer Hiermee geeft u de papierbron voor kopieertaken op.
Menuoptie Beschrijving Aantal exemplaren 1–999 Hiermee geeft u het aantal exemplaren op voor de kopieertaak. Opmerking: 1 is de standaardinstelling. Hiermee geeft u de koptekst- of voettekstgegevens op die in de linkerbovenhoek Koptekst/voettekst van de pagina worden weergegeven. Linksboven Linksboven Opmerkingen: Uit • Uit is de standaardinstelling voor Linksboven. Datum/tijd • Alle pagina’s is de standaardinstelling voor Afdrukken op.
Menuoptie Beschrijving Hiermee geeft u de koptekst- of voettekstgegevens op die in de linkerbenedenhoek Koptekst/voettekst van de pagina worden weergegeven. Linksonder Linksonder Opmerkingen: Uit • Uit is de standaardinstelling voor Linksonder. Datum/tijd • Alle pagina’s is de standaardinstelling voor Afdrukken op.
Menuoptie Beschrijving Overlay Uit Vertrouwelijk Kopiëren Concept Urgent Aangepast Hiermee geeft u de overlaytekst op die wordt afgedrukt op elke pagina van de kopieertaak. Aangepaste overlay Hiermee kunt u een aangepaste overlaytekst opgeven. Opmerking: Uit is de standaardinstelling. Opmerking: Er zijn maximaal 64 tekens toegestaan. Kopieën met prioriteit toestaan Aan Uit Hiermee kunt u een afdruktaak onderbreken om een pagina of document te kopiëren.
Menuoptie Beschrijving Contrast Beste instelling voor inhoud 0–5 Hiermee kunt u het contrast voor de kopieertaak opgeven. Spiegelbeeld Uit Aan Hiermee wordt er een spiegelbeeld gemaakt van het originele document. Negatief afbeelding Uit Aan Hiermee wordt er een negatieve afbeelding van het originele document gemaakt. Schaduwdetail ‑4 tot 4 Hiermee kunt u de zichtbaarheid van de schaduwdetails op een kopie aanpassen.
Menuoptie Beschrijving Handmatig faxen inschakelen Uit Aan Hiermee kunt u de printer zo instellen dat hiermee alleen handmatig kan worden gefaxt. Dit vereist een telefoonlijnsplitter en een telefoonhandset. Opmerkingen: • Gebruik vervolgens een normale telefoon om een binnenkomende faxtaak te beantwoorden en een faxnummer te kiezen. • Raak # 0 op het numerieke toetsenblok aan om rechtstreeks naar de functie voor handmatig faxen te gaan.
Menuoptie Beschrijving Faxvoorblad Faxvoorblad Standaard uitgeschakeld Standaard ingeschakeld Nooit gebruiken Altijd gebruiken Veld Opnemen tot Aan Uit Veld Opnemen vanaf Uit Aan Optie Veld Bericht opnemen Uit Aan Bericht Logo opnemen Uit Aan Voettekst [x] opnemen Voettekst [x] Hiermee configureert u het voorblad van de fax. Opmerking: Uit is de standaardinstelling voor alle opties van Faxvoorblad.
Menuoptie Beschrijving Origineel Gemengde formaten Letter Legal Executive Folio Statement Universal 4 x 6 inch 3 x 5 inch Visitekaartje Aangepast scanformaat [x] A4 A5 Oficio (Mexico) A6 JIS B4 JIS B5 Book (origineel) Automatische formaatdetectie Hiermee geeft u het papierformaat op van het document dat wordt gescand. Zijden (Duplex) Uit Lange zijde Korte zijde Hiermee geeft u op in welke stand de tekst en afbeeldingen op de pagina worden afgedrukt.
Menuoptie Beschrijving Inhoudsbron Kleurenlaser Inkjet Tijdschrift Drukpers Zwart-wit laser Foto/film Krant Overig Hiermee kunt u opgeven hoe de uitvoer wordt geproduceerd. Opmerkingen: • Kleurenlaser is de standaardinstelling. Kleurenlaser wordt gebruikt als het originele document is afgedrukt met een kleurenlaserprinter. • Zwart-wit laser wordt gebruikt als het originele document is afgedrukt met een zwart-witlaserprinter.
Menuoptie Beschrijving Opslaan als snelkoppeling toestaan Aan Uit Hiermee kunt u faxnummers opslaan als snelkoppeling op de printer. Kiesmodus Toon Puls Hiermee kunt u opgeven of nummers met tonen of pulsen moeten worden gekozen. Max. snelheid 2400 4800 9600 14400 33600 Hiermee geeft u de maximumsnelheid op in baud waarmee faxen worden verzonden. Aangepaste taak scannen Uit Aan Hiermee kunt u een document dat bestaat uit verschillende papierformaten scannen naar één bestand.
Menuoptie Beschrijving Negatief afbeelding Uit Aan Hiermee wordt er een negatieve afbeelding van het originele document gemaakt. Schaduwdetail ‑4 tot 4 Hiermee kunt u de zichtbaarheid van de schaduwdetails op een fax aanpassen. Opmerking: Uit is de standaardinstelling. Opmerking: 0 is de standaardinstelling. Scheve items rechtzetten (ADI) Uit Aan Hiermee geeft u aan of scheve items op de gescande afbeelding moeten worden gecorrigeerd.
Menuoptie Beschrijving Papierbron Automatisch Lade [x] Universeellader Hiermee stelt u de papierbron in die wordt geselecteerd als de printer een inkomende fax afdrukt. Uitvoerlade Standaardlade Uitvoerlade 1 [x] Hiermee stelt u een uitvoerlade in voor faxen die worden ontvangen. Zijden (Duplex) Uit Aan Hiermee schakelt u dubbelzijdig afdrukken (duplex) in voor inkomende faxtaken. Scheidingspagina's Geen Voor taak Na taak Hiermee kunnen scheidingspagina's worden ingevoegd in de uitvoer.
Menuoptie Beschrijving Lijst met geblokkeerde faxnummers Hiermee schakelt u de lijst met geblokkeerde faxnummers in die in de printer is opgeslagen. Faxen in wachtrij Modus Faxen in wachtrij Uit Altijd aan Handmatig Gepland Wachtschema fax Hiermee kunt u de fax de hele tijd of voor een bepaalde tijd overeenkomstig een ingesteld schema in de wachtrij plaatsen. Opmerking: Uit is de standaardinstelling.
Luidsprekerinstellingen Menuoptie Beschrijving Hiermee geeft u de modus van de luidspreker op. Luidsprekermodus Aan tot verbinding Opmerkingen: Altijd aan • Aan tot verbinding is de standaardinstelling. Er wordt een geluid afgespeeld tot de Altijd uit faxverbinding is ingesteld. • Met de optie Altijd aan schakelt u de luidspreker in. • Met de optie Altijd uit schakelt u de luidspreker uit. Luidsprkrvolume Hoog Laag Hiermee stelt u het volume in.
Menuoptie Beschrijving Beeldformaat PDF (.pdf) XPS (.xps) TIFF (.tif) Hiermee kunt u het afbeeldingstype opgeven om te scannen naar fax. Inhoudstype Tekst Tekst/foto Afbeeldingen Foto Hiermee geeft u het type inhoud op dat wordt gescand om te faxen. Opmerkingen: • Tekst is de standaardinstelling. Tekst wordt gebruikt als de inhoud van het originele document vooral bestaat uit tekst en lijnillustraties.
Menuoptie Beschrijving Origineel Letter Legal Executive Folio Statement Universal 4 x 6 inch 3 x 5 inch Visitekaartje Aangepast scanformaat [x] A4 A5 Oficio (Mexico) JIS B4 JIS B5 Book (origineel) Automatische formaatdetectie Hiermee geeft u het papierformaat op van het document dat wordt gescand. Opmerking: Letter is de standaardinstelling in de VS. A4 is de internationale standaardinstelling.
Menuoptie Beschrijving Instellingen e-mailserver Stuur mij een kopie Wordt nooit weergegeven Standaard ingeschakeld Standaard uitgeschakeld Altijd aan Hiermee ontvangt de afzender van een e-mailbericht een kopie van het bericht. Instellingen e-mailserver Max. e-mailgrootte 0 – 65535 kB Hiermee kunt u de maximumgrootte van e-mailberichten opgeven in kilobytes.
Menuoptie Beschrijving Inhoudstype Tekst/foto Foto Tekst Afbeeldingen Hiermee geeft u het type inhoud op dat wordt gescand voor e-mailen. Opmerkingen: • Tekst/foto is de standaardinstelling. Tekst/foto wordt gebruikt als het originele document bestaat uit een combinatie van tekst, afbeeldingen en foto's. • Tekst wordt gebruikt als de inhoud van het originele document vooral bestaat uit tekst en lijnillustraties.
Menuoptie Beschrijving Richting Staand Liggend Hiermee kunt u de afdrukstand van de gescande afbeelding opgeven. Origineel Letter Legal Executive Folio Statement Universal 4 x 6 inch 3 x 5 inch Visitekaartje Aangepast scanformaat [x] A4 A5 Oficio (Mexico) A6 JIS B4 JIS B5 Book (origineel) Automatische formaatdetectie Gemengde formaten Hiermee geeft u het papierformaat op van het document dat wordt gescand.
Menuoptie Beschrijving Standaardinstelling Tekst/foto 5–90 Hiermee kunt u de verhouding instellen tussen de kwaliteit van een afbeelding met tekst of een foto en de bestandsgrootte en de kwaliteit van de afbeelding. Opmerking: 75 is de standaardinstelling. Standaardinstelling Foto 5–90 Hiermee kunt u de verhouding instellen tussen de kwaliteit van een afbeelding met foto en de bestandsgrootte en de kwaliteit van de afbeelding. Opmerking: 50 is de standaardinstelling.
Menuoptie Beschrijving Opslaan als snelkoppeling toestaan Aan Uit Hiermee kunt u e-mailadressen als snelkoppelingen opslaan Opmerkingen: • Aan is de standaardinstelling. • Als deze optie is ingesteld op Uit, wordt de knop Opslaan als snelkoppeling niet weergegeven op het scherm E-mailbestemming. Achtergrond verwijderen ‑4 tot 4 Hiermee stelt u in hoeveel van de achtergrond zichtbaar is op een gescande afbeelding. Opmerking: 0 is de standaardinstelling.
Menuoptie Beschrijving Scherpte 1–5 Hiermee stelt u de scherpte van een gescande afbeelding in. Temperatuur ‑4 tot 4 Hiermee kunnen gebruikers de kleurtemperatuur van de uitvoer 'warmer' of 'kouder' maken. 'Koude' uitvoer bevat meer blauw dan de standaarduitvoer en 'warme' uitvoer bevat meer rood dan de standaarduitvoer. Cc:/bcc gebruiken: Uit Aan Hiermee kunt u de velden cc: en bcc: gebruiken. Opmerking: 3 is de standaardinstelling. Opmerking: Uit is de standaardinstelling.
Menuoptie Beschrijving Inhoudsbron Kleurenlaser Inkjet Tijdschrift Drukpers Zwart-wit laser Foto/film Krant Overig Hiermee geeft u op hoe de inhoud wordt verwerkt. Opmerkingen: • Kleurenlaser is de standaardinstelling. Kleurenlaser wordt gebruikt als het originele document is afgedrukt met een kleurenlaserprinter. • Zwart-wit laser wordt gebruikt als het originele document is afgedrukt met een zwart-witlaserprinter. • Inkjet wordt gebruikt als het originele document is afgedrukt met een inkjetprinter.
Menuoptie Beschrijving Origineel Letter Legal Executive Folio Statement Universal 4 x 6 inch 3 x 5 inch Visitekaartje Aangepast scanformaat [x] A4 A5 Oficio (Mexico) A6 JIS B4 JIS B5 Book (origineel) Automatische formaatdetectie Gemengde formaten Hiermee geeft u het papierformaat op van het document dat wordt gescand. Zijden (Duplex) Uit Lange zijde Korte zijde Hiermee geeft u op in welke stand de tekst en afbeeldingen op de pagina worden afgedrukt.
Menuoptie Beschrijving Standaardinstelling Foto 5–90 Hiermee kunt u de verhouding instellen tussen de kwaliteit van een afbeelding met foto en de bestandsgrootte en de kwaliteit van de afbeelding. Opmerking: 50 is de standaardinstelling. Multipage TIFF gebruiken Aan Uit Hiermee kunt u kiezen tussen TIFF-bestanden met één pagina of met meer pagina's.
Menuoptie Beschrijving Kleurbalans Cyaan - Rood Magenta - Groen Geel - Blauw Hiermee kunt u de kleurbalans inschakelen voor de uitvoer. Hiermee wordt aangegeven welke kleur tijdens het scannen moet worden Kleur wegfilteren weggefilterd en in welke mate er moet worden gefilterd. Kleur wegfilteren Geen Opmerkingen: Rood • Geen is de standaardinstelling voor Kleur wegfilteren. Groen • 128 is de standaardinstelling voor elke drempelwaarde voor kleur.
Menu Flashstation Instellingen voor scannen Menuoptie Beschrijving Structuur PDF (.pdf) Beveiligde PDF TIFF (.tif) JPEG (.jpg) XPS (.xps) Hiermee geeft u de indeling op van het bestand dat moet worden verzonden via FTP. PDF-versie 1.2–1.6 A‑1a Hiermee stelt u de versie in van het PDF-bestand dat moet worden verzonden via FTP. Inhoudstype Tekst/foto Foto Tekst Afbeeldingen Hiermee geeft u het type inhoud op dat via FTP wordt gescand. Opmerking: PDF (.pdf) is de standaardinstelling. Opmerking: 1.
Menuoptie Beschrijving Resolutie 150 dpi 200 dpi 300 dpi 400 dpi 600 dpi 75 dpi Hiermee kunt u de resolutie van de scan opgeven in dpi (dots per inch). Donker 1–9 Hiermee maakt u afdrukken lichter of donkerder. Afdrukstand Staand Liggend Hiermee kunt u de afdrukstand van de gescande afbeelding opgeven.
Menuoptie Beschrijving JPEG-kwaliteit Beste instelling voor inhoud 5–90 Hiermee kunt u de verhouding tussen de kwaliteit van een JPEG-afbeelding met een foto en de bestandsgrootte instellen. Opmerkingen: • Beste instelling voor inhoud is de standaardinstelling. • Bij de instelling 5 wordt het bestand kleiner, maar is de afbeelding van mindere kwaliteit. • Een instelling van 90 biedt de beste beeldkwaliteit, maar heeft als nadeel dat de bestanden erg groot zijn.
Menuoptie Beschrijving Kleurbalans Cyaan - Rood Magenta - Groen Geel - Blauw Hiermee kunt u balans inschakelen voor de kleuren in de gescande afbeelding. Hiermee wordt aangegeven welke kleur tijdens het scannen moet worden Kleur wegfilteren weggefilterd en in welke mate er moet worden gefilterd. Kleur wegfilteren Geen Opmerkingen: Rood • Geen is de standaardinstelling voor Kleur wegfilteren. Groen • 128 is de standaardinstelling voor elke drempelwaarde voor kleur.
Hiermee stelt u de standaardpapierbron in voor alle afdruktaken Papierbron Lade [x] Opmerking: Lade 1 is de standaardinstelling. Handmatige papierinvoer Universeellader Handmatige envelopinvoer Kleur Kleur Alleen zwart Hiermee kunt u taken in kleur afdrukken. Sorteren Aan (1,2,1,2,1,2) Uit (1,1,1,2,2,2) Hiermee houdt u de pagina's van een afdruktaak op volgorde als u meerdere exemplaren afdrukt.
Papierbesparing Uit 2 per vel 3 per vel 4 per vel 6 per vel 9 per vel 12 per vel 16 per vel Hiermee geeft u aan dat meerdere paginabeelden afgedrukt moeten worden op één zijde van een vel papier. Rand papierbesparing Geen Effen Hiermee drukt u een rand af rond elk paginabeeld Indeling papierbesparing Horizontaal Omgekeerd horizon. Omgekeerd verticaal Verticaal Hiermee geeft u de positie op van afbeeldingen met meerdere pagina's.
Afdrukinstellingen Menu Instellen Menuoptie Beschrijving Printertaal PS-emulatie PCL-emulatie Hiermee wordt de standaardprintertaal ingesteld. Opmerkingen: • PS-emulatie is de standaardinstelling. PostScript-emulatie gebruikt een PS-interpreter voor het verwerken van afdruktaken. • PCL-emulatie gebruikt een PCL-interpreter voor het verwerken van afdruktaken.
Menuoptie Beschrijving Downloadbestemming RAM Flash Schijf Hiermee stelt u de opslaglocatie voor downloads in. Opmerkingen: • RAM is de standaardinstelling. In het RAM-geheugen worden de bronnen tijdelijk opgeslagen. • Als downloads worden opgeslagen in het flashgeheugen of op de vaste schijf van een printer, worden deze permanent opgeslagen. De downloads blijven aanwezig in het flashgeheugen of op de vaste schijf, ook als de printer wordt uitgezet.
Menuoptie Beschrijving Actie logbestand bij einde van frequentie Geen Huidig logbestand e-mailen Huidig logbestand e‑mailen en verwijderen Huidig logbestand plaatsen Huidig logbestand plaatsen en verwijderen Hiermee bepaalt u hoe de printer reageert aan het einde van de opgegeven frequentie Schijf bijna vol 1–99 Uit Hiermee kunt u opgeven hoe groot het logbestand maximaal kan zijn voordat de handeling bij Actie schijf bijna vol wordt uitgevoerd Opmerking: Geen is de standaardinstelling.
Menu Afwerking Menuoptie Beschrijving Zijden (Duplex) Enkelzijdig Dubbelzijdig Hiermee bepaalt u of dubbelzijdig afdrukken is ingesteld als de standaardinstelling voor alle afdruktaken. Opmerkingen: • Enkelzijdig is de standaardinstelling. • U kunt dubbelzijdig afdrukken instellen in het programma. Voor Windows-gebruikers: klik op Bestand > Afdrukken en klik vervolgens op Eigenschappen, Voorkeuren, Opties of Instellen.
Menuoptie Beschrijving Scheidingsbron Lade [x] Handinvoer Hiermee geeft u de papierbron voor de scheidingsvellen op. Opmerkingen: • Lade 1 (standaardlade) is de standaardinstelling. • Stel in het menu Papier de waarde Configuratie U-lader in op Cassette om Handmatige invoer als menu-instelling weer te geven. Papierbesparing Uit 2 per vel 3 per vel 4 per vel 6 per vel 9 per vel 12 per vel 16 per vel Hiermee geeft u aan dat meerdere paginabeelden afgedrukt moeten worden op één zijde van een vel papier.
Menuoptie Beschrijving Pagina's verschuiven Geen Tussen kopieën Tussen taken Pagina's worden op een bepaalde plek verschoven Opmerkingen: • Geen is de standaardinstelling. • Met Tussen exemplaren wordt elk exemplaar van een afdruktaak verschoven als Sorteren staat ingesteld op Aan. Als Sorteren is ingesteld op Uit, wordt elke set afgedrukte pagina's verschoven, zoals alle pagina's 1, alle pagina's 2.
Menuoptie Beschrijving Dunne lijnen verbeteren Uit Aan Hiermee schakelt u een afdrukmodus in die speciaal bedoeld is voor bestanden met nauwkeurige details, zoals bouwkundige tekeningen, kaarten, stroomcircuitschema's en stroomdiagrammen. Opmerkingen: • Uit is de standaardinstelling. • U kunt deze optie instellen in het programma. Voor Windows-gebruikers: klik op Bestand > Afdrukken > Eigenschappen > Voorkeuren > Opties of Instellen.
Menuoptie Beschrijving Kleurvoorbeelden sRGB-display sRGB-levendig Display - zuiver zwart Levendig Uit - RGB VS CMYK Euro CMYK Levendig CMYK Uit - CMYK Hiermee worden voorbeeldpagina's afgedrukt voor elk van de RGB- en CMYKkleurconversietabellen die in de printer worden gebruikt. Opmerkingen: • Als u een instelling selecteert, wordt het voorbeeld afgedrukt.
Menuoptie Beschrijving Aangepaste kleur CMYK-afbeelding VS CMYK Euro CMYK Levendig CMYK Uit CMYK-tekst VS CMYK Euro CMYK Levendig CMYK Uit CMYK-illustraties VS CMYK Euro CMYK Levendig CMYK Uit Hiermee kunnen CMYK-kleurconversies worden aangepast. Steunkleur vervangen Hiermee kunnen gebruikers aangepaste steunkleuren maken en opslaan met bijbehorende CMYK-waarden. Kleur aanpassen Hiermee start u de herkalibratie van de kleurconversietabellen zodat de printer kleurvariaties kan aanpassen.
Menuoptie Beschrijving Flash formatteren Ja Nee Hiermee formatteert u het flashgeheugen. Let op—Kans op beschadiging: Zet de printer niet uit als het flashgeheugen wordt geformatteerd. Opmerkingen: • Als u Ja selecteert, worden alle gegevens in het flashgeheugen verwijderd. • Als u Nee selecteert, wordt het verzoek om de vaste schijf te formatteren geannuleerd. • Met het flashgeheugen wordt het geheugen bedoeld dat wordt toegevoegd door een flashgeheugenoptiekaart in de printer te installeren.
Menu PDF Menuoptie Beschrijving Passend Nee Ja Hiermee past u de inhoud van een pagina aan het formaat van het geselecteerde papier aan. Opmerking: Nee is de standaardinstelling. Aantekeningen Hiermee drukt u aantekeningen in een PDF-bestand af. Niet afdrukken Opmerking: Niet afdrukken is de standaardinstelling. Afdrukken Menu PostScript Menuoptie Beschrijving PS-fout afdrukken Uit Aan Hiermee wordt een pagina afgedrukt die de PostScript-fout bevat.
Menu PCL emul Menuoptie Beschrijving Lettertypebron Intern Schijf Downloaden Flash Alles Hiermee stelt u de lettertypeset in die wordt gebruikt in het menu-item Lettertypenaam. Opmerkingen: • Intern is de standaardinstelling. Het geeft de standaardset met lettertypen weer die in het RAM is geladen. • Met de instellingen Flash en Schijf worden alle interne lettertypen weergegeven die in deze optie aanwezig zijn.
Menuoptie Beschrijving Instell. PCL-emulatie Pitch 0.08–100 Hiermee stelt u de lettertypepitch in voor schaalbare lettertypen met een vaste tekenafstand (monogespatieerd). Opmerkingen: • 10 is de standaardinstelling. • Pitch heeft betrekking op het aantal niet-proportionele tekens per inch (cpi). • Pitch kan worden aangepast in stappen van 0,01 cpi. • Voor niet-schaalbare, monogespatieerde lettertypen wordt de pitch wel weergegeven, maar kunt u deze niet wijzigen. Instell.
Menuoptie Beschrijving Lade-nr. wijzigen Waarde U-lader Uit Geen 0–199 Waarde lade [x] Uit Geen 0–199 Waarde handm. invoer Uit Geen 0–199 Waarde envelop (handm.) Uit Geen 0–199 Hiermee configureert u de printer zodanig dat deze werkt met printersoftware of toepassingen die andere laden als papierbron hebben gedefinieerd. Lade-nr. wijzigen Fabrieksinst. weerg. U-lader standaard inst. = 8 T1 Std.inst. = 1 T2 Std.inst. = 4 T3 Std.inst. = 5 Std. inst. T4 = 20 T5 Std.inst. = 21 Std.inst. env. = 6 Std.inst.
Menu HTML Menu-item Lettertypenaam Albertus MT Antique Olive Apple Chancery Arial MT Avant Garde Bodoni Bookman Chicago Clarendon Cooper Black Copperplate Coronet Courier Eurostile Garamond Geneva Gill Sans Goudy Helvetica Hoefler Text Intl CG Times Intl Courier Intl Univers Beschrijving Hiermee stelt u het standaardlettertype voor HTML-documenten in Joanna MT Letter Gothic Opmerking: Het Times-lettertype wordt gebruikt in HTML-documenten waarin geen lettertype wordt opgegeven.
Menuoptie Beschrijving Margegrootte 8–255 mm Hiermee stelt u de paginamarge voor HTML-documenten in Opmerkingen: • 19 mm is de standaardinstelling. • De margegrootte kan in stappen van 1 mm worden aangepast. Achtergronden Hiermee geeft u aan of u achtergronden in HTML-documenten wilt afdrukken Afdrukken Opmerking: Afdrukken is de standaardinstelling. Niet afdrukken Menu Afbeelding Menuoptie Beschrijving Autom. aanpassen.
Andere vertalingen zijn beschikbaar op de website van Lexmark op www.lexmark.com. Menuoptie Beschrijving Alle handleidingen afdrukken Hiermee worden alle (help)gidsen en handleidingen afgedrukt. Handleiding kopiëren Bevat informatie over het maken van kopieën en het wijzigen van instellingen. Faxhandleiding Bevat informatie over het verzenden van faxen met faxnummers, snelkoppelingsnummers of het adresboek en over het wijzigen van instellingen.
Het geheugen vastzetten voordat u de printer verplaatst Kennisgeving van vluchtigheid De printer bevat verschillende soorten geheugens waarin apparaat- en netwerkinstellingen, informatie uit ingesloten oplossingen en gebruikersgegevens kunnen worden opgeslagen. Deze geheugensoorten, en de gegevens die erin worden opgeslagen, worden hieronder beschreven.
• Verbrijzelen: de vaste schijf fysiek opdelen in kleine metalen stukjes Opmerking: de meeste gegevens kunnen doorgaans elektronisch worden gewist, maar de enige manier waarop u zeker weet dat alle gegevens volledig worden gewist, is het fysiek vernietigen van elk geheugenapparaat waarop mogelijk gegevens zijn opgeslagen. Vluchtig geheugen wissen Er is een voedingsbron nodig om informatie te bewaren in het vluchtige geheugen (RAM-geheugen) van de printer.
Geheugen op de vaste schijf wissen Opmerking: Mogelijk is er geen vaste schijf geïnstalleerd in de printer. Als u Schijf wissen instelt in de printermenu's, kunt u resterende vertrouwelijke informatie die achterblijft na het scannen, afdrukken, kopiëren en faxen verwijderen door veilig bestanden te overschrijven die zijn gemarkeerd voor verwijderen. Bedieningspaneel van de printer gebruiken 1 Schakel de printer uit. 2 Houd en 6 ingedrukt terwijl u de printer inschakelt.
3 Klik op Verzenden. Bedieningspaneel van de printer gebruiken 1 Schakel de printer uit. 2 Houd en 6 ingedrukt terwijl u de printer inschakelt. Laat de knoppen pas los wanneer het scherm met de voortgangsbalk wordt weergegeven. MNO De printer voert de opstartcyclus uit, waarna het menu Configuratie wordt weergegeven.
Printer onderhouden Bepaalde taken moeten regelmatig worden uitgevoerd om een optimale afdrukkwaliteit te behouden. De buitenkant van de printer reinigen 1 Controleer of de printer is uitgeschakeld en de stekker van het netsnoer van de printer uit het stopcontact is getrokken.
Glasplaat reinigen Reinig de glasplaat als er problemen zijn met de afdrukkwaliteit, bijvoorbeeld als er strepen worden weergegeven op gekopieerde of gescande afbeeldingen. 1 Maak een zachte, pluisvrije doek of een papieren doekje vochtig met water. 2 Open de scannerklep. 1 2 3 4 1 Witte onderzijde van de ADI-klep 2 Witte onderzijde van de scannerklep 3 Glasplaat 4 ADI-glasplaat 3 Veeg de aangegeven gedeelten schoon en laat ze drogen.
4 Open de onderste ADF-klep. 1 2 5 Veeg de glasplaat van de ADF onder de ADF-klep schoon. 6 Sluit de onderste ADF-klep. 7 Sluit de scannerklep. ADI-onderdelen reinigen Reinig de ADI-onderdelen regelmatig voor optimale afdrukprestaties. Resten op ADI-onderdelen kunnen problemen met de afdrukkwaliteit veroorzaken en verkeerde 280–299 papier vast berichten. 1 Schakel de printer uit. 2 Maak een zachte, pluisvrije doek enigszins vochtig met water. 3 Open de klep van de ADI.
4 Verwijder het grijprolmechanisme. 2 1 5 Veeg het oppervlak van beide grijprollen af. 6 Vervang het grijprolmechanisme. 2 1 7 Veeg het volledige oppervlak onder de ADF-klep schoon. 8 Sluit de ADI-klep.
De lenzen van de printerkop reinigen Reinig de lenzen van de printerkop als u problemen met de afdrukkwaliteit ondervindt. 1 Open de voorklep. 2 Verwijder alle cartridges uit de printer. Let op—Kans op beschadiging: Raak het glanzende gedeelte van de fotoconductortrommel niet aan. Als u dit wel doet, beschadigt u wellicht de fotoconductor. 3 Zoek de vier lenzen van de printerkop. 4 Reinig de lenzen met een busje perslucht. Let op—Kans op beschadiging: Raak de lenzen van de printerkop niet aan.
6 Sluit de voorklep. Supplies bewaren Bewaar supplies in een koele, schone ruimte. Supplies moeten altijd rechtop in de originele verpakking worden bewaard tot het moment waarop ze worden gebruikt. Stel de printersupplies niet bloot aan: • • • • • • direct zonlicht; temperaturen boven 35 °C; hoge vochtigheidsgraad (boven 80%); zilte lucht; corroderende gassen; grote hoeveelheden stof.
Supplies bestellen In de V.S. belt u voor het bestellen van supplies +1-800-539-6275 voor informatie over erkende dealers van Lexmark supplies in uw omgeving. In andere landen of regio's kunt u terecht op de website van Lexmark op www.lexmark.com of neemt u contact op met de winkel waar u de printer hebt gekocht. Opmerkingen: • De tonermeter geeft een benadering van de hoeveelheid toner die over is in uw cartridge.
Toneroverloopfles bestellen Bestel een nieuwe toneroverloopfles als 82 Toneroverloopfles is bijna vol wordt weergegeven. Vervang de toneroverloopfles als 82 Vervang toneroverloopfles wordt weergegeven. Opmerking: Hergebruik van een toneroverloopfles wordt afgeraden. Onderdeel Artikelnummer Toneroverloopfles C792X77G Nietjeshouders bestellen Als Nietjes bijna op of Nietjes op wordt weergegeven, moet u de aangegeven nietcassette bestellen.
Supplies vervangen Cartridge vervangen 1 Open de voorklep. 2 Zet de groene hendel omhoog en trek aan de cartridge. Pak de bovenste handgreep vast en trek de cartridge omhoog en uit het apparaat. 3 Plaats de oude cartridge in de doos van de nieuwe cartridge en plaats het retouretiket op de doos zodat deze kan worden verzonden.
4 Verwijder de verpakking van de nieuwe cartridge. Let op—Kans op beschadiging: Raak de trommel van de fotoconductor niet aan. Dit kan de afdrukkwaliteit van toekomstige afdruktaken verminderen. 2 1 5 Schud de nieuwe cartridge naar voren en naar achteren en heen en weer om de toner gelijkmatig te verdelen.
6 Verwijder de rode verpakkingsstrip van de nieuwe cartridge. 7 Plaats de nieuwe cartridge in de printer en zet de groene hendel terug in de juiste positie. Opmerking: zorg ervoor dat de cartridge volledig naar binnen is geduwd. 8 Sluit de voorklep.
Toneroverloopfles vervangen Vervang de toneroverloopfles als 82.xx Vervang toneroverloopfles wordt weergegeven. De printer hervat het afdrukken pas nadat de toneroverloopfles is vervangen. 1 Haal de nieuwe toneroverloopfles uit de verzenddoos en verwijder de verpakking. 2 1 2 Open de voorklep van de printer en vervolgens lade 1. 3 Trek de groene lipjes opzij, pak de lipjes vast en trek met beide handen om de overloopfles te verwijderen. 1 1 2 4 Plaats de toneroverloopfles in de zak voor recycling.
6 Trek het etiket voor recycling los en plak het op de verzenddoos. 1 2 7 Plaats de nieuwe toneroverloopfles in de printer. 2 1 2 8 Sluit lade 1 en de voorklep van de printer. De printer verplaatsen Voordat u de printer verplaatst LET OP—KANS OP LETSEL: De printer weegt meer dan 18 kg en moet door twee of meer getrainde personeelsleden worden opgetild.
De printer verplaatsen naar een andere locatie U kunt de printer en de opties probleemloos verplaatsen als u de volgende voorzorgsmaatregelen neemt: • Als de printer wordt verplaatst op een transportwagentje, moet de oppervlakte van het wagentje groot genoeg zijn om de gehele onderzijde van de printer te ondersteunen. Als de opties worden verplaatst op een transportwagentje, moet de oppervlakte van het wagentje groot genoeg zijn om alle opties te ondersteunen. • Houd de printer rechtop.
Beheerdersondersteuning Geavanceerde netwerkinformatie en beheerdersinformatie weergeven In dit hoofdstuk worden algemene ondersteunende beheertaken beschreven die worden uitgevoerd met de Embedded Web Server. Raadpleeg de Handleiding netwerken op de cd Software en documentatie en de Embedded Web Server Administrator's Guide (beheerdershandleiding voor de Embedded Web Server) op de website van Lexmark op http://support.lexmark.com voor informatie over geavanceerde systeemondersteuningstaken.
De status van de printer controleren 1 Typ het IP-adres van uw printer in de adresbalk van uw webbrowser. Als u het IP-adres van de printer niet weet, kunt u: • het IP-adres op het bedieningspaneel van de printer vinden in het TCP/IP-gedeelte in het menu Netwerken/Poorten. • een pagina met netwerkinstellingen afdrukken en het IP-adres in het TCP/IP-gedeelte zoeken. 2 Klik op Apparaatstatus.
2 Klik op Rapporten en klik vervolgens op het type rapport dat u wilt bekijken. Standaardfabrieksinstellingen herstellen Als u een lijst van de huidige menu-instellingen wilt behouden voor naslagdoeleinden, druk dan een pagina met menuinstellingen af voordat u de fabrieksinstellingen herstelt. Let op—Kans op beschadiging: als de standaardinstellingen worden hersteld, worden de meeste printerinstellingen teruggezet naar de oorspronkelijke waarden zoals deze in de fabriek zijn ingesteld.
Papierstoringen verhelpen Als u zorgvuldig papier selecteert en correct plaatst, kunt u de meeste papierstoringen voorkomen. Als er toch papier vastloopt, voert u de stappen uit die in dit gedeelte worden beschreven. Als u een papierstoring wilt verhelpen en wilt verdergaan met afdrukken, maakt u de papierbaan vrij en raakt u Doorgaan, storing verholpen. Als de functie voor herstel na storing is ingesteld op Aan, wordt er een nieuw exemplaar van de vastgelopen pagina afgedrukt.
Informatie over storingsnummers en -locaties Als er een storing optreedt, wordt op de display een bericht weergegeven waarin de locatie van de storing wordt vermeld. Open alle kleppen en verwijder de laden zodat u bij de locaties kunt waar het papier is vastgelopen. U kunt de papierstoring alleen oplossen door al het vastgelopen papier in de papierbaan te verwijderen.
200 Vastgelopen papier 1 Open de zijklep van de printer. LET OP—HEET OPPERVLAK: De binnenkant van de printer kan heet zijn. Laat een oppervlak eerst laten afkoelen voordat u het aanraakt om letsel te voorkomen. 2 Pak het vastgelopen papier stevig vast en trek het voorzichtig uit de printer. Opmerking: Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd. 3 Sluit de zijklep van de printer. 4 Raak Doorgaan, storing verholpen aan op het bedieningspaneel van de printer.
202-203 vastgelopen papier Als u het papier kunt zien in de standaarduitvoerlade, pakt u vastgelopen papier stevig vast aan beide zijden en trekt u het voorzichtig uit de printer. Opmerking: Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd. Papier is vastgelopen in de fuser 1 Open de zijklep van de printer. LET OP—HEET OPPERVLAK: De binnenkant van de printer kan heet zijn. Laat een oppervlak eerst laten afkoelen voordat u het aanraakt om letsel te voorkomen.
Papier vast onder de fuser 1 Open de zijklep van de printer. LET OP—HEET OPPERVLAK: De binnenkant van de printer kan heet zijn. Laat een oppervlak eerst laten afkoelen voordat u het aanraakt om letsel te voorkomen. 2 Als u het papier kunt zien onder de fuser, pakt u vastgelopen papier stevig vast aan beide zijden en trekt u het voorzichtig uit de printer. Opmerking: Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd. 3 Sluit de zijklep van de printer.
231-239 Vastgelopen papier 1 Open de zijklep van de printer. LET OP—HEET OPPERVLAK: De binnenkant van de printer kan heet zijn. Laat een oppervlak eerst laten afkoelen voordat u het aanraakt om letsel te voorkomen. 2 Verschuif de klem om de duplexklep te openen. 1 2 3 Pak het vastgelopen papier vast en trek het voorzichtig uit de printer. Opmerking: Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd. 4 Sluit de klep van de duplexeenheid. 5 Sluit de zijklep van de printer.
Papier is vastgelopen in optionele laden 1 Open de zijklep van de aangegeven optionele lade. 2 Pak het vastgelopen papier vast aan beide zijden en trek het voorzichtig uit de printer. 3 Sluit de zijklep. 4 Raak Doorgaan, storing verholpen aan op het bedieningspaneel van de printer. 250 Vastgelopen papier 1 Duw op het papiertransportlipje en verwijder al het papier uit de universeellader.
2 Pak het vastgelopen papier vast aan beide zijden en trek het voorzichtig uit de printer. 1 2 Opmerking: Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd. 3 Plaats het papier terug in de universeellader en schuif de papiergeleiders tegen het papier. 4 Raak Doorgaan, storing verholpen aan op het bedieningspaneel van de printer. 280–289 Vastgelopen papier 1 Verwijder alle originele documenten uit de ADI. 2 Open de klep van de ADI.
290-292 vastgelopen papier 290 Vastgelopen papier Sluit de ADI-klep. 291 Vastgelopen papier Sluit de scannerklep. 292 Vastgelopen papier Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Sluit de ADI-klep. • Sluit de scannerklep. • Neem contact op met de afdeling voor systeemondersteuning. 400–403 en 460–461 papier vastgelopen 1 Open de klep van de papiertransporteenheid. 2 Pak het vastgelopen papier stevig vast en trek het voorzichtig uit de printer.
431–438 vastgelopen 1 Druk de finisherknop in om de uitvoerfinisher naar rechts te schuiven. 2 1 2 Open de klep van de afwerkeenheid en verwijder het vastgelopen papier. Opmerking: Zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd. 3 Sluit de klep van de finisher. 4 Schuif de finisher terug tot deze vastklikt. 5 Raak Doorgaan, storing verholpen aan op het bedieningspaneel van de printer. 455 nietjes vast 1 Open de klep van de nietjeshouder door op de ontgrendelingshendel te drukken.
2 Druk de ontgrendelingshendel van de nietjeshouder naar beneden en trek de nietjeshouder uit de printer. 1 2 3 Til de nietbeschermer aan het metalen nokje omhoog en verwijder alle vastgelopen of losse nietjes.
4 Sluit de nietbeschermer. 5 Druk de nietbeschermer omlaag tot deze vastklikt. 6 Druk de nietjeshouder stevig in het nietapparaat tot de houder vastklikt. 7 Sluit de klep van het nietapparaat. 8 Raak Doorgaan, storing verholpen aan op het bedieningspaneel van de printer.
Problemen oplossen Eenvoudige printerproblemen oplossen Als er algemene printerproblemen zijn of als de printer niet reageert, controleert u het volgende: • • • • • • Het netsnoer is goed aangesloten op de printer en op een geaard stopcontact. het stopcontact niet is uitgeschakeld met behulp van een schakelaar of stroomonderbreker; De printer niet is aangesloten op een spanningsbeveiliger, een UPS of een verlengsnoer. Andere elektrische apparatuur die op het stopcontact is aangesloten, werkt.
Wijzig [papierbron] in [naam aangepaste soort] plaatsen [afdrukstand] Probeer een of meer van de volgende oplossingen • Raak Huidige [papierbron] gebruiken aan als u het bericht wilt negeren en de geselecteerde lade wilt gebruiken. • Plaats het juiste papierformaat en de juiste papiersoort in de lade, controleer de instellingen voor het papierformaat en de papiersoort in het menu Papier op het bedieningspaneel van de printer en raak vervolgens Papier gewijzigd, Doorgaan aan.
Sluit de klep van de papiertransport Sluit de klep van de papiertransporteenheid. Sluit de zijklep links Sluit de zijklep aan de linkerkant van de printer. Sluit klep van [lade] Sluit de klep van de aangegeven lade. Sluit zijklep van finisher Sluit de zijklep van de finisher. Sluit bovenklep van finisher Sluit de bovenklep van de finisher. Sluit voorklep Sluit de voorklep van de printer. Sluit bovenste toegangsklep Sluit de klep of het paneel dat wordt aangegeven.
Raak Schijf formatteren aan om de vaste schijf van de printer opnieuw te formatteren en het bericht te wissen. Opmerking: als u de vaste schijf van de printer formatteert, worden alle bestanden van de schijf verwijderd. Leeg perforatiebak 1 U moet de perforatiebak legen. Raak op het bedieningspaneel Meer informatie aan voor informatie over het legen van de perforatiebak. 2 Plaats de perforatiebak terug in de finisher en raak Doorgaan aan om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.
Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Druk op Continue (Doorgaan) om het bericht te wissen. • Voltooi de analoge faxinstellingen. Neem contact op met uw systeembeheerder als het bericht opnieuw wordt weergegeven. Plaats uitvoerlade [x] Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Plaats de aangegeven lade: 1 Schakel de printer uit. 2 Trek de stekker van de voedingskabel uit het stopcontact. 3 Plaats de aangegeven lade. 4 Steek de stekker van het netsnoer in een goed geaard stopcontact.
Plaats enveloppenlader Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Plaats de enveloppenlader: 1 Schakel de printer uit. 2 Trek de stekker van de voedingskabel uit het stopcontact. 3 Plaats de enveloppenlader. 4 Steek de stekker van het netsnoer in een goed geaard stopcontact. 5 Zet de printer weer aan. • Annuleer de afdruktaak. Vul [bron] met [naam aangepaste soort] Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Plaats het aangegeven papier in de lade of invoer.
Vul [bron] met [soort] [formaat] Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Plaats het aangegeven papier in de lade of invoer. • Raak Papier geplaatst, doorgaan aan om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. Als de printer een lade detecteert met papier van het juiste formaat en de juiste soort, wordt het papier uit die lade ingevoerd. Als de printer geen lade kan vinden met papier van het juiste formaat en de juiste soort, wordt het papier uit de standaardpapierbron gebruikt.
• Raak Automatisch papier selecteren aan om het papier in de lade te gebruiken. • Annuleer de afdruktaak. Vul nietjes bij Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Vervang de opgegeven nietjeshouder in de finisher. • Raak Doorgaan om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. Opmerking: De afdruktaak wordt geniet als de nietjeshouder is vervangen of geplaatst. • Raak Taak annuleren aan als u de huidige afdruktaak wilt annuleren.
Plaats lade terug [x] – [y] Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Schakel de printer uit en weer in. • Plaats de aangegeven laden terug: 1 Schakel de printer uit. 2 Trek de stekker van de voedingskabel uit het stopcontact. 3 Verwijder de aangegeven laden. 4 Plaats de laden terug. 5 Steek de stekker van het netsnoer in een goed geaard stopcontact. 6 Zet de printer weer aan. • Verwijder de aangegeven laden: 1 Schakel de printer uit. 2 Trek de stekker van de voedingskabel uit het stopcontact.
Wachttaken herstellen? Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Raak Herstellen aan om alle taken in de wachtrij op de vaste schijf van de printer te herstellen. • Raak Niet herstellen aan als u niet wilt dat afdruktaken worden hersteld. Klep automatische invoer van scanner is open Sluit de ADI-klep. Schuif de finisher naar links Schuif de finisher of mailbox naar links tot deze vastklikt. Sommige taken in wacht zijn niet hersteld Raak Doorgaan aan om de aangegeven taak te verwijderen.
32.xx Artikelnummer cartridge [kleur] wordt niet ondersteund door apparaat 1 Verwijder de niet-ondersteunde cartridge en installeer een exemplaar dat wel wordt ondersteund. Raak op het bedieningspaneel Meer informatie aan voor informatie over het verwijderen van een cartridge. 2 Raak Doorgaan aan om het bericht te wissen. 34 Onjuist papierformaat, open [bron] Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Plaats het juiste papier of speciale afdrukmateriaal in de betreffende lade.
37 Onvoldoende geheugen, sommige taken in wacht zijn verwijderd De printer heeft enkele wachttaken verwijderd om de huidige taken te kunnen verwerken. Druk op Continue (Doorgaan) om het bericht te wissen. 37 Onvoldoende geheugen, sommige wachttaken worden niet hersteld De printer kon enkele of alle vertrouwelijke of in de wachtrij geplaatste taken op de vaste schijf niet herstellen. Druk op Continue (Doorgaan) om het bericht te wissen.
53 Flash niet geformatteerd Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Druk op Continue (Doorgaan) om het defragmenteren te stoppen en door te gaan met afdrukken. • Formatteer het flashgeheugen. Als het foutbericht niet verdwijnt, is het flashgeheugen mogelijk beschadigd en moet het worden vervangen. 54 Netwerk [x] softwarefout Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Raak Doorgaan aan om door te gaan met afdrukken. • Schakel de printer uit en schakel de printer na 10 seconden weer in.
56 Parallelle poort [x] uitgeschakeld Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Raak Doorgaan aan om het bericht te wissen. De printer negeert gegevens die via de parallelle poort worden ontvangen. • Controleer of het menu-item Parallelbuffer niet is ingesteld op Uitgeschakeld. 56 Seriële poort [x] uitgeschakeld Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Raak Doorgaan aan om het bericht te wissen. De printer negeert gegevens die via de seriële poort worden ontvangen.
• De afdruktaak is gemaakt met gegevens op een apparaat in de USB-poort en het apparaat is niet langer op die poort aangesloten. • De vaste schijf van de printer bevat afdruktaken die zijn opgeslagen toen de schijf in een ander printermodel was geïnstalleerd. Raak Doorgaan aan om het bericht te wissen. 58 Te veel laden geplaatst 1 Schakel de printer uit. 2 Trek de stekker van de voedingskabel uit het stopcontact. 3 Verwijder de extra laden.
58 Configuratiefout invoer 1 Schakel de printer uit. 2 Trek de stekker van de voedingskabel uit het stopcontact. 3 Controleer of alle ladeconfiguraties correct zijn. Verwijder zo nodig de laden die u niet nodig hebt. 4 Steek de stekker van het netsnoer in een goed geaard stopcontact. 5 Zet de printer weer aan. 59 Incompatibele uitvoerlade [x] Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Verwijder de aangegeven uitvoerlade.
80.xx Vervang verhittingsstation Vervang het verhittingsstation aan de hand van de instructies die bij het vervangende onderdeel zijn meegeleverd. 80.xx Verhittingsstation ontbreekt 1 Vervang het verhittingsstation en volg hierbij de instructies die bij het vervangende onderdeel zijn meegeleverd. 2 Raak Doorgaan aan om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. 82.xx Vervang toneroverloopfles 1 Vervang de toneroverloopfles.
88.xx Cartridge [kleur] leeg 1 Verwijder de aangegeven cartridge. Let op—Kans op beschadiging: Raak de trommel van de fotoconductor niet aan. Dit kan de afdrukkwaliteit van toekomstige afdruktaken verminderen. 2 Schud de cartridge meerdere keren stevig heen en weer om de toner opnieuw te verdelen. 3 Plaats de cartridge terug en raak Doorgaan aan om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. Opmerkingen: • Herhaal deze procedure een paar keer tot de afdrukken vaag blijven.
5 Raak Kopiëren aan op het startscherm of voer het aantal kopieën in via het toetsenblok. 6 Pas de kopieerinstellingen zo nodig aan. 7 Raak Kopiëren aan. 1565 Emulatiefout, laad emulatieoptie Dit bericht verdwijnt automatisch na 30 seconden. Vervolgens wordt de geladen emulator op de firmwarekaart uitgeschakeld. U kunt dit verhelpen door de juiste emulatorversie te laden vanaf de website van Lexmark op www.lexmark.com.
CONTROLEER OF DE STANDAARDUITVOERLADE VOL IS Verwijder de stapel papier uit de standaarduitvoerlade. CONTROLEER OF DE PAPIERLADE LEEG IS Vul de lade met papier. CONTROLEER OF DE JUISTE PRINTERSOFTWARE IS GEÏNSTALLEERD • Controleer of u de juiste printersoftware gebruikt. • Als de printer is aangesloten op uw computer via een USB-poort, controleert u of u werkt met een ondersteund besturingssysteem en compatibele printersoftware.
CONTROLEER OF DE PRINTER OVER VOLDOENDE GEHEUGEN BESCHIKT. Maak extra printergeheugen vrij door de lijst met wachttaken te doorlopen en enkele ervan te verwijderen. Afdruktaak duurt langer dan verwacht Probeer een of meer van de volgende oplossingen: VERMINDER DE COMPLEXITEIT VAN DE AFDRUKTAAK. Beperk het aantal lettertypen en -grootten, het aantal afbeeldingen en de complexiteit ervan en het aantal pagina's in de afdruktaak.
Laden koppelen lukt niet Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende opties: PLAATS PAPIER VAN HETZELFDE FORMAAT EN DEZELFDE SOORT • Plaats papier van hetzelfde formaat en dezelfde soort in iedere lade die u wilt koppelen. • Schuif de papiergeleiders naar de juiste positie voor het papierformaat dat in iedere lade is geplaatst. GEBRUIK DEZELFDE INSTELLINGEN VOOR PAPIERFORMAAT EN PAPIERSOORT • Druk een pagina met menu-instellingen af en vergelijk de instellingen voor iedere lade.
Problemen met kopiëren oplossen De kopieerfunctie reageert niet Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een of meer van de volgende oplossingen: KIJK OF ER FOUTBERICHTEN OP HET DISPLAY WORDEN WEERGEGEVEN. Verwijder eventuele foutberichten. CONTROLEER DE STROOMTOEVOER Controleer of de stekker van de printer goed in het stopcontact zit, of het apparaat is ingeschakeld en of Gereed op het display wordt weergegeven.
VERVANG DE TONER- OF INKTCARTRIDGE Vervang de toner- of inktcartridge als afdrukken vaag blijven. REINIG DE GLASPLAAT Mogelijk is de glasplaat vuil. Reinig de glasplaat met een schone, stofvrije doek die met water is bevochtigd. Zie “Glasplaat reinigen” op pagina 250 voor meer informatie. PAS DE TONERINTENSITEIT VOOR DE KOPIE AAN Pas de tonerintensiteit voor de kopie aan met de menu's van Kopiëren.
Als de uitvoer er flets of overbelicht is: • Controleer in het scherm Kopiëren of de instellen voor Inhoudstype en Bron geschikt zijn voor het document dat moet worden gescand. • Pas in het scherm Kopiëren de instelling voor Donker aan.
Scannen is mislukt Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende opties: CONTROLEER DE KABELAANSLUITINGEN Zorg dat de netwerk- of USB-kabel goed op de computer en op de printer is aangesloten. MOGELIJK IS ER EEN FOUT OPGETREDEN IN HET PROGRAMMA Schakel de computer uit en vervolgens weer in. Scannen duurt te lang of de computer loopt vast tijdens scannen Hieronder volgen mogelijke oplossingen.
Documenten of foto's worden worden gedeeltelijk gescand Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een of meer van de volgende oplossingen: CONTROLEER DE PLAATSING VAN HET ORIGINEEL Zorg dat het document of de foto linksboven op de glasplaat is geplaatst, met de bedrukte zijde naar beneden.
4 Raak uw land of regio aan en raak vervolgens op Doorgaan aan. 5 Selecteer uw tijdzone en raak vervolgens Doorgaan aan. 6 Raak Faxen en E-mailen aan om de pictogrammen te wissen en raak vervolgens Doorgaan aan. Opmerking: U kunt deze stappen ook gebruiken om de functies voor faxen en e-mailen uit te schakelen. Nummerweergave werkt niet Neem contact op met uw telefoonmaatschappij om te controleren of u bent geabonneerd op de dienst Nummerweergave.
WERK DEZE CONTROLELIJST VOOR DIGITALE TELEFONIE AF De faxmodem is een analoog apparaat. U kunt bepaalde apparaten op de printer aansluiten om gebruik te maken van diensten voor digitale telefonie. • Als u een ISDN-lijn gebruikt, sluit u de printer op de analoge telefoonaansluiting (een zogenaamde Rinterfacepoort) van een ISDN-adapter aan. Neem voor meer informatie en voor het bestellen van een Rinterfacepoort contact op met uw ISDN-provider.
Faxen kunnen worden verzonden, maar kunnen niet worden ontvangen Probeer een of meer van de volgende oplossingen: PLAATS PAPIER IN DE PRINTER Plaats papier in de lade of lader als deze leeg is. CONTROLEER DE INSTELLINGEN VOOR HET MAXIMALE AANTAL BELSIGNALEN. Het maximale aantal belsignalen is het aantal belsignalen dat wordt doorgegeven voordat de printer antwoordt.
Ontvangen fax heeft een slechte afdrukkwaliteit Probeer een of meer van de volgende oplossingen: DOCUMENT OPNIEUW VERZENDEN Vraag de afzender van de fax het volgende: • Controleer of de kwaliteit van het originele document naar behoren is. • Verzend de fax opnieuw. Mogelijk is de kwaliteit van de telefoonverbinding niet optimaal. • Verhoog de scanresolutie van de fax (indien mogelijk).
3 Klik op Device Solutions > Solutions (eSF) > tabblad Systeem > Log. 4 Selecteer een toepassingsstatus in het menu Filter. 5 Selecteer een toepassing in het menu Toepassing en klik op Verzenden. CONTROLEER OF DE BESTANDSNAAM WAARNAAR U WILT SCANNEN, NIET AL BESTAAT. Controleer of het bestand dat u wilt scannen niet is geopend door een andere toepassing of gebruiker.
Problemen met de papierlade Probeer een of meer van de volgende oplossingen: CONTROLEER OF HET PAPIER JUIST IS GEPLAATST 1 Open de papierlade. 2 Controleer op vastgelopen of verkeerd ingevoerd papier. 3 Zorg dat de papiergeleiders tegen de randen van het papier zijn geplaatst. 4 Zorg dat de papierlade goed sluit. STEL DE PRINTER OPNIEUW IN Zet de printer uit, wacht ongeveer 10 seconden en zet de printer weer aan. CONTROLEER OF DE PAPIERLADE CORRECT IS GEÏNSTALLEERD.
Kan flashgeheugenkaart niet vinden Controleer of de flashgeheugenkaart goed is bevestigd op de systeemkaart van de printer. Kan vaste schijf van de printer niet vinden Controleer of de vaste schijf van de printer goed is aangesloten op de systeemkaart van de printer. Internal Solutions Port werkt niet correct Probeer een of meer van de volgende oplossingen: CONTROLEER DE VERBINDINGEN VAN DE INTERNAL SOLUTIONS PORT (ISP) Controleer of de ISP goed is bevestigd op de systeemkaart van de printer.
Kaart voor parallelle of USB-interface werkt niet correct CONTROLEER DE AANSLUITING VAN DE KAART VAN DE PARALLELLE OF USB-INTERFACE Controleer of de kaart voor de parallelle of USB-interface goed is bevestigd op de systeemkaart van de printer. CONTROLEER DE KABEL Controleer of de juiste kabel wordt gebruikt en of deze goed is aangesloten. Problemen met de papierinvoer Papier loopt regelmatig vast Hieronder volgen mogelijke oplossingen.
Vastgelopen pagina's worden niet opnieuw afgedrukt SCHAKEL HERSTEL NA STORING IN 1 Blader in het startscherm naar: > Instellingen > Algemene instellingen > Afdrukherstel 2 Raak de pijlen naast Herstel na storing aan tot Aan of Automatisch wordt weergegeven. 3 Raak Verzenden aan. Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen Neem contact op met onze klantenservice als het probleem door deze suggesties niet wordt opgelost. Mogelijk moet een printeronderdeel worden afgesteld of vervangen.
Er worden smalle horizontale strepen op de gekleurde pagina's weergegeven. Mogelijk worden smalle, horizontale strepen weergegeven op foto’s of pagina’s met een hoge kleurenconcentratie. Dit kan gebeuren wanneer de printer in de Stille modus staat. U kunt dit verhelpen door de Stille modus in te stellen op Uit (Afbeelding/Foto).
Grijze achtergrond op afdrukken ABCDE ABCDE ABCDE CONTROLEER DE HELDERHEID VAN DE ACHTERGROND OF DE INSTELLING VOOR VERWIJDEREN Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Wijzig de instelling voor intensiteit in een lichtere waarde. • Verhoog de instelling voor achtergrondverwijdering. CONTROLEER OF DE CARTRIDGE NIET IS VERSLETEN OF BESCHADIGD Vervang de versleten of beschadigde cartridge. Onjuiste marges Hierna volgen mogelijke oplossingen.
Licht gekleurde streep, witte streep of streep met de verkeerde kleur op afdrukken ABCDE ABCDE ABCDE ABCDE ABCDE Probeer een of meer van de volgende oplossingen: CONTROLEER OF DE CARTRIDGE NIET BESCHADIGD IS Vervang de beschadigde cartridge. CONTROLEER OF DE OVERDRACHTSBAND NIET BESCHADIGD IS Vervang de beschadigde overdrachtsband. Raadpleeg de instructies bij het vervangende onderdeel voor meer informatie.
Onregelmatigheden in de afdruk Probeer een of meer van de volgende oplossingen: GEBRUIK PAPIER UIT EEN NIEUW PAK. Het papier bevond zich eerder mogelijk in een vochtige omgeving en heeft daardoor vocht opgenomen. Bewaar papier altijd in de originele verpakking en haalt het pas uit de verpakking als u het gaat gebruiken.
Afdruk is te donker Probeer een of meer van de volgende oplossingen: GEBRUIK PAPIER UIT EEN NIEUW PAK. Het papier bevond zich eerder mogelijk in een vochtige omgeving en heeft daardoor vocht opgenomen. Bewaar papier altijd in de originele verpakking en haalt het pas uit de verpakking als u het gaat gebruiken.
GEBRUIK GEEN GESTRUCTUREERD PAPIER MET EEN RUWE AFWERKING CONTROLEER DE INSTELLING VOOR PAPIERSOORT Controleer of de instelling voor de papiersoort overeenkomt met het papier dat in de lade of invoer is geplaatst: • Controleer op het bedieningspaneel van de printer de instelling voor Papiersoort. • Windows-gebruikers moeten deze instellingen controleren via Printereigenschappen. • Voor Macintosh-gebruikers moeten deze instelling controleren via het afdrukdialoogvenster.
CONTROLEER OF DE TONER- OF INKTCARTRIDGE VOLDOENDE TONER BEVAT Als het bericht 88.xx [kleur] cartridge bijna leeg wordt weergegeven, moet u controleren of de toner gelijkmatig is verdeeld over de vier cartridges: 1 Verwijder de cartridge uit de printer. Let op—Kans op beschadiging: Raak de trommel van de fotoconductor niet aan. Dit kan de afdrukkwaliteit van toekomstige afdruktaken verminderen. 2 Schud de cartridge meerdere keren stevig heen en weer om de toner opnieuw te verdelen.
Scheve afdruk Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende opties: DE PAPIERGELEIDERS CONTROLEREN Schuif de lengte- en breedtegeleiders in de juiste positie voor het papier dat in de printer is geplaatst. • Controleer of de geleiders zich niet te ver van de papierstapel bevinden. • Controleer of de geleiders niet te los tegen de papierstapel duwen. HET PAPIER CONTROLEREN Zorg ervoor dat u papier gebruikt dat voldoet aan de printerspecificaties.
Er worden zwarte of witte strepen weergegeven op de transparanten of het papier Probeer een of meer van de volgende oplossingen: CONTROLEER OF HET JUISTE VULPATROON WORDT GEBRUIKT Als het verkeerde vulpatroon wordt gebruikt, selecteert u een ander vulpatroon in de software. CONTROLEER DE INSTELLING VOOR PAPIERSOORT • Gebruik alleen aanbevolen transparanten. • Zorg ervoor dat de instelling voor de papiersoort overeenkomt met de papiersoort die in de lade of lader is geplaatst.
Horizontale strepen op afdrukken ABCDE ABCDE ABCDE Probeer een of meer van de volgende oplossingen: SELECTEER EEN ANDERE LADE OF INVOER • Kies Standaardbron in het menu Papier op het bedieningspaneel van de printer. • Windows-gebruikers: selecteer de papierbron via Printereigenschappen. • Macintosh-gebruikers: selecteer de papierbron via het afdrukdialoogvenster en de voorgrondmenu's.
Pagina bevat lichte tonervegen of schaduwen op de achtergrond Probeer een of meer van de volgende oplossingen: CONTROLEER OF DE CARTRIDGES CORRECT ZIJN GEÏNSTALLEERD EN NIET ZIJN BESCHADIGD Installeer de cartridge opnieuw of vervang de cartridge. CONTROLEER OF DE OVERDRACHTSBAND NIET VERSLETEN OF BESCHADIGD IS Vervang de overdrachtsband. Raadpleeg de instructies bij het vervangende onderdeel voor meer informatie.
HET VERHITTINGSSTATION IS VERSLETEN OF DEFECT Vervang het verhittingsstation. Tonervlekjes Hierna volgen mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende opties: DE TONERCARTRIDGES ZIJN VERSLETEN OF DEFECT Vervang de defecte of versleten cartridges. ER IS TONER IN DE PAPIERBAAN TERECHTGEKOMEN Neem contact op met de klantenservice.
Onregelmatige afdrukintensiteit ABCDE ABCDE ABCDE CONTROLEER OF DE CARTRIDGE NIET IS VERSLETEN OF BESCHADIGD Vervang de versleten of beschadigde cartridge. Problemen met kleurkwaliteit oplossen veelgestelde vragen over afdrukken in kleur Wat zijn RGB-kleuren? Rood, groen en blauw licht kan worden gemengd in verschillende samenstellingen om alle in de natuur voorkomende kleuren te reproduceren. Rood en groen bijvoorbeeld kunnen samen geel opleveren.
Waarom komt de kleur op de afdruk niet overeen met de kleur op mijn beeldscherm? De kleurconversietabellen in de modus Automatische kleurcorrectie zijn meestal een benadering van de kleuren van een standaardcomputerbeeldscherm. Door technische verschillen tussen printers en beeldschermen zijn er veel kleuren die kunnen worden beïnvloed door verschillen in beeldschermen en lichtomstandigheden.
Het menu Aangepaste kleur Objecttype RGB-kleurbeeld RGB-tekst RGB-illustraties Kleurconversietabellen • Levendig: geeft helderdere kleuren met een hogere verzadiging en kan worden toegepast op alle binnenkomende kleurformaten. • sRGB Display: geeft kleuren die de kleuruitvoer van een computerscherm benaderen. Het gebruik van zwarte toner wordt geoptimaliseerd voor het afdrukken van foto's. • Display—True Black: geeft kleuren die de kleuruitvoer van een computerscherm benaderen.
Toegang krijgen tot een set met gedetailleerde kleurvoorbeelden vanaf de Embedded Web Server: 1 Typ het IP-adres of de hostnaam van de printer in het adresveld van uw webbrowser. Opmerking: Als u het IP-adres of de hostnaam van de printer niet weet, kunt u: • deze informatie vinden op het beginscherm van het bedieningspaneel van de printer of in het TCP/IP-gedeelte in het menu Netwerken/Poorten.
Kennisgevingen Productinformatie Productnaam: Lexmark X792de, X792dte, X792dtfe, X792dtpe, X792dtme, X792dtse Apparaattype: 7562, 4917 Model(len): 432, 436, dn1, dn2, gd1, gd2, dt1, dt2, gt1, gt2, df1, df2, gf1, gf2, d01, d02, g01, g02, t01, t02, g91, g92, f01, f02, g81, g82 Uitgavebericht Augustus 2011 De volgende alinea is niet van toepassing op landen waar de voorwaarden strijdig zijn met de nationale wetgeving: LEXMARK INTERNATIONAL, INC.
Handelsmerken Lexmark, Lexmark met het diamantlogo, MarkNet en MarkVision zijn als handelsmerken van Lexmark International, Inc. gedeponeerd in de Verenigde Staten en/of andere landen. PrintCryption en ScanBack zijn handelsmerken Lexmark International, Inc. Mac en het Mac-logo zijn gedeponeerde handelsmerken van Apple Inc. in de Verenigde Staten en andere landen. PCL® is een gedeponeerd handelsmerk van Hewlett-Packard Company.
Univers Linotype-Hell AG en/of zijn dochterondernemingen Andere handelsmerken zijn eigendom van hun respectieve houders. Kennisgeving modulaire component(en) Dit product bevat de volgende modulaire component(en): Lexmark gereguleerd type/model LEX-M01-003; FCC ID: IYLM01003; IC: 2376A-M01003 Licentiemeldingen U kunt de volgende documenten lezen vanaf de installatie-cd van de software. Directory Bestand Cd:\LEGAL FW_License.pdf mDNS.tar.gz Expat.txt Inst_lib.txt Instgui.txt Instgui.
de mogelijkheden voor hergebruik, bezoekt u de Lexmark website op www.lexmark.com voor het telefoonnummer van uw lokale verkoopafdeling. Kennisgeving over gevoeligheid voor statische elektriciteit dit symbool duidt onderdelen aan die gevoelig zijn voor ontlading van statische elektriciteit. Raak eerst het metalen frame van de printer aan, voordat u iets aanraakt in gebieden die met dit symbool zijn gemarkeerd.
Waarschuwingsetiket voor de laser Het etiket met veiligheidsinformatie kan als volgt op de printer zijn aangebracht: Stroomverbruik Stroomverbruik van het product In de volgende tabel worden de stroomverbruikskenmerken van het product weergegeven. Opmerking: sommige modi zijn wellicht niet van toepassing op uw product. Modus Beschrijving Stroomverbruik (Watt) Afdrukken Er worden papieren kopieën van elektronische invoer gemaakt met het product.
wordt automatisch ingeschakeld wanneer het product gedurende een vooraf ingestelde periode (time-out voor slaapstand) niet wordt gebruikt. Standaardinstelling voor de time-out voor slaapstand van dit product (in minuten): 30 U kunt de time-out voor de slaapstand via de configuratiemenu's instellen tussen 1 minuut en 240 minuten. Als u de time-out voor de slaapstand instelt op een lage waarde, vermindert het energieverbruik, maar kan de responstijd van het product toenemen.
Kennisgeving voor gebruikers in de Europese Unie Producten met de CE-markering voldoen aan de veiligheidseisen die zijn omschreven in de Europese richtlijnen 2004/108/EG, 2006/95/EG en 1999/5/EG aangaande het harmoniseren van de wetten van de Lidstaten met betrekking tot elektromagnetische compatibiliteit en veiligheid van elektrische apparatuur die is ontworpen voor gebruik binnen een bepaald spanningsbereik en in combinatie met radioapparatuur en apparatuur voor een telecommunicatiestation.
Dit product voldoet aan de eisen van EN 55022 met betrekking tot klasse A-producten en de veiligheidsvoorschriften van EN 60950.
Magyar Alulírott, Lexmark International, Inc. nyilatkozom, hogy a termék megfelel a vonatkozó alapvetõ követelményeknek és az 1999/5/EC irányelv egyéb elõírásainak. Íslenska Hér með lýsir Lexmark International, Inc. yfir því að þessi vara er í samræmi við grunnkröfur og aðrar kröfur, sem gerðar eru í tilskipun 1999/5/EC. Italiano Con la presente Lexmark International, Inc.
instructies, beeld- en geluidsmateriaal (zoals afbeeldingen en opnamen) en bijbehorende media, gedrukte materialen en elektronische documentatie, ongeacht of dit is opgenomen in, geleverd bij of wordt gebruikt met het Lexmark product. 1 BEPERKTE GARANTIEVERKLARING VOOR SOFTWARE. Lexmark garandeert dat de media (bijvoorbeeld diskettes of cd's) met het Softwareprogramma (als dit geleverd is) bij normaal gebruik geen materiaal of bewerkingsfouten bevatten gedurende de garantieperiode.
4 5 6 7 8 VAN SCHADE NIET RECHTSGELDIG IS. DE VOORGAANDE BEPERKINGEN ZIJN ZELFS VAN TOEPASSING ALS DE BOVENSTAANDE VERHAALSMOGELIJKHEDEN NIET SLAGEN IN HUN ESSENTIËLE DOEL. WETTEN VAN DE STATEN IN DE VERENIGDE STATEN VAN AMERIKA. Deze Beperkte Garantieverklaring voor Software geeft u specifieke juridische rechten. Mogelijk beschikt u ook over andere rechten die per rechtsgebied kunnen verschillen.
9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 engineering, disassemblage of decompilatie uit te voeren. U mag het Softwareprogramma niet decoderen tenzij dit vereist is voor het legitieme Gebruik van het Softwareprogramma. AANVULLENDE SOFTWARE. Deze Softwarelicentieovereenkomst is van toepassing op updates van of aanvullingen op het originele Softwareprogramma die worden geleverd door Lexmark tenzij Lexmark andere voorwaarden levert samen met de update of aanvulling. DUUR.
of enig ander onderwerp dat onder deze Softwarelicentieovereenkomst valt (behalve voor zover dergelijke externe voorwaarden niet in strijd zijn met de voorwaarden van deze Softwarelicentieovereenkomst of enige andere geschreven overeenkomst die is ondertekend door u en Lexmark met betrekking tot uw Gebruik van het Softwareprogramma).
Index Cijfers 1565 Emulatiefout, laad emulatieoptie 296 200 Vastgelopen papier 268 201 Vastgelopen papier 268 202-203 Vastgelopen papier 269 230 Vastgelopen papier 270 231-239 Vastgelopen papier 271 24x papier vast 271 250 Vastgelopen papier 272 280–289 Vastgelopen papier 273 290-292 Vastgelopen papier 274 31.xx Cartridge [kleur] ontbreekt of is defect 287 32.
menu-instellingen, pagina 55 netwerkconfiguratiepagina 56 op briefhoofdpapier 98 van flashstation 96 vanuit Windows 95 via Macintosh 95 zwart-wit 95 afdrukken in zwart-wit 95 afdrukken op briefhoofdpapier 98 afdrukken vanaf een flashstation 96 afdrukken, directorylijst 102 afdrukken, document 95 afdrukken, lijst met voorbeelden van lettertypen 102 afdrukken, pagina met menuinstellingen 55 afdrukken, problemen oplossen afdruktaak duurt langer dan verwacht 298 er komen onverwachte paginaeinden voor 299 fout l
cartridges bestellen 255 coderen, vaste schijf van de printer 247 Configuratie U-lader, menu 155 configuratiegegevens draadloos netwerk 58 configuraties printer 20 configureren, emailinstellingen 116 configureren, poortinstellingen 65 contact opnemen met de klantenondersteuning 329 controleren, afdruktaken 101 afdrukken vanaf de Macintoshcomputer 101 afdrukken via Windows 101 controleren, de status van supplies 254 controleren, niet-reagerende scanner 302 controleren, printerstatus met de Embedded Web Serve
faxen in wachtrij 137 faxen lichter of donkerder maken 133 faxnummer of stationsnummer instellen 129 faxverbinding kiezen 126 instellen, datum en tijd 129 printer configureren voor zomertijd 130 resolutie wijzigen 133 snelkoppelingen maken met de Embedded Web Server 130 snelkoppelingen maken met het aanraakscherm 131 speciale belsignalen, dienst voor 128 verzenden met het aanraakscherm 131 verzenden, fax 131 weergeven, faxlog 134 faxen in wachtrij 137 faxlog weergeven 134 Faxmodus (Analoge faxinstellingen),
instellen, serieel afdrukken 67 instellen, universeel papierformaat 75 instelling, Ecomodus 70 Instellingen SMTP, menu 178 Internal Solutions Port installeren 42 poortinstellingen wijzigen 65 problemen oplossen 311 interne afdrukserver problemen oplossen 311 IPv6, menu 169 K kaarten plaatsen in de universeellader 81 tips 100 kabels Ethernet 54 USB 54 kan Embedded Web Server niet openen 329 kennisgevingen 331, 332, 333, 334, 335, 336, 337 Klep automatische invoer van scanner is open 287 Kleur aanpassen 278
Hulpprogramma's 236 Instellen 228 Instellingen SMTP, menu 178 IPv6 169 Kopieerinstellingen 194 Kwaliteit 233 Lade-instelling 163 Logbestand beveiligingscontrole 183 Netwerk [x] 165 Netwerkkaart 168 Netwerkrapporten 167 Overig 180 Papier plaatsen 159 Papierformaat/-soort 152 Papiergewicht 158 Papierstructuur 156 Parallel [x] 173 PCL Emul 239 PDF 238 PostScript 238 Rapporten 164 Schijf wissen 182 Serieel [x] 176 Standaard-USB 172 Standaardbron 152 Standaardnetwerk 165 Supplies 150 Taakadministratie 229 TCP/IP
250 Vastgelopen papier 272 280–289 Vastgelopen papier 273 280–299 251 290-292 Vastgelopen papier 274 400–403 Vastgelopen papier 274 431–438 Vastgelopen papier 275 455 nietjes vast 275 460–461 Vastgelopen papier 274 Papierstructuur, menu 156 Parallel [x], menu 173 PCL emul, menu 239 PDF, menu 238 Plaats enveloppenlader 283 Plaats invoerlade [x] 282 Plaats lade [x] terug 285 Plaats lade terug [x] – [y] 286 Plaats nietcassette 282 Plaats perforatiebak 282 Plaats uitvoerlade [x] 282 plaatsen 550 vel, lade (stan
88.xx [kleur] cartridge zo goed als leeg 295 88.xx Cartridge [kleur] leeg 295 88.xx Cartridge [kleur] vrijwel leeg 294 er is een fout opgetreden met het USB-station 278 Faxpartitie werkt niet. Raadpleeg de systeembeheerder. 281 Faxserver 'Volgens indeling' is niet ingesteld. Raadpleeg de systeembeheerder.
taak wordt afgedrukt op verkeerd papier 298 taak wordt afgedrukt vanuit verkeerde lade 298 taken in wacht worden niet afgedrukt 297 taken worden niet afgedrukt 296 vastgelopen pagina's worden niet opnieuw afgedrukt 313 verkeerde tekens worden afgedrukt 298 problemen oplossen, afdrukkwaliteit afdruk is te donker 318 afdruk is te licht 318 afdruk, onregelmatigheden 317 grijze achtergrond op afdrukken 315 herhaalde afdrukstoringen 320 horizontale strepen op afdrukken 323 lage kwaliteit transparantafdruk 325 le
scannen, problemen oplossen documenten of foto's worden slechts gedeeltelijk gescand 304 kan niet vanaf een computer scannen 304 scan is mislukt 303 scannen duurt te lang of de computer loopt vast tijdens het scannen 303 scannereenheid sluit niet 300 scanner Automatische documentinvoer (ADI) 22 functies 21 glasplaat 22 scanvenster opties 147 schaduwafbeeldingen op afdrukken 314 scheidingsvellen invoegen tussen exemplaren 110 Schijf wissen, menu 182 Schuif de finisher naar links 287 serieel afdrukken instell
USB/parallel, interfacekaart problemen oplossen 312 V vastgelopen papier locaties 267 nummers 267 storingsgebieden opsporen 267 voorkomen 266 veelgestelde vragen over afdrukken in kleur 326 veiligheidsvoorschriften 16, 17 verbergen, pictogrammen op het startscherm 29 vergrendeling, beveiliging 34 vergroten, kopie 108 verkleinen, kopie 108 verplaatsen, printer 261, 262, 19 verschillende papierformaten, kopiëren 107 vertrouwelijke afdruktaken 101 afdrukken vanaf de Macintoshcomputer 101 afdrukken via Windows