Operation Manual

3 Klik op Verzenden.
Bedieningspaneel van de printer gebruiken
1 Schakel de printer uit.
2 Houd en
6
MNO
ingedrukt terwijl u de printer inschakelt. Laat de knoppen pas los wanneer het scherm met de
voortgangsbalk wordt weergegeven.
De printer voert de opstartcyclus uit, waarna het menu Configuratie wordt weergegeven. Zodra de printer volledig
is ingeschakeld, moet op het aanraakscherm een lijst met functies worden weergegeven in plaats van
standaardpictogrammen van het startscherm, zoals Kopiëren of Faxen.
3 Raak Schijfcodering > Inschakelen aan.
Opmerking: als u schijfcodering inschakelt, wordt de inhoud van de vaste schijf van de printer verwijderd.
4 Raak Ja aan om door te gaan met het wissen van de schijf.
Er wordt een statusbalk weergegeven met de voortgang van de wisbewerking op de vaste schijf. Nadat de schijf is
gecodeerd, schakelt de printer over naar het scherm Inschakelen/uitschakelen.
Opmerkingen:
Zet de printer niet uit tijdens het coderingsproces. Hierdoor kunnen gegevens verloren gaan.
Schijfcodering kan van enkele minuten tot meer dan een uur duren. De printer kan gedurende deze
bewerking niet worden gebruikt voor andere taken van gebruikers.
5 Raak Terug en Menu Configuratie afsluiten aan.
De printer wordt uitgeschakeld en weer ingeschakeld en keert terug naar de normale bedrijfsmodus.
Het geheugen vastzetten voordat u de printer verplaatst
248