Operation Manual

Table Of Contents
4 Druk op * 9 * op de telefoon wanneer u opneemt en faxtonen hoort.
5 Leg de hoorn op de haak. De printer ontvangt de fax.
Nummerweergave gebruiken
Nummerweergave is een dienst die door bepaalde telefoonbedrijven wordt geleverd, waarmee het telefoonnummer
(en mogelijk de naam) van de beller wordt herkend. Als u op de dienst bent geabonneerd, kunt u deze gebruiken met
de printer. Wanneer u een fax ontvangt, verschijnt op de display het telefoonnummer van de persoon die u de fax heeft
gestuurd.
Opmerking: nummerweergave is alleen beschikbaar in sommige landen.
De printer ondersteunt twee soorten nummerweergave: Patroon 1 (FSK) en patroon 2 (DTMF). Afhankelijk van het land
of de regio waar u woont en de telecomaanbieder die u gebruikt, moet u mogelijk overschakelen naar een ander patroon
om nummerweergave te activeren.
1 Controleer of de printer is ingeschakeld en aangesloten op een werkende telefoonlijn.
2 Druk herhaaldelijk op of op het bedieningspaneel tot Faxen is gemarkeerd.
3 Druk op .
4 Druk herhaaldelijk op of tot het submenu Faxinstellingen is gemarkeerd.
5 Druk op .
6 Druk herhaaldelijk op
of tot het submenu Bellen en antwoorden is gemarkeerd.
7 Druk op .
8 Druk herhaaldelijk op of tot het menu-item Patroon nummerweergave wordt weergegeven.
9 Druk herhaaldelijk op of tot de gewenste instelling wordt weergegeven.
10 Druk op
om de instelling op te slaan en het menu te sluiten.
Faxen doorsturen
De functie voor het doorsturen van faxen kunt u gebruiken om faxen te ontvangen wanneer u zich niet in de buurt van
de printer bevindt. Er zijn drie waarden of instellingen beschikbaar voor het doorsturen van faxen:
Uit: (standaardinstelling).
Doorsturen: de fax wordt doorgestuurd naar het opgegeven faxnummer.
Afdrukken en doorsturen: de fax wordt afgedrukt en vervolgens verzonden naar het opgegeven faxnummer.
U stelt als volgt het doorsturen van faxen in:
1 Controleer of de printer is ingeschakeld en aangesloten op een werkende telefoonlijn.
2 Druk herhaaldelijk op of op het bedieningspaneel tot Faxen is gemarkeerd.
3 Druk op .
Het menu Faxmodus wordt geopend.
4 Druk herhaaldelijk op of tot het submenu Faxinstellingen is gemarkeerd.
5 Druk op
.
6 Druk herhaaldelijk op of tot het submenu Bellen en antwoorden is gemarkeerd.
141