Operation Manual
4 Selecteer in het menu Modus Faxen in wachtrij een van de volgende opties:
• Uit
• Altijd aan
• Handmatig
• Gepland
5 Als u Gepland hebt geselecteerd, gaat u verder met de volgende stappen:
a Klik op Wachtschema fax.
b Selecteer in Faxen in wachtrij in het menu Actie.
c Selecteer in het menu Tijd de tijd waarop u de faxen in de wachtrij wilt vrijgeven.
d Selecteer in het menu Dag(en) de dag waarop u de faxen in de wachtrij wilt vrijgeven.
6 Klik op Toevoegen.
Fax doorsturen
Met deze optie kunt u ontvangen faxen afdrukken en doorsturen naar een faxnummer, e-mailadres, FTP-site of LDSS.
1 Typ het IP-adres van uw printer in de adresbalk van uw webbrowser.
Als u het IP-adres van de printer niet weet, kunt u:
• het IP-adres op het bedieningspaneel van de printer vinden in het TCP/IP-gedeelte in het menu
Netwerken/Poorten.
• een pagina met netwerkinstellingen afdrukken en het IP-adres in het TCP/IP-gedeelte zoeken.
2 Klik op Instellingen > Faxinstellingen.
3 Selecteer in het menu Fax doorsturen een van de volgende opties:
• Afdrukken
• Afdrukken en doorsturen
• Doorsturen
4 Selecteer in het menu Doorsturen naar een van de volgende opties:
• Faxen
• E‑mail
• FTP
• LDSS
• eSF
5 Geef in het veld Doorsturen naar snelkoppeling het snelkoppelingsnummer op waarnaar u de fax wilt doorsturen.
Opmerking: Het snelkoppelingsnummer moet een geldige waarde zijn voor de instelling die is geselecteerd in
het menu Doorsturen naar.
6 Klik op Verzenden.
Faxen
141