Operation Manual

5 Pas de scaninstellingen aan.
6 Raak Scannen aan.
Informatie over Scan Center-functies
Met Scan Center-software kunt u scaninstellingen wijzigen en selecteren waar u het gescande bestand naartoe wilt
sturen. Scaninstellingen die zijn gewijzigd met Scan Center-software kunnen worden opgeslagen en gebruikt voor
andere taken.
De volgende functies zijn beschikbaar:
Scan en verzend afbeeldingen naar uw computer
Converteer gescande afbeeldingen naar tekst
Bekijk de gescande afbeelding en pas de helderheid en het contrast aan
Maak grotere scans zonder dat de detailweergave minder scherp wordt
Dubbelzijdige documenten scannen.
Het hulpprogramma ScanBack gebruiken
U kunt het hulpprogramma LexmarkScanBack
TM
gebruiken om profielen te maken voor het scannen naar pc's. U kunt
het hulpprogramma ScanBack downloaden van de website van Lexmark op http://support.lexmark.com.
1 Uw profiel voor scannen naar pc instellen:
a Open het hulpprogramma ScanBack.
b Selecteer de printer.
Wanneer er geen printers worden weergegeven, neemt u contact op met uw systeembeheerder of klikt u op
Instellen om handmatig te zoeken naar een IP-adres of een hostnaam.
c Volg de instructies op uw scherm om aan te geven welke documentsoort wordt gescand en welk type uitvoer
u wilt maken.
d Selecteer een van de volgende opties:
Geef MFP-instructies weer: instructies weergeven of afdrukken.
Snelkoppeling maken: deze groep met instellingen opslaan om ze later opnieuw te kunnen gebruiken.
e Klik op Voltooien.
Er wordt een dialoogvenster weergegeven met uw scanprofielinformatie en de status van de ontvangen
afbeeldingen.
2 Uw originele documenten scannen:
a Plaats alle pagina's in de ADI of op de glasplaat.
b Blader op het bedieningspaneel van de printer naar:
Scannen/E-mailen > Profielen > selecteer uw scanprofiel > Verzenden
Opmerking: Het uitvoerbestand wordt opgeslagen in een map of geopend in de toepassing die u hebt opgegeven.
Tijdens scannen
148