Operation Manual

Locatie Handelingen
Taal De taal wijzigen die wordt weergegeven op het bedieningspaneel.
Land Het land of de regio die wordt weergegeven op het bedieningspaneel wijzigen in uw
land of regio.
Toetstoon De toon in- of uitschakelen die wordt weergegeven wanneer er op een knop op het
bedieningspaneel wordt gedrukt.
Schermbeveiliging De schermbeveiligingsfunctie in- of uitschakelen.
Spaarstand De printer instellen zodat de spaarstand wordt ingeschakeld na een bepaalde tijd.
Hostinstellingen blokkeren Voorkomen dat andere gebruikers de instellingen van de printer wijzigen als de printer
is aangesloten op verschillende computers.
Luidsprkrvolume Het volume van de luidspreker tijdens een gesprek instellen. U kunt het volume
uitschakelen of zacht zetten.
Fabrieksinstellingen van de printersoftware herstellen
Gebruikers van Windows Vista
1 Klik op Configuratiescherm Printers (onder Hardware en geluid).
2 Right-click the Lexmark 9500 Series icon.
3 Klik op Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
Het tabblad Printerinstelling wordt weergegeven.
4 Klik bij Voorkeursinstellingen voor afdrukken op Profielen Profiel terugzetten Fabrieksinstellingen.
5 Klik op OK.
Gebruikers van Windows XP en Windows 2000:
1 Klik op Start Instellingen Printers of Printers en faxapparaten.
2 Right-click the Lexmark 9500 Series icon.
3 Klik op Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
Het tabblad Printerinstelling wordt weergegeven.
4 Klik bij Voorkeursinstellingen voor afdrukken op Instellingen Fabrieksinstellingen.
5 Klik op OK.
Opmerking: de standaardfabrieksinstellingen kunnen niet worden verwijderd.
Informatie over het menu met opties voor Bestanden afdrukken
Het menu met opties voor Bestanden afdrukken is bedoeld voor het afdrukken van bestanden (in plaats van foto's)
vanaf een geheugenkaart of flashstation. Met dit menu kunt u het papierformaat en de papiersoort opgeven voor
de documenten die u wilt afdrukken. Als u de functie Bestanden afdrukken wilt gebruiken, moet de printer zijn
aangesloten op een computer en moeten de printer en de computer zijn ingeschakeld.
1 Plaats een geheugenkaart of flashstation met documenten in de printer.
Afdrukken
111