Operation Manual

Kopiëren
Kopieën maken
U kunt een kopie maken met de automatische documentinvoer of met de glasplaat. Gebruik de glasplaat voor
kopieën die van optimale kwaliteit moeten zijn.
1 Plaats papier in de printer.
2 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde omhoog in de automatische documentinvoer (ADI) of met
de bedrukte zijde naar beneden in de linkerbovenhoek van de glasplaat.
Opmerking: Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine items, transparanten, fotopapier of dunne voorwerpen (zoals
knipsels uit tijdschriften) in de ADI. Plaats deze items op de glasplaat.
3 Druk herhaaldelijk op of op het bedieningspaneel tot Kopie is gemarkeerd.
4 Druk op of om het aantal exemplaren te selecteren.
Het aantal exemplaren is automatisch ingesteld op 1.
5 Druk op .
Informatie over het menu van de modus Kopiëren
1 Druk herhaaldelijk op of op het bedieningspaneel tot Kopiëren is gemarkeerd.
2 Druk op .
3 Nadat u de selecties hebt gemaakt, drukt u op om uw selecties op te slaan als standaardinstellingen.
Locatie Handelingen
Kleur Afbeeldingen in kleur of zwart-wit kopiëren.
Aantal Het aantal exemplaren opgeven dat moet worden afgedrukt. U kunt kiezen uit 1
tot 99.
Formaat wijzigen Het formaat van een kopie wijzigen met een percentage of met andere opties.
Kwaliteit De kwaliteit van een kopie instellen als Normaal, Foto, Auto of Concept.
Lichter/donkerder De helderheid van een kopie aanpassen.
Papierafhandeling Instellingen voor het papier dat in de papierlade of -laden is geplaatst wijzigen.
Zie voor meer informatie “Informatie over het menu Papierverwerking” op
pagina 89.
Sorteren Meerdere pagina's als een set kopiëren. De laatst gekopieerde pagina wordt als
eerste afgedrukt.
Kopiëren
140