Operation Manual

4 Geef een faxnummer op met:
Methode Procedure
Het tekstvak Geef een faxnummer op met het toetsenblok.
Opmerkingen:
U kunt een telefoonkaartnummer opnemen als onderdeel van het faxnummer.
Een faxnummer kan uit maximaal 64 cijfers, komma's, punten en/of de symbolen
* of # bestaan.
Druk op om een onderbreking van drie seconden in te voegen in het
nummer dat u opgeeft om te wachten op een buitenlijn of om een geautoma-
tiseerd antwoordsysteem te doorlopen.
Naam zoeken
a Druk herhaaldelijk op of tot Telefoonboek is gemarkeerd.
b Druk op .
Het menu Telefoonboek wordt weergegeven en Naam zoeken is gemarkeerd.
c Druk op .
d Druk herhaaldelijk op of tot de gewenste naam is gemarkeerd.
e Druk op .
f Druk op om de faxtaak te starten.
Telefoonnummer zoeken
a Druk herhaaldelijk op of tot Telefoonboek is gemarkeerd.
b Druk op .
Het menu Telefoonboek wordt weergegeven en Naam zoeken is gemarkeerd.
c Druk herhaaldelijk op of tot Telefoonnummer zoeken is gemarkeerd.
d Druk op .
e Druk herhaaldelijk op of tot het gewenste telefoonnummer is gemar-
keerd.
f Druk op .
g Druk op om de faxtaak te starten.
Groep doorzoeken
a Druk herhaaldelijk op of tot Telefoonboek is gemarkeerd.
b Druk op .
Het menu Telefoonboek wordt weergegeven en Naam zoeken is gemarkeerd.
c Druk herhaaldelijk op of tot Grp doorzkn is gemarkeerd.
d Druk op .
e Druk herhaaldelijk op of tot de gewenste groep is gemarkeerd.
f Druk op .
g Druk op om de faxtaak te starten.
Faxen met het bedieningspaneel
160