Operation Manual

Faxen beheren met het bedieningspaneel
Voettekst voor faxen instellen
1 Druk herhaaldelijk op of op het bedieningspaneel tot Faxen is gemarkeerd.
2 Druk op .
3 Druk herhaaldelijk op of tot Faxinstelling is gemarkeerd.
4 Druk op .
5 Druk herhaaldelijk op of tot Faxen afdrukken is gemarkeerd.
6 Druk op .
7 Druk op of tot Voettekst fax wordt weergegeven.
8 Druk herhaaldelijk op of tot Aan wordt weergegeven.
9 Druk op om de instelling op te slaan en het menu te sluiten.
Faxvoorblad maken met het bedieningspaneel
1 Druk herhaaldelijk op of op het bedieningspaneel tot Faxen is gemarkeerd.
2 Druk op .
3 Druk herhaaldelijk op of tot Faxinst. bewerken is gemarkeerd.
4 Druk op .
5 Druk herhaaldelijk op of tot Voorblad wordt weergegeven.
6 Druk herhaaldelijk op of tot Ja verschijnt.
7 Druk op .
Wacht tot het menu Voorblad verschijnt. U kunt in dit menu items aanpassen voor uw faxvoorblad, zoals de
afzender, uw naam, uw faxnummer en de prioriteit van de fax die u wilt verzenden.
8 Druk op of om een optie te selecteren bij Van.
9 Druk op om andere items te bewerken op het voorblad. Voer cijfers of tekens in met het toetsenblok.
10 Druk op om op te slaan en het menu te sluiten wanneer u klaar bent met het voorblad.
Rapporten met faxgebeurtenissen afdrukken
U kunt rapporten van verzonden en/of ontvangen faxen afdrukken.
1 Druk herhaaldelijk op of op het bedieningspaneel tot Faxen is gemarkeerd.
2 Druk op .
Het menu Faxmodus wordt geopend.
3 Druk herhaaldelijk op of tot Faxinstelling is gemarkeerd.
Faxen met het bedieningspaneel
173