Operation Manual

Printersoftware
9
Printerstuurprogramma
U kunt de instellingen voor de printer wijzigen in het printerstuurprogramma. Als u een gewoon
document wilt afdrukken op normaal papier, hoeft u de printerinstellingen niet te wijzigen. Tijdens de
installatie van de printersoftware zijn de printereigenschappen ingesteld op de volgende
standaardwaarden:
Papiersoort: Printersensor gebruiken
Kwaliteit/snelheid: Automatisch
Papierformaat: A4 of Letter
Afdrukstand: Staand
Indeling: Normaal
Zie Tips voor afdrukken op pagina 14 voor meer informatie over de printerinstellingen voor
verschillende soorten afdruktaken.
Instellingen aanpassen voor het document
1 Open het gewenste bestand en klik op Bestand Afdrukken.
Het dialoogvenster Afdrukken verschijnt.
2 Klik op Eigenschappen, Voorkeuren, of Opties in het dialoogvenster Afdrukken.
3 Selecteer een instelling voor afdrukkwaliteit op het tabblad Kwaliteit/exemplaren.
4 Selecteer een papiersoort en formaat op het tabblad Papierinstellingen.
5 Wijzig de indeling van het document op het tabblad Afdrukindeling.
6 Klik op OK om de instellingen toe te passen.