Z2400 Series Gebruikershandleiding 2007 www.lexmark.
Inhoudsopgave Veiligheidsinformatie........................................................................7 Inleiding................................................................................................8 Informatie over de printer..................................................................................................................................................8 Informatie over de printer.............................................................
Hoe zoek ik IP-adressen?.............................................................................................................................................................. 31 Hoe worden IP-adressen toegewezen? .................................................................................................................................. 32 Wat is een sleutelindex? ....................................................................................................................................
Inktcartridges bestellen................................................................................................................................................................ 53 Papier en andere supplies bestellen........................................................................................................................................ 54 Problemen oplossen........................................................................
Veiligheidsinformatie Gebruik alleen de netvoeding en het netsnoer die bij dit product zijn geleverd of een door de fabrikant goedgekeurd vervangend onderdeel. Sluit het netsnoer aan op een goed toegankelijk stopcontact in de buurt van het product. LET OP—KANS OP LETSEL: U moet het netsnoer niet draaien, vastbinden, afknellen of zware objecten op het snoer plaatsen. Zorg dat er geen schaafplekken op het netsnoer kunnen ontstaan of dat het snoer onder druk komt te staan.
Inleiding Informatie over de printer Publicaties Publicatie Voor Handleiding Snelle installatie Aanwijzingen voor de eerste installatie die bij de printer zijn geleverd. Gedrukte handleiding Aan de slag Aanvullende installatie-instructies die bij de printer zijn geleverd. Opmerking: de gedrukte publicaties worden niet bij alle producten geleverd. Elektronische gebruikershandleiding Volledige instructies voor het gebruik van de printer.
Beschrijving Locatie (Noord-Amerika) Ondersteuning per e-mail Bezoek voor ondersteuning per e-mail onze Ondersteuning per e-mail verschilt per land of regio en is in bepaalde website op: www.lexmark.com. gevallen niet beschikbaar. 1 Klik op CUSTOMER SUPPORT. Bezoek onze website op 2 Klik op Technical Support. www.lexmark.com. Selecteer een 3 Selecteer de printerfamilie. land of regio en klik op de koppeling 4 Selecteer het printermodel. voor klantenondersteuning.
Informatie over de printer Beveiligingswaarschuwingen negeren tijdens softwareinstallatie Toepassingen van derden, waaronder antivirus-, beveiligings- en firewallprogramma's, kunnen meldingen weergeven wanneer de printersoftware wordt geïnstalleerd. Als u de printer wilt gebruiken, moet u toestaan dat de printersoftware wordt geïnstalleerd op de computer. Onderdelen van de printer 8 7 6 5 1 4 W 2 I PRI F NTI NG I 3 Onderdeel 1 Functie • De printer in- en uitschakelen.
3 Onderdeel Functie Wi-Fi-aanduiding Draadloze status controleren: • Uit: dit geeft aan dat er geen draadloze optie beschikbaar is in de printer. • Oranje: dit geeft aan dat de printer gereed is voor draadloze verbinding, maar niet is aangesloten. • Knippert oranje: dit geeft aan dat de printer is geconfigureerd maar niet kan communiceren met het draadloze netwerk.
1 2 3 1 Onderdeel Functie USB-poort De printer rechtstreeks aansluiten op de computer met een USB-kabel. Waarschuwing Raak de USB-poort niet aan wanneer u de USB- of installatiekabel aansluit of losmaakt. 2 Netvoeding De printer aansluiten op een voedingsbron via het netsnoer. 1 Sluit het netsnoer stevig aan op de netvoedingsaansluiting op de printer. 2 Sluit het netsnoer aan op een stopcontact dat eerder voor andere elektrische apparaten is gebruikt. 2 1 3 Druk op 3 als het lampje niet brandt.
Informatie over de printersoftware Printersoftware installeren Windows 1 Sluit alle geopende programma's. 2 Plaats de cd met printersoftware in het cd-rom-station. 3 Klik op Installeren in het installatievenster. 4 Volg de aanwijzingen in de schermen. Macintosh 1 Sluit alle geopende toepassingen. 2 Plaats de cd met printersoftware in het cd-rom-station. 3 Dubbelklik in de Finder op het cd-pictogram dat automatisch wordt weergegeven. 4 Dubbelklik op het pictogram Installeer.
U kunt als volgt de QFE-patch van Microsoft installeren en het stuurprogramma uitpakken: 1 Plaats de cd met installatiesoftware in de computer en klik op Annuleren als de installatiewizard wordt weergegeven. 2 Klik op Computer. 3 Dubbelklik op het pictogram van het cd- of dvd-station en dubbelklik vervolgens op Drivers. 4 Dubbelklik op xps en vervolgens op het document setupxps. De XPS-stuurprogrammabestanden worden gekopieerd naar de computer en de benodigde Microsoft XPSbestanden worden gestart.
Onderdeel Functie LexmarkTM Productivity Studio of Lexmark FastPics • Foto of document scannen, kopiëren, faxen, e-mailen of afdrukken. • Foto's overbrengen. • Fotowenskaarten maken. • Instellingen aanpassen voor de printer. Lexmark Fax Solutions Software • Faxen verzenden. • Faxen ontvangen • Contactpersonen in het interne telefoonboek toevoegen, bewerken of verwijderen. • Het Lexmark Faxconfiguratieprogramma openen.
Er worden tijdens de installatie van de software van de printer ook andere toepassingen geïnstalleerd. Deze toepassingen worden opgeslagen in de printermap in de Finder na de installatie. 1 Dubbelklik in de Finder op de printermap. 2 Dubbelklik op het pictogram van de toepassing die u wilt gebruiken. Onderdeel Functie Lexmark Takencentrum • Documenten en foto's scannen. • Instellingen voor scantaken aanpassen. Lexmark Faxconfiguratieprogramma • Instellingen voor faxtaken aanpassen.
Printer installeren op een draadloos netwerk Compatibiliteit met draadloze netwerken De printer bevat een draadloze IEEE 802.11g-afdrukserver. De printer is compatibel met IEEE 802.11 b/g/n-routers die voldoen aan de Wi-Fi-norm. Als u problemen hebt met een router van het n-type, controleert u bij de fabrikant van de router of de huidige modusinstelling compatibel is met apparaten van het g-type, omdat deze instelling verschilt per routermerk en -model.
Onderdeel Beschrijving SSID (naam van het draadloze netwerk) Beveiligingssleutel (WEP-sleutel of WPA-wachtwoord) Opmerking: Als u de SSID van het netwerk waarop de computer is aangesloten niet weet, start u het hulpprogramma voor de draadloze netwerkadapter van de computer en zoekt u de netwerknaam op.
Hieronder wordt beschreven wat de kleuren van de Wi-Fi-aanduiding betekenen. • Uit: dit kan betekenen dat de printer is uitgeschakeld, de printer voor de eerste keer wordt ingeschakeld, de interne afdrukserver niet is geïnstalleerd of de interne afdrukserver niet correct is aangesloten. Het lampje moet deze status hebben in de volgende gevallen: – Als de printer is uitgeschakeld. – Als de printer in de spaarstand staat.
Draadloze instellingen wijzigen na de installatie U wijzigt als volgt draadloze instellingen van de printer, zoals het geconfigureerde netwerk, de beveiligingssleutel en andere instellingen: Windows 1 Voer een van de volgende handelingen uit: • Windows Vista: klik op . • Windows XP: klik op Start. 2 Klik op Programma's of Alle programma's en selecteer de programmamap van de printer in de lijst. 3 Klik op Extra Lexmark Hulpprogramma voor draadloze configuratie.
Macintosh 1 Plaats de cd met installatiesoftware in de computer. 2 Wacht tot het welkomstvenster wordt weergegeven. Opmerking: als het welkomstvenster niet wordt weergegeven na een minuut, klikt u op het cd-pictogram op het bureaublad. 3 Dubbelklik op Installeer. 4 Volg de aanwijzingen op het scherm om een geconfigureerde printer te installeren op een nieuwe computer.
d Geef het wachtwoord van uw netwerk op in de daarvoor bestemde ruimte zodat u deze bij de hand hebt tijdens het uitvoeren van de draadloze configuratie. Zorg dat u de spelling en hoofdletters exact overneemt. Beveiligingssleutel (als het netwerk beveiligd is) Windows Vista schakelt het ad-hocnetwerk in. Het netwerk wordt weergegeven bij de beschikbare netwerken in het dialoogvenster Verbinding met een netwerk maken. Dit geeft aan dat de computer is geconfigureerd voor het ad-hocnetwerk.
12 Klik op Toevoegen om een ad-hocnetwerk te maken. 13 Voer in het vak Netwerknaam (SSID) de naam in voor het draadloze netwerk. 14 Noteer de netwerknaam zodat u deze bij de hand hebt tijdens het uitvoeren van de draadloze configuratie. Zorg dat u de spelling en hoofdletters exact overneemt. SSID (naam van het draadloze netwerk) 15 Als Netwerkverificatie wordt weergegeven in de lijst, selecteert u Openen. 16 Selecteer WEP in de lijst Gegevenscodering.
25 Wanneer de beschikbare netwerken worden weergegeven, geeft u de netwerknaam en beveiligingsgegevens op die u hebt gemaakt in stap 11-16. Het hulpprogramma configureert de printer voor gebruik met uw computer. 26 Bewaar een kopie van de netwerknaam en de beveiligingsgegevens op een veilige plaats, zodat u deze in de toekomst weer kunt gebruiken. Macintosh 1 Controleer of de computer is ingeschakeld. 2 Maak een netwerknaam. Mac OS X 10.5 a Klik in de Finder op Systeemvoorkeuren. b Klik op Netwerk.
Printer toevoegen aan een bestaand, draadloos ad-hocnetwerk Windows 1 Voer een van de volgende handelingen uit: • Windows Vista: klik op . • Windows XP: klik op Start. 2 Klik op Programma's of Alle programma's en selecteer de programmamap van de printer in de lijst. 3 Klik op Hulpprogramma’s Lexmark Hulpprogramma voor draadloze configuratie. 4 Volg de aanwijzingen in het welkomstvenster. Macintosh 1 Dubbelklik in de Finder op de printermap. 2 Dubbelklik op Lexmark Assistent voor draadloze configuratie.
Voorbeeld van bedraad netwerk • Een computer, laptop en printer worden met Ethernet-kabels aangesloten op een hub, router of switch. • Het netwerk is aangesloten op internet via een DSL- of kabelmodem.
Scenario 2: computer, laptop en printer draadloos aangesloten op internet • Een computer, laptop en een printer zijn draadloos aangesloten op een draadloze router. • Het netwerk is aangesloten op internet via een DSL- of kabelmodem. Internet Scenario 3: computer, laptop en printer draadloos aangesloten zonder internet • Een computer, laptop en een printer zijn draadloos aangesloten op een draadloos toegangspunt (draadloze router). • Het netwerk heeft geen verbinding met internet.
Hoe sluit ik een installatiekabel aan? De installatiekabel moet worden aangesloten op een USB-poort van de computer en op een vierkante aansluiting aan de achterkant van de printer. Met deze verbinding kunt u de printer configureren voor een netwerk of een lokaal aangesloten installatie 1 Sluit de grote rechthoekige aansluiting aan op een USB-poort op uw computer. USB-poorten kunnen aan de voor- of achterkant van de computer zitten en kunnen horizontaal of verticaal zijn geplaatst.
In de volgende tabel worden de kenmerken en de vereisten van de twee draadloze netwerktypen vergeleken.
Wat is een SSID? Een Service Set Identifier (SSID) is de naam waarmee een draadloos netwerk wordt aangeduid. Alle apparaten op het netwerk moeten de SSID kennen van het draadloze netwerk anders kunnen ze niet met elkaar communiceren. Het draadloze netwerk zendt de SSID meestal uit zodat draadloze apparaten in de omgeving verbinding kunnen maken. De SSID wordt soms om veiligheidsredenen niet uitgezonden. Een SSID kan uit maximaal 32 tekens bestaan.
Routers met beveiligingsmogelijkheden beschikken mogelijk over een filterfunctie voor MAC-adressen op netwerken. Hiermee kan een beheerde lijst worden opgesteld van apparaten die netwerktoegang krijgen op basis van hun MAC-adres. Door te filteren op MAC-adressen kunt u voorkomen dat ongewenste apparaten, bijvoorbeeld van indringers op een draadloos netwerk, toegang krijgen tot het netwerk.
Windows Vista: a Klik op . b Klik op Alle programma's Bureau-accessoires. c Klik op Opdrachtprompt. Windows XP en eerder: a Klik op Start. b Klik op Alle programma's of Programma's Bureau-accessoires Opdrachtprompt. 2 Typ ipconfig. 3 Druk op Enter. Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten: 192.168.0.100. Het IP-adres van een computer opzoeken met Macintosh 1 Klik op Systeemvoorkeuren. 2 Klik op Netwerk. Mac OS X 10.5 a Klik op AirPort. b Klik op Geavanceerd.
Wat is een sleutelindex? Een draadloos toegangspunt (draadloze router) kan met maximaal vier WEP-sleutels worden geconfigureerd. Er wordt op het netwerk echter maar één sleutel tegelijkertijd gebruikt. De sleutels zijn genummerd en het nummer van de sleutel wordt de sleutelindex genoemd. Wanneer er meerdere WEP-sleutels geconfigureerd zijn op het draadloze toegangspunt (draadloze router), moeten alle apparaten op het draadloze netwerk geconfigureerd zijn zodat ze dezelfde sleutel gebruiken.
Papier in de printer plaatsen Papier in de printer plaatsen 1 Aandachtspunten: • U gebruikt papier dat geschikt is voor inkjetprinters. • Het papier is niet reeds gebruikt of beschadigd. • U hebt voor speciaal papier de bijbehorende instructies doorgenomen. • U hebt het papier niet te ver in de printer geduwd. 2 Plaats het papier verticaal tegen de rechterzijde van de papiersteun. 3 Schuif de papiergeleider tegen de linkerzijde van het papier.
Maximumaantal 10 opstrijktransfer Aandachtspunten • U hebt de instructies op de verpakking voor het plaatsen van opstrijktransfers gevolgd. • De afdrukzijde van de opstrijktransfers is naar u toe gericht. • De opstrijktransfers zijn tegen de rechterzijde van de papiersteun geplaatst. • De papiergeleider is tegen de linkerrand van de opstrijktransfers geschoven. Opmerking: voor optimale resultaten kunt u het beste één transfer per keer in de printer plaatsen.
Maximumaantal 25 vellen met etiketten Aandachtspunten • U hebt de instructies op de verpakking voor het plaatsen van de etiketvellen gevolgd. • De afdrukzijde van de etiketten is naar u toe gericht. • Er is een marge van minimaal 1 mm tussen de plakrand en de rand van het etiket vel. • U gebruikt volledige etiketvellen. Bij gedeeltelijke vellen (met ontbrekende etiketten) kunnen de etiketten tijdens het afdrukken losraken, waardoor het papier kan vastlopen.
Afdrukken Standaarddocumenten afdrukken Documenten afdrukken 1 Plaats het papier in de printer. 1 2 2 Voer een van de volgende handelingen uit om af te drukken: Windows a Open het gewenste bestand in een Windows-programma en klik op Bestand Afdrukken. b Klik op Eigenschappen, Voorkeuren, Opties of Instellen. c Selecteer de afdrukkwaliteit, het aantal af te drukken exemplaren en de soort papier waarop u wilt afdrukken. Geef ook op hoe u wilt dat de pagina's worden afgedrukt.
1 Plaats papier in de printer. 2 Open een webpagina met een browser die wordt ondersteund. 3 Selecteer een afdrukoptie om de pagina af te drukken. U kunt de instellingen ook aanpassen of de afdrukinstellingen bekijken voordat u gaat printen. Meerdere exemplaren van een document afdrukken Windows 1 Open het gewenste bestand en klik op Bestand Afdrukken. 2 Klik op Eigenschappen, Voorkeuren, Opties of Instellen.
Macintosh 1 Open het gewenste bestand en klik op Archief Druk af. 2 Geef het aantal exemplaren dat u wilt afdrukken op in het gedeelte Aantal exemplaren en klik op Sorteren. 3 Klik op Afdrukken. Opmerking: Verwijder de afzonderlijke foto's zodra ze uit de printer komen en laat de foto's drogen voordat u ze op elkaar legt. Hiermee voorkomt u vlekken op de foto's. Laatste pagina eerst afdrukken (omgekeerde paginavolgorde) Windows 1 Open het gewenste bestand en klik op Bestand Afdrukken.
3 Selecteer N per vel in de keuzelijst Indeling op het tabblad Geavanceerd. 4 Selecteer hoeveel paginabeelden op één pagina moeten worden afgedrukt. Selecteer Paginaranden afdrukken als u een rand wilt afdrukken om elke pagina. 5 Klik op OK om alle geopende dialoogvensters van de printersoftware te sluiten. 6 Klik op OK of Afdrukken. Macintosh 1 Open het gewenste bestand en klik op Archief Druk af. 2 Selecteer Lay-out in het voorgrondmenu met afdrukopties.
Macintosh 1 Terwijl het document wordt afgedrukt, klikt u op het printerpictogram in het Dock. Het wachtrijvenster wordt weergegeven. 2 Voer een van de volgende handelingen uit: • Als u een bepaalde afdruktaak wilt onderbreken, selecteert u de documentnaam en klikt u op Stel uit. • Als u alle afdruktaken in de wachtrij wilt onderbreken, klikt u op Stop printer of Stop afdruktaken, afhankelijk van de versie van het besturingssysteem dat u gebruikt.
d Selecteer in de lijst Papierformaat het formaat van de enveloppen. Opmerking: als u af wilt drukken op een envelop met een aangepast formaat, selecteert u Aangepast formaat en bepaalt u de hoogte en de breedte van de envelop. e Selecteer de afdrukstand Staand of Liggend. f Klik op OK om alle geopende dialoogvensters van de printersoftware te sluiten. g Klik op OK of Afdrukken. Macintosh a Pas zo nodig de instellingen aan in het dialoogvenster Pagina-instelling.
b Pas zo nodig de instellingen aan in het dialoogvenster Druk af. 1 Open het gewenste document en klik op Archief Druk af. 2 Selecteer de printer die u wilt gebruiken in het voorgrondmenu Printer. 3 Selecteer Kwaliteit & media in het voorgrondmenu met afdrukopties. 4 Selecteer in het voorgrondmenu Papier de gewenste papiersoort.
d Dubbelklik in het linkerdialoogvenster op een aangepast formaat Zonder titel en voer een naam in voor het door u ingestelde aangepaste papierformaat. e Klik op OK. 4 Open het voorgrondmenu Papierformaat opnieuw en selecteer de naam van het aangepaste papierformaat dat is toegevoegd in stap 3d. 5 Klik op Druk af.
Opmerkingen: • Als u de opgeslagen afdrukinstellingen wilt ophalen, klikt u op Profielen Profiel terugzetten en selecteert u vervolgens de naam van het profiel dat u wilt gebruiken. • Klik op Profielen Profielen verwijderen als u een instelling wilt verwijderen. Selecteer de instelling die u wilt verwijderen en klik op Verwijderen. Macintosh Met het voorgrondmenu Voorinstellingen kunt u veelgebruikte afdrukinstellingen opslaan.
Werken met foto's Aanbevolen papiersoorten gebruiken Als u foto's of andere afbeeldingen van hoge kwaliteit afdrukt, moet u Lexmark fotopapier of Lexmark PerfectFinishTM fotopapier gebruiken voor de beste resultaten. Foto's afdrukken Foto's afdrukken vanaf een cd of verwisselbaar opslagapparaat dat is aangesloten op de computer Windows 1 Plaats fotopapier in de printer met de glanzende zijde of afdrukzijde naar u toe.
e Selecteer in hetzelfde voorgrondmenu de optie Kwaliteit & media. • Selecteer in het voorgrondmenu Papiersoort de soort papier die u gebruikt. • Kies in het gedeelte Afdrukkwaliteit Automatisch of Foto. f Klik op Druk af. 5 Verwijder de cd of het opslagapparaat.
Printer onderhouden Inktcartridges onderhouden Inktcartridges installeren 1 Open de toegangsklep en druk op de hendels van de houder van de inktcartridge. W I PRIN F TING W I I PRIN F TING I 2 Verwijder de gebruikte inktcartridge of inktcartridges uit de printer. 3 Als u nieuwe inktcartridges installeert, verwijdert u de tape van de achter- en onderkant van de zwarte inktcartridge, plaatst u de cartridge in de linkerhouder en sluit het deksel van de houder van de zwarte inktcartridge.
5 Sluit de toegangsklep. W I PRIN F TING I Opmerking: De printer moet zijn gesloten als u een nieuwe afdruktaak wilt starten. Gebruikte inktcartridges verwijderen 1 Controleer of de printer is ingeschakeld. 2 Open de toegangsklep en druk de klep van de cartridgehouder naar beneden om het deksel van de cartridgehouder te openen. De cartridgehouder wordt naar de laadpositie verplaatst, tenzij de printer actief is.
Ga als volgt te werk als u denkt dat u een originele nieuwe Lexmark inktcartridge hebt aangeschaft, maar het bericht Originele Lexmark inkt op toch verschijnt: 1 Klik op Meer informatie in het bericht. 2 Klik op Niet-Lexmark inktcartridge rapporteren. Ga als volgt te werk als u wilt voorkomen dat het bericht nogmaals wordt weergegeven voor de aangegeven cartridge (s): • Vervang de cartridge(s) door nieuwe Lexmark inktcartridge(s).
4 Klik op Afdrukken. 5 Volg de aanwijzingen op het scherm. 6 Als de afdrukkwaliteit niet is verbeterd, veegt u de spuitopeningen en contactpunten van de inktcartridges schoon. Macintosh 1 Plaats normaal papier in de printer. 2 Dubbelklik in de Finder op de printermap. 3 Dubbelklik op het pictogram van het Printerhulpprogramma. 4 Klik op het tabblad Onderhoud op Spuitopeningen reinigen. Er wordt een pagina afgedrukt, waarbij inkt door de spuitopeningen wordt geperst om deze te reinigen.
4 Houd een ander schoon gedeelte van de doek ongeveer drie seconden tegen de contactpunten en veeg de contactpunten voorzichtig schoon in de aangegeven richting. 5 Herhaal stappen 3 en 4 met een ander schoon gedeelte van de doek en laat vervolgens de spuitopeningen goed drogen. 6 Plaats de inktcartridge(s) terug in de printer en druk het document nogmaals af. 7 Als de afdrukkwaliteit niet verbetert, kunt u proberen de spuitopeningen schoon te vegen en het document nogmaals af te drukken.
4 Veeg alleen de buitenkant van de printer schoon. Verwijder hierbij eventuele inktresten die zijn achtergebleven op de papieruitvoerlade. Let op—Kans op beschadiging: als u een vochtige doek gebruikt om de binnenkant van de printer te reinigen, kan de printer beschadigd raken. 5 Zorg ervoor dat de papiersteun en papieruitvoerlade droog zijn voordat u een nieuwe afdruktaak start.
Onderdeel Artikelnummer Gemiddeld cartridgerendement voor normale pagina's is maximaal1 Foto-inktcartridge 31 Niet van toepassing 1 Waarden op basis van doorlopend afdrukken. Vastgestelde rendementswaarde conform ISO/IEC 24711. 2 Retourneerprogramma voor cartridges met licentie Papier en andere supplies bestellen Als u supplies wilt aanschaffen of een leverancier bij u in de buurt wilt zoeken, kunt u onze website bezoeken op www.lexmark.com.
Problemen oplossen Software voor oplossen van printerproblemen gebruiken (alleen voor Windows) Het Lexmark Servicecentrum voorziet in help bij het stap voor stap oplossen van problemen en bevat snelkoppelingen naar printeronderhoudstaken en klantenondersteuning. U kunt het Lexmark Servicecentrum op een van de volgende manieren openen: Methode 1 Methode 2 Klik op de snelkoppeling Gebruik voor aanvullende ondersteuning het Lexmark servicecetrum als het wordt weergegeven in een foutmelding.
6 Sluit het netsnoer aan op een stopcontact dat eerder voor andere elektrische apparaten is gebruikt. 7 Druk op om de printer aan te zetten. Software is niet geïnstalleerd Als u problemen hebt ondervonden tijdens de installatie of wanneer de printer wordt niet weergegeven in de map Printers of als printeroptie bij het verzenden van een afdruktaak, kunt u de software verwijderen en opnieuw installeren. Er zijn een paar andere oplossingen.
5 Dubbelklik op het pictogram van het cd- of dvd-station. 6 Dubbelklik zo nodig op setup.exe. 7 Volg de aanwijzingen op het scherm om de software te installeren. 8 Nadat de installatie is voltooid, schakelt u de beveiligingssoftware weer in. Pagina wordt niet afgedrukt Dit zijn mogelijke oplossingen. Probeer een of meer van de volgende oplossingen: CONTROLEER DE BERICHTEN Als er een foutbericht wordt weergegeven, moet u de fout verhelpen voor u opnieuw afdrukt.
Windows Vista: a Klik op . b Klik op Configuratiescherm. c Klik op Printer bij Hardware en geluid. Windows XP: a Klik op Start. b Klik op Printers en faxapparaten. Windows 2000: a Klik op Start. b Klik op Instellingen Printers. 2 Dubbelklik op de printer. 3 Klik op Printer. • Controleer of de optie Afdrukken onderbreken is uitgeschakeld. • Als er geen vinkje verschijnt naast Als standaardprinter instellen, moet u de printer selecteren voor elk bestand dat u wilt afdrukken. Macintosh Mac OS X 10.
• Als de naam van de printer niet vet wordt weergegeven, is deze niet ingesteld als standaardprinter. U moet de printer selecteren voor elk bestand dat u wilt afdrukken. Als u de printer wilt instellen als standaardprinter: a Ga terug naar het dialoogvenster met de printerlijst en selecteer de printer. b Klik op Maak standaard. MAAK DE NETVOEDING LOS EN SLUIT DEZE OPNIEUW AAN 1 Druk op om de printer uit te zetten. 2 Trek de stekker van het netsnoer van de printer uit het stopcontact.
Software verwijderen en opnieuw installeren Als de printer niet juist werkt of als er een foutbericht over communicatie wordt weergegeven wanneer u de printer gebruikt, moet u wellicht de printersoftware verwijderen en opnieuw installeren. Windows 1 Voer een van de volgende handelingen uit: • Windows Vista: klik op . • Windows XP: klik op Start. 2 Klik op Programma's of Alle Programma's en selecteer de programmamap van de printer in de lijst. 3 Kies Installatie ongedaan maken.
3 Selecteer de printerfamilie. 4 Selecteer het printermodel. 5 Selecteer het besturingssysteem. 6 Selecteer het bestand dat u wilt downloaden en volg de aanwijzingen op het scherm. USB-poort activeren in Windows U controleert als volgt of de USB-poort is geactiveerd op de computer: 1 Voer een van de volgende handelingen uit: Windows Vista: a Klik op Configuratiescherm. b Klik op Systeem en onderhoud Systeem. c Klik op Apparaatbeheer. Windows XP: a Klik op Start.
5 Druk op terwijl u 6 Als het lampje ingedrukt houdt. blijft branden, laat u los. De netwerkconfiguratiepagina wordt afgedrukt. Controlelijst voor problemen met draadloze netwerken oplossen Controleer het volgende voordat u begint met problemen met draadloze netwerken oplossen: • De netvoeding is aangesloten op de printer en brandt. • Uw SSID is juist. Druk een netwerkconfiguratiepagina af om het SSID die de printer gebruikt te controleren.
Draadloze configuratie wordt niet voortgezet nadat de USB-kabel is aangesloten Controleer de USB-kabel Als de configuratiesoftware de draadloze configuratie van uw printer niet voortzet nadat u de USB-kabel hebt aangesloten, is er mogelijk een probleem met de kabel. Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Controleer of de USB-kabel niet is beschadigd. Gebruik een nieuwe USB-kabel als er zichtbare schade is aan de kabel. • Sluit de kabel rechtstreeks aan op de printer en de computer.
Kan niet afdrukken met draadloze netwerkprinter Als u problemen hebt ondervonden tijdens de installatie of wanneer de printer wordt niet weergegeven in de map Printers of als printeroptie bij het verzenden van een afdruktaak, kunt u de software verwijderen en opnieuw installeren. Dit zijn mogelijke oplossingen.
5 Noteer de SSID, het beveiligingstype en de beveiligingssleutels, als deze worden weergegeven. Opmerking: Noteer de gegevens nauwkeurig, inclusief eventuele hoofdletters. 6 Bewaar de SSID en de beveiligingssleutels op een veilige plaats, zodat u deze in de toekomst weer kunt gebruiken. Macintosh gebruiken met een AirPort-basisstation Mac OS X 10.5 1 Klik in de Finder op Systeemvoorkeuren. 2 Klik op Netwerk. 3 Klik op AirPort.
2 Geef uw gebruikersnaam en wachtwoord op als hiernaar wordt gevraagd. 3 Klik op OK. 4 Klik op de hoofdpagina op Draadloos of een andere optie waar de instellingen worden opgeslagen. De SSID wordt weergegeven. 5 Noteer de SSID, het beveiligingstype en de beveiligingssleutels, als deze worden weergegeven. Opmerkingen: • Noteer de gegevens nauwkeurig, inclusief eventuele hoofdletters. • Bewaar de SSID en de beveiligingssleutels op een veilige plaats, zodat u deze in de toekomst weer kunt gebruiken.
Kan niet afdrukken en er is een firewall aanwezig op de computer Firewalls van derden (niet van Microsoft) kunnen de werking van draadloos afdrukken beïnvloeden. Als de printer en de computer op de juiste manier geconfigureerd zijn, het draadloze netwerk correct werkt en de printer niet draadloos wil afdrukken, zou een firewall het probleem kunnen zijn.
SELECTEER DE DRAADLOZE PRINTER Als u de printer eerder als lokaal aangesloten printer hebt geconfigureerd, moet u wellicht de draadloze printer selecteren om de printer draadloos te gebruiken. 1 Voer een van de volgende handelingen uit: Windows Vista: a Klik op Configuratiescherm. b Klik op Printer bij Hardware en geluid. Windows XP: • Click Start Printers en faxapparaten. 2 Controleer of er een printer met de naam Kopie 1 in de map staat.
Wi-Fi-aanduiding knippert oranje tijdens de installatie (alleen voor Windows) Als de Wi-Fi-aanduiding oranje knippert tijdens de installatie, geeft dit aan dat de printer is geconfigureerd voor gebruik op een draadloos netwerk, maar geen verbinding kan maken met het netwerk waarvoor de printer is geconfigureerd. De printer kan wellicht geen verbinding maken met het netwerk vanwege een storing, de afstand tot het draadloze toegangspunt (draadloze router) of omdat de instellingen zijn gewijzigd.
Als uw netwerk niet is beveiligd, hebt u geen beveiligingssleutel. Een draadloos netwerk gebruiken zonder beveiliging wordt niet aangeraden omdat indringers zonder uw goedkeuring uw netwerkbronnen kunnen gebruiken. CONTROLEER HET MAC-ADRES Als op het netwerk een filter voor MAC-adressen wordt gebruikt, moet u het MAC-adres van de printer opgeven.
b Selecteer de juiste verbinding in het overzicht. Opmerking: Als de computer is verbonden met het toegangspunt (router) via een Ethernet-kabel, mag de naam van de verbinding niet het woord 'draadloos' bevatten. c Klik met de rechtermuisknop op de verbinding en kies Herstellen. VOER HET HULPPROGRAMMA VOOR DRAADLOZE INSTALLATIE OPNIEUW UIT Als de draadloze instellingen zijn gewijzigd, moet u het hulpprogramma opnieuw uitvoeren.
VERPLAATS HET DRAADLOZE TOEGANGSPUNT OM STORING TE VERMINDEREN Er kan een tijdelijke storing worden veroorzaakt door andere apparatuur zoals magnetrons of andere apparaten, draadloze telefoons, babyfoons en camera's van beveiligingssystemen. Controleer of het draadloze toegangspunt niet te dicht bij deze apparaten is geplaatst. PROBEER DE EXTERNE ANTENNES AAN TE PASSEN Antennes werken meestal het beste als ze naar boven zijn gericht.
c Klik op AirPort. Controleer de status. AirPort moet zijn ingeschakeld. Als dit niet het geval is, klikt u op Schakel AirPort in. De statusaanduiding van AirPort moet ook groen zijn. Groen betekent dat de poort actief is (ingeschakeld) en is aangesloten. Opmerkingen: • Geel betekent dat de poort actief is, maar niet aangesloten. • Rood betekent dat de poort niet is ingesteld. d Klik op Geavanceerd. e Klik op TCP/IP. • Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten: 192.168.0.100.
VOER HET HULPPROGRAMMA VOOR DRAADLOZE INSTALLATIE OPNIEUW UIT 1 Dubbelklik in de Finder op de printermap. 2 Dubbelklik op Lexmark Assistent voor draadloze configuratie. 3 Volg de aanwijzingen op het scherm. Wi-Fi-aanduiding brandt nog steeds oranje Wanneer de WiFi-aanduiding oranje brandt, kan dit aangeven dat de printer: • wordt geconfigureerd voor gebruik op een draadloos netwerk; • niet is geconfigureerd in de infrastructuurmodus; • moet worden geconfigureerd voor de ad-hocmodus.
VERPLAATS UW PRINTER Plaats de printer dichter bij het draadloze toegangspunt (draadloze router). Hoewel de mogelijke afstand tussen apparaten in 802.11b- of 802.11g-netwerken 90 meter is, is het maximale bereik voor optimale prestaties meestal 30-46 meter. CONTROLEER HET MAC-ADRES Als op het netwerk een filter voor MAC-adressen wordt gebruikt, moet u het MAC-adres van de printer opnemen in de filterlijst voor MAC-adressen. U kunt de printer dan gebruiken op het netwerk.
Kennisgevingen Productinformatie Productnaam: Lexmark Z2400 Series Apparaattype: 4116 Model(len): W01 Uitgavebericht Januari 2008 De volgende alinea is niet van toepassing op landen waar de voorwaarden strijdig zijn met de nationale wetgeving: LEXMARK INTERNATIONAL, INC., LEVERT DEZE PUBLICATIE ALS ZODANIG ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE, NOCH IMPLICIET, NOCH EXPLICIET, INCLUSIEF MAAR NIET BEPERKT TOT DE IMPLICIETE GARANTIES VAN VERHANDELBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL.
Handelsmerken Lexmark en Lexmark met het diamantlogo zijn gedeponeerde handelsmerken van Lexmark International, Inc. in de Verenigde Staten en/of andere landen. PerfectFinish is een handelsmerk van Lexmark International, Inc. Andere handelsmerken zijn eigendom van hun respectieve houders. Kennisgevingen over licenties Het volgende document kunt u weergeven vanuit de map \Drivers\XPS op de cd met installatiesoftware: Zopen.PDF.
Een verklaring waarin staat dat het product voldoet aan de veiligheidseisen van de EG-richtlijnen kan worden verkregen bij de Director of Manufacturing and Technical Support, Lexmark International, S. A., Boigny, Frankrijk. De volgende beperkingen zijn van kracht: Land/regio Beperking Alle landen/regio's Dit product is alleen bedoeld voor gebruik binnenshuis. Dit product mag niet buiten worden gebruikt. L'Italia Si fa presente inoltre che l'uso degli apparati in esame è regolamentato da: • D.Lgs 1.8.
Lietuvių Šiuo Lexmark International, Inc. deklaruoja, kad šis produktas atitinka esminius reikalavimus ir kitas 1999/5/EB direktyvos nuostatas. Malti Bil-preżenti, Lexmark International, Inc., jiddikjara li dan il-prodott huwa konformi mal-ħtiġijiet essenzjali u ma dispożizzjonijiet oħrajn relevanti li jinsabu fid-Direttiva 1999/5/KE. Nederlands Hierbij verklaart Lexmark International, Inc.
Het AEEA-logo geeft aan dat er in de Europese Unie specifieke programma's en procedures zijn voor het hergebruiken van elektronische producten. Wij moedigen het hergebruiken van onze producten aan. Als u meer vragen hebt over de mogelijkheden voor hergebruik, bezoekt u de Lexmark website op www.lexmark.com voor het telefoonnummer van uw lokale verkoopafdeling. Verwijdering van het product Gooi de printer of onderdelen niet weg met het huishoudelijke afval.
Waarden kunnen gewijzigd worden. Zie www.lexmark.com voor de huidige waarden. Spaarstand Dit product heeft een energiebesparende modus die Spaarstand wordt genoemd. Deze spaarstand is gelijk aan de EPA-slaapstand. In de spaarstand wordt energie bespaard door het stroomverbruik te verlagen tijdens langere perioden waarin het apparaat niet actief is. De spaarstand wordt automatisch ingeschakeld wanneer het product gedurende een vooraf ingestelde periode (time-out voor spaarstand) niet wordt gebruikt.
LICENTIEOVEREENKOMST VOOR LEXMARK SOFTWARE Deze Licentieovereenkomst voor software ('Licentieovereenkomst') is een rechtsgeldige overeenkomst tussen u (een individu of een rechtspersoon) en Lexmark International, Inc.
c Voorbehoud van rechten. Het Softwareprogramma, inclusief alle lettertypen, is auteursrechtelijk beschermd en eigendom van Lexmark International, Inc. en/of zijn leveranciers. Alle rechten die niet expliciet worden verleend aan u in deze Licentieovereenkomst, zijn voorbehouden aan Lexmark. d Freeware.
9 BEPERKING VAN AANSPRAKELIJKHEID.
16 EXPORTBEPERKINGEN. U mag niet (a) het Softwareprogramma of enig direct afgeleid product daarvan aanschaffen, verzenden, overdragen of herexporteren als hierbij de toepasselijke exportwetgeving wordt geschonden of (b) toestaan dat het Softwareprogramma wordt gebruikt voor doeleinden die zijn verboden in dergelijke exportwetgeving, inclusief maar niet beperkt tot het verspreiden van nucleaire, chemische of biologische wapens. 17 INSTEMMING MET CONTRACT IN ELEKTRONISCHE VORM.
Verklarende woordenlijst voor netwerken ad-hocmodus Een instelling voor een draadloos apparaat waarmee het rechtstreeks kan communiceren met andere draadloze apparaten zonder een toegangspunt of router. ad-hocnetwerk Een draadloos netwerk dat geen toegangspunt gebruikt. AutoIP-adres Een IP-adres dat automatisch wordt toegewezen door een netwerkapparaat. Als het apparaat is ingesteld op DHCP, maar er geen DHCP-server beschikbaar is, kan er een AutoIP-adres worden toegewezen door het apparaat.
netwerkadapter/-kaart Een apparaat waarmee computers of printers met elkaar kunnen communiceren via een netwerk. netwerkhub Een apparaat waarmee meerdere apparaten met elkaar verbonden kunnen worden op een bedraad netwerk. netwerknaam Zie “SSID (Service Set Identifier)” op pagina 87 persoonlijke naam van een printer De naam die u hebt toegewezen aan de printer zodat u en anderen deze kunnen herkennen op het netwerk.
Index A C aan/uit-knop brandt niet 55 aangepast papierformaat, afdrukken 43 aangepast papierformaat, plaatsen 43 ad-hocnetwerk, draadloos maken 21 printer toevoegen 25 afdrukinstellingen opslaan en verwijderen 44 afdrukken aangepast papierformaat 43 documenten 37 enveloppen 41 etiketten 42 foto's afdrukken vanaf een verwisselbaar opslagapparaat verbonden met de computer 46 foto's vanaf cd met de computer 46 foto's vanaf digitale camera die verbonden is met de computer 46 laatste pagina eerst 39 meerdere e
foto's afdrukken foto's vanaf digitale camera die verbonden is met de computer 46 van een flashstation dat verbonden is met een computer. 46 van een geheugenkaart die verbonden is met een computer.
Servicecentrum 55 problemen oplossen met draadloze apparaten printer kan geen verbinding maken met draadloos netwerk 64 Wi--Fi-aanduiding brandt nog steeds oranje 74 Wi-Fi-aanduiding brandt niet 67 Wi-Fi-aanduiding knippert oranje 69, 71 wijzigen, draadloze instellingen na de installatie (Mac) 20 wijzigen, draadloze instellingen na de installatie (Windows) 20 problemen oplossen, installatie aan/uit-knop brandt niet 55 pagina wordt niet afgedrukt 57 software is niet geïnstalleerd 56 publicaties, zoeken 8 R