Lexmark Z53 Color Jetprinter Gebruikershandleiding voor Windows 95 en 98
Eerste uitgave (Februari 2001) De volgende alinea is niet van toepassing op landen waar deze voorwaarden strijdig zijn met de nationale wetgeving: LEXMARK INTERNATIONAL, INC. LEVERT DEZE PUBLICATIE IN DE STAAT WAARIN DEZE VERKEERT, ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE, NOCH IMPLICIET, NOCH EXPLICIET, INCLUSIEF MAAR NIET BEPERKT TOT DE IMPLICIETE GARANTIES VAN VERHANDELBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL.
Inhoudsopgave Inhoudsopgave Basisafdrukmogelijkheden 1 Stap 1: Papier in de invoerlade plaatsen 2 Stap 2: Printereigenschappen instellen 5 Stap 3: Het document afdrukken 8 Geavanceerde afdrukmogelijkheden 9 Dubbelzijdig afdrukken 9 Hand-outs afdrukken 12 Brochures afdrukken 15 Posters afdrukken 18 Onderhoud van de printer 21 Printerbeheer 21 Cartridges installeren of vervangen 22 De afdrukkwaliteit verbeteren 23 Problemen oplossen 27 De printer drukt langzaam of niet af 28 Het papier wordt verkeerd ingevo
Bijlage 35 Afdrukken uit DOS 35 Kennisgevingen over elektronische emissie 35 Energy Star 35 Veiligheidsvoorschrif-ten 36 Register 37 • • • • iv •
Basisafdrukmogelijkheden In deze handleiding wordt beschreven hoe u de printer kunt gebruiken met Windows 95 en Windows 98. Voor andere besturingssystemen is andere informatie beschikbaar: • Windows NT 4.0 of Windows 2000: klik op de knop Gebruikershandleiding op de cd-rom met printersoftware voor Windows. • Macintosh OS 8.6 of hoger: klik op het pictogram Gebruikershandleiding in de map Lexmark Z53 op het bureaublad.
Stap 1: Papier in de invoerlade plaatsen U kunt maximaal 100 vellen papier (afhankelijk van de dikte) in de printer plaatsen. 1 Plaats het papier tegen de rechterkant van de automatische papierinvoer met de afdrukzijde naar u toe. Papiersoortmarkeringen Papierinvoer 2 Druk de ontgrendelingslip en de papiergeleider in en schuif de papiergeleider tegen de rand van het papier.
Volg deze richtlijnen bij het plaatsen van speciaal papier: Maximumaantal: Aandachtspunten: 10 enveloppen • Plaats de afdrukzijde naar u toe. • Plaats de enveloppen verticaal tegen de rechterzijde van de papierinvoer met de papiergeleider tegen de rand van de enveloppen. • De plaats voor de postzegel moet linksboven liggen. 10 wens-, brief-, index- of fotokaarten • Plaats de afdrukzijde naar u toe.
Maximumaantal: Aandachtspunten: 100 vellen aangepast papier • Plaats het papier met de afdrukzijde naar u toe en de papiergeleider tegen de rand van het papier. • Houd rekening met de volgende minimum- en maximumafmetingen voor het papier: - Breedte: 76 t/m 216 mm - Hoogte: 127 t/m 432 mm 25 opstrijk-transfers • Plaats de opstrijk-transfers in de printer volgens de instructies op de verpakking. • Schuif de papiergeleider tegen de rand van de opstrijktransfers.
De printersoftware bestaat uit verschillende toepassingen waarmee u eenvoudig afdruktaken kunt uitvoeren. Een van deze toepassingen is Printereigenschappen (Eigenschappen voor Lexmark Z53). Printereigenschappen bestaat uit vier tabbladen: Papier, Document/kwaliteit, Geavanceerd en Taakvoltooiing. Elk tabblad bevat opties voor het instellen van de printer en de printersoftware. Printereigenschappen openen Het venster Printereigenschappen kan vanuit vrijwel elke toepassing worden geopend.
Functies van de tabbladen Tabblad Papier: • Het papierformaat en de afdrukstand instellen • Het aantal af te drukken exemplaren instellen • Omgekeerde afdrukvolgorde instellen voor het document (de eerste pagina van het document ligt bovenop de stapel in de uitvoerlade) • Afgedrukte exemplaren sorteren Tabblad Taakvoltooiing: • Hand-outs afdrukken • Posters afdrukken • Brochures afdrukken • Documenten dubbelzijdig afdrukken • • 6 • Hoofdstuk 1 • • Tabblad Document/kwaliteit: • Kleurinstellingen kiezen v
Tijdens de installatie van de printersoftware zijn de opties in Printereigenschappen ingesteld op de standaardwaarden. Deze standaardinstellingen kunnen worden gebruikt voor het afdrukken op de meeste gewone papiersoorten. Raadpleeg de volgende tabel als u de printerinstellingen wilt wijzigen voor het afdrukken op speciaal papier: Speciaal papier: Tabblad in Printereigenschappen: Instellingen: Enveloppen Papier Selecteer het juiste envelopformaat in het vak Papierformaat.
Speciaal papier: Tabblad in Printereigenschappen: Instellingen: Kettingpapier Papier Selecteer Kettingpapier A4 of Kettingpapier Letter in de lijst met Papierformaten. Aangepast papier Papier Selecteer Aangepast in de lijst met Papierformaten. Geef de afmetingen van het aangepaste papier op. Zie “Speciaal papier in de printer plaatsen"op pagina 3 voor meer informatie. Opstrijk-transfers Document/kwaliteit Selecteer opstrijk-transfers in het vak Papiersoort.
Geavanceerde afdrukmogelijkheden De printer beschikt over de volgende geavanceerde afdrukmogelijkheden: • • • • Dubbelzijdig afdrukken (zie het volgende gedeelte) Hand-outs afdrukken (zie pagina 12) Brochures afdrukken (zie pagina 15) Posters afdrukken (zie pagina 18) Dubbelzijdig afdrukken U kunt met de Lexmark printer afdrukken op beide zijden van een vel papier. Deze functie is handig voor het afdrukken van brochures of als u papier wilt besparen.
Stap 2: Printereigenschappen instellen voor dubbelzijdig afdrukken 1 Open Printereigenschappen. Zie pagina 5 voor meer informatie. 2 Stel de afdrukstand en het papierformaat in: a Klik op de tab Papier. b Selecteer de juiste instelling bij Papierformaat. c Stel de afdrukstand in op Staand of Liggend. 3 Stel Printereigenschappen in voor dubbelzijdig afdrukken: a Klik op de tab Taakvoltooiing. b Selecteer Dubbelzijdig afdrukken.
1 Kies Afdrukken in het menu Bestand van de toepassing. De oneven pagina's worden eerst afgedrukt. 2 Als de eerste zijde van de dubbelzijdige afdruktaak is afgedrukt, wordt u gevraagd het papier opnieuw in de printer te plaatsen. a Wanneer de eerste zijde van de afdruktaak is voltooid, pakt u de hele stapel papier uit de printer. b Draai de stapel papier om. c Plaats de stapel papier en de instructiepagina opnieuw in de printer met de bedrukte zijde van u af en de pijl naar beneden.
Hand-outs afdrukken U kunt papier besparen door hand-outs of meerdere paginaafbeeldingen op één vel papier af te drukken. Vier paginaafbeeldingen op één vel papier. Stap 1: Papier in de invoerlade plaatsen Plaats maximaal 100 vellen papier tegen de rechterkant van de papierinvoer. Zie pagina 2 voor meer informatie. Stap 2: Printereigenschappen instellen U kunt hand-outs afdrukken op een of op beide zijden van een vel papier. 1 Open Printereigenschappen. Zie pagina 5 voor meer informatie.
a Klik op de tab Taakvoltooiing. b Selecteer Hand-out. In de afbeelding zijn drie Staande paginaafbeeldingen zichtbaar, met Paginaranden. c Geef bij N per vel op hoeveel paginaafbeeldingen per vel moeten worden afgedrukt. d Selecteer de optie Paginaranden afdrukken als u wilt dat er randen worden afgedrukt rond elke paginaafbeelding. Geavanceerde afdrukmogelijkheden 4 Stel Printereigenschappen in voor het afdrukken van hand-outs. De afbeelding geeft weer welke instelling u hebt gekozen.
Stap 3: De hand-outs afdrukken 1 Kies Afdrukken in het menu Bestand van de toepassing. 2 Klik in het dialoogvenster Afdrukken op OK of Afdrukken (afhankelijk van de toepassing). • Als u de hand-outs enkelzijdig gaat afdrukken, gaat u verder met stap 5. • Als u de hand-outs dubbelzijdig gaat afdrukken, gaat u verder met het afdrukken van de tweede zijde van de handouts. 3 Als de eerste zijde van de hand-outs is afgedrukt, wordt u gevraagd het papier opnieuw in de printer te plaatsen.
Brochures afdrukken Stap 1: Papier in de invoerlade plaatsen Plaats maximaal 100 vellen papier tegen de rechterkant van de papierinvoer. Zie pagina 2 voor meer informatie. Stap 2: Printereigenschappen instellen 1 Selecteer het juiste papierformaat in de toepassing. U kunt de volgende papierformaten kiezen voor het afdrukken van brochures: • A4 • A5 • Statement • Letter 2 Open Printereigenschappen. Zie pagina 5 voor meer informatie. 3 Klik op de tab Taakvoltooiing. 4 Selecteer Brochure.
Stap 3: De brochure afdrukken 1 Kies Afdrukken in het menu Bestand van de toepassing. 2 Klik in het dialoogvenster Afdrukken op OK of Afdrukken (afhankelijk van de toepassing). 3 Als de eerste zijde van de hand-out is afgedrukt, wordt u gevraagd het papier opnieuw in de printer te plaatsen. a Pak de hele stapel papier uit de printer zodra de eerste zijde van de afdruktaak is voltooid. b Draai de stapel papier om.
Een brochure samenstellen Vijf bundels die gestapeld een brochure vormen. 1 Neem de eerste bundel uit de papieruitvoer, vouw deze dubbel en leg de bundel opzij. 2 Neem de volgende bundel, vouw deze dubbel en leg de bundel boven op de eerste. 3 Leg de overige bundels gevouwen op de stapel tot de brochure compleet is. 4 Bind de bundels in. Geavanceerde afdrukmogelijkheden Geavanceerde afdrukmogelijkheden Wanneer het document is afgedrukt, voegt u de bundels samen en bindt u de brochure in.
Posters afdrukken Met de printersoftware kunt u het formaat van een af te drukken document vergroten. U kunt bijvoorbeeld een foto vergroten tot een poster. Een enkele pagina vergroot tot een poster van negen pagina's. Opmerking: Met de posteroptie kan een enkele pagina worden afgedrukt als een poster van 4, 9 of 16 pagina's. Stap 1: Papier in de invoerlade plaatsen Plaats maximaal 100 vellen papier tegen de rechterkant van de papierinvoer. Zie pagina 2 voor meer informatie.
Stap 3: De poster afdrukken en samenstellen Opmerking: Sla het volgende deel over als u specifieke pagina's van de poster opnieuw moet afdrukken. 3 Verwijder van elke pagina de witte randen aan één lange en één korte zijde. Verwijder, bijvoorbeeld, de witte rand van de boven- en de linkerzijde van elke pagina. Pagina's met witte randen verwijderd aan twee zijden. Witte randen verwijderd. Witte randen niet verwijderd.
Afdrukpagina's selecteren Het is mogelijk specifieke pagina's van een poster opnieuw af te drukken. U drukt als volgt specifieke pagina's af: 1 Klik op de tab Taakvoltooiing en selecteer Afdrukpagina's selecteren. 2 Ga in het dialoogvenster Afdrukpagina's selecteren als volgt te werk: In het voorbeeld is slechts één deel geselecteerd om opnieuw te worden afgedrukt. Klik op Alles selecteren om alle delen te selecteren. Klik vervolgens op de delen die u niet wilt afdrukken.
Onderhoud van de printer Printerbeheer Met Printerbeheer kunt u de printer beheren en cartridges installeren of vervangen. U opent als volgt Printerbeheer via het menu Start: 1 Kies Programma’s. 2 Kies Lexmark Z53 Series. 3 Klik op Lexmark Z53 Printerbeheer.
Cartridges installeren of vervangen 1 Controleer of het aan/uit-lampje brandt. Aan/uitlampje Papierinvoerlampje 2 Open de voorklep. Als de printer niet bezig is, beweegt de cartridgehouder zich naar de laadpositie. Voorklep Cartridgehouder in de laadpositie 3 Verwijder de kleurencartridge. Gooi de oude cartridge weg of berg deze op.
Onderhoud van de printer 5 Klik op Cartridges installeren/vervangen op het tabbad Cartridges van Printerbeheer. Zie pagina 21 voor meer informatie. Selecteer de cartridge die u hebt geïnstalleerd en klik op OK. 6 Als u een nieuwe cartridge hebt geïnstalleerd, wordt het dialoogvenster Cartridges uitlijnen weergegeven. Voer de instructies in dit dialoogvenster uit om de installatie van de cartridge te voltooien. Zie pagina 24 voor meer informatie.
De cartridges uitlijnen 1 Plaats normaal papier in de printer. 2 Klik op Cartridges uitlijnen op het tabbad Cartridges in Printerbeheer. Zie pagina 21 voor meer informatie. Er wordt een testpagina met uitlijningspatronen afgedrukt en het dialoogvenster Cartridges uitlijnen wordt weergegeven. Er wordt een testpagina met meerdere categorieën uitlijningspatronen afgedrukt. Het aantal categorieën is afhankelijk van de cartridgecombinatie die u hebt geïnstalleerd. Onder elk patroon staat een nummer.
De spuitopeningen reinigen De inkt wordt door de spuitopeningen gedrukt en er worden lijnen afgedrukt in de kleuren cyaan, magenta, geel en zwart (hier alleen in grijstinten weergegeven). Als een van deze kleuren niet wordt afgedrukt, moet u waarschijnlijk de cartridge vervangen. Onderbroken lijnen aan de bovenzijde van de pagina duiden op verstopte spuitopeningen. Als de lijnen aan de onderzijde van de pagina ononderbroken zijn, zijn de spuitopeningen goed gereinigd.
5 Voer de spuitopeningentest nog een keer uit. 6 Als de lijnen nog steeds onderbroken zijn, moet u de spuitopeningen handmatig reinigen. Zie het volgende gedeelte voor meer informatie. Spuitopeningen handmatig reinigen Als de afdrukkwaliteit na het reinigen van de spuitopeningen niet beter is (zie pagina 25), is het mogelijk dat er opgedroogde inkt op de spuitopeningen zit.
4 Het papier wordt verkeerd ingevoerd of loopt vast (zie pagina 30) Het document wordt verkeerd of met een lage kwaliteit afgedrukt (zie pagina 31) Problemen met transparanten, foto's, enveloppen... (zie pagina pagina 33) In dit gedeelte worden oplossingen aangedragen voor afdrukproblemen. Kijk in de linkermarge en bepaal in welke categorie het afdrukprobleem het beste kan worden ingedeeld. Ga naar de pagina waarnaar wordt verwezen om het probleem op te lossen.
De printer drukt langzaam of niet af Als de printer niet afdrukt, is het mogelijk dat er een communicatieprobleem bestaat tussen de printer en de computer. De volgende situaties duiden ook op problemen met de bidirectionele communicatie: • Er verschijnt een bericht op het computerscherm dat de printer geen bidirectionele communicatie met de computer tot stand kan brengen. • De inktvoorraadindicators van de cartridges zijn grijs weergegeven op de tabbladen Status en Cartridges van Printerbeheer.
De stekker zit in het stopcontact, maar er wordt niet afgedrukt of er verschijnt een bericht dat de printer niet beschikbaar is • Staat de printer aan en is het papier op de juiste manier geplaatst? • Is de parallelle kabel of de USB-kabel goed aangesloten op de printer? • Is de printer niet in de pauzestand gezet en is de wachtstandknop niet ingedrukt? U controleert als volgt de printerstatus: 1 Dubbelklik in de printermap op het pictogram Lexmark Z53.
• Plaats eventueel extra geheugen in de computer of verhoog de instelling van het virtuele geheugen.
Er is papier vastgelopen 1 Druk op de aan/uit-knop om de printer uit te schakelen. 2 Trek stevig aan het papier om het te verwijderen. Als u het papier niet kunt bereiken omdat het te diep in de printer zit, opent u de voorklep van de printer en trekt u het papier er voorzichtig uit. 3 Sluit de voorklep. 4 Druk op de aan/uit-knop om de printer in te schakelen. 5 Druk het document opnieuw af.
• Misschien is er een probleem met de bidirectionele communicatie. Zie pagina 28 voor meer informatie.
De kleuren op de afdrukken zijn bleek • Het is mogelijk dat een cartridge bijna leeg is. Controleer de inktvoorraad op het tabblad Cartridges van Printerbeheer. • Reinig de spuitopeningen. Zie pagina 25 voor meer informatie. Problemen oplossen • Stel de documentsoort in op Natuurlijke kleur op het tabblad Document/kwaliteit van Printerbeheer. • Kijk of het afdrukresultaat beter is als u een ander merk papier gebruikt. Elk papiersoort neemt inkt anders op, waardoor er ook kleurverschillen kunnen optreden.
• Het is mogelijk dat de spuitopeningen moeten worden gereinigd. Zie pagina 25 voor meer informatie. Enveloppen of vellen speciaal papier worden niet ingevoerd in de printer Zie "Enveloppen of vellen speciaal papier worden niet ingevoerd in de printer"op pagina 30 voor meer informatie. Foutberichten en knipperende lampjes Bericht "Papier is vastgelopen" Zie "Er is papier vastgelopen"op pagina 31 voor meer informatie.
Bijlage • Afdrukken uit DOS • Kennisgevingen • Veiligheidsvoorschriften Afdrukken uit DOS U opent als volgt het online Helpsysteem om informatie te raadplegen over afdrukken uit DOS: 1 Open Printereigenschappen (zie pagina 5 voor meer informatie) of Printerbeheer (zie pagina 21 voor meer informatie. 2 Klik op de knop Help in de rechteronderhoek van het dialoogvenster. 3 Klik bovenin het dialoogvenster op Helpinhoud. 4 Blader naar beneden naar het onderwerp Hoe... . 5 Selecteer bij Hoe...
Netvoedingsadapter Als de netvoedingsadapter defect raakt, dient u deze te vervangen door een Lexmark adapter of een andere 'UL LISTED Direct Plug-In Power Unit' gemarkeerd als 'Class 2' en geclassificeerd op 30 Vdc bij 1A. Veiligheidsvoorschriften • Als het product NIET is gemarkeerd met dit symbool , MOET het worden aangesloten op een geaard stopcontact. • Het netsnoer moet worden aangesloten op een gemakkelijk bereikbaar stopcontact in de buurt van het product.
Register Aan/uit-lampje knippert 34 aanbevolen instellingen aangepast papier 8 dubbelzijdig afdrukken 10 enveloppen 7 fotopapier 7 gewoon papier 7 kaarten 7 kettingpapier 8 opstrijk-transfers 8 poster 18 transparanten 8 aangepast papier aanbevolen instellingen 8 plaatsen 4 afbeeldingen aanpassen 6 van Internet afdrukken 6 afdrukken brochures 15 hand-outs 12 met Internetafbeelding glad 6 op beide zijden van het papier 9 posters 18 uit DOS 35 Afdrukken uit DOS 35 afdrukken verloopt niet constant 31 afdrukkwa
D I dubbelzijdig afdrukken 9 aanbevolen instellingen 10 papierinvoerinstructies inbindopties korte zijde 10 lange zijde 10 indexkaarten aanbevolen instellingen 7 plaatsen 3 inktcartridges installeren 22 uitlijnen 24 vervangen 22 verwijderen 22 inktopeningen handmatig reinigen 26 reinigen 25 installeren cartridge 22 Internet-afbeelding glad 6 10 E elektronische emissie kennisgevingen 35 Energy Star 35 enveloppen aanbevolen instellingen 7 plaatsen 3 F folie aanbevolen instellingen 8 plaatsen 3 fotopapie
P T tekens, ontbreken of zijn vreemd 31 testpagina spuitopeningentest 25 uitlijning 24 wordt niet afgedrukt 29 toebehoren bestellen 21 netvoedingsadapter 36 transparanten aanbevolen instellingen 8 plaatsen 3 problemen 33 Register papier plaatsen 2 papiergeleider gebruiken 2 plaats 2 papierinvoer 2 papierinvoerinstructies dubbelzijdig afdrukken 10 papierinvoerlampje 34 parallelle kabel aansluitproblemen 27 specificaties 27 plaatsen papier 2 speciaal papier 3 poster afdrukken 18 afdrukpagina's selecteren 2
• • • • 40 •