Operation Manual

Onderhoud van de printer
Onderhoud van de printer
25
De spuitopeningen reinigen
1
Plaats normaal papier in de printer.
2
Klik op
Spuitopeningen reinigen
op het tabbad
Cartridges
in Printerbeheer. Zie pagina 21 voor meer
informatie.
Er wordt een vel papier ingevoerd en een testpagina
afgedrukt die lijkt op de afgebeelde pagina:
3
Vergelijk de diagonale lijnen boven de afgedrukte balken
met de diagonale lijnen onder de afgedrukte balken.
Controleer of de diagonale lijnen boven de balken
onderbrekingen bevatten. Onderbroken lijnen duidt op
verstopte spuitopeningen.
Als de onderste lijnen nog onderbroken zijn, voert u de test nog
twee keer uit.
Als de afdrukkwaliteit naar wens is nadat u de test
driemaal hebt uitgevoerd, dan zijn de spuitopeningen
schoon. U hoeft de resterende stappen niet uit te voeren.
Als de afdrukkwaliteit van de lijnen niet naar behoren is
nadat de test driemaal is uitgevoerd, gaat u verder met
stap 4.
4
Verwijder de cartridges en installeer deze opnieuw.
Onderbroken lijnen
aan de bovenzijde
van de pagina
duiden op verstopte
spuitopeningen.
Als de lijnen aan de
onderzijde van de
pagina ononderbroken
zijn, zijn de
spuitopeningen goed
gereinigd.
De inkt wordt
door de
spuitopeningen
gedrukt en er
worden lijnen
afgedrukt in de
kleuren cyaan,
magenta, geel
en zwart (hier
alleen in
grijstinten
weergegeven).
Als een van deze
kleuren niet
wordt afgedrukt,
moet u
waarschijnlijk de
cartridge
vervangen.