Operation Manual

117
1-5. Openen en sluiten van de ruiten en het schuifdak
1
Voor het rijden
Wanneer het schuifdak niet normaal sluit
Ga als volgt te werk:
Als het schuifdak dichtgaat en vervolgens weer iets opengaat
Breng de auto tot stilstand.
Houd schakelaar CLOSE ingedrukt.
*
1
Het schuifdak gaat dicht, gaat weer open en stopt ongeveer 10 seconden.*
2
Vervolgens sluit het opnieuw en kantelt het omlaag. Ten slotte wordt de posi-
tie van het schuifdak iets bijgesteld en dan stopt het.
Controleer of het schuifdak volledig gestopt is en laat vervolgens de schake-
laar los.
Als het schuifdak omlaagkantelt maar vervolgens omhoogkantelt
Zet de motor af.
Houd schakelaar DOWN ingedrukt.
*
1
Het schuifdak sluit, gaat weer open en blijft gedurende ongeveer 10 secon-
den in de omhooggekantelde positie staan.
*
2
Vervolgens sluit het opnieuw
en kantelt het omlaag. Ten slotte wordt de positie van het schuifdak iets bijge-
steld en dan stopt het.
Controleer of het schuifdak volledig gestopt is en laat vervolgens de schake-
laar los.
*
1
: Als de schakelaar niet op het juiste moment wordt losgelaten, moet de procedure
vanaf het begin worden uitgevoerd.
*
2
: Als de schakelaar wordt losgelaten nadat er 10 seconden is gewacht, wordt de
automatische functie uitgeschakeld. Houd in dat geval de schakelaar CLOSE of
DOWN ingedrukt. Het schuifdak sluit, de positie wordt iets bijgesteld en dan stopt
het. Controleer of het schuifdak volledig gestopt is en laat vervolgens de schakelaar
los.
Laat uw auto controleren door een Lexus-dealer of erkende reparateur als ook na het
uitvoeren van de bovenstaande procedure het schuifdak niet goed sluit.
STAP 1
STAP 2
STAP 3
STAP 1
STAP 2
STAP 3