Operation Manual

121
1-6. Tanken
1
Voor het rijden
WAARSCHUWING
Tijdens het tanken
Neem bij het tanken de volgende voorzorgsmaatregelen in acht. Het niet in acht nemen
van de voorzorgsmaatregelen kan resulteren in ernstig letsel.
Raak nadat u uitstapt en voordat u de tankdopklep opent, een niet-gelakt metalen
oppervlak aan om eventueel aanwezige statische elektriciteit af te voeren. Het is
belangrijk om statische elektriciteit af te voeren voordat u gaat tanken, omdat vonken
als gevolg van statische elektriciteit brandstofdampen tot ontbranding kunnen bren-
gen.
Pak de tankdop bij de greep vast en draai hem langzaam los.
Tijdens het losdraaien van de tankdop kan er een sissend geluid hoorbaar zijn. Wacht
tot het geluid verdwenen is alvorens de tankdop te verwijderen. Bij hoge buitentem-
peraturen kan er brandstof uit de vulpijp spuiten.
Zorg ervoor dat er niemand die de eventueel aanwezige statische elektriciteit van
zijn lichaam niet heeft afgevoerd, in de buurt van een niet afgesloten brandstoftank
komt.
Adem de brandstofdampen niet in.
Brandstof bevat stoffen die schadelijk zijn als ze worden ingeademd.
Rook niet tijdens het tanken.
Als u dat wel doet, kan er brand ontstaan.
Keer niet naar de auto terug als u statisch geladen bent.
Statische elektriciteit kan vonkvorming en daarmee brand veroorzaken.
Tijdens het tanken
Plaats het vulpistool goed in de vulpijp. Wanneer het vulpistool tijdens het tanken iets bij
de vulpijp vandaan wordt gehouden, werkt het automatische uitschakelsysteem moge-
lijk niet, waardoor brandstof wordt gemorst.