Operation Manual
130
1-7. Antidiefstalsysteem
Alarm
: Indien aanwezig
Het alarm klinkt en de verlichting knippert wanneer iemand zich ongeoor-
loofd toegang tot het interieur verschaft.
■ Activeren van het alarm
Wanneer het alarmsysteem is ingeschakeld, wordt het alarm onder de
volgende omstandigheden geactiveerd:
● Als een vergrendeld portier wordt ontgrendeld of geopend zonder
gebruik te maken van de instapfunctie (auto's met Smart entry-sys-
teem en startknop) of de afstandsbediening.
● De motorkap wordt geopend.
● De inbraaksensor signaleert een beweging in de auto. (Iemand
dringt de auto binnen.) (indien aanwezig)
● De hellingsensor signaleert een beweging van de auto. (indien aan-
wezig)
● Er wordt op de achterruit geslagen of hij wordt gebroken. (indien
aanwezig)
■ Inschakelen van het alarmsysteem
Sluit de portieren, achterklep en
motorkap en vergrendel alle por-
tieren met de instapfunctie
(auto's met Smart entry-systeem
en startknop) of de afstandsbe-
diening. Het alarmsysteem scha-
kelt zichzelf automatisch in na
30 seconden.
Het systeem is ingeschakeld
zodra het controlelampje niet
meer constant brandt maar knip-
pert.