Operation Manual
139
1-8. Veiligheidsinformatie
1
Voor het rijden
WAARSCHUWING
■ Tijdens het rijden
● Verstel de bestuurdersstoel niet tijdens het rijden.
Als u dat wel doet, kunt u de controle over de auto verliezen.
● Plaats geen kussen tussen de bestuurder of voorpassagier en de rugleuning.
Gebruik van een kussen kan ertoe leiden dat de zithouding niet correct is, waardoor
het effect van de veiligheidsgordel en de hoofdsteun in negatieve zin kan worden
beïnvloed en de bestuurder of voorpassagier ernstig letsel kan oplopen.
● Plaats geen voorwerpen onder de voorstoelen.
Voorwerpen onder de voorstoelen kunnen klem komen te zitten in de stoelslede,
waardoor de stoelen wellicht niet goed worden vergrendeld. Dit kan leiden tot onge-
vallen en letsel. Verder kan het stelmechanisme beschadigd raken.
■ Afstellen van de stoelpositie
● Let er bij het afstellen van de stoelpositie op dat de stoel de overige inzittenden van
de auto niet raakt omdat deze hierdoor wellicht letsel op zouden kunnen lopen.
● Houd uw handen niet onder de stoel of in de buurt van bewegende onderdelen, om
letsel te voorkomen.
Uw vingers of handen zouden bekneld kunnen raken in het stoelmechanisme.